Halvezolenroute themas en pois

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 28 jul 2024 om 08:38 (→‎Jan Strenge Brug)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Thema's en POI's

De 'points of interest' zijn gerangschikt per thema en weergegeven als links die leiden naar de specifieke POI-pagina met alle informatie over dat POI.


Grenzen

Galgenwiel

(Waalwijk) In de vijftiende eeuw was er in het gebied Plantloon ruzie tussen twee heren. Deze heren, Dirk van Haestrecht van Loon op Zand en Foyke van Wermonde van Waalwijk, wilden alle twee geld verdienen aan het vervoeren van turf door de streek. Op een viersprong in de buurt van het Loenermeer bouwde de heer van Loon op Zand een galg waar hij een misdadiger op liet hangen. Zo liet hij de heer van Waalwijk zien dat hij de baas was in het gebied, want alleen als je de baas van een gebied was mocht je er rechtspreken en dus misdadigers ophangen. Foyke van Wermonde wilde de galg afbreken en er ontstond een gevecht dat uiteindelijk door Dirk van Haestrecht werd gewonnen. Later werd er bij de galg waarschijnlijk ook een rad of wiel neergezet, waarop de zwaarste misdadigers gedood konden worden. Vanaf dat moment werd het Loenermeer Galgenwiel genoemd. ‘Galg’ en ‘wiel’ dus!

Bende van de Witte Veer

(Waalwijk) De bende van de Witte Veer was een zigeunerbende die in verborgen hutten in het Ravensbos woonden. Het Ravensbos was een onbegaanbaar gebied hier in de buurt op de grens van Holland en Brabant. Deze grens kun je nu nog zien. Bijvoorbeeld door de grenspalen die op verschillende plekken staan. Bij de Hervormde Kerk in Besoijen is er een grenslijn op de grond. Doordat het hier een grensgebied was kon er makkelijk worden gesmokkeld en was het een ideale plek voor de bende van De Witte Veer. De leden van de bende van de Witte Veer roofden en moorden en de spullen die ze verkregen verkochten ze. De bende van de Witte Veer was actief in de periode 1720-1727.

Grenspaal

(Nieuwkuijk) Het aangeven waar de grenzen tussen bepaalde gebieden liggen door middel van stenen of palen is van alle tijden. Grenspalen zijn er niet alleen om te laten zien waar landsgrenzen zijn, maar ook provincie- en gemeentegrenzen. Vaak hadden ook waterschappen en landgoederen hun eigen grenspalen, meestal gemaakt van grijsblauwe natuursteen. Vooral in de negentiende eeuw zijn er nogal wat grenzen veranderd. Nieuwe gemeentegrenzen werden opgemeten en vastgesteld. Door het aanleggen van wegen en uitbreiden van dijken zijn er heel wat grenspalen verdwenen. Toch zijn er nog een paar van die oude grenspalen over, een herinnering aan vroeger.

Kunst

Wiel

(Waalwijk) Waar de Spoordijk/Bloemendaalweg in Waalwijk het het afwateringskanaal kruist staat op de oever een kunstwerk. Het werk heet 'Wiel' en is ontworpen door kunstenaar Maarten de Reus.

Ode aan de Zandrug

Aan het Halve zolenpad is het kunstwerk 'Ode aan de Zandrug' van Sannah Belzer te vinden. Zeven weken lang heeft zij er samen met vrijwilligers van heemkundekring Op ’t Goede Spoor en Platform Waspik aan gebouwd. Op 10 juli 2015 was het af.

Footprint

(Raamsdonk) Het kunstwerk FOOTPRINT van Harald Vlugt is het tweede kunstwerk dat is gerealiseerd in het kader van het kunstproject Halvezolenlijn. De onthulling van het kunstwerk heeft plaatsgevonden op 13 juli 2016. In het vlakke landschap van het platteland van Raamsdonk is het kunstwerk FOOTPRINT vanuit alle windrichtingen te bekijken. Twee keer twee schoenzolen vormen samen een poort met als doorgang het Halvezolenpad. De schoenzolen verwijzen naar de schoen- en lederindustrie die vroeger in de Langstraatregio, zo ook in Raamsdonk, te vinden was. Wie goed kijkt kan in de zolen de stoomlocomotief herkennen die vroeger over de spoorlijn heeft gereden. Ook het voor deze regio zo typische Slagenlandschap is in het ontwerp te onderscheiden. Het kunstwerk is gemaakt van cortenstaal dat verwijst naar de rails van de voormalige spoorlijn.

On top of the world

(Drunen) Bij de Zeedijk in Drunen staat het beeld ‘On the top of the World’ gemaakt door de Rotterdamse beeldhouwer Herman Lamers.

Dijkdoorbraak

(Nieuwkuijk) Langs het fietspad over de Heidijk/Meerdijk liggen en staan een aantal blokken zandsteen met een inscriptie. Ze zijn in 1981 gemaakt door de Nieuwkuijkse kunstenaar Legs Boelen en vormen een monument ter herinnering aan de dijkdoorbraak van honderd jaar eerder waarbij Nieuwkuijk bijna helemaal onderwater kwam te staan. Vanuit Nieuwkuijk verspreidde het water zich in een uitwaaierende golf over de omgeving. Na een dijkdoorbraak ontstaat er een wieling, een draaikolk, die een diep gat in de grond achter de dijk maakt, een wiel. Zo is in 1880 de Nieuwkuijkse Wiel ontstaan. In de blokken zandsteen is een golfpatroon uitgehakt om het water te symboliseren. De laatste van de stenen ligt in de wiel en is alleen zichtbaar als het water laag staat.

Koffijhuis

(Sprang-Capelle) Waar vroeger station Capelle Vrijhoeve was staat nu het kunstwerk Koffijhuis. Nadat hij erachter kwam dat de financiering van de spoorlijn kwam uit de opbrengsten van de handel van koffie uit Nederlands-Indië wilde kunstenaar Marcel Smink dat verwerken in zijn kunstwerk. Hij raakte geïnspireerd door de traditionele familie huizen, tongkonans, van het Toradja volk uit Sulawesi. Toradja is ook een koffiesoort. Marcel Smink ontwierp een klein paviljoenachtig gebouw van staal met zadeldak, lijkend op de typische vorm van de tongkonan. Het staal werd bedekt met een laag koffiedik gemengd door polyurethaan. De koffiedrab werd verzameld in bars en café’s in Arnhem en voordat het vermengd kon worden met het polyurethaan moest het eerst goed gedroogd worden. Het is deze koffielaag die het kunstwerk zijn bijzondere kleur geeft. Toen het kunstwerk er net stond zorgde de koffielaag ook voor een koffielucht. Tongkonans staan altijd in de noord-zuidrichting en het Koffijhuis is op dezelfde wijze geplaatst. Twee keer per dag staat de zon boven de halve cirkel die het dak vormt. Eerst bij zonsopkomst vanuit het oosten en vervolgens bij zonsondergang in het westen. Je kunt op het kunstwerk zitten om even uit te rusten of te genieten van de omgeving en wie weet kun je ook nu nog een vleugje koffiegeur opvangen.

Leven van vroeger

Moord van Raamsdonk

(Raamsdonk) De moord van Raamsdonk is een van de beroemdste moordliederen van Nederland. Maar het is de vraag of de moorden die in het lied worden bezongen echt gepleegd zijn.

Hooi

(Waspik) De schoen- en lederindustrie was in de achttiende eeuw een belangrijk onderdeel van de economische bedrijvigheid in de Langstraat. Waspik echter, stond bekend om de hooiwinning.

Molen Hertogin Johanna van Brabant

(Drunen) De Hertogin Johanna van Brabant is een korenmolen die in 1838 is gebouwd. Het is een stenen beltmolen. De molen werd gebouwd voor molenaar A. Manders omdat zijn molen twee jaar eerder was afgebrand. Tot 1947 was de molen in werking. In 1954 werd de molen voor de eerste keer gerestaureerd maar vanaf 1969 kwam de molen in verval. In 2014 is gestart met restauratie van deze korenmolen. Op 31 oktober 2015 waren de werkzaamheden gereed en werd de molen feestelijk in bedrijf gesteld. Tegenwoordig zit in de molen party-restaurant De Korenmolen.

Kiosk

(Raamsdonksveer) In 1908 bestaat de Koninklijke Harmonie 'De Eendracht' 60 jaar. Daarom krijgt de harmonie een kiosk cadeau van de inwoners van Raamsdonksveer. Een kiosk is een open, ronde muziektent. Deze kiosk stond voor de huidige HEMA. Dat heette toen nog Havenplein omdat hier de Veerse haven lag. De kiosk was een mobiele kiosk die werd opgebouwd in de lente en weer afgebroken in de herfst.

Loonse turfvaart

(Vlijmen) Stap op het uitkijkpunt in de vorm van een turfschuit en waan je even in het verleden. Eind veertiende eeuw begon de heer van Venloon (Loon op Zand) met de aanleg van een turfvaart van De Moer naar Den Bosch die in 1420 werd voltooid. Deze vaart liep langs de zuidkant van Drunen en Vlijmen. De tocht van de turfschuiten naar Den Bosch kon wel vijf dagen duren en omdat turf een belangrijke brandstof was voeren er veel schuiten. Ruim twee eeuwen lang verdienden de heren van Venloon flink veel geld aan turfvaart vanwege de tol die per schuit moest worden betaald voor het gebruik.

Emmamolen

(Nieuwkuijk) De Emmamolen is een stellingmolen gebouwd in 1886. De molen is in 1965 gerestaureerd. Een stellingmolen is een hoge molen met een soort van platform of galerij eromheen vanwaar de wieken bediend kunnen worden. De hoogte van de molen heeft ermee te maken dat de wieken genoeg wind moeten kunnen vangen. De Emmamolen is een korenmolen waar nog steeds graan wordt gemalen. Bij de molen zitten een restaurant, een bakkerij en een streekwinkel.

Natuur

Slagenlandschap

(Sprang-Capelle) Vroeger was de Langstraat een woeste wildernis die eigendom was van de Graaf van Holland. Deze graaf gaf een aantal gezinnen een stuk grond dat ze geschikt mochten maken voor landbouw. Dat was zwaar werk. Er moesten eerst sloten worden gegraven om het water af te voeren. Daardoor ontstonden lange smalle stukken grond met daartussen sloten. Dit werd later het Slagenlandschap genoemd. Tegenwoordig wordt het Slagenlandschap beschermd omdat het zo bijzonder is. Het is een natuurgebied met een drassige bodem en bijzondere plantengroei.

Baardwijkse Overlaat

(Waalwijk) Stel je eens voor. Daar waar je nu staat: water tot zover je kunt kijken. Honderden jaren stond dit gebied elke winter onder water. Er waren wel dijken, maar bijna elke winter was het gebied vrijwel onbereikbaar en leefden de mensen hier feitelijk op een eiland. Na verschillende grote overstromingen in 1741 en 1757 werd in 1766 de Baardwijkse Overlaat aangelegd. Deze moest bij hoog water het overtollige water uit de Maas opvangen. Sinds 1978 is de Baardwijkse Overlaat in beheer bij de Natuurmonumenten. Het is de enige overlaat die in deze tijd in Nederland is aangelegd en het is een echt monument van de waterstaatsgeschiedenis. Wist je dat de molen van Drunen eigenlijk in de overlaat stond? In 1826 werd de molen verplaatst naar het centrum van Drunen.

Haarsteegse Wiel

(Haarsteeg) Bij het woord wiel denk je misschien niet meteen aan een grote plas met water. Toch is dat precies wat de Haarsteegse Wiel is. Na een dijkdoorbraak ontstaat er een wieling, een draaikolk, die een diep gat in de grond achter de dijk maakt, een wiel. De Haarsteegse Wiel bestaat eigenlijk niet uit één wiel, maar uit twee wielen die zijn samengekomen. Twee diepe plassen die zijn ontstaan na doorbraken van de Maasdijk in 1610 en 1740. Samen vormen deze plassen een van de grootste en diepste wielen van Nederland. Op sommige plaatsen is de wiel meer dan negentien meter diep!

Religie

Nederlands Hervormde Kerk

(Sprang-Capelle) Binnen in de Hervormde Kerk in Sprang-Capelle vind je bijzondere muurschilderingen. Deze heten secco’s. Bij een secco wordt de verf aangebracht op een droge kalklaag van de muur, in plaats van zoals bij een fresco op een natte kalklaag. De grootste secco heet Man van Smarten. Ook zijn er zes secco’s waarop heiligen staan afgebeeld.

Sint-Bavokerk

(Raamsdonk) De Sint-Bavokerk is de katholieke parochiekerk van Raamsdonk. De bouw van de kerk begon in 1886 en duurde twee jaar. In 1888 werd de kerk ingewijd en in gebruik genomen. De kerk is ontworpen door architect Carl Weber. Het was een van zijn belangrijktste ontwerpen. Bijzonder is de hoge koepel die een beetje te groot lijkt. Dat komt doordat er nog twee torens gebouwd zouden worden. Door geldgebrek zijn die nooit meer afgebouwd. De kerk bezit twee waardevolle orgels en een koperen monstrans uit de 17e eeuw. Een monstrans is een mooi versierde houder voor de hosties.

Sint-Janskerk

(Waalwijk) De katholieke kerk Sint Jan de Doper is tussen juni 1923 en november 1925 gebouwd. Voor de bouw van de Sint-Janskerk zijn bijna 2.000.000 bakstenen gebruikt.  Voor de 19 koepels (ronde daken) is ongeveer 20.000 kilo koper gebruikt. Het terrein rondom de kerk werd opgehoogd.

Schoen- en leder industrie

Sint Crispijn

(Drunen) Patroonheiligen Crispinus en Crispinianus zijn de beschermheiligen van de schoenmakers en leerlooiers. De broers leefden in de 3e eeuw. Ze verkondigden het christelijke geloof en maakten schoenen voor de armen. De broers zijn in de volksmond samengesmolten tot een persoon: Sint Crispijn. In de Langstraat duiken de namen op diverse plekken op: Kaatsheuvel, Waalwijk en Nieuwkuijk hebben een (Sint)-Crispijnstraat en in Waalwijk leeft de legende voort in het gilde St. Crispinus en St. Crispinianus van Besoijen.
Binnen in het Raadhuis van Drunen vind je een tegel met daarop een afbeelding van Sint Crispijn als schoenmaker. De tegel hangt boven deuren met glazen panelen.

Armoede

(Waalwijk) In de negentiende eeuw woonden fabrieksarbeiders vaak in woningen die eigendom waren van hun baas. Die zette dan tussen het eigen woonhuis aan de Grotestraat en de Winterdijk een rijtje huizen neer. De Hooisteeg is hier een voorbeeld van. Nu zijn het mooie werkplaatsen voor lokale kunstenaars. Toen waren het kleine, bedompte huizen voor gezinnen met soms wel tien kinderen. Met twee buitentoiletten voor ongeveer honderd bewoners.

Stoomschoenenfabriek A.H. van Schijndel

(Waalwijk) Aan de Stationsstraat 115 is de gevel van de Stoomschoenenfabriek A.H. van Schijndel te zien met daarnaast een directeurswoning en de gevel van Chroomlederfabriek Van Dooren De Greeff. In 1910 was dit een van de modernste schoenfabrieken van Nederland en met 150 werknemers het grootste bedrijf van Waalwijk. In 1965 sloot de fabriek haar deuren en nu is het een appartementengebouw.

Tweede Wereldoorlog

Burgemeester Moonen

(Waalwijk) In de achtergevel van het oude Raadhuis in Waalwijk is een gedenksteen ingemetseld om te herdenken dat op 6 september 1944 burgemeester Moonen en de broers Vincent en Joop Hoffmans werden gefusilleerd door de Duitsers. Vincent Hoffmans overleefde het.

Spoorbrug

(Drunen) De schoen- en lederindustrie in de Langstraat laat een golfbeweging zien van economisch succes, crisis en wederopstanding. Waar oorlog vaak zorgt voor crisis, betekende het in de lederindustrie juist extra productie. Zo zorgde de Frans-Duitse oorlog in 1870-1871 voor extra orders voor riemen, zadels en ander paardentuig. Ook de Eerste Wereldoorlog zorgde voor grote orders vanuit het leger. Bovendien verdween tijdelijk de concurrentie uit het bezette België en Duitsland. In de Tweede Wereldoorlog werden ook laarzen voor de soldaten gemaakt. Deze laatste oorlog zorgde ook voor grote vernielingen aan de spoorlijn. Dezelfde spoorlijn werd ook gebruikt om vluchtelingen uit België verder richting het noorden te brengen.

Jan Strenge Brug

(Waspik) Deze brug is vernoemd naar Jan Strenge uit Waspik. Jan is een verzetsheld uit de Tweede Wereldoorlog. Op 30 oktober 1944 heeft hij 250 kilo Duitse explosieven onder deze brug onklaar gemaakt.
De Duitsers wilden de explosieven tot ontploffing brengen omdat ze zich terug moesten trekken voor de geallieerden die Waspik kwamen bevrijden.
Meteen na de oorlog werd Jan Strenge gezien als een held, omdat er als de bommen waren afgegaan veel slachtoffers hadden kunnen vallen. De Amerikaanse generaal Eisenhower heeft hem hiervoor zelfs schriftelijk bedankt!

Oorlogsmonument Jan de Rooij

(Waalwijk) Het monument Jan de Rooij is een eerbetoon aan het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Jan de Rooij was lid was van de verzetsgroep André. Het beeld stelt een geboeide vrouw voor die zich probeert te bevrijden. Het en is ontworpen door F.A. Carasso.

Vervoer

Dongebrug

(Geertruidenberg) De bouw van de spoorbrug over de Donge duurde van oktober 1885 tot november 1886. De brug bestond uit twee brugdelen met één spoor (enkelspoor) en een draaibrug met twee sporen (dubbelspoor).
De spoorlijn was een enkelspoor, maar men wilde dit uit gaan breiden naar een dubbelspoor. Daarom werden alle bruggen alvast in dubbelspoor gebouwd. Uiteindelijk is de spoorlijn altijd een enkelspoor gebleven.

Wachtpost 18 Raamsdonk

(Raamsdonk) Langs de Halvezolenlijn stonden maar liefst 41 wachtposten op de kruisingen tussen spoor en weg. De wachtposten werden bewoond door personeel van de Nederlandse Spoorwegen (NS).
Een spoorwachter moest het spoortraject bewaken en op tijd waarschuwen als er een trein aankwam. Dan werden de spoorbomen met de hand omlaag gedraaid of het verkeer werd met de hand tegengehouden.

Station Waalwijk

(Waalwijk) Je zou het niet zeggen, maar precies op deze plek stond ooit het station van Waalwijk. Het beeld is een eerbetoon aan de schoenmakers uit Waalwijk die een belangrijke rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de regio. Als je goed kijkt, zie je dat de sokkel waar het beeld op staat, lijkt op een stukje perron. Lionsclub Waalwijk bestond in 2014 vijftig jaar en heeft het kunstwerk kado gegeven aan de inwoners van Waalwijk. Astrid Koppen heeft het beeld gemaakt.

Spoorbrug Baardwijk

(Waalwijk) In 1885 werd de spoorbrug over de Baardwijkse overlaat aangelegd. Aanvankelijk was dit de langste brug van de spoorlijn: ruim 880 meter! Toen in de jaren 80 van de vorige eeuw de spoorlijn werd ontmanteld en de bruggen gesloopt zouden worden, ontstond er protest onder de bevolking.

Wachtpost Besoyen

(Waalwijk) Langs de Halvezolenlijn stonden maar liefst 41 wachtposten op de kruisingen tussen spoor en weg. De wachtposten werden bewoond door personeel van de Nederlandse Spoorwegen (NS). Een spoorwachter moest het spoortraject bewaken en op tijd te waarschuwen als er een trein aankwam. Dan werden de spoorbomen met de hand omlaag gedraaid of het verkeer werd met de hand tegengehouden.

Venkantbrug en Moerputtenbrug

(Vlijmen) Dit gebied tussen Vlijmen en Den Bosch maakte honderden jaren deel uit van de zogeheten inundatiezone rond 's-Hertogenbosch. Op het moment dat het nodig was kon het waterpeil in het gebied worden verhoogd ter verdediging van het achterland. Daarom was het nodig om een brug te bouwen voor het spoor. In 1886 werd de 33 meter lange Venkantbrug gebouwd. Een jaar eerder was de Moerputtenbrug over de Moerputten klaar die maar liefst 600 meter lang is. Bij de bouw hield men er rekening mee dat het spoor kon worden verdubbeld. De bakstenenen pijlers waar de ijzeren brug op steunt zijn breed genoeg om een tweede brugdeel te plaatsen. De spoorlijn die in 1890 werd geopend is echter tot de sluiting in 1972 altijd enkelsporig gebleven.

Tegenwoordig zijn de bruggen helemaal opgeknapt en kun je er overheen wandelen.

Station Drunen-Heusden

(Elshout) Over het traject van de spoorlijn is vijf jaar lang gediscussieerd. Het ministerie van oorlog wilde namelijk dat ook de vesting Heusden werd aangedaan, maar dat was een flink eind van de gekozen route. Uiteindelijk hield men zich aan het oorspronkelijke plan.
Er werd besloten dat dan in plaats van Heusden de dichtstbijzijnde plaats, Drunen zou worden aangedaan. Vanaf 1891 heette het station dan ook Drunen-Heusden.

Waterlinies

De Vest

(Waspik) Eeuwenlang lag hier een groot militair verdedigingswerk dat samen met de vesting Geertruidenberg onderdeel was van de Zuiderwaterlinie.
Het doel van deze waterlinie was het noorden van Nederland tegen vijanden vanuit het zuiden te beschermen.

Zeedijk

(Elshout) Rond 19 november 1421 is er een grote watersnoodramp die langs de Maas, in het Land van Heusden veel schade maakt. Het dorp Elshout overstroomt en krijgt met veel ellende te maken. Deze watersnoodramp wordt de Sint Elisabethsvloed genoemd omdat 19 november de naamdag is van de heilige Sint Elisabeth. Om het gebied voortaan tegen overstromingen te beschermen, komt er bij Elshout een dijk: de Zeedijk. De naam Zeedijk komt van ‘Zeggedijk’. Het was niet de zee die een gevaar was, maar de Maas en de Baardwijkse Overlaat. De Zeedijk loopt van Doeveren tot aan Drunen en sluit aan op de Heidijk.




Digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp