Uit het leven van koning Gorilla: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 36: Regel 36:
Plotseling valt Gorilla hem brullend in de rede: “M.L.! M.L.! Kom in mijne armen!” en waggelend schuift het monster naar voren om den generaal in zijn pooten te sluiten. Ongelukkigerwijze was de generaal niet tegen die omhelzing bestand en viel achterover, terwijl de Gorilla, luidkeels brullende, over hem heen donderde en als een zwijn bleef liggen. De aanwezige officieren schoten dadelijk toe, tilden Gorilla op en brachten hem in zijn tent om hem zoodoende te onttrekken aan de blikken van de soldaten der wacht. Den volgenden dag maakten de groote bladen den volke diets dat er in het kamp van M., een hoogst aandoenlijk ontmoeting had plaats gehad, waarbij Zijne Majesteit Koning Gorilla zichtbaar bewogen (in plaats van zichtbaar dronken) den generaal M.L. in zijn armen had gesloten!
Plotseling valt Gorilla hem brullend in de rede: “M.L.! M.L.! Kom in mijne armen!” en waggelend schuift het monster naar voren om den generaal in zijn pooten te sluiten. Ongelukkigerwijze was de generaal niet tegen die omhelzing bestand en viel achterover, terwijl de Gorilla, luidkeels brullende, over hem heen donderde en als een zwijn bleef liggen. De aanwezige officieren schoten dadelijk toe, tilden Gorilla op en brachten hem in zijn tent om hem zoodoende te onttrekken aan de blikken van de soldaten der wacht. Den volgenden dag maakten de groote bladen den volke diets dat er in het kamp van M., een hoogst aandoenlijk ontmoeting had plaats gehad, waarbij Zijne Majesteit Koning Gorilla zichtbaar bewogen (in plaats van zichtbaar dronken) den generaal M.L. in zijn armen had gesloten!


Uit een dergelijke daad van dronkenschap bedachten diezelfde groote bladen later een der schoonste heldenfeiten zijns levens! Gorilla was namelijk koning in een land waar wel eens watersnood was. Groot gaven de bladen op van de stoute stukken, die Gorilla daarbij uitvoerde. De waarheid is echter dat hij bij dien watersnood geregeld dronken was en dan de alleronzinnigste dingen deed, zoodat men meer last dan plezier van hem had. Zoo wilde hij eens, toen hij een zwaar stuk in had, dwars over de rivier de W.6 loopen, waarin hij natuurlijk zou zijn verzopen, als zijn adjudanten hem niet met kracht en geweld hadden tegengehouden.
Uit een dergelijke daad van dronkenschap bedachten diezelfde groote bladen later een der schoonste heldenfeiten zijns levens! Gorilla was namelijk koning in een land waar wel eens watersnood was. Groot gaven de bladen op van de stoute stukken, die Gorilla daarbij uitvoerde. De waarheid is echter dat hij bij dien watersnood geregeld dronken was en dan de alleronzinnigste dingen deed, zoodat men meer last dan plezier van hem had. Zoo wilde hij eens, toen hij een zwaar stuk in had, dwars over de rivier de W.<ref> [[Terry van Erp]] - Waal</ref> loopen, waarin hij natuurlijk zou zijn verzopen, als zijn adjudanten hem niet met kracht en geweld hadden tegengehouden.


Niet alleen bij dergelijke gelegenheden echter was hij meestal dronken, maar zelfs bij intochten en andere officiëele plechtigheden, als hij werd verwelkomd door ambtenaren met toespraken, die overvloeiden van liefde en gehechtheid. Zoo deed hij met zijne tweede vrouw een tocht door de hoofdstad van zijn land. De vrouwelijke bevolking, wie men had wijs gemaakt dat Gorilla een vader was voor de kinderen des lands, staken hem hunne kinderen toe, opdat hij ze zegenen zoude. Maar wel verre dat hij het wenschelijk vond dat de kinderkens tot hem kwamen, stiet hij moeders en kinderen vloekend van zich af, ja sloeg zelfs zijn hand aan zijn degen.
Niet alleen bij dergelijke gelegenheden echter was hij meestal dronken, maar zelfs bij intochten en andere officiëele plechtigheden, als hij werd verwelkomd door ambtenaren met toespraken, die overvloeiden van liefde en gehechtheid. Zoo deed hij met zijne tweede vrouw een tocht door de hoofdstad van zijn land. De vrouwelijke bevolking, wie men had wijs gemaakt dat Gorilla een vader was voor de kinderen des lands, staken hem hunne kinderen toe, opdat hij ze zegenen zoude. Maar wel verre dat hij het wenschelijk vond dat de kinderkens tot hem kwamen, stiet hij moeders en kinderen vloekend van zich af, ja sloeg zelfs zijn hand aan zijn degen.


De bij zulke gelegenheden gehouden toespraken moest hij gewoonlijk onbeantwoord laten wegens tijdelijke verstandsbeneveling. Was het echter onmogelijk om niet te antwoorden, dan deed hij dat in bewoordingen die een dronken hoerenbaas hem zou benijden. Zie hier een proefje zijner vorstelijke welsprekendheid, in een rede gehouden met het glas in de hand aan een galadiner in tegenwoordigheid van vele buitenlandsche gezanten: “Mijne Heeren, het Vaderland! ..... De Koning!
De bij zulke gelegenheden gehouden toespraken moest hij gewoonlijk onbeantwoord laten wegens tijdelijke verstandsbeneveling. Was het echter onmogelijk om niet te antwoorden, dan deed hij dat in bewoordingen die een dronken hoerenbaas hem zou benijden.  
<blockquote>'''.... en zijne geëerbiedigde Zonen! .... Godverdomme!” Zoals gij ziet een rede kort maar krachtig!...</blockquote>
Zie hier een proefje zijner vorstelijke welsprekendheid, in een rede gehouden met het glas in de hand aan een galadiner in tegenwoordigheid van vele buitenlandsche gezanten: <blockquote>'''“Mijne Heeren, het Vaderland! ..... De Koning!<br>
.... en zijne geëerbiedigde Zonen! .... Godverdomme!” Zoals gij ziet een rede kort maar krachtig!...</blockquote>
Zonder ijdele woordenpraal toch alles herdacht waar het op aankomt tot zelfs den God bij wiens gratie hij regeerde.
Zonder ijdele woordenpraal toch alles herdacht waar het op aankomt tot zelfs den God bij wiens gratie hij regeerde.


Schandvlekte hij dusdoende land en volk, een andermaal had zijne dronkenschap de meest rampzalige gevolgen voor zijn ‘geliefde’ onderdanen kunnen hebben. Tijdens een oorlog tussen twee groote mogendheden namelijk liep de dronken Gorilla met een oorlogsverklaring aan een dier mogendheden in zijn zak. De dringende vertoogen zijns ministers hielpen niet, maar gelukkig wisten anderen hem over te halen zich naar bed te begeven en toen hij zijn roes had uitgeslapen was hij het geval geheel vergeten. Zoo zouden door een daad van dronkenschap van Gorilla duizende en duizende kinderen des volks een ramp zaligen en vroegtijdigen dood hebben gevonden, en duizende weduwen en weezen hun man en vader hebben beweend. Dat Gorilla zich van zulke dingen niets aantrok, moet ons niet verwonderen, waar wij weten dat hij zijn ‘geliefde’ volk bestempelde met den naam van ‘stomme ossen, canaille7 en rappaille8.’
Schandvlekte hij dusdoende land en volk, een andermaal had zijne dronkenschap de meest rampzalige gevolgen voor zijn ‘geliefde’ onderdanen kunnen hebben. Tijdens een oorlog tussen twee groote mogendheden namelijk liep de dronken Gorilla met een oorlogsverklaring aan een dier mogendheden in zijn zak. De dringende vertoogen zijns ministers hielpen niet, maar gelukkig wisten anderen hem over te halen zich naar bed te begeven en toen hij zijn roes had uitgeslapen was hij het geval geheel vergeten. Zoo zouden door een daad van dronkenschap van Gorilla duizende en duizende kinderen des volks een ramp zaligen en vroegtijdigen dood hebben gevonden, en duizende weduwen en weezen hun man en vader hebben beweend. Dat Gorilla zich van zulke dingen niets aantrok, moet ons niet verwonderen, waar wij weten dat hij zijn ‘geliefde’ volk bestempelde met den naam van ‘stomme ossen, canaille<ref> [[Terry van Erp]] - ploerten, oftewel hufters, schoften, smeerlappen</ref> en rappaille<ref> [[Terry van Erp]] - gajes, schorem, schorriemorrie, gespuis, geteisem, uitschot</ref>.’


Een andermaal wilde hij een gedeelte van zijn grondgebied verkoopen aan een vreemde mogendheid, wier vorst hem daartoe had weten te verleiden doormiddel van één zijnder minnaressen. In dit voornemen om land en volk te verschacheren werd hij alleen verhinderd door de tusschenkomst van een derde mogendheid, die hare belangen daardoor bedreigd achtte.
Een andermaal wilde hij een gedeelte van zijn grondgebied verkoopen aan een vreemde mogendheid, wier vorst hem daartoe had weten te verleiden doormiddel van één zijnder minnaressen. In dit voornemen om land en volk te verschacheren werd hij alleen verhinderd door de tusschenkomst van een derde mogendheid, die hare belangen daardoor bedreigd achtte.


Behalve deze daden van ‘Staatszorg’ is er op dit gebied niet anders van hem bekend dan dat hij ‘s lands belangen, gelijk we reeds opmerkten, nauw betrokken achtte bij de uniformen zijner soldaten, ja zelfs bij die zijner lakeien, waarop hij mede zeer nauwkeurig toezag. Onder aan de broek dier bedienden zaten naar wij meenen, twee knoopjes. Die knoopjes moesten beide boven de rijlaarzen uitkomen. Eens ontmoette hij een lakei, bij wien een der knoopjes onder de rijlaarzen was verborgen. De man heette ‘niet gekleed’ en kreeg een maand schorsing! Is het te verwonderen dat lakeien die hem in de verte zagen aankomen niet wisten hoe gauw ze zich uit de voeten zouden maken en soms bepaald vluchtten in huizen?
Bij zulke dingen bepaalde zich echter zijn dronkenmansgeest niet alleen. Dikwijls moest hij zich natuurlijk ook bezighouden met het opsporen van allerlei middelen ter verfrissching en dan kon men hem zien zitten omringd door wel vijftig keukenboeken waarin hij zich verdiepte om zin eigen menu te maken. Bij die gelegenheden was dikwijls de telegraaf tusschen zijn paleis en zijn geheele rijk urenlang in werking. Wie echter meende dat die drukke korrespondentie liep over gewichtige staatszaken, vergistte zich. Och neen! Zijne Majesteit verlangde onmiddellijk ..... een haring of wel een andere vischsoort soms in zijn land geheel onbekend!
Als hij soms bij al die gewichtige (!) zaken nog tijd over had, bemoeide hij zich veelal met dingen waar hij volstrekt geen verstand van had. Zoo liet hij eens een houten gebouwtje in zijn park zetten. Dat moest natuurlijk dadelijk klaar en er werd dan ook dag en nacht aan gewerkt. Op zekeren avond kwam Gorilla eens kijken en ziet de teekeningen liggen van het gebouw. Hij neemt ze op en verscheurt ze, zeggende: “Wat ‘n stomme kerels, dat ze nog een teekening noodig hebben om dat te bouwen!”
Men behoeft na deze staaltjes niet te vragen wat een beul Gorilla was voor zijn omgeving. Zijn eerste vrouw die, volgens iemand die veel aan de hoven verkeerd had, eene der meest gedistingeerde vorstinnen van Europa was, beleedigde hij op de schandelijkste wijze. Ofschoon hij vorst, echtgenoot en vader was, bezocht hij op zekeren avond een bordeel zijner hofstad. Zijne vrouw, daarvan verwittigd, zond hem daar, voor zijn straf, een galarijtuig, bespannen met zes paarden.
Letterlijk niets was hem heilig: Zoo had hij dezelfde maîtres als zijn zoon en deze vond eens bij haar een sigarenkoker, dien zijne moeder aan zijn vader had geschonken. De zoon bracht het aandenken weder naar huis. Aan een andere maîtres schonk onze held een zeldzaam snoer paarlen, dat aan zijne moeder behoord had. Men kon de bijzit daarmede getooid zien in den schouwburg.
Het spreekwoord ‘zooals de waard is vertrouwt hij zijne gasten’ vond zich ook ten zijnen opzichte bewaarheid. Een zijner adjudanten of ordonnans-officieren moest op zekeren dag naar Parijs en werd door de vorstin verzocht zich te belasten met het overbrengen van een kostbaar pakje. De vorst, die zijne echtgenoote naar zich zelven beoordeelde, dacht aan overspel en noodigde den officier uit tot een wandelrit. Nauwelijks was hij buiten de residentie, of hij voegde hem toe, in kazernetaal, te gemeen om hier woordelijk te worden terug te geven: “Jij slaapt met mijn vrouw.” De officier nam natuurlijk zijn ontslag.
Zelfs in het openbaar, bij officiëele plechtigheden zag hij er niet tegen op zijne echtgenoote uit te schelden. Zoo ging hij op zekeren dag, begeleid van zijne adjudanten naar zijne gemalin die hem wachtte omringd van hare hofdames. Nauwlijks was Gorilla binnen of hij voegde haar toe: “Kanalje<ref> [[Terry van Erp]] - Canaille</ref>”, en ging weer heen! Bij beleedigingen bleef het echter niet alleen, onze ploert mishandelde haar zelfs.
Eens stoof hij driftig, na zulk een tooneel à la Sganarelle<ref> [[Terry van Erp]] - Sganarelle is de titel van een Frans toneelstuk uit 1660 door Molière (1622 – 1673)</ref>, uit haar kamer en zag den gouverneur van


<br><br>
<br><br>

Versie van 18 feb 2024 18:45

Omslag van ‘Uit het leven van koning Gorilla’
Omslag van ‘Uit het leven van koning Gorilla

Koning Gorilla, uit wiens misdadig leven wij ons voorstellen hieronder eenige tafereelen te schetsen, was de oudste zoon van een vorst, die denzelfden naam droeg en behoorde tot een Gorilla-geslacht dat door wanbestuur en knevelarij het volk diep ongelukkig had gemaakt en dan ook door dat volk herhaaldelijk werd weggejaagd doch zich telkens, steunend op vreemd geweld, weer op den troon wist te herstellen. Reeds in zijn jongelingsjaren openbaarde zich bij onzen Gorilla de bedorven aard van zijn geslacht door een liederlijk leven, uitsluitend aan Venus en Bachus [1] gewijd. Bij herhaling vond men hem dronken in de goten zijner residentie, waarop hij als een zwijn door zijn aanstaande onderdanen werd thuisgebracht. Bij dergelijke gelegenheden maakte hij het meermalen zo bont dat de toekomstige vorst dikwijls een welverdiend pak slaag opliep, waarbij het soms meer geluk dan wijsheid was dat hij zijn leven er nog afbracht.

Zo bevond hij zich reeds vroeg in vertrouwelijken omgang met de maintenée van zekeren mijnheer H. te D., die, eens toevallig binnentredende, hem daar aantrof en onmiddellijk van alle trappen afsmeet met de boodschap: “Ga nu aan je koninklijken vader zeggen, dat ik je van de trappen heb afgedonderd!” Beneden gekomen had hij nog zo’n vaart en vluchtte hij zo haastig, dat hij stellig in de gracht zou zijn terechtgekomen, indien niet twee werklieden, daar voorbijkomende hem nog bijtijds hadden gegrepen.

Hij zonk al dieper en dieper, zoodat de oude Gorilla, ter wille zijns zoons in schulden gedompeld, eindelijk besloot hem van het hof te verbannen. Gorilla begaf zich daarop naar een ander land, na eerst de juweelen van zijn moeder te hebben gestolen, die hij zoo vrij was in den vreemde te verkoopen. Van de opbrengst dezer zoo schandelijk verkregen gelden kon hij weer geruimen tijd een leventje leiden met Wijntje en Trijntje, doch toen al het geld opnieuw was verbrast en verzwendeld, begaf hij zich naar zijn vaderland terug om nog eens te probeeren geld van den ouden Gorilla los te krijgen. Wij zullen zien hoe hij terugkwam en welke de vreeselijke gevolgen zijner geldafpersingen zijn geweest.

Het was een donkere, gure avond in het voorjaar, toen de schildwacht aan het ijzeren hek van het buitenverblijf des ouden Gorilla’s een schamel gekleed persoon den weg naar ‘s konings woning zag opkomen; zijne gelaatstrekken waren terugstootend en droegen de sporen van een weinig ingetogen leven. Een zware roode baard omkrulde zijn vervallen gelaaten; zijne kleeding bestond in een nauwsluitende frak en een dito broek met sous-pieds [2] . Zijn hoofd was bedekt door een flambard [3] , en zijn hand omvatte een doornen stok met looden knop, een zoogenaamden ploertendooder. Was het te verwonderen, dat dezen schildwacht aan dezen vreemdeling van zulk ongunstig voorkomen den toegang tot het buitenverblijf weigerde? Zeker niet, althans de schildwacht versperde hem den weg. Hieruit ontstond eene woordenwisseling en de dienstdoende kommandant der wacht, de brigadier Jossens, die op het gerucht toesnelde, bedreigde den vreemdeling in arrest te zullen stellen, indien hij zich niet verwijderde. De vreemdeling, van een hartstochtelijk karakter, dreigde op zijn beurt de wacht met zijn stok, totdat er eindelijk voor allen uitkomst kwam opdagen in den persoon van een vertrouwden dienaar des konings, wiens woorden: “Het is prins Gorilla!” den schildwacht en den brigadier Jossens als een donderslag troffen. Prins Gorilla begaf zich met een sarcastische glimlach op het gelaat voorbij de ontstelde wachten in de tuin van het paleis, terwijl de dienaar van den koning en de brigadier Jossens eenigen tijd op en neder wandelden en het geval verder bespraken.

Het was ongeveer zeven uur des avonds, toen deze beide vrienden afscheid van elkander namen.

Omstreeks tien uur van denzelfden avond, na aflossing der wachten, wandelde de brigadier Jossens nog een oogenblik in den tuin, toen hij bemerkte, dat er nog licht brandde in de werkkamer van den koning, wat anders zelden het geval was. Door nieuwsgierigheid gedreven, drentelde hij een weinig nader tot het paleis en vernam tezelfder tijd een heftige woordenwisseling. Hoewel hij de woorden, die daar gesproken werden, niet kon verstaan, bemerkte hij dadelijk dat de koning en zijn zoon twist hadden, hetgeen ook af te leiden was uit beider heftige bewegingen, die door het venster zichtbaar waren. Plotseling ziet hij Prins Gorilla met diens doornen stok een uitval doen naar het lichaam zijns vaders, hij ziet den ouden man wankelen en op een stoel inéén zinken. Op hetzelfde oogenblik snelt Prins Gorilla naar het venster en sluit de blinden. Brigadier Jossens verwijderde zich en begaf zich ter ruste, maar de slaap ontweek zijn oogleden; steeds stond hem het schrikbeeld voor oogen van: een zoon die zijn vader slaat!

Eerst na eenige uren beving hem een onrustige slaap, waaruit hij reeds vroegtijdig werd gewekt, om de treurige mededeeling te ontvangen: “De koning is hedennacht aan een beroerte overleden!” In allerijl werd een renbode naar de hoofdstad des rijks gezonden om dit treurige nieuws aan de betrekkingen des vorsten te berichten en aan de vorstin die gescheiden leefde van haren gemaal.

Daarenboven werd er een bericht gezonden, (let wel!) aan prins Gorilla, die, zoo het heette, nog steeds verblijf hield in dat vreemde land, met verzoek uit naam van zijn volk, om de waardigheid van koning in plaats van zijn overleden vader te aanvaarden en zoo ontving het volk den indruk, dat prins Gorilla, toen koning Gorilla geworden, niet eens bij het overlijden zijns koninklijken vaders was tegenwoordig geweest.

Arme prins!

Brigadier Jossens was echter over dit geval geenszins te spreken en toen zijn vriend, de dienaar des konings, hem uitnoodigde in het geheim nog een laatsten blik op zijn overleden meester te werpen, voldeed hij hieraan gaarne om meer dan één reden. Weemoedig richtten zij zich naar de legerstede des vorsten: daar lag hij, hun koning, doch... ontzetting greep beiden aan, toen brigadier Jossens, gedachtig aan hetgeen hij den vorigen avond had gezien, een onderzoek instelde, en den dienaar des konings opmerkzaam maakte op een dikte, die op het lichaam des konings, even onder de plaats, waar het hart ligt, zichtbaar was. Men onderzocht verder en blauwe plekken deden zich aan hun oog voor. Alle bewijzen waren op het lijk voorhanden, dat de koning geen natuurlijken dood gestorven was en toen brigadier Jossens mededeelde wat hij den vorigen avondgezien en gehoord had, waren beiden overtuigd, dat de oude koning een gewelddadigen dood was gestorven.

Op de vraag waar Prins Gorilla zich bevond, antwoordde de bediende, dat hij hem omstreeks 11 uur ‘s avonds haastig had zien vertrekken. Hij zag er toen zeer ontdaan uit en, in den corridor op den bediende toetredende, had hij dezen gezegd, dat de koning sliep en dat hij, prins Gorilla, onmiddellijk op reis ging. Denzelfden nacht moet prins Gorilla nog een havenplaats hebben bereikt en den volgenden vond was hij reeds weder in het vreemde land terug, maar in die uur was er een verschrikkelijk drama tusschen vader en zoon afgespeeld.

Sedert werden allerlei verhalen omtrent den dood van den ouden koning verspreid: sommigen meenden hem in leven gezien te hebben in een verwijderd land, anderen beweerden, dat hij nog leefde, maar gevlucht was, teneinde zijn schulden te ontgaan; alles praatjes, anders niets; de hier medegedeelde geschiedenis is de zuivere waarheid, door ooggetuigen verhaald. Opmerkelijk is ook dat men zijn voorgangers in den vorstelijken grafkelder mag bezichtigen, maar men weigert u het gebalsemde lijk te laten zien van den koning, wiens treurig uiteinde wij boven beschrevene. Zoo werd Gorilla dan Koning op hetzelfde oogenblik dat hij Vadermoorder werd. Het zal wel niemand verwonderen, dat zijn leven als koning een aaneenschakeling werd van beestachtigheden in allerlei vorm, en dat de zaken van staat en volk geheel door hem werden verwaarloosd en ten gronde gericht.

Dat hij niet opzag tegen verdere moorden, zal ook een ieder vrij natuurlijk voorkomen en een tweede moord was dan ook een zijner eerste regeeringsdaden. Hij had namelijk een tante, die in overspel leefde met één harer bedienden, Hannes van R. [4] , dien ze later tot geheimschrijver benoemde, met wien ze de halve wereld rondreisde en eindelijk van plan scheen in het huwelijk te treden. Toen Gorilla daar de lucht van kreeg, vreesde hij dat het vorstelijk Gorilla-geslacht daardoor zou worden onteerd en om dit te voorkomen, liet hij het liefje van zijn tante eenvoudig vergeven!

Voor al zijn wandaden zocht hij vergetelheid in den drank en verliederlijkte daardoor zoodanig, dat een zeker koopman hem den grootste ploert noemde van zijn rijk. Zijn geheele leven was dan ook inderdaad niets dan een aaneenschakeling van misdaad en ploerterij. Hij vloekte als een ketter zelfs in het openbaar tegen generaals die voor hunnen troep stonden. Hij beleedigde op de grofste wijze oude admiraals, die zijn vader eervol en trouw gediend hadden. Een zijner gezanten hield hij aan een officieel diner voor den gek, alsof het een clown uit een spel was. De gezant vroeg zijn ontslag. De raadgevers van den vorst brachten dezen zijn ongelijk onder het oog. “Goed! Ik zal hem voldoening geven en hem daartoe noodigen aan een tweede diner.” Bij dit tweede diner maakte hij het nog bonter dan bij het eerste.

Hij hield veel van soldaatje spelen, en het ontwerpen van schouderweren voor het leger was zoowat zijn eenige staatszorg, waarbij hij soms zelfs nog jammerlijke blijken van onkunde gaf. Zoo bracht hij eens een bezoek aan zijn leger bij de manoeuvres in het kamp van M., en moest toen met alle geweld zijn militairisme luchten, door zelf te kommandeeren. Maar hij bleek zelfs in zijn moordenaarsbaantje zóó slecht op de hoogte van zijn tijd te wezen dat hij oude kommando’s gaf, jaren herwaarts in gebruik, waarvan de soldaten niets verstonden en die ze natuurlijk niet konden uitvoeren. In plaats van in te zien dat dit zijn schuld was, voer hij op de schandelijkste wijze uit en gaf allen arrest!

Doch daarbij bleef het niet. Den volgenden dag ontmoette een wandelaar in het park van zijn lustslot op L. en ontmoette daar tot zijne verwondering alle schutten, gewapend met geweren! Op zijn vraag wat dit te beteekenen had, antwoordden zij schouderophalend: “Och mijnheer, de koning heeft ons last gegeven om alle officieren, die in het bosch komen, onmiddellijk dood te schieten!” Een andermaal, toen hij zich in genoemd kamp bevond, begaf hij zich, wetende dat de dagbladen zijn volksliefde luide zouden verkondigen, naar de veldkeuken, waar hij den kok gelastte hem een weinig soep te laten proeven. Door den hevigen wind woei er eenig stof en zand in den ketel; dit bemerkte Gorilla, waarop hij den kok toevoegde: “Jij moet Godverdomme zorgen dat er geen zand in de soep waait!” Zeer gevat antwoordde de kok: “Gelast dat aan Hem, die het laat waaien!” Toornig verliet Gorilla den kok, die er bij uitzondering goed afkwam, althans niet gestraft werd. In datzelfde kamp kwam eens de generaal M.L. [5] , omringd van talrijke officieren voor de koninklijke tent om hem te vergasten op een speech. De Gorilla was ongelukkig stomdronken en verschijnt na lang dralen eindelijk aan den ingang van zijn tent waggelend op zijn beenen. Niettegenstaande Gorilla duidelijk zichtbaar in ‘kennelijken staat’ was, stak onze generaal met allen ernst zijn speech af. Plotseling valt Gorilla hem brullend in de rede: “M.L.! M.L.! Kom in mijne armen!” en waggelend schuift het monster naar voren om den generaal in zijn pooten te sluiten. Ongelukkigerwijze was de generaal niet tegen die omhelzing bestand en viel achterover, terwijl de Gorilla, luidkeels brullende, over hem heen donderde en als een zwijn bleef liggen. De aanwezige officieren schoten dadelijk toe, tilden Gorilla op en brachten hem in zijn tent om hem zoodoende te onttrekken aan de blikken van de soldaten der wacht. Den volgenden dag maakten de groote bladen den volke diets dat er in het kamp van M., een hoogst aandoenlijk ontmoeting had plaats gehad, waarbij Zijne Majesteit Koning Gorilla zichtbaar bewogen (in plaats van zichtbaar dronken) den generaal M.L. in zijn armen had gesloten!

Uit een dergelijke daad van dronkenschap bedachten diezelfde groote bladen later een der schoonste heldenfeiten zijns levens! Gorilla was namelijk koning in een land waar wel eens watersnood was. Groot gaven de bladen op van de stoute stukken, die Gorilla daarbij uitvoerde. De waarheid is echter dat hij bij dien watersnood geregeld dronken was en dan de alleronzinnigste dingen deed, zoodat men meer last dan plezier van hem had. Zoo wilde hij eens, toen hij een zwaar stuk in had, dwars over de rivier de W.[6] loopen, waarin hij natuurlijk zou zijn verzopen, als zijn adjudanten hem niet met kracht en geweld hadden tegengehouden.

Niet alleen bij dergelijke gelegenheden echter was hij meestal dronken, maar zelfs bij intochten en andere officiëele plechtigheden, als hij werd verwelkomd door ambtenaren met toespraken, die overvloeiden van liefde en gehechtheid. Zoo deed hij met zijne tweede vrouw een tocht door de hoofdstad van zijn land. De vrouwelijke bevolking, wie men had wijs gemaakt dat Gorilla een vader was voor de kinderen des lands, staken hem hunne kinderen toe, opdat hij ze zegenen zoude. Maar wel verre dat hij het wenschelijk vond dat de kinderkens tot hem kwamen, stiet hij moeders en kinderen vloekend van zich af, ja sloeg zelfs zijn hand aan zijn degen.

De bij zulke gelegenheden gehouden toespraken moest hij gewoonlijk onbeantwoord laten wegens tijdelijke verstandsbeneveling. Was het echter onmogelijk om niet te antwoorden, dan deed hij dat in bewoordingen die een dronken hoerenbaas hem zou benijden.

Zie hier een proefje zijner vorstelijke welsprekendheid, in een rede gehouden met het glas in de hand aan een galadiner in tegenwoordigheid van vele buitenlandsche gezanten:

“Mijne Heeren, het Vaderland! ..... De Koning!
.... en zijne geëerbiedigde Zonen! .... Godverdomme!” Zoals gij ziet een rede kort maar krachtig!...

Zonder ijdele woordenpraal toch alles herdacht waar het op aankomt tot zelfs den God bij wiens gratie hij regeerde.

Schandvlekte hij dusdoende land en volk, een andermaal had zijne dronkenschap de meest rampzalige gevolgen voor zijn ‘geliefde’ onderdanen kunnen hebben. Tijdens een oorlog tussen twee groote mogendheden namelijk liep de dronken Gorilla met een oorlogsverklaring aan een dier mogendheden in zijn zak. De dringende vertoogen zijns ministers hielpen niet, maar gelukkig wisten anderen hem over te halen zich naar bed te begeven en toen hij zijn roes had uitgeslapen was hij het geval geheel vergeten. Zoo zouden door een daad van dronkenschap van Gorilla duizende en duizende kinderen des volks een ramp zaligen en vroegtijdigen dood hebben gevonden, en duizende weduwen en weezen hun man en vader hebben beweend. Dat Gorilla zich van zulke dingen niets aantrok, moet ons niet verwonderen, waar wij weten dat hij zijn ‘geliefde’ volk bestempelde met den naam van ‘stomme ossen, canaille[7] en rappaille[8].’

Een andermaal wilde hij een gedeelte van zijn grondgebied verkoopen aan een vreemde mogendheid, wier vorst hem daartoe had weten te verleiden doormiddel van één zijnder minnaressen. In dit voornemen om land en volk te verschacheren werd hij alleen verhinderd door de tusschenkomst van een derde mogendheid, die hare belangen daardoor bedreigd achtte.

Behalve deze daden van ‘Staatszorg’ is er op dit gebied niet anders van hem bekend dan dat hij ‘s lands belangen, gelijk we reeds opmerkten, nauw betrokken achtte bij de uniformen zijner soldaten, ja zelfs bij die zijner lakeien, waarop hij mede zeer nauwkeurig toezag. Onder aan de broek dier bedienden zaten naar wij meenen, twee knoopjes. Die knoopjes moesten beide boven de rijlaarzen uitkomen. Eens ontmoette hij een lakei, bij wien een der knoopjes onder de rijlaarzen was verborgen. De man heette ‘niet gekleed’ en kreeg een maand schorsing! Is het te verwonderen dat lakeien die hem in de verte zagen aankomen niet wisten hoe gauw ze zich uit de voeten zouden maken en soms bepaald vluchtten in huizen?

Bij zulke dingen bepaalde zich echter zijn dronkenmansgeest niet alleen. Dikwijls moest hij zich natuurlijk ook bezighouden met het opsporen van allerlei middelen ter verfrissching en dan kon men hem zien zitten omringd door wel vijftig keukenboeken waarin hij zich verdiepte om zin eigen menu te maken. Bij die gelegenheden was dikwijls de telegraaf tusschen zijn paleis en zijn geheele rijk urenlang in werking. Wie echter meende dat die drukke korrespondentie liep over gewichtige staatszaken, vergistte zich. Och neen! Zijne Majesteit verlangde onmiddellijk ..... een haring of wel een andere vischsoort soms in zijn land geheel onbekend!

Als hij soms bij al die gewichtige (!) zaken nog tijd over had, bemoeide hij zich veelal met dingen waar hij volstrekt geen verstand van had. Zoo liet hij eens een houten gebouwtje in zijn park zetten. Dat moest natuurlijk dadelijk klaar en er werd dan ook dag en nacht aan gewerkt. Op zekeren avond kwam Gorilla eens kijken en ziet de teekeningen liggen van het gebouw. Hij neemt ze op en verscheurt ze, zeggende: “Wat ‘n stomme kerels, dat ze nog een teekening noodig hebben om dat te bouwen!”

Men behoeft na deze staaltjes niet te vragen wat een beul Gorilla was voor zijn omgeving. Zijn eerste vrouw die, volgens iemand die veel aan de hoven verkeerd had, eene der meest gedistingeerde vorstinnen van Europa was, beleedigde hij op de schandelijkste wijze. Ofschoon hij vorst, echtgenoot en vader was, bezocht hij op zekeren avond een bordeel zijner hofstad. Zijne vrouw, daarvan verwittigd, zond hem daar, voor zijn straf, een galarijtuig, bespannen met zes paarden.

Letterlijk niets was hem heilig: Zoo had hij dezelfde maîtres als zijn zoon en deze vond eens bij haar een sigarenkoker, dien zijne moeder aan zijn vader had geschonken. De zoon bracht het aandenken weder naar huis. Aan een andere maîtres schonk onze held een zeldzaam snoer paarlen, dat aan zijne moeder behoord had. Men kon de bijzit daarmede getooid zien in den schouwburg.

Het spreekwoord ‘zooals de waard is vertrouwt hij zijne gasten’ vond zich ook ten zijnen opzichte bewaarheid. Een zijner adjudanten of ordonnans-officieren moest op zekeren dag naar Parijs en werd door de vorstin verzocht zich te belasten met het overbrengen van een kostbaar pakje. De vorst, die zijne echtgenoote naar zich zelven beoordeelde, dacht aan overspel en noodigde den officier uit tot een wandelrit. Nauwelijks was hij buiten de residentie, of hij voegde hem toe, in kazernetaal, te gemeen om hier woordelijk te worden terug te geven: “Jij slaapt met mijn vrouw.” De officier nam natuurlijk zijn ontslag.

Zelfs in het openbaar, bij officiëele plechtigheden zag hij er niet tegen op zijne echtgenoote uit te schelden. Zoo ging hij op zekeren dag, begeleid van zijne adjudanten naar zijne gemalin die hem wachtte omringd van hare hofdames. Nauwlijks was Gorilla binnen of hij voegde haar toe: “Kanalje[9]”, en ging weer heen! Bij beleedigingen bleef het echter niet alleen, onze ploert mishandelde haar zelfs.

Eens stoof hij driftig, na zulk een tooneel à la Sganarelle[10], uit haar kamer en zag den gouverneur van



Digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp

  1. Terry van Erp - Venus verwijst hier naar seks, en Bachus naar drank.
  2. Terry van Erp - Letterlijk: ‘onder de voeten’. Dit waren ‘riempjes onder den voet doorlopende om de pijpen der broek of de slopkousen neder te houden’.
  3. Terry van Erp - slappe vilten hoed met brede rand
  4. Terry van Erp - Johannes van Rossum
  5. Terry van Erp - Norman MacLeod (1811-1896), luitenant-generaal infanterie
  6. Terry van Erp - Waal
  7. Terry van Erp - ploerten, oftewel hufters, schoften, smeerlappen
  8. Terry van Erp - gajes, schorem, schorriemorrie, gespuis, geteisem, uitschot
  9. Terry van Erp - Canaille
  10. Terry van Erp - Sganarelle is de titel van een Frans toneelstuk uit 1660 door Molière (1622 – 1673)