Psalter (boek): verschil tussen versies
k (Wijziging van 2001:1C00:1201:9200:BC3C:447F:B795:7C7E (Overleg) teruggedraaid naar de laatste versie van OlafJanssenBot) |
k (1 versie geïmporteerd) |
(geen verschil)
|
Huidige versie van 29 okt 2024 om 14:38
Een psalter of psalmboek (middeleeuws Latijn: psalterium, Middelnederlands: souter of zouter) is een boek dat gebruikt wordt binnen het christelijk geloof. Het boek omvat de 150 psalmen uit het Oude Testament en daarnaast vaak ook cantica, litanieën en een calendarium, een liturgische kalender. Het psalter was in de middeleeuwen een erg populair boek. Het werd zowel door geestelijken als door leken gebruikt. Monniken reciteerden wekelijks alle 150 psalmen tijdens de getijden. Ook voor de privé-devotie was het als gebedenboek de voornaamste tekst. Indien een leek al een boek bezat dan was het vrijwel altijd een psalter. Pas in de veertiende eeuw kwam hier verandering in en verloor het boek terrein aan het getijdenboek.
Varianten
Van het Latijnse psalter worden twee vertalingen parallel aan elkaar gebruikt.
- Het Psalterium Romanum (Romeins psalter) werd rond 383 door de kerkvader Hiëronymus op verzoek van paus Damasus I uit het Grieks vertaald op basis van de Septuagint. Deze versie wordt vooral nog in Rome en Italië gebruikt.
- Het Psalterium Gallicanum (gallicaans psalter) eveneens vertaald door Hiëronymus rond 392 maar waarbij hij meer steunde op de Hexapla. De naam ontleent deze versie waarschijnlijk aan het feit dat een vroege kopie van deze vertaling in de zesde eeuw in Tours werd gebruikt. Sinds de Karolingische renaissance heeft deze variant de Romeinse vrijwel volledig verdrongen.
De nummering van de psalmen verschilt tussen de middeleeuwse vulgaat en bijvoorbeeld de Statenvertaling. In dit artikel wordt de vulgaatnummering gebruikt. Zie voor de verschillen de tabel in het artikel psalmen.
Het gebruik van psalters
Psalters worden zowel binnen de kloostermuren als daarbuiten gebruikt. Door het bidden van de psalmen benaderde de leek het reguliere gebedsleven van monniken. Hoewel beide groepen gebruikers de 150 psalmen in een psalter verspreid over één week baden of zongen, verschilde de volgorde waarin dit gebeurde. Het voornaamste onderscheid was dat monniken de psalmen bij hun koorgebeden grotendeels in de numerieke volgorde van de Bijbel baden, terwijl leken dat vaker deden in een bepaalde thematische volgorde. Hoewel er verschillende gebruiken bestonden gedurende de middeleeuwen geeft de onderstaande tabel een goed overzicht van het onderscheid tussen de reguliere en seculiere psalmindeling.
Enigszins los hiervan staat de feitelijke indeling in een psalter zelf. Hier kan enerzijds de volgorde van 1 tot 150 uit de Bijbel gebruikt zijn. In dat geval spreekt men van een Psalterium non feriatum, Is het psalter echter geordend naar het daadwerkelijke gebruik en staan de psalmen dus in een volgorde die de getijdegebeden reflecteert, dan spreekt men van een Psalterium feriatum. Hierbij verwijst het woord 'Feriatum' naar het middeleeuws Latijnse woord Feria waarmee alle weekdagen aangeduid werden.
Getijden | zondag | maandag | dinsdag | woensdag | donderdag | vrijdag | zaterdag |
---|---|---|---|---|---|---|---|
metten (klooster) |
3 en 94; 20-31 | 3 en 94; 32-34; 36a,36b; 37-41; 43-44 | 3 en 94; 45-49; 51-55; 57-58 | 3 en 94; 59-61; 65; 67a,67b; 68a,68b; 69-72 | 3 en 94; 73-74; 76; 77a,77b; 78-84 | 3 en 94; 85-86; 88a,88b; 92-93; 95-100 | 3 en 94; 101-102; 103a,103b; 104a-104b; 105a,105b; 106a,106b; 107-108 |
metten (seculier) |
94; 1-3; 6-20 | 94; 26-37 | 94; 38-41; 43-49; 51 | 94; 52; 54-61; 63; 65; 67 | 94; 68-79 | 94; 80-88; 93; 95-96 | 94; 97-108 |
lauden (klooster) |
66 en 50; 117; 62; 148-150 | 66 en 50; 5; 35; 148-150 | 66 en 50; 42; 56; 148-150 | 66 en 50; 63; 64; 148-150 | 66 en 50; 87; 89; 148-150 | 66 en 50; 75; 91; 148-150 | 66 en 50; 142; 148-150 |
lauden (seculier) |
92; 99; 62 en 66; 148-150 | 50; 5; 62 en 66; 148-150 | 50; 42; 62 en 66; 148-150 | 50; 64; 62 en 66; 148-150 | 50; 89; 62 en 66; 148-150 | 50; 142; 62 en 66; 148-150 | 50; 91; 62 en 66; 148-150 |
priem (klooster) |
118 (1-32) | 1; 2; 6 | 7-8; 9a | 9b; 10-11 | 12-14 | 15-16; 17a | 17b; 18—19 |
priem (seculier) |
21-25; 53; 117; 118 (1-32); 120 | 53; 117; 118 (1-32) | 53; 118 (1-32) | 53; 118 (1-32) | 53; 118 (1-32) | 53; 118 (1-32) | 53; 118 (1-32) |
terts (klooster) |
118 (33-56) | 118 (153-176) | 125-127 | 125-127 | 125-127 | 125-127 | 125-127 |
terts (seculier) |
118 (33-80) | 118 (33-80) | 118 (33-80) | 118 (33-80) | 118 (33-80) | 118 (33-80) | 118 (33-80) |
sext (klooster) |
118 (57-80) | 118 (129-152) | 122-124 | 122-124 | 122-124 | 122-124 | 122-124 |
sext (seculier) |
118 (81-128) | 118 (81-128) | 118 (81-128) | 118 (81-128) | 118 (81-128) | 118 (81-128) | 118 (81-128) |
none (klooster) |
118 (81-104) | 118 (153-176) | 125-127 | 125-127 | 125-127 | 125-127 | 125-127 |
none (seculier) |
118 (129-176) | 118 (129-176) | 118 (129-176) | 118 (129-176) | 118 (129-176) | 118 (129-176) | 118 (129-176) |
vespers (klooster) |
109-112 | 113-114; 115 met 116; 128 | 129-132 | 134-137 | 138a,138b; 139-140 | 141; 143a,143b; 144a | 144b; 145-147 |
vespers (seculier) |
109-113 | 114-116; 119-120 | 121-125 | 126-130 | 131-132; 134-136 | 137-141 | 143-147 |
completen (klooster) |
4 en 90 en 133 | 4 en 90 en 133 | 4 en 90 en 133 | 4 en 90 en 133 | 4 en 90 en 133 | 4 en 90 en 133 | 4 en 90 en 133 |
completen (seculier) |
4; 30 (1-6); 90; 133 | 4; 30 (1-6); 90; 133 | 4; 30 (1-6); 90; 133 | 4; 30 (1-6); 90; 133 | 4; 30 (1-6); 90; 133 | 4; 30 (1-6); 90; 133 | 4; 30 (1-6); 90; 133 |
Enkele lange psalmen (vooral 118, maar ook bijvoorbeeld 17, 36 en 88) worden in twee of meerdere delen verdeeld. Kortere psalmen (115 en 116) worden juist samen gezongen of gebeden.
Het gebruik van psalters in de liturgie
De psalmen nemen van alle Bijbelboeken de belangrijkste plaats in de liturgie in.[1]
Getijden
Tijdens de acht dagelijkse koorgebeden vormt de zang van de psalmen in een psalter de kern. De zesde-eeuwse Regel van Benedictus gaat al diep in op welke psalmen in welke volgorde en op welke wijze tijdens deze koorgebeden gezongen moeten worden. Zo valt bijvoorbeeld in regel 6 van hoofdstuk 17 te lezen: "Als de gemeenschap wat talrijker is zingt men de psalmen met antifoon, als ze daarentegen gering in aantal is, worden ze aan één stuk door gezongen".[2] In klooster waren hiervoor twee typen psalters aanwezig. ten eerste was er het koorpsalter dat permanent op een lezenaar in het koor stond opgesteld. Dit boek had een omvangrijk formaat en bevatte vaak ook de hymnes en andere teksten die tijdens het koorgebed gereciteerd werden. Aangezien monniken geacht werden de teksten van de psalmen uit hun hoofd te kennen waren er ook psalmen op handzamer formaat aanwezig die voornamelijk voor studie gebruikt werden.
Mis
Hoewel de psalmen ook een belangrijk deel van de mis vormen, worden hier zelden aparte psalters voor gebruikt. De psalmen zijn opgenomen in het missaal.
Psalters binnen de privé-devotie
Het gebruik van psalters voor privé-devotie gaat al ver terug. Zo tekende Asser, een bisschop van Sherborne, in zijn levensbeschrijving van Alfred de Grote de volgende episode op. "Hij leerde de cyclus van de dagen, dat is: de viering van de getijden en daarna een aantal psalmen en verscheidene gebeden die in een bepaald boek stonden. Een boek dat hij dag en nacht tegen zijn borst bewaarde, zoals we zelf gezien hebben. Hij droeg het altijd bij zich om zijn gebeden te ondersteunen te midden van al de drukte en kwesties van het aardse leven.[3] Een tweede aspect dat uit dit citaat afgeleid kan worden is dat psalters ook een rol speelden als educatief hulpmiddel. Men leerde niet alleen de psalmen met behulp van een psalter, men leerde daadwerkelijk lezen met behulp van een dergelijk boek.
Psalters waren hierdoor ook de eerste Bijbelboeken die uit het Latijn in de volkstaal vertaald werden. Voor het Nederlands staat de oudste bewaarde vertaling bekend als de Wachtendonckse Psalmen uit de tiende eeuw.
Geïllumineerde psalters
Een belangrijk deel van de geïllumineerde handschriften die uit de middeleeuwen overgeleverd zijn, bestaat uit psalters. Hoewel dit gezien hun populariteit niet heel verwonderlijk is, is het dat wel gelet op het abstracte karakter van de psalmen wat ze lastig letterlijk te illustreren maakt. Paginagrote verluchtingen bevinden zich in een psalter vaak voorafgaand aan psalm 1, 51 en 101 omdat een psalter, vooral in de vroege middeleeuwen, vaak in drie stukken gedeeld werd. Daarnaast werden dikwijls de initialen van de psalmen 1, 26, 52, 68, 80, 97 dikwijls gedecoreerd omdat dit de eerste psalmen van de metten, de eerste gebeden van de dag, zijn. Ook de initiaal van psalm 109, de eerste psalm van de zondagse vespers, is met regelmaat verfraaid. Deze keuzes maken duidelijk dat de verluchtingen een belangrijke functie hadden als een soort bladwijzer van het psalter.
Een vaak voorkomend onderwerp bij deze verluchtingen zijn episodes uit het leven van Koning David omdat aangenomen werd dat hij de auteur was van de meeste psalmen.
Zie ook
Externe links
- Overzicht van geïllumineerde psalters in de collectie van de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek en het Museum Meermanno-Westreenianum.
- Tentoonstelling van verluchte psalters in het J. Paul Getty Museum.
- ↑ Harper, p. 67: Of all the books in the Bible, none has so fundamental a part in the liturgy as the Book of Psalms.
- ↑ De Regel van Benedictus, hoofdstuk 17: 'Hoeveel psalmen in deze getijden gezongen worden', online
- ↑ "...he learned the daily course, that is, the celebration of the hours, and afterwards certain psalms, and several prayers, contained in a certain book which he kept day and night in his bosom, as we ourselves have seen, and carried about with him to assist his prayers, amid all the bustle and business of this present life.", in: The Life of King Alfred online
- Michelle Brown, Understanding illuminated manuscripts: A guide to technical terms, Malibu 1994. ISBN 0892362170
- John Harper, The forms and orders of Western liturgy from the tenth to the eighteenth century, Oxford 1991. online
- Andrew Hughes, Medieval Manuscripts for Mass and Office, Toronto 1982. online
- William Noel, 'Boeken thuis: psalters en getijdenboeken', in: Meesterlijke Middeleeuwen: Miniaturen van Karel de Grote tot Karel de Stoute. 800-1475, Zwolle en Leuven 2002, pp. 57-67. ISBN 9040087369
- "souter" in het Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek.
- Herbert Thurston, "Psalterium", The Catholic Encyclopedia (dl 12), New York 1911. online