Verslag Jo de Graaf Kuijsters: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Hachelijke situatie 31 oktober 1944 '''
'''Hachelijke situatie 31 oktober 1944 '''
<br>
<br>
In gesprek met Jo de Graaf Kuijsters, geboren op 12 oktober 1931, dochter van [[Chiem Kuijsters en Tonia van Strien]]. Jo woonde tijdens de [[2e wereldoorlog]] in de [[Kerklaan 1|boerderij]] tegenover de [[Lambertuskerk]], Kerklaan 1. De eerste oorlogsjaren waren over het algemeen rustig verlopen; ik kan me nog goed de laatste dagen van oktober 1944 herinneren; ik was toen 13 jaar. Op 30 oktober was onze kelder nog gecontroleerd door de Duitsers als veilige schuilplaats en waren er pakken strooi geplaatst voor het kelderraam. Het was toeval dat op deze plaats op 31 oktober een grote [[tankslag]] zou plaats vinden. Omstreeks het middaguur braken de gevechten uit tussen de oprukkende Schotten en Engelsen en de Duitsers. In de kelder zat ook het gezin van [[Huib van Turnhout]] (Godefroij), ik kan me goed herinneren dat Huib tegen ons moeder zei "Tooike bid nog eens gauw dat gebedje". Door de beschietingen vlogen de pakken strooi in brand, en ontstond er een hevige rookontwikkeling in de kelder en vloog de [[Kerklaan 1|boerderij]] in brand. Jo heeft nog steeds de indruk dat er overleg geweest moet zijn tussen de Duitsers en de geallieerden, want plots hield het schieten op en kon men vluchten naar de [[Lambertuskerk]]. "We moesten over het omgevallen hekwerk kruipen". In deze kerk waren zakken met meel opgestapeld als dekking tegen de granaten en ander oorlogstuig dat door de ramen van de kerk heen kwam. De [[tankslag]] duurde nog wel enkele uren. In de loop van de dag vluchten de Duitsers, die zich verscholen hadden in de boomgaard van [[Ruitenberg]] ([[Molenstraat 50]]), ook naar de [[Lambertuskerk]], waarna zij zich overgaven aan de geallieerden. Onze [[Kerklaan 1|boerderij]] was toen afgebrand, en wij zin toen met het gehele gezin in gaan wonen bij [[Ome Huib en tante Drika]] in de [[:Categorie:Molenstraat|Molenstraat]] . Wij hebben daar nog een hele tijd gewoond. Ons Toos, Jan en Cor zijn gedurende die tijd bij [[Ome Jan Boons en tante Pit]] in het huis [[Kerkstraat 41]] geweest. Ondanks dat het opknappen van de uitgebrande woning nog niet klaar was, zijn we toen weer naar de [[:Categorie:Kerklaan|Kerklaan]] verhuisd. De uitgebrande tanks zijn daar nog maanden blijven staan.  
[[Bestand:Jo-Kuijsters-02.jpg|300px|alt=Jo Kuijsters|thumb|Jo Kuijsters]]In gesprek met [[Cor de Graaf & Jo Kuijsters|Jo de Graaf Kuijsters]], geboren op 12 oktober 1931, dochter van [[Chiem Kuijsters & Tooi van Strien|Chiem Kuijsters en Tonia van Strien]]. Jo woonde tijdens de [[:Categorie:WOII|2e wereldoorlog]] in de [[Kerklaan 1|boerderij]] tegenover de [[Lambertuskerk]], [[Kerklaan 1]]. De eerste oorlogsjaren waren over het algemeen rustig verlopen; ik kan me nog goed de laatste dagen van oktober 1944 herinneren; ik was toen 13 jaar. Op 30 oktober was onze kelder nog gecontroleerd door de Duitsers als veilige schuilplaats en waren er pakken strooi geplaatst voor het kelderraam.
 
Het was toeval dat op deze plaats op 31 oktober een grote [[tankslag]] zou plaats vinden.
 
Omstreeks het middaguur braken de gevechten uit tussen de oprukkende Schotten en Engelsen en de Duitsers. In de kelder zat ook het gezin van [[Huib van Turnhout]] (Godefroij), ik kan me goed herinneren dat Huib tegen ons moeder zei "Tooike bid nog eens gauw dat gebedje". Door de beschietingen vlogen de pakken strooi in brand, en ontstond er een hevige rookontwikkeling in de kelder en vloog de [[Kerklaan 1|boerderij]] in brand. Jo heeft nog steeds de indruk dat er overleg geweest moet zijn tussen de Duitsers en de geallieerden, want plots hield het schieten op en kon men vluchten naar de [[Lambertuskerk]]. "We moesten over het omgevallen hekwerk kruipen". In deze kerk waren zakken met meel opgestapeld als dekking tegen de granaten en ander oorlogstuig dat door de ramen van de kerk heen kwam.
 
De [[tankslag]] duurde nog wel enkele uren.
 
In de loop van de dag vluchten de Duitsers, die zich verscholen hadden in de boomgaard van [[Ruitenberg]] ([[Molenstraat 50]]), ook naar de [[Lambertuskerk]], waarna zij zich overgaven aan de geallieerden. Onze [[Kerklaan 1|boerderij]] was toen afgebrand, en wij zin toen met het gehele gezin in gaan wonen bij [[Huib Kuijsters & Drika van Strien|Ome Huib en tante Drika]] in de [[Molenstraat 50|Molenstraat]] . Wij hebben daar nog een hele tijd gewoond. Ons Toos, Jan en Cor zijn gedurende die tijd bij [[Jan Boons & Pit van Strien|Ome Jan Boons en tante Pit]] in het huis [[Kerkstraat 41]] geweest. Ondanks dat het opknappen van de uitgebrande woning nog niet klaar was, zijn we toen weer naar de [[:Categorie:Kerklaan|Kerklaan]] verhuisd. De uitgebrande tanks zijn daar nog maanden blijven staan.  


Ondanks de vele waarschuwingen voor het gevaar van het achtergebleven oorlogstuig, bleven de tanks voor kinderen bijzondere speelobjecten. Zo was mijn broer [[Sjef Kuijsters|Sjef]] aan het spelen en vond een voorwerp waarin fosfor zat. Bij het opentrekken kreeg hij het over zijn lichaam en is enkele dagen later op 13 december 1944 in het ziekenhuis in Raamsdonksveer aan de [https://akten-raamsdonk.nl/picture.php?/329 brandwonden] [https://akten-raamsdonk.nl/picture.php?/329 overleden].  
Ondanks de vele waarschuwingen voor het gevaar van het achtergebleven oorlogstuig, bleven de tanks voor kinderen bijzondere speelobjecten. Zo was mijn broer [[Sjef Kuijsters|Sjef]] aan het spelen en vond een voorwerp waarin fosfor zat. Bij het opentrekken kreeg hij het over zijn lichaam en is enkele dagen later op 13 december 1944 in het ziekenhuis in Raamsdonksveer aan de [https://akten-raamsdonk.nl/picture.php?/329 brandwonden] [https://akten-raamsdonk.nl/picture.php?/329 overleden].  

Huidige versie van 28 nov 2023 om 07:59

Hachelijke situatie 31 oktober 1944

Jo Kuijsters
Jo Kuijsters

In gesprek met Jo de Graaf Kuijsters, geboren op 12 oktober 1931, dochter van Chiem Kuijsters en Tonia van Strien. Jo woonde tijdens de 2e wereldoorlog in de boerderij tegenover de Lambertuskerk, Kerklaan 1. De eerste oorlogsjaren waren over het algemeen rustig verlopen; ik kan me nog goed de laatste dagen van oktober 1944 herinneren; ik was toen 13 jaar. Op 30 oktober was onze kelder nog gecontroleerd door de Duitsers als veilige schuilplaats en waren er pakken strooi geplaatst voor het kelderraam.

Het was toeval dat op deze plaats op 31 oktober een grote tankslag zou plaats vinden.

Omstreeks het middaguur braken de gevechten uit tussen de oprukkende Schotten en Engelsen en de Duitsers. In de kelder zat ook het gezin van Huib van Turnhout (Godefroij), ik kan me goed herinneren dat Huib tegen ons moeder zei "Tooike bid nog eens gauw dat gebedje". Door de beschietingen vlogen de pakken strooi in brand, en ontstond er een hevige rookontwikkeling in de kelder en vloog de boerderij in brand. Jo heeft nog steeds de indruk dat er overleg geweest moet zijn tussen de Duitsers en de geallieerden, want plots hield het schieten op en kon men vluchten naar de Lambertuskerk. "We moesten over het omgevallen hekwerk kruipen". In deze kerk waren zakken met meel opgestapeld als dekking tegen de granaten en ander oorlogstuig dat door de ramen van de kerk heen kwam.

De tankslag duurde nog wel enkele uren.

In de loop van de dag vluchten de Duitsers, die zich verscholen hadden in de boomgaard van Ruitenberg (Molenstraat 50), ook naar de Lambertuskerk, waarna zij zich overgaven aan de geallieerden. Onze boerderij was toen afgebrand, en wij zin toen met het gehele gezin in gaan wonen bij Ome Huib en tante Drika in de Molenstraat . Wij hebben daar nog een hele tijd gewoond. Ons Toos, Jan en Cor zijn gedurende die tijd bij Ome Jan Boons en tante Pit in het huis Kerkstraat 41 geweest. Ondanks dat het opknappen van de uitgebrande woning nog niet klaar was, zijn we toen weer naar de Kerklaan verhuisd. De uitgebrande tanks zijn daar nog maanden blijven staan.

Ondanks de vele waarschuwingen voor het gevaar van het achtergebleven oorlogstuig, bleven de tanks voor kinderen bijzondere speelobjecten. Zo was mijn broer Sjef aan het spelen en vond een voorwerp waarin fosfor zat. Bij het opentrekken kreeg hij het over zijn lichaam en is enkele dagen later op 13 december 1944 in het ziekenhuis in Raamsdonksveer aan de brandwonden overleden.

Bron: Historisch dorp Raamsdonk 75 jaar bevrijd
Wiki opmaak: Terry van Erp