Lijst van graven van Brussel en hertogen van Brabant

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Dit is een lijst van graven van Brussel en hertogen van Brabant.

Heersers over het gebied Brabant

De benaming 'Brabant' laat zich van de 8e tot de 12e eeuw vijfmaal voor een grondig verschillende reikwijdte gebruiken.

  • Brabantgouw (8e-10e eeuw): dit strekt zich uit vanaf de Schelde tot de Dijle, ten zuiden begrensd door de Hene en een woudgordel. Jongere vermeldingen van de pagus Bracbatensis vindt men in latere eeuwen nog overvloedig terug ten behoeve van louter geografische situeringen zonder territoriaal-politieke draagwijdte. De vroegste vermelding van Brabant als gouwgraafschap (pagus Bracbatensis) vindt men in 870 bij het Verdrag van Meerssen. De Brabantgouw bestond toen al uit vier deelgraafschappen.
  • Markgraafschap Brabant: historiografisch noemt men dit territorium bij voorkeur de mark Ename. De graaf wordt in kronieken genoemd naar de stamburcht te Ename. Het graafschap is echter uitsluitend als graafschap Brabant in de keizerlijke oorkonden te bekennen. Mogelijk omvatte het nog de gehele Brabantgouw, evenwel met uitzondering van het graafschap Brussel. Omstreeks 1025 werd de zuidelijke helft van de gouw ten gunste van de graven van Bergen afgesplitst. Kort na 1056 werd het noordwestelijke deel tussen Schelde en Dender als rijksleen toegewezen aan de graven van Vlaanderen (het zogenoemde Rijks-Vlaanderen).
  • Paltsgrafelijk ambtsleen Brabant: vermoedelijk vanaf 1044-1045, verband houdend met het militaire optreden van de paltsgraaf van Lotharingen Otto (en mogelijk ook zijn opvolger, paltsgraaf Hendrik I) in Neder-Lotharingen tijdens de rebellie van hertog Godfried met de Baard. Het beneficium verviel bij de dood van paltsgraaf Herman II van Lotharingen op 20 september 1085. Dit rijksleen heeft na 1056 slechts betrekking op het deel van de Brabantgouw tussen Dender en Zenne.
  • Landgraafschap Brabant onder de graven van Leuven: vanaf omstreeks de jaarwisseling van 1085-1086. Territoriaal is het beperkt tot het deel van de Brabantgouw tussen Dender en Zenne.
  • Hertogdom Brabant, als verheffing van het landgraafschap in 1190. Aanvankelijk was het territoriaal wellicht beperkt tot het landgraafschap, maar vanaf het midden van de 13e eeuw wordt de naam van dit hertogdom protocollair aangewend voor alle gebieden onder controle van de graven van Leuven.

Hertogen van (Neder-)Lotharingen en graven van de Brabantgouw

Voor 1096 stond de Brabantgouw onder directe leiding van de hertogen van Lotharingen en later Neder-Lotharingen.

Hertogen van Lotharingen

Het Huis Hessen

Ook het Huis Hessen voert zijn afkomst terug op Brabant.[1]

Periode Naam Bijzonderheden
928-939 Giselbert II van Maasgouw Werd in 928 benoemd tot hertog, kwam in opstand tegen Otto I de Grote, verdronk in de Rijn.
939-944 Otto van Verdun In 939 werd hij door Otto I aangesteld tot hertog van Lotharingen en voogd van Hendrik, de zoon van Giselbert II van de Maasgouw.
944-953 Koenraad de Rode Werd benoemd tot hertog, schonk in 946 bezittingen aan de kerk in Spiers, hij sloeg ook zijn eigen munten in Speyer, Bingen en Worms.
953-965 Bruno de Grote Aartsbisschop, zoon van Hendrik de Vogelaar, stichtte te Keulen de Sankt-Pantaleonabdij, waar hij begraven werd.
965-977 Vacant -

Hertogen van Neder-Lotharingen

Periode Naam Bijzonderheden
959-964 Godfried van Neder-Lotharingen Godfried, zoon van Godfried van Gulik, deze laatste, paltsgraaf van Lotharingen
954-977 vacant
977-991 Karel van Neder-Lotharingen Karel, zoon van Lodewijk IV van Frankrijk; werd door keizer Otto II benoemd tot hertog van Neder-Lotharingen.
991-1005/1012 Otto II van Neder-Lotharingen Zoon van Karel van Lotharingen; had geen mannelijke nakomelingen daardoor stierf het huis van Karolingen uit.
1012-1023 Godfried I van Neder-Lotharingen Tot hertog benoemd door koning Hendrik II.
1023-1044 Gozelo I van Verdun Broer van Godfried I; hertog van zowel Neder- als Opper-Lotharingen.
1044-1046 Godfried II van Lotharingen Zoon van Gozelo I; eiste het hertogschap over Opper- en Neder-Lotharingen op, kreeg alleen Opper-Lotharingen toegewezen.
1046-1065 Frederik van Luxemburg Werd door keizer Hendrik III benoemd tot hertog van Neder-Lotharingen.
1065-1069 Godfried II van Lotharingen Na het sterven van Frederik van Luxemburg, werd Godfried opnieuw hertog.
1069-1076 Godfried III van Lotharingen Zoon van Godfried II
1076-1087 Koenraad I Minderjarige zoon van keizer Hendrik IV; waarneming van het ambt door de vice-hertog Albert III van Namen.
1089-1100 onzeker: Godfried IV van Bouillon neef van Godfried III, zou hertogdom als beloning hebben gekregen voor zijn diensten in de oorlog van de keizer tegen de Saksen en tegen paus Gregorius VII.
1101-1106 Hendrik I van Limburg benoemd door keizer Hendrik IV; uit functie gezet door keizer Hendrik V en titel werd in 1106 gegeven aan graaf Godfried I van Leuven

Graven en hertogen van Brabant

Wapenschild van de graven van Leuven.
Het wapenschild van de hertogen van Brabant en Limburg.
Wapenschild van de hertogen; velden 1 en 4 hertogdom Neder-Lotharingen, veld 2: hertogdom Brabant; veld 3: hertogdom Limburg
Het wapenschild van de hertogen van Brabant uit het huis van Bourgondië.

In de landsheerlijke kronieken van de hertogen van Brabant (14e-15e eeuw) werd gepoogd het Leuvense gravengeslacht te doen afstammen van de vroegste Frankische vorsten (en zelfs koning Priamus van Troje en senatoren uit het Romeinse Rijk). De Frankische, Merovingische en Karolingische voorvaderen werden daarin als ambtelijke voorgangers in het hertogschap beschouwd. De titel van hertog van Brabant kwam afgaande op oorkondelijke en contemporaine narratieve bronnen evenwel pas in voege omstreeks 1183/1184. Keizer Frederik I Barbarossa heeft toen het reeds bestaande (in omvang vrij kleine) landgraafschap Brabant tot hertogdom verheven. Vanaf de 13e eeuw wordt de naam van dit hertogdom ook gebruikt voor het hele gebied onder controle van de graven van Leuven.

Graven van Leuven en Brussel

De onderstaande tabel toont de graven van Leuven en Brussel. De heersers van deze gebieden zijn afkomstig uit het geslacht der Reiniers, die tijdens de 10e en 11e eeuw ook het graafschap Henegouwen bestuurden. Na Godfried I lieten de graven van Leuven zich in oorkonden niet meer graaf van Brussel noemen.

Periode Naam Bijzonderheden
1003-1015 Lambert I Stamvader der graven van Leuven
1015-1038 Hendrik I Oudste zoon van Lambert I
1038-1041 Otto Zoon van Hendrik I (zijn bestaan wordt betwijfeld)
1038 of 1041-1054 Lambert II Tweede zoon van Lambert I, graaf van Leuven en Brussel
1054-1079 Hendrik II Zoon van Lambert II
1079-1095 Hendrik III Zoon van Hendrik II, graaf van Leuven, Brussel en landgraaf van Brabant

Graven van de Brabantgouw

Omstreeks 1024 komt het zuidelijke helft van de Brabantgouw onder de graven van Bergen. Vanaf 1070 werden de graven van Bergen ook graven van Henegouwen. Rond 1056 komt het gebied tussen Schelde en Dender (met de burcht te Ename) als Duits rijksleen onder de graven van Vlaanderen. Om die reden wordt het Rijks-Vlaanderen genoemd (in tegenstelling tot Kroon-Vlaanderen, ten westen van de Schelde, dat een leen was van de Franse koning).

Periode Naam Bijzonderheden
1005-1024 Herman van Ename Vermoedelijk graaf over hele Brabantgouw, met uitzondering van het graafschap Brussel tussen Zenne en Dijle.
1061-1085 Herman II van Lotharingen Wellicht beperkt tot het gebied tussen Dender en Zenne.

Landgraven van Brabant

Omstreeks de jaarwisseling 1085/1086 gaf keizer Hendrik IV het landgraafschap Brabant (tussen Dender en Zenne) in leen aan Hendrik III van Leuven. Sindsdien is dit graafschap onttrokken aan het intermediaire gezag van de hertog van Neder-Lotharingen. Alle landgraven kwamen uit het huis Leuven, een zijlinie van het huis der Reiniers.

Periode Naam Bijzonderheden
1085-1095 Hendrik III Landgraaf in opvolging van de 1085 gesneuvelde paltsgraaf Herman II
1095-1139 Godfried I Zoon van Hendrik II, broer van Hendrik III; tevens vanaf 1106 hertog van Neder-Lotharingen.
1139-1142 Godfried II Zoon van Godfried I; hertog van Neder-Lotharingen.
1142-1190 Godfried III Zoon van Godfried II; hertog van Neder-Lotharingen.

Hertogen van Brabant

Als compensatie voor de verdediging van Jeruzalem tegen de inval van de Egyptische sultan Saladin (1183/1184) werd de zoon van Godfried III, Hendrik I, door keizer Frederik Barbarossa in het landgraafschap Brabant tot hertog verheven en was daarmee de stichter van het huis Brabant. Na Godfried III kwam de titel hertog van Neder-Lotharingen bij de hertogen van Brabant en had in feite geen betekenis meer. Vanaf 1430 onder Filips II behoort de titel toe aan de heerser over de Nederlanden, een personele unie van, in aanvang, graafschappen heerlijkheden en hertogdommen.

Periode Huis Naam Opmerking
1190-1235 Brabant Hendrik I Zoon van Godfried III, eerste hertog van Brabant en hertog van Neder-Lotharingen.
1235-1248 Brabant Hendrik II Zoon, regent van graafschap Holland en hertogdom Gelre, kandidaat Duits koning maar weigerde.
1248-1261 Brabant Hendrik III Zoon, steunt de kandidatuur voor het Duitse koningschap van Alfons X van Castilië.
1261-1267 Brabant Hendrik IV Zoon, mentaal gestoord en doet troonafstand ten gunste van zijn broer Jan.
1267-1294 Brabant Jan I Broer, hertogdom Limburg komt in het bezit van de hertogen van Brabant.
1294-1312 Brabant Jan II Zoon, moet concessies doen aan de opkomende steden.
1312-1355 Brabant Jan III Zoon, twaalf jaar lang heer van Breda en medeheer van Mechelen; koos in de Honderdjarige Oorlog de zijde van Engeland, later die van Frankrijk.
1355-1396/1406 Brabant Johanna van Brabant Dochter, tot 1383 regeert zij samen met haar echtgenoot Wenceslaus I
1396/1401-1405 Dampierre Margaretha van Male Nicht van de kinderloze Johanna van Brabant
1406-1415 Valois Anton Tweede zoon van Margaretha van Male en Filips de Stoute, erft het hertogdom Brabant en Limburg via zijn moeder van Johanna van Brabant
1415-1427 Valois Jan IV Zoon, medestichter van de universiteit van Leuven.
1427-1430 Valois Filips I Broer, werd eerder door de Staten van Brabant als regent (ruwaard) aangesteld.
1430-1467 Valois Filips II Zoon van Jan zonder Vrees, kleinzoon van Filips de Stoute, legt de basis met de Staten-Generaal van de Nederlanden voor de natievorming der Nederlanden, Brabant wordt deel van Bourgondische rijk
1467-1477 Valois Karel I de Stoute Zoon
1477-1482 Valois Maria van Bourgondië Dochter, trouwt met keizer Maximiliaan I van Oostenrijk
1482-1506 Habsburg Filips III de Schone Zoon, van 1482 tot 1492 onder voogdij van Maximiliaan I van Oostenrijk, trouwt met Johanna van Castilië, wordt tevens koning van Castilië en León
1506-1555 Habsburg Karel II Zoon, van 1506 tot 1515 onder voogdij van Maximiliaan I van Oostenrijk, heer der Nederlanden, Maximilaan stelt voor het eerst een landvoogd van de Nederlanden aan, zijn dochter Margaretha van Oostenrijk
1555-1598 Habsburg Filips IV Zoon, heer der Nederlanden, de Zeventien Provinciën, koning van Spanje
1598-1621 Habsburg Albrecht Zoon van Maximiliaan II van Oostenrijk, gehuwd met Isabella van Spanje, dochter van Filips II
1621-1665 Habsburg Filips V Zoon van Filips III van Spanje, neef van Isabella, in titel heerser over de Spaanse Nederlanden
1665-1700 Habsburg Karel III Zoon, in titel heerser over de Zuidelijke Nederlanden
1700-1713 Bourbon Filips VI Zoon van Lodewijk van Frankrijk, le grand dauphin, heerste over de zuidelijke Nederlanden tijdens de Spaanse Successieoorlog.
1713-1740 Habsburg Karel IV Zoon van keizer Leopold I, vanaf Vrede van Utrecht 1713, toegewezen aan de Oostenrijkse tak van de Habsburgers, heerser over de Oostenrijkse Nederlanden
1744-1780 Habsburg-Lotharingen Maria Theresia Erfdochter van keizer Karel VI / Karel IV van Brabant
1780-1790 Habsburg-Lotharingen Jozef I Zoon, heerser over de Oostenrijkse Nederlanden.
1790-1792 Habsburg-Lotharingen Leopold I Broer, heerser over de Oostenrijkse Nederlanden.
1792-1795 Habsburg-Lotharingen Frans I Zoon, laatste vorst over de Oostenrijkse Nederlanden.

Hertog van Brabant als dynastieke titel

De titel "hertog van Brabant" wordt als dynastieke titel gebruikt door de Spaanse (zie huis Bourbon) en de Belgische monarchie (zie hertog van Brabant (België)).

Vlaggenkunde

Het wapenschild van de hertogen van Brabant bestond aanvankelijk uit een gulden leeuw op een zwarte veld (in heraldische taal: van sabel met een leeuw van goud). In latere eeuwen werden de klauwen en de tong van de leeuw roodgekleurd. Dit wapen is verwerkt in de vlag van Vlaams-Brabant, de vlag van Waals-Brabant, evenals het wapen van Noord-Brabant (echter niet in de vlag van Noord-Brabant).

Zie ook

Machthebbers van de Lage Landen

Literatuur

  • Carl Knetsch, Das Haus Brabant. Genealogie der Herzoge von Brabant und der Landgrafen von Hessen, Darmstadt, vol. 1, 1917 en vol. 2, 1918