Ridderorden en onderscheidingen in Nederland

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Sinds het uitroepen van een Koninkrijk der Nederlanden in 1814 zijn er talloze onderscheidingen ingesteld. Het kunnen de bij wet ingestelde ridderorden zijn en officiële onderscheidingen die bij Koninklijk Besluit of ministerieel besluit zijn ingesteld. De aan het Koninklijk Huis verbonden onderscheidingen werden bij hofbesluit ingesteld. Andere onderscheidingen danken hun bestaan aan verenigingen en instellingen zoals de Onderscheidingen van het Nederlandse Rode Kruis die soms op uniformen mogen worden gedragen. Deze lijst noemt niet alle onderscheidingen die door het Nederlandse Rode Kruis werden ingesteld. Niet alle hieronder genoemde onderscheidingen mochten op uniformen van de Nederlandse strijdkrachten worden gedragen; soms verleende een minister daarvoor desgevraagd een individuele toestemming, in andere gevallen werd een collectief verlof gegeven, soms was het dragen niet toegestaan. Twee ridderlijke orden werden wettelijk erkend. Voor burgers is een Draagvolgorde van de Nederlandse onderscheidingen in de Staatscourant gepubliceerd.

Een ster zoals die door de Ridders Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw wordt gedragen.

Sommige, maar lang niet alle, vaardigheidsonderscheidingen mogen door militairen gedragen worden; toch worden ook de vaardigheidsmedailles en vaardigheidskruisen van verenigingen als het NOC*NSF en de schutterijen tot de Nederlandse onderscheidingen gerekend.

De ridderorden in het Koninkrijk der Nederlanden

In Nederland en de Nederlanden bestaan sinds de oprichting van de Orde van de Tuin in het Graafschap Holland eigen ridderorden. Al voordat de Orde van de Tuin werd opgericht waren de kruisridderorden zoals de Duitse Orde en de Orde van Sint Jan in Nederland actief en zij bezaten hier diverse commanderijen.

Een belangrijke Nederlandse Orde was de beroemde Bourgondische Orde van het Gulden Vlies.

In het Koninkrijk Holland werden twee ridderorden ingesteld:

In het Koninkrijk der Nederlanden werden vijf Ridderorden en Huisorden ingesteld:

Een bijzondere plaats wordt ingenomen door de door prins Bernhard der Nederlanden ingestelde

Deze ridderorde is door de prins zèlf ingesteld maar komt niet voor op de lijst van onderscheidingen die militairen of andere overheidsdienaren op hun uniform mogen dragen. Men zou in voorkomende gevallen toestemming van de minister moeten vragen.

De ridderorden van het Koninkrijk Holland staan als Orde van de Unie beschreven. De door Lodewijk Napoleon gestichte medailles, de gouden en zilveren Medaille voor Dapperheid worden hier beschreven.

In de republiek der Zeven Verenigde Nederlanden hebben de stadhouders en de staten geen ridderorde ingesteld. Er waren wel Ambassadeurspenningen, ereketens en beloningspenningen. Een daarvan, de Doggersbank-medaille werd door het Koninkrijk erkend. De Beloningspenning voor de Officieren van het Regiment Hessen-Darmstadt wegens de Verdediging van Soestdijk in 1787 werd door de Staten van Utrecht gesticht en is geen Nederlandse onderscheiding.

Ridderlijke orden

Borstkruis van de Duitse Orde
Borstkruis van de Duitse Orde

De drie in Nederland actieve en door de Nederlandse regering erkende ridderlijke orden zijn adelsorden. Zij dienen goede doelen en worden niet voor moed of verdiensten toegekend zoals de staatsorden van de Nederlandse regering.

  • Op initiatief van Prins Hendrik van Mecklenburg-Schwerin werd in 1909 een Nederlandse tak van de protestantse Pruisische Johanniter Orde opgericht. Deze oprichting werd door de Nederlandse regering erkend. Na de Tweede Wereldoorlog werden alle banden met de Duitse ridders en de Duitse tak van de Johanniter Orde verbroken. Op 24 november 1945 werden de statuten gewijzigd, waarbij de naam werd gewijzigd in ‘Orde van Sint Jan’. Deze statuten zijn goedgekeurd bij K.B. no. 33 van 5 maart 1946. Bj een volgende statutenwijziging In 1958, goedgekeurd bij K.B. van 10 september 1958 kreeg de orde de naam Johanniter Orde in Nederland.
  • Ook de oude katholieke Souvereine Militaire Hospitaal Orde van Sint Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta bezit sinds 1911 een Nederlandse afdeling. Deze afdeling werd bij Koninklijk Besluit van 24 april 1911, nr. 24 erkend. Sinds 1932 bestaat er ook een afdeling in België.

In Nederland zijn ook andere ridderorden en organisaties die zich ridderorde noemen actief. Zij zijn niet door de Nederlandse regering erkend. De door het Vaticaan erkende katholieke Orde van het Heilig Graf heeft een actieve Nederlandse afdeling, de Orde van Sint-Lazarus bevordert de leprabestrijding en kent twee Nederlandse obediënties.

Sterren, kruisen en eretekens in het Koninkrijk der Nederlanden

Deze eretekens zijn ofwel door de Nederlandse regering verleend ofwel door de regering erkende eretekens van organen als het Nederlandse Rode Kruis of andere aanzienlijke verenigingen.

Het Kruis voor Moed en Trouw.
Draaginsigne Gewonden

Medailles van het Koninkrijk der Nederlanden en de door de regering erkende medailles

Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst met gesp XVIII
Huwelijksmedaille 1937
Herinneringsmedaille Multinationale Vredesoperaties met het "Herinneringsteken bijzondere missies voor deelname aan bijzondere operaties in multinationaal verband".

Onderscheidingen van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers en andere verenigingen van veteranen

Onderscheidingen van de Nederlandse Schutterij en de Burgerwachten

Het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier der Schutterij
Het Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als officier der Schutterij

Kruis

Brandweermedaille

Onderscheidingen van de brandweer

Zie ook het hoofdartikel Onderscheidingen van de brandweer

Onderscheidingen van de politie

Onderscheidingen voor de vrijwilligers van 1813-1815 en 1830

Onderscheidingen die sinds 1939 op uniformen van ambtenaren mogen worden gedragen

In een besluit van werd ambtenaren zoals politieagenten en brandweerlieden, maar ook brugwachters en andere ambtenaren die een uniform dragen toegestaan om een aantal onderscheidingen op hun uniformen te dragen. Deze lijst wijkt af van de lijst van onderscheidingen die Nederlandse militairen mogen dragen. De lijst die door het Ministerie van Defensie werd vastgesteld is de Draagvolgorde van de Nederlandse onderscheidingen. Beide lijsten zijn limitatief maar de lijst van de ambtenaren voorziet ook in speldjes, oranje kokardes, buttons die tijdens collectes worden gedragen en dergelijke.

De lijst valt uiteen in onderscheidingen die voor verdienste werden verleend en insignes die een bijzondere bekwaamheid aanduiden of een aangeven dat een ambtenaar lid van een organisatie is. Daarnaast is er sprake van speldjes en vlaggetjes. In de jaren dertig werd voor het Emmafonds gecollecteerd en kreeg iedereen die iets gaf een speldje of bloemetje opgespeld.

De namen op de lijst zijn niet nauwkeurig. Zij komen niet overeen met de namen van de onderscheidingen zoals die in de stichtingsbesluiten en mogelijke Koninklijke Besluiten worden gebruikt.

Ambtenaren kregen verlof om oranje kokardes en lintjes te dragen om zo hun aanhankelijkheid aan de Koningin en de monarchie te laten zien. Ook de Nederlandse driekleur mocht als versiering woorden gedragen. Van lintjes in stedelijke kleuren of de kleur van een politieke beweging is geen sprake. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was een uniformverbod afgekondigd.

De groene esperanto-ster laat zien dat een ambtenaar Esperanto spreekt. Deze kunsttaal was in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog populair.

Volgorde van de lijst van 1939

De spelling is die van 1939.[3]


No. 304 O.

Kennisgeving van 20 Juli 1939, Iste Agd., nr. 206.

Uitvoering artikel 50 Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Bij beschikking van den Voorzitter van den Raad van Ministers van 31 Maart 1939, nr. 155 Kabinet M.R., is ingetrokken diens beschikking van 20 Januari 1938, nr. 33, Kabinet M.R., en wordt aan ambtenaren in dienst of bij het gekleed gaan in uniform vergunning verleend om, behalve het oranje of de nationale kleuren, de na te noemen insignes of onderscheidingsteekenen, voor zoover betrokkenen overigens daartoe gerechtigd zijn, te dragen:

a. het kruis "Pro Ecclesia et Pontifice" en de Medaille "Bene Merenti", verleend door Z.H. den Paus.

b. de insignes en onderscheidingsteekenen van de Vereeniging het Nederlandsche Roode Kruis, de ordeteekenen van de buitenlandsche Vereenigingen van het Roode Kruis en die van het Comité International de la Croix Rouge;

c. het insigne van de Nederlandsche Vereeniging voor Luchtbescherming;

d. de insignes van den Koninklijken Nationalen Bond voor Reddingswezen en Eerste Hulp bij Ongelukken "Het Oranje Kruis";

e. het insigne van de Nederlandsche Vereeniging "Eerste Hulp bij Ongelukken";

f. de insignes en onderscheidingsteekenen van de Nederlandsche Centrale Reddingsbrigade;

g. het insigne van den Nederlandschen Bond tot het redden van drenkelingen; Gouden Medaille van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen h. de onderscheidingsteekenen van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen;

i. de onderscheidingsteekenen, medailles en kruisen der Koninklijke Nederlandsche Brandweervereniging;

j. het insigne van den Bond van Politieambtenaren in Nederland tot Bescherming van Dieren;

k. de kenteekenen en insignes, verleend door het Verbond van Vereenigingen voor Veilig Verkeer;

l. de gouden medaille der Koninklijke Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart;

m. de medaille van het Nederlandsch Olympisch Comité;

n. de insignes van de Nationale Vereeniging tot Bevordering van Harmonische Lichaamsontwikkeling;

o. de onderscheidingsteekenen van het Koninklijk Nederlandsch Gymnastisch Verbond;

p. de onderscheidingsteekenen, uitgereikt aan de deelnemers van de internationale afstandsmarschen;

q. het kruis van verdienste en de medaille voor bijzondere toewijding van den Nederlandschen Bond van Vrijwillige Burgerwachten;

r. de medailles van den 24 uurs oefenrit uitgeschreven door de Vrijwillige Burgerwacht te Amsterdam;

s. het mobilisatie-herinneringskruis;

t. de groene Esperanto-ster;

u. speldjes, kuntsbloemen, vlagjes, enz., welke dienen als bewijs voor de bijdrage in een van Overheidswege toegestane collecte of inzameling, doch slechts op den dag, waarop deze collecte of inzameling wordt gehouden.

In verband met het vorenstaande vervalt L.O. 1938, nr. 133.

De Hoofden van dienst worden uitgenoodigd deze order ter kennis van het onder hen ressorteerende personeel te brengen.


Externe link