De slag om Raamsdonk (Han Bouwens)
“Omdat ik jong en waarschijnlijk ook de brutaalste was, ging ik stiekem af en toe naar buiten om een koe te melken. In de schuilkelder was namelijk ook een baby die natuurlijk honger had. Die melk kon ik warm maken op een kacheltje. De rook hiervan werd wel gezien door de Engelsen, en de voorgevel van het huis boven ons schuilkelder bleek naderhand kapot geschoten te zijn. Gelukkig was het een modern huis met een stevig gemetselde kelder”, zegt Han Bouwens, als hij terugkijkt op de tijd rondom de bevrijding. “
Nadat het granaatvuur was gestopt, ging broer Willem Bouwens naar buiten richting het wachthuis bij het spoor. Hij kwam terug lopen met sigaretten, gekregen van Engelse soldaten.
Wij dachten dat de kust veilig was.
Maar dat was helaas niet zo. Om de hoek stonden de tanks van de Duitsers en het bleek dat wij in het midden zaten van wat later ‘De Tankslag’ bleek te zijn. De Engelsen en de Duitsers stonden ongeveer 200 meter van elkaar af. Zij konden elkaar niet goed zien door de hoek in de straat. Wij zijn toen allemaal gauw terug de kelder in gegaan.
Na in doodsangst te hebben gezeten, kwamen uiteindelijk de Schotten ons ‘s avonds uit de schuilkelder halen. Er lagen veel gesneuvelden bij ons in de straat. We konden opgelucht adem halen omdat Raamsdonk bevrijd was.
De kapotgeschoten Duitse tanks met dode soldaten hebben daar toen nog enkele weken gestaan en zijn uiteindelijk door de Engelsen opgeruimd.”
Het is het verhaal van Han Bouwens over één van de belangrijkste momenten uit de geschiedenis van de bevrijding van Raamsdonk en Raamsdonksveer. De Tankslag bij de Lambertuskerk in Raamsdonk. De slag die veel soldaten het leven kostte, maar vooral de slag die vrijheid betekende voor inwoners van de gemeente Raamsdonk.