Watersnood van 1953: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(22 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Een amfibievoertuig met militairen en evacues onderweg 1953.jpg|300px|alt=Een amfibievoertuig met militairen en evacués onderweg|thumb|Een amfibievoertuig met militairen en evacués onderweg]][[Bestand:10-02-1953a.jpg|400px|alt=Prins Bernard, Gerben Sonderman (vliegenier) en Burgemeester Prinssen op het bordes van het gemeentehuis, 10 februari 1953.|left|thumb|Prins Bernard, Gerben Sonderman (vliegenier) en Burgemeester Prinssen op het bordes van het gemeentehuis, 10 februari 1953.]]
{{Infobox stormvloed
| Naam = Watersnoodramp van 1953
| Afbeelding = Watersnood van 1953.png
| Onderschrift = Overstroomde gebieden in Zuidwest-Nederland
| Jaar = 1953
| Datum = 31 januari op 1 februari 1953
| Regio = {{BE}}<br>{{DE-1949-VLAG}} [[Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)|Duitsland]]<br>{{NL}}<br>{{UK}}
| Doden = 1836 in [[Nederland (hoofdbetekenis)|Nederland]]<br>307 in het Verenigd Koninkrijk<br>224 op zee<br>28 in België
}}
[[Bestand:Watersnoodramp 1953 - Dijkdoorbraak in de Alblasserwaard bij Papendrecht.jpg|miniatuur|Dijkdoorbraak in de Alblasserwaard bij Papendrecht, 1 februari 1953.]]
[[Bestand:Watersnoodramp_1953_dijkdoorbraak_Papendrecht.jpg|miniatuur|Dijkdoorbraak in de Alblasserwaard bij Papendrecht, 1 februari 1953.]]
[[Bestand:Watersnoodramp 1953 - Zwaar beschadigd huis.jpg|miniatuur|Geruïneerde huizen tijdens de Watersnoodramp van 1953. Gefotografeerd tijdens bezoek van Koningin Juliana aan het overstroomde gebied.]]
[[Bestand:Watersnoodramp_1953.jpg|miniatuur|Opname van het overstroomde Oude Tonge op Goeree-Overflakkee vanuit een Amerikaanse legerhelikopter.]]
De '''watersnood van 1953''', meestal aangeduid als de '''Watersnoodramp''' of '''Februariramp''' en aanvankelijk ook wel als ''Sint-Ignatiusvloed'' of ''Beatrixvloed'', voltrok zich in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953.<ref>Vergelijk bijvoorbeeld [https://web.archive.org/web/20140424140659/http://www.knmi.nl/cms/content/24315/watersnoodramp_1953 Watersnoodramp 1953] op de website van het KNMI en [https://web.archive.org/web/20150924060423/http://www.omroepzeeland.nl/nieuws/2013-02-01/358476/watersnoodramp-1953-groots-herdacht Watersnoodramp 1953 groots herdacht] op de website van Omroep Zeeland.</ref><ref group=noot>Sint -Ignatiusvloed: als secundaire naam nog gehanteerd op de [https://web.archive.org/web/20130105035505/http://www.watersnoodmuseum.nl/de-ramp/geschiedenis.html website van het Watersnoodmuseum].</ref><ref group=noot>Beatrixvloed wordt bijvoorbeeld gebruikt in: Aleid van Rhijn, ''Een helicopter daalde: een verhaal uit de dagen van de Beatrixvloed 31 januari – 1 februari 1953'', uitg. Eva: Televizier, 1963.</ref> De ramp was het gevolg van een combinatie van zware storm uit noordwestelijke richting, met een ongunstig daarmee samenvallend tijdstip van vloed en springtij. Het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee steeg daardoor tot extreme hoogte. Te Vlissingen, Hoek van Holland, IJmuiden en Harlingen werd de hoogste waterstand in 100 jaar gemeten, respectievelijk 4,55, 3,85, 3,85 en 3,85 meter hoger dan Normaal Amsterdams Peil (NAP).<ref>[https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/stormvloed Windinvloed watersnoodramp 1953]</ref> Het gevolg was dat veel dijken overspoeld werden en doorbraken. Hele eilanden en landstreken inclusief steden en dorpen raakten overstroomd; dit leidde tot veel slachtoffers en grote schade.


Op zondag 1 februari 1953 overstroomden grote delen van Zeeland, West-Brabant en Zuid-Holland in wat eerst de Sint Ignatiusvloed heette maar later vooral bekend werd als de Watersnoodramp. Er vielen 1836 doden, van wie 247 in Brabant. Het is was de grootste natuurramp in ons land in eeuwen. De verwoesting en het leed waren ongekend heftig en de sporen maken tot op de dag van vandaag, 65 jaar na dato, indruk.
Het aantal doden bedroeg 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van een Britse veerboot en 28 in België. De ramp was aanleiding voor de ontwikkeling van een sterk verbeterde kustverdediging met zware stormvloedkeringen. Het meest ingrijpend zijn de Deltawerken in Nederland, terwijl in het Verenigd Koninkrijk onder meer de Thames Barrier en een stormvloedkering in de rivier Hull zijn gebouwd.


==== Orkaan ====
== Karakteristieken ==
=== Oorzaken ===
Een [[stormvloed]] kan aan de kust extra gevaarlijk zijn als hij samenvalt met de vloed of, nog riskanter, met een [[Springtij|springvloed]]: het [[getijde (waterbeweging)|getij]] waarin eens in de 15 dagen het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. De (spring)vloed wordt dan verhoogd met de stormvloed. Dit was de oorzaak van de [[Overstroming|watersnood]] van 1953. Op zaterdag 31 januari stond er bij de [[Orkney-eilanden]] ten noorden van [[Schotland]] een [[Orkaan in Europa|storm met orkaankracht]]. Deze zware [[storm (wind)|noordwesterstorm]] ontwikkelde zich in de loop van de dag over de volle lengte van de [[Noordzee]] en stuwde het water in de trechtervormige Noordzee op tot recordhoogte. In de avond en nacht was er sprake van een langgerekt stormveld uit noordwest tot noord, de gevaarlijkste richting. Bovendien duurde de storm erg lang: weerstation [[Vliegveld De Kooy| De Kooy]] bij Den Helder meldde zowel op de 31 januari als op 1 februari een daggemiddelde van [[windkracht]] acht. In [[Nederland (hoofdbetekenis)|Nederland]] begaven de [[dijk (waterkering)|dijk]]en in het [[Deltagebied]] het op veel plaatsen en liepen een groot deel van de provincie [[Zeeland (provincie)|Zeeland]], de [[Zuid-Hollandse Eilanden]] en delen van westelijk [[Noord-Brabant]] onder water. Zo werd Nederland in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 getroffen door een van de grootste [[natuurramp]]en uit zijn geschiedenis, de grootste zelfs sinds 1570 (derde [[Allerheiligenvloed (1570)|Allerheiligenvloed]]).


Zaterdag 31 januari: een orkaan boven Schotland zorgt voor een zware noordwesterstorm die ons land teistert met windkracht 11 tot 12 die avond. Springvloed stuwt het zee- en rivierwater nog verder op. Weerkundigen en vissers zien al vroeg dat het mis gaat. De zwakke dijken zijn niet berekend op dit natuurgeweld.
=== Voorgeschiedenis ===
Veel dijken, vooral in het deltagebied, waren te laag en te zwak. Rijkswaterstaat onderkende dit al in de jaren 1920 en werkte aan plannen om binnenwateren van de zee af te sluiten door het aanleggen van nieuwe kunstwerken. De Afsluitdijk, die gereed was gekomen in 1932, was een eerste belangrijke aanzet daartoe. Pas na de crisisjaren en de [[:Categorie:WOII|Tweede Wereldoorlog]] werden de eerste werken in Zuidwest-Nederland uitgevoerd: de Botlek, de Brielse Maas (1950) en de Braakman (1952) werden afgedamd. Toch had de kustbescherming geen prioriteit. In 1950 werd het reeds bescheiden budget nog eens beperkt. De naoorlogse economische wederopbouw had voorrang.<ref>{{aut|Anthonisse R.}} (2002), ''50 jaar Verder: Februariramp 1953'', blz. 40, Uniepers</ref> De ramp van 1953 leidde tot snelle en ingrijpende maatregelen en vormde de directe aanleiding tot de Deltawerken.


==== De ramp ====
=== Schade ===
In Nederland kostte de ramp aan 1836 mensen het leven. Daarnaast veroorzaakte de vloed in Zuidwest-Nederland grote schade aan de veestapel, woningen, gebouwen en infrastructuur. Zo'n 100.000 mensen verloren hun huis en bezittingen. Er verdronken tienduizenden dieren. Er werden 4500 huizen en gebouwen verwoest en 200.000 hectare grond kwam onder water te staan.<ref>Cf. Slager 2013.</ref> Het Zuid-Hollandse dorp Oude Tonge was de plaats waar de meeste slachtoffers vielen: 305 doden. Voor veel overlevenden uit de getroffen gebieden vormen de herinneringen aan de ramp een levenslang trauma.


In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 ontstaat een “abnormaal hoge waterstand” door een combinatie van een zware noordwester-storm en springtij. Bovendien zijn de dijken verzwakt. Weerdienst KNMI waarschuwt op zaterdag al voor hoog water, maar de ernst dringt niet door bij de meeste burgemeesters en waterschappen in wat later het rampgebied zal zijn.  
Ook in het Verenigd Koninkrijk, België en Duitsland vonden overstromingen plaats en vielen honderden slachtoffers.<ref name="HP">{{citeer web |title=The devastating Storm of 1953 |trans-title= |url=https://www.thehistorypress.co.uk/articles/the-devastating-storm-of-1953/ |website=The History Press |access-date=2022-10-08 |language=en}}</ref> Op zee verloren velen het leven door schipbreuken. In de Ardennen ontstond een sneeuwlaag van twee meter ook omdat na de storm nog een aantal dagen een noordelijke stroming koude onstabiele lucht bleef aanvoeren.


==== Waarschuwingen ====
=== Naam ===
De Watersnood(-ramp) van 1953 werd aanvankelijk ook wel aangeduid als 'Sint-Ignatiusvloed', naar [[Ignatius van Antiochië|Sint Ignatius]], wiens [[naamdag]] tot 1969 op 1 februari viel (maar sinds 1969 op 17 oktober).<ref>Als secundaire naam wordt deze naam nog gehanteerd op de [https://web.archive.org/web/20170318234236/http://watersnoodmuseum.nl/NL/expositie/feiten/geschiedenis/ website van het Watersnoodmuseum].</ref> Met deze naam werd een traditie gevolgd om grote overstromingen in het Deltagebied te vernoemen naar de dag van de [[Rooms-Katholieke Kerk|rooms-katholieke]] [[heiligenkalender]]. Onder meer de Sint-Elisabethsvloeden van [[Sint-Elisabethsvloed (1404)|1404]], [[Sint-Elisabethsvloed (1421)|1421]] en [[Sint-Elisabethsvloed (1424)|1424]], en de Allerheiligenvloeden van [[Allerheiligenvloed (1532)|1532]] en [[Allerheiligenvloed (1570)|1570]] zijn hier voorbeelden van. De naam 'Sint-Ignatiusvloed' vond echter niet algemeen ingang. [[Protestants-christelijk]]en spraken aanvankelijk liever van ''Beatrixvloed'', omdat de watersnood plaatsvond in de nacht na de vijftiende verjaardag van [[Beatrix der Nederlanden|prinses Beatrix]]. Deze tweede naam maakte nog minder opgang. Stormramp was een meer zakelijke term, maar te weinig specifiek. Later werd steeds vaker van 'de Watersnoodramp' gesproken, of van 'de Watersnood', of eenvoudig van 'de ramp (van 1953)'.<ref>[https://web.archive.org/web/20130522125011/http://perdagwijzer.kennisnet.nl/watersnoodramp/pdf/watersnoodramp1953-lesbrief.pdf Watersnoodramp1953 lesbrief] en [https://web.archive.org/web/20130203115415/http://www.geschiedeniszeeland.nl/tab_themas/themas/watersnoodramp/ Geschiedeniszeeland.nl]</ref>


Op de radio worden nog wel waarschuwingen uitgezonden voor gevaarlijk hoog water. Maar om middernacht sluiten de twee Hilversumse radiozenders altijd traditioneel met het Wilhelmus en wordt het stil. Tot acht uur zondagochtend kan niemand radiowaarschuwingen verzenden.
== Gebeurtenissen ==
Deel van de radio-uitzendingen van Hilversum 1 en 2 op zondag pas om 8 uur. Pas toen vernam Nederland welke ramp zich ‘s nachts had voltrokken.
[[Bestand:Zes jaar na de stormvloed.webm|miniatuur|Herdenking watersnoodramp en blik op het Deltaplan in het [[Polygoon-journaal|Polygoonjournaal]] (1959)]]
Het is een ‘wat als-vraag’: stel dat de radio ’s nachts was blijven uitzenden waren er dan minder mensen verdronken door de Watersnoodramp? “Dat gaf een gevoel van onmacht. Dat hebben de twee meteorologen die toen dienst hadden zich zeer aangetrokken, ook al konden ze er verder niets aan doen”.


==== Noodtoestand ====
=== Verloop van de ramp in Nederland ===
Zaterdagavond 31 januari 1953 stond er een zware noordwesterstorm. Rond middernacht was het aan de zuidwestkust van Nederland laagwater. Het zou daar dus op zondagmorgen 1 februari tussen 4 en 6 uur hoogwater zijn.


In de stormnacht zelf zwijgen de Hilversumse radiozenders. Na het Wilhelmus om middernacht zijn Hilversum 1 en 2 uitgeschakeld. Weerdienst KNMI probeert om de juiste mensen te bereiken zodat de radio weer in de lucht komt, zodat ze kunnen waarschuwen. Dat lukt niet.<p>Terwijl zuid-west Nederland bezig is met overleven, hoort de rest van het land voor het eerst om acht uur ’s ochtends over de storm via het nieuwsbulletin van het ANP. “Goedemorgen luisteraars, hier is Hilversum, Nederland. (…) In verscheidene plaatsen in het westen van ons land is een noodtoestand ontstaan…..”.<br>
De [[Stormvloedseindienst]] maakte vanaf zaterdagmorgen aan de op de dienst geabonneerde autoriteiten melding van de opkomende 'zeer zware [[Storm (wind)#Noordwesterstorm|noordwesterstorm]]'. Tijdens laagwater op die zaterdagavond stond het waterpeil ongeveer even hoog als het normaal bij hoogwater staat. Bovendien was het springtij, wat betekende dat het waterpeil nog extra zou stijgen. In de algemene weersverwachting werd die zaterdagavond gewaarschuwd voor 'gevaarlijk hoogwater', toen de hoogst mogelijke staat van alarm. Deze waarschuwing werd echter door velen in het rampgebied niet gehoord of verkeerd begrepen. Toendertijd sloot de radio om middernacht, en pogingen om deze langer in de lucht te houden mislukten. Ook de toen nog bemande [[telefooncentrale]]s sloten in de avond.


[[Bestand:Radionieuws-1-februari-1953.mp4|Deel van de radio-uitzendingen van Hilversum 1 en 2 op zondag pas om 8 uur. Pas toen vernam Nederland welke ramp zich ‘s nachts had voltrokken.]]In die tijd geldt een strikte scheiding tussen de Radionieuwsdienst van het ANP voor de feitelijke berichtgeving en de omroepen die verslagen, en dus emoties, laten horen. De Radionieuwsdienst staat in de omroepgidsen van 1 februari 1953 vermeld met tien uitzendingen: vijf op Hilversum 1 en vijf op Hilversum 2. <br></p><p class="mwt-heading">Echter: door de ramp is alles anders en de ANP-redactie verzorgt meer en langere bulletins.
De [[Grevelingenmeer|Grevelingen]] en [[Oosterschelde]] waren in 1953 nog geheel open zee-armen. Tijdens de rampnacht werd het water daar zeer hoog opgestuwd. Op de kop van het eiland [[Schouwen-Duiveland]] bereikte de waterstand het hoogste niveau van de gehele Nederlandse kustlijn. Meer landinwaarts, bij [[Bruinisse]], kwam het opkomende water uit de Grevelingen en uit de Oosterschelde samen. Zondagmorgen vroeg kwam het waterpeil daar tot NAP + 4,5 meter: een ongeëvenaard hoog niveau.


==== 'Breaking news' ====
Tussen 4 en 6 uur 's morgens braken op vele plaatsen de dijken. Vooral de noord- en oostkant van de Oosterschelde ([[Stavenisse]], [[Ouwerkerk]], [[Nieuwerkerk (Schouwen-Duiveland)|Nieuwerkerk]]), van de Grevelingen ([[Oude-Tonge]] en [[Nieuwe-Tonge]]) en van het [[Hollandsch Diep]] ([[Schuring]] en [['s-Gravendeel]]) werden zwaar getroffen. De eerste berichten die duidden op een ramp van ongekende omvang kwamen op zondagochtend vanuit [[Zwijndrecht (Nederland)|Zwijndrecht]], waar het water over de ringdijk sloeg, en uit [[Willemstad (Noord-Brabant)|Willemstad]], waar de polders Ruykenhil en Oude Heyningen en het stadje zelf begonnen onder te lopen. Hierna volgden berichten over dijkdoorbraken tussen [[Hoek van Holland]] en [[Maassluis]]; bij [[Cadzand]] in Zeeuws-Vlaanderen bleek een stuk duin weggeslagen en snel werd duidelijk dat er ook reeds overstromingen gaande waren op vele tussenliggende plaatsen waarmee nog geen telefonisch contact mogelijk was. Reeds op 2 februari werd terwijl de totale omvang nog onbekend was bericht over een "watersnoodramp".<ref>''Onmetelijke scahde aangericht'', Overijsselsch Dagblad, 2 februari 1953 </ref>


*04:28 uur. Persbureau ANP verspreid aan alle redacties een 'newsflash' met daarin de melding dat er overstromingen zijn. Maar de impact is gering, de radio is stil. De situatie is onoverzichtelijk. Veel is nog onduidelijk maar er zijn dan al veel doden en vermisten.
Op sommige plaatsen op het Zuidhollandse eiland [[Goeree-Overflakkee]] stroomde het water zo hard de polders in, dat dorpen als Oude- en Nieuwe-Tonge binnen ongeveer een half uur twee tot drie meter onder water stonden. Elders verliep de overstroming geleidelijker en/of kwam het water niet zo hoog. Zo bereikte het water [[Ooltgensplaat]], een dorp vlak bij Oude- en Nieuwe-Tonge, pas rond 7 uur 's morgens, en steeg het er tot een hoogte van zo'n twee meter. Op Duiveland werd de hoogste waterstand zelfs pas in de loop van de zondagmiddag bereikt.
*05:00 uur. het Rode Kruis alarmeert in de uren die volgen alle colonnes in het westen van Nederland.
*08:00 uur. Generaal Warringa mobiliseert het leger in Brabant: soldaten moeten met spoed naar hun garnizoen, zonder overleg met de minister want die is onbereikbaar.
*09:30 uur. Via de Hilversumse zenders worden alle Nederlandse militairen door de chef-staf gemobiliseerd en teruggeroepen van weekendverlof. Duizenden soldaten stappen op de trein.<br>


==== Hulpacties ====
Telefoon- en telegraafverbindingen waren door de overstroming beschadigd en onbruikbaar geworden. Enkele tientallen [[Radioamateur|zendamateurs]] zetten binnen enkele uren een noodradionetwerk op. Ze werkten gedurende tien dagen en nachten om met hun zenders radiocommunicatie te verzorgen. Het was in die eerste dagen vrijwel de enige contactmogelijkheid tussen de overstroomde gebieden en de buitenwereld.<ref>Jan Hoek, ''Kanaal 3700'', 2003, 3e geheel herziene druk, Stichting Servicebureau VERON, Middelburg {{ISBN|9789070756390}}</ref>
In de dagen die volgen komt komt een ongekende hulpactie op gang met ook nog Amerikaanse, Duitse, Engelse en Franse troepen. Later volgt hulp uit Zweden en Zwitserland en nog meer landen.


==== Trieste balans ====
==== Overstromingen in Nederland ====
Als de balans de dagen erna wordt opgemaakt is duidelijk dat de meeste doden in Heijningen vielen: 76 mannen, vrouwen, kinderen. Halsteren telde er 68, Nieuw Vossemeer 50, Klundert 17 en Steenbergen 10. Ook waren er doden te betreuren in Dinteloord (7), Zevenbergen (7), Dussen (6), Willemstad (2), Hooge en Lage Zwaluwe (2), Terheijden (1) en Raamsdonk (1). <br>Naast verslagen over de radio schrijft vooral de NCRV over het geloof in God en de les die de ramp leert: “''Het droef gebeuren in het Zuidwesten van ons land heeft ons op wrede wijze herinnerd aan menselijke nietigheid en menselijke onmacht. Het heeft ons als het ware toegeroepen: Leer toch te leven uit Gods Vaderhand, uit de hand van Hem, Die wolken, lucht en winden wijst spoor en loop en baan, Die ook zal wegen vinden waarlangs ùw voet kan gaan''”.</p>
In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. De overstromingen zetten grote delen van [[Zuid-Holland]], [[Zeeland (provincie)|Zeeland]] en [[Noord-Brabant]] onder water. Alhoewel een groot gebied werd overstroomd, werden sommige plaatsen veel zwaarder getroffen dan andere.


Door de diverse dijkdoorbraken vielen er op sommige plaatsen veel slachtoffers. In [[Stavenisse]] op [[Tholen (eiland)|Tholen]] kwamen meer dan 150 mensen om, in [[Stellendam]] op Goeree vielen 61 slachtoffers en het Brabantse [[Fijnaart]] telde 76 doden.


Het zwaarst werden de zuidzijde van Duiveland en van Overflakkee getroffen. Daar viel ruim 40% van het totale aantal slachtoffers van deze watersnoodramp. In [[Oude-Tonge]] kwamen 305 mensen om (9,9% van de bevolking), in [[Nieuwe-Tonge]] 85 (4%), in [[Nieuwerkerk (Schouwen-Duiveland)|Nieuwerkerk]] 288 (15,4%) en in [[Ouwerkerk]] 91 (16,3%).


Bron: [[Terry van Erp]]<br>Geraadpleegd: kranten en internet.<br>[[Categorie:Watersnood]]<br>
Het aantal slachtoffers in de genoemde vier dorpen verschilt soms sterk van dat in nabijgelegen dorpen. In [[Ooltgensplaat]], enkele kilometers ten oosten van Oude- en Nieuwe-Tonge, vielen twee slachtoffers. In [[Den Bommel]] en in [[Stad aan 't Haringvliet]], gelegen aan de noordzijde van Overflakkee, kwamen respectievelijk negen en geen mensen om. En terwijl er honderden doden in Nieuwerkerk en Ouwerkerk vielen, kwam er in het aan de noordzijde van Duiveland gelegen [[Bruinisse]] slechts één inwoner om het leven.
[[Bestand:Goeree oudetonge begraafplaats watersnood.jpg|miniatuur|Begraafplaats rampslachtoffers Oude-Tonge]]
 
De meest waarschijnlijke oorzaken voor dergelijke verschillen in aantallen slachtoffers zijn:
* de richting van de waterstromen;
* hoogteverschillen binnen polders;
* de kwaliteit van binnendijken;
* de kwaliteit van het plaatselijk bestuur;
* de vaak deplorabele staat van met name arbeiderswoningen.
 
Deze factoren maakten het verschil tussen een kolossale ramp zoals in Oude-Tonge en Nieuwerkerk of een noodlottige overstroming zoals in Ooltgensplaat of Bruinisse.
 
Op tal van andere plaatsen vielen ook slachtoffers te betreuren of vonden opvallende gebeurtenissen plaats. Op [[Texel (hoofdbetekenis)|Texel]] verdronken zes polderarbeiders op weg naar een bedreigd dijkvak. Bij [[Cadzand]] sloeg water over de dijk en bij [[Kruiningen]] werd door de nog openstaande [[coupure (waterbouwkunde)|coupure]] de veerhaven geheel weggeslagen. In zeer korte tijd liep de [[Kruiningerpolder]] (1400 hectare) onder water.
Het water stroomde aan de noordkant van [[Dordrecht (hoofdbetekenis)|Dordrecht]] binnen. In [[Rotterdam (hoofdbetekenis)|Rotterdam]] werd een recordwaterhoogte gemeld en kwamen delen van [[Rotterdam-Zuid]] onder water te staan, evenals in [[Vlaardingen]] het gebied van de Maasboulevard tot aan de [[Hoekse Lijn|spoorlijn Rotterdam-Hoek van Holland]]. Op het eiland [[Rozenburg (eiland)|Rozenburg]] waren de dijken doorgebroken. In [[Stellendam]] stond het water tot aan de zolders van de huizen. [[Veere (stad)|Veere]] stond onder water. Bij [[Wolphaartsdijk]] sloeg een gat in de dijk, en ook bij [[Ossenisse]] was de dijk doorgebroken. De [[Nieuwerkerkpolder]] en [[Suzannapolder]] overstroomden. Bij [[Fort Rammekens|Rammekens]] sloegen gaten in de dijk. [[Reigerspolder]] en gedeelten van [[Zuid-Beveland]] stonden onder water. [[Rilland-Bath]] was geïsoleerd. [[Stavenisse]] stond onder water, in [[Zeeuws-Vlaanderen]] braken er een paar dijken door.
 
Bij strandtoegang [[Beukel]] bij [['s-Gravenzande]] versterkten ca. honderd opgeroepen mannen de smalle duinenrij met zandzakken om het [[Westland (Nederlandse streek)|Westland]] voor overstroming te behoeden.
 
==== Tweede vloed ====
Circa de helft van het totale aantal slachtoffers viel in de nacht van zaterdag op zondag. De zondagmiddag daarop zorgde het getij in combinatie met harde wind ervoor dat vele overlevenden van de nacht tevoren toen alsnog de dood vonden. Veel huizen die de eerste vloed hadden doorstaan (met de bewoners op zolders of op de daken) stortten alsnog door de sterke stroming ineen. De hulpverlening van buiten de door het water aangetaste gebieden kwam de eerste dag nog nauwelijks op gang, de schaal van de catastrofe werd pas maandag goed duidelijk.
 
==== Directe hulpverlening ====
Directe hulpverlening werd op en meteen na 1 februari onder andere geboden door reddingsboten van de [[KNRM]] die gestationeerd waren in [[Stellendam]], [[Veere (stad)|Veere]], [[Ouddorp]], [[Hoek van Holland]], [[Cadzand]], [['s-Gravenzande]] en [[Breskens]]. De bemanningen van veel vissersschepen, ook van buiten het rampgebied, behoorden tot de eerste hulpverleners. Ook particulieren met schepen en boten verleenden reddingsdiensten.<ref>[http://www.zeeuwseankers.nl/nl-NL/verhaal/552/watersnoodramp-1953-slachtoffers-en-hulp ''Verhaal, Watersnoodramp 1953: slachtoffers en hulp'', Zeeuwse Ankers, 28 januari 2014]</ref> Vanuit [[Maasbracht]] vertrokken op 2 februari dertig [[Sleepboot|riviersleepboten]] richting Zeeland.<ref>Volkskrant, 2 januari 1953</ref> De Nederlandse krijgsmacht zette die dag haar enige [[helikopter]] in, al snel bijgestaan door hefschroefvliegtuigen van de Belgische luchtvaartmaatschappij [[Sabena]].
 
===== Schepen in de dijk =====
[[Bestand:Memorial Watersnoodramp 1953 Hollandse IJssel 01.jpg|miniatuur|''[[Dubbeltje op zijn kant]]'', monument op de Groenedijk bij Nieuwerkerk aan den IJssel.]]
In Zuid-Holland sloeg om half zes een gat van vijftien meter in [[Schielands Hoge Zeedijk]] bij [[Nieuwerkerk aan den IJssel]]. De dijkdoorbraak werd ternauwernood voorkomen doordat een 18 meter lang binnenschip op last van de burgemeester dwars voor het gat in de dijk gemanoeuvreerd werd en het zo dichtte. Het overstromen van grote delen van Zuid-Holland werd hierdoor voorkomen.<ref>[https://goudsdagblad.nl/lokaal/deze-twee-helden-redden-miljoenen-levens-in-de-randstad Redders Nieuwerkerkse watersnood bijna vergeten]</ref>
 
Om ongeveer half zeven in die nacht brak aan de overkant bij [[Ouderkerk aan den IJssel]] de IJsseldijk door. Er ontstond een gat van veertig meter. Met twee sloopschepen en zandzakken werd om twee uur ’s middags geprobeerd het gat te dichten. Maar pas door het storten van puin en zand uit het schip Avontuur, dat tegen de sloopschepen was afgemeerd, lukte het toch een stabielere dam te maken.<ref>[https://izi.travel/nl/6ca3-watersnoodramp-1953-ouderkerk-aan-den-ijssel/nl Watersnoodramp 1953 Ouderkerk aan den IJssel] izi.travel</ref>
 
=== Watersnood in België, Groot-Brittannië en Duitsland ===
[[Bestand:Belgien1953.png|miniatuur|Overstroomde gebieden in [[België (hoofdbetekenis)|België]]]]
[[Bestand:Flooding.png|miniatuur|Situatie in Groot-Brittannië; de blauwe gebieden overstroomden]]
Tegelijk met de watersnood in Nederland vonden ook in [[België (hoofdbetekenis)|België]], [[Verenigd Koninkrijk|Groot-Brittannië]] en Noordwest-[[Duitsland (hoofdbetekenis)|Duitsland]] overstromingen plaats.
 
In België braken dijken op 37 plaatsen door. Diverse kleinere en grotere steden aan de kust en langs de [[Schelde (rivier)|Schelde]] liepen (deels) onder. De binnenstad van [[Oostende (hoofdbetekenis)|Oostende]] stond geheel onder water, na doorbraak van de naburige zeedijk. De stad [[Antwerpen (stad)|Antwerpen]] werd getroffen en ook de polderdorpen [[Lillo (Antwerpen)|Lillo]], [[Zandvliet (plaats)|Zandvliet]] en [[Berendrecht]] werden overspoeld. In [[Wintam]] en [[Hingene]] (deelgemeenten van [[Bornem]]) stond het water tot twee meter hoog: er was een bres in de [[Rupel]]dijk geslagen van 75 m lang en 15 m diep. Pas op 10 april kon deze gedicht worden.<ref>{{Citeer web |url=https://sigmaplan.be/nl/nieuws/de-watersnoodramp-van-1953/ |titel=De watersnoodramp van 1953 |bezochtdatum=2022-10-04 |werk=sigmaplan.be}}</ref>
 
In België overstroomden zo'n vijftienduizend hectare landbouwgrond en er kwamen 28 mensen om het leven.<ref>{{Citeer web |url=https://cagnet.be/page/watersnood-scheldebekken |titel=Een overstroming in het Scheldebekken |bezochtdatum=4/10/2022 |uitgever=Centrum Agrarische Geschiedenis}}</ref>
 
Langs de kust en de [[Schelde (rivier)|Schelde]] vonden na de watersnood vele dijkverhogingen plaats.
 
Ook het [[Verenigd Koninkrijk]] werd door het water overvallen. Daar werd 1.600 kilometer kust getroffen en kilometers dijk beschadigd, waardoor 1.000 vierkante kilometer aan land overstroomde. Dertigduizend mensen moesten geëvacueerd worden. Na de watersnood werden in het Verenigd Koninkrijk plannen gemaakt die onder andere resulteerden in de [[Thames Barrier]].
 
== Verslaggeving, televisie-uitzending en radiocommunicatie ==
Heel Nederland luisterde de hele dag door naar radio-uitzendingen met de laatste nieuwsberichten over de ramp. Radioverslaggevers als [[Jan de Troye]] en [[Arie Kleijwegt]] van de [[VARA]], [[Siebe van der Zee]] van de [[AVRO]] en [[Herman Felderhof]] en [[Goos Kamphuis]] van de [[Nederlandse Christelijke Radio Vereniging|NCRV]] maakten indringende verslagen. Omdat het rampgebied moeilijk toegankelijk was werden de uitzendingen noodgedwongen vanuit de randgebieden gemaakt. Alleen daar was [[PTT (Nederland)|PTT]]-verbinding met de zenders in [[Hilversum]] mogelijk. Voor de hulpverlening noodzakelijke verbindingen vanuit het Nederlandse rampgebied werden vaak door [[radiozendamateur]]s verzorgd.
 
De in Zierikzee wonende radiotechnicus Peter Hossfeld bewerkstelligde dat Schouwen-Duiveland contact kreeg met de buitenwereld. Daarmee redde hij waarschijnlijk vele mensenlevens.<ref>[https://www.pzc.nl/zeeuws-nieuws/deze-man-zorgde-ervoor-dat-nederland-wist-van-de-ramp-en-redde-daarmee-vele-levens~a0dca33a/ ''Deze man zorgde ervoor dat Nederland wist van De Ramp - en redde daarmee vele levens'']</ref>
 
[[Carel Enkelaar]], verslaggever van [[de Volkskrant]], huurde op zondag 1 februari een [[Douglas DC-3|Dakota]]. Omdat de Rijksluchtvaartdienst geen toestemming gaf voor een vlucht boven het rampgebied, werd in het vluchtplan Brussel als bestemming aangegeven.<ref>{{Citeer boek|titel=Persoonlijk logboek van KLM-piloot Piet Hoorweg|uitgever=Te raadplegen in het Watersnoodmuseum}}</ref> Fotograaf Jan Stevens legde tijdens deze vlucht de beelden van de Watersnoodramp vast, die de hele wereld overgingen. Lange tijd werd gedacht dat piloot Willem van Veenendaal de Dakota bestuurde. Hoewel Van Veenendaal wel als waarnemer aanwezig was bij de vlucht, was het KLM-piloot Piet Hoorweg die de vlucht maakte.<ref>{{Citeer tijdschrift|achternaam=Van Veenendaal|voornaam=Willem|titel=Het vergeten eiland|jaargang=19|tijdschrift=Elsevier Weekblad|datum=2 februari 1963}}</ref> Na de vlucht stelde Van Veenendaal telefonisch de president-directeur van de KLM [[Albert Plesman|Plesman]] op de hoogte van hun bevindingen. Plesman heeft vervolgens bij de [[Nederlandse regering|regering]] de ernst van de situatie onder ogen gebracht. Mede dankzij deze inlichtingen en vooral door de gemaakte pers- en fotoreportage kwam de binnen- en buitenlandse hulpverlening op gang.<ref>Aartsema (red.), Koen (1977) ''Nederland en de Zee''. Wageningen: Zomer & Keuning Boeken b.v. {{ISBN|90 210 3917 6}}</ref><ref>[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ABCDDD:010844847:mpeg21:p001 ''Verkenningsvlucht boven verdronken land''] [[De Volkskrant]] d.d. 2 februari 1953 via [[Delpher|Delpher.nl]]</ref>
 
Geheel nieuw was de berichtgeving via het medium [[televisie]], waardoor in binnen- en buitenland beelden konden worden getoond van de overstromingen: de [[Nederlandse Televisie Stichting|NTS]] wijdde extra uitzendingen aan de ramp, alsook de diverse [[omroepvereniging]]en.<ref>''Watersnood op T.V.'', Algemeen Handelsblad, 3 februari 1953</ref>
 
== Nasleep in Nederland ==
[[Bestand:Voortdurende strijd tegen het water op Schouwen-Duiveland-520888.webm|{{largethumb}}|[[Polygoonjournaal|Bioscoopjournaal]] van 1 april 1953. Overzicht van de situatie op [[Schouwen-Duiveland]] kort na de watersnoodramp.]]
 
=== Bezoek van de koninklijke familie ===
[[Juliana der Nederlanden|Koningin Juliana]], [[Bernhard van Lippe-Biesterfeld|prins Bernhard]], [[Beatrix der Nederlanden|kroonprinses Beatrix]] en [[Wilhelmina der Nederlanden|prinses Wilhelmina]] bezochten het rampgebied en de slachtoffers.
 
=== Dag van nationale rouw ===
Op 8 februari 1953 hield Nederland een [[Nationale rouw in Nederland|dag van nationale rouw]] en hield [[Juliana der Nederlanden|koningin Juliana]] een [[Koninklijke toespraken in Nederland|toespraak]] op de radio.<ref name="NOS-2327810">[https://nos.nl/artikel/2327810-hoopvolle-en-alarmerende-speech-van-koning-schudt-nederlanders-wakker.html 'Hoopvolle en alarmerende speech van koning schudt Nederlanders wakker'], NOS, 20 maart 2020</ref><ref name="dvhn-25485209">[https://www.dvhn.nl/binnenland/Bijzondere-koninklijke-toespraken-zijn-zeldzaam-25485209.html Bijzondere koninklijke toespraken zijn zeldzaam], [[Dagblad van het Noorden]], 20 maart 2020</ref>
 
=== Civiele hulp ===
[[Bestand:Henny Langeveld (1953a).jpg|miniatuur|links|Onderzoekster [[Henny Langeveld]] in [[Kruiningen]] ([[Zuid-Beveland]]) na de watersnoodramp]]
[[Bestand:Aankomst van Drents vee voor het getroffen gebied-524926.webm|left|miniatuur|thumbtime=0:07|Drents vee voor het getroffen gebied, [[Polygoonjournaal]] april 1953]]
Een grote landelijke hulpactie kwam op gang, ondersteund door de radio. De NCRV-presentator [[Johan Bodegraven]] werd beroemd met de zeer succesvolle – en eerste massale – geldinzamelingsactie ''[[Beurzen open, dijken dicht]]''. Zowel op lokaal, nationaal en internationaal niveau werd veel hulp geboden – in totaal zou er zo'n 138 miljoen gulden (62,5 miljoen euro) worden opgehaald voor de getroffenen. Ook werden er vanuit de hele wereld hulpgoederen (kleding, huisraad, linnengoed en voedsel) gestuurd. [[Het Nederlandse Rode Kruis]] ontving zoveel goederen dat ze na enige tijd niet meer wist wat ze ermee aan moest. Een deel van de goederen is vervolgens verscheept naar andere rampgebieden of landen in de [[derde wereld]]. Al in 1953 werd begonnen met de wederopbouw van de getroffen gebieden. Vooral de [[Scandinavië|Scandinavische]] landen leverden veel bouwmaterialen, soms zelfs hele prefabhuizen. In het rampgebied kan men ook nu nog huizen naar [[Zweden|Zweedse]], [[Noorwegen|Noorse]], [[Denemarken|Deense]] of [[Finland|Finse]] snit zien.<ref>[https://nos.nl/artikel/2460693-70-jaar-na-de-watersnoodramp-worden-de-noodhuisjes-nog-steeds-bewoond 70 jaar na de watersnoodramp worden de noodhuisjes nog steeds bewoond], NOS Nieuws, 21 januari 2023</ref>
 
Vanuit [[Italië]] werd hulp geboden door de ''Corpo Nazionale Vigili del Fuoco'' (Nationale brandweer) met mankracht, zelf meegebracht divers materieel en gereedschappen. Zo werden onder andere ingezet een roeibootje van de VVF Milano en een [[DUKW]]-amfibievoertuig van de VVF Corpo Roma rond [[Zevenbergen (Moerdijk)|Zevenbergen]].<ref>[https://westbrabantsarchief.nl/collectie/beeldbank/detail/b09e5cc2-8232-11e5-b04c-d7ec8197ecc6 ''Watersnoodramp 1-2-1953, Zevenbergen en omgeving''] video Beeldbank West-Brabants Archief.</ref>
 
=== Militaire hulp ===
De [[Frankrijk (hoofdbetekenis)|Franse]] regering stuurde als eerste [[genie (legereenheid)|genietroepen]] naar de Nederlandse rampgebieden. Ook vanuit [[België]], [[Verenigde Staten van Amerika|Verenigde Staten]], [[Duitsland]], [[Zweden]], Italië en [[Verenigd Koninkrijk|Groot-Brittannië]] werd hulp geboden.
 
=== Economie en Deltawerken ===
{{Zie hoofdartikel|Deltawerken}}
In de Nederlandse politiek kwam de discussie over de dijkbeveiliging op gang. De [[Deltacommissie (1953)|Deltacommissie]] werd ingesteld en het [[Deltawerken|Deltaplan]] werd geboren, dat onder meer de afsluiting van enkele zeearmen behelsde. De wederopbouw en de totstandkoming van de Deltawerken brachten veel werkgelegenheid naar Zeeland. Bovendien was er door de hulp zoveel geld binnengekomen, dat veel slachtoffers financieel beter af waren dan voor de ramp. De provincie maakte in de jaren na de watersnood een bloeiperiode door, waardoor men in een paar jaar tijd tientallen jaren vooruitging. In Zeeland kent men daarom het cynische grapje: 'Heer, geef ons heden het dagelijks brood en elke vijf jaar een watersnood'. Voor heel Nederland groeide het [[bruto binnenlands product]] in het jaar van de ramp volgens het [[Centraal Bureau voor de Statistiek]] met 8,4 procent, een ongehoord hoog percentage. De rijksoverheid schroefde de consumptie met tien procent op en de investeringen waren in 1953 zestig procent hoger dan het jaar ervoor. Dit alles gaf een krachtige positieve impuls aan de Nederlandse economie.
 
== Aantal slachtoffers ==
=== Nederland ===
Kort na de ramp verzochten de burgerlijke autoriteiten het Rode Kruis om te zorgen voor de administratie van slachtoffers. Tot eind september 1953 publiceerde het Rode Kruis regelmatig overzichten van omgekomen en vermiste personen. De laatst gepubliceerde lijst is van eind september 1953 en telt 1795 slachtoffers. Ze zijn als volgt over de provincies verdeeld:
* Noord-Brabant: 247
* Noord-Holland: 7
* Zeeland: 864
* Zuid-Holland: 677
[[Bestand:Kruiningen Watersnoodmonument Jan Wolkers.jpg|miniatuur|[[Watersnoodmonument Kruiningen]].<br />Jonge vrouw met in een deken gewikkeld kind, waarvan alleen een handje te zien is.<br />''Op de sokkel:''<br /><center>
HOORT GIJ DE ZEE<br />ACHTER MIJN HART?<br />DAN ZAL IK HEEN ZIJN,<br />EN GIJ ZULT MET DE ZEE<br />ALLEEN ZIJN.<br />DE GOLVEN ZULLEN<br />BREKEN IN UW HART.<br /></center>
<br />beeld: [[Jan Wolkers]], tekst: [[A. Roland Holst]]]]
 
{| class="wikitable"
! Plaats
! Slachtoffers<br>(vermisten en geborgen)<ref>[http://www.deramp.nl/ 1835+1; Een plaats voor herinneringen aan slachtoffers van de watersnood 1953] Slachtoffers Watersnood 1953]</ref>
|-
| [[Oude-Tonge]]
| 305
|-
| [[Nieuwerkerk (Schouwen-Duiveland)|Nieuwerkerk]]
| 288
|-
| [[Stavenisse]]
| 156
|-
| [[Ouwerkerk]]
| 91
|-
| [[Nieuwe-Tonge]]
| 85
|-
| [[Fijnaart]]/[[Fijnaart en Heijningen|Heiningen]]
| 76
|-
| [[Halsteren]]
| 68
|-
| [[Oosterland (Zeeland)|Oosterland]]
| 65
|-
| [[Kruiningen]]
| 62
|-
| [[Stellendam]]
| 61
|-
| [[Numansdorp]]
| 56
|-
| [[Nieuw Vossemeer]]
| 50
|-
| [[Kortgene]]
| 49
|-
| [[Strijen]]
| 40
|-
| [['s-Gravendeel]]
| 37
|-
| [[Dreischor]]
| 32
|-
| [[Zierikzee]]
| 24
|-
| [[Zuidland]]
| 21
|-
| [[Middelharnis]]
| 17
|-
| [[Klundert]]
| 17
|-
| [[Serooskerke (Schouwen-Duiveland)|Serooskerke]]
| 15
|-
| [[Rilland-Bath]]
| 12
|-
| [[Wolphaartsdijk]]
| 12
|-
| [[Sint Philipsland (dorp)|St. Philipsland]]
| 10
|-
| [[Steenbergen (stad)|Steenbergen]]
| 10
|-
| colspan="2" align="center" | Plaatsen t/m 10 vermisten/geborgen vermeld.
|}
 
Later werd bekend dat er in Nieuwerkerk (Zeeland) tijdens de rampnacht nog twee kinderen zijn geboren. Beide kwamen met hun moeders om het leven. Verder staan er in de slachtofferlijst 97 vermiste of (nog) niet geïdentificeerde personen. Daar moeten de twee pasgeborenen aan worden toegevoegd. Na publicatie van de 'Volledige lijst' zijn er nog slachtoffers teruggevonden en geïdentificeerd. Het aantal vermisten of niet-geïdentificeerden is dus lager, maar het precieze aantal is onbekend.
 
Naast de slachtoffers in Nederland vergingen er op de Noordzee drie onder Nederlandse vlag varende schepen, de haringkotter IJM 60 ''Catharina Duyvis'' en de kustvaarders ''Salland'' en ''Westland'' met in totaal 33 à 37 opvarenden.
 
Het totale aantal personen, verblijvend in Nederland of op een Nederlands schip, van wie bekend is dat zij omgekomen zijn door of tijdens de noordwesterstorm of de watersnoodramp van februari 1953, komt daarmee op 1795 + 2 + 33 (+ 4?) = 1830 à 1834 personen.
 
Vaak wordt het aantal slachtoffers van de overstromingen, dus zonder de omgekomen zeelieden, gesteld op 1835. Dat is het voorlopige aantal slachtoffers zoals in februari 1954 door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerd. Het verschil met de hier genoemde bronnen is onverklaarbaar, aangezien de basisgegevens van het CBS verdwenen zijn. Waarschijnlijk is het toepassen van verschillende criteria de belangrijkste oorzaak. Op de 'Volledige lijst' van het Rode Kruis staat ten minste een persoon die op zondagmorgen een natuurlijke dood is gestorven. Verder staan er enkele militairen op die respectievelijk op 2 en 4 februari tijdens reddingswerk omkwamen. Tot slot zijn er waarschijnlijk personen als gevolg van de watersnoodramp overleden nadat zij waren geëvacueerd. Hun aantal is onbekend.
 
Het KNMI spreekt van 1836 slachtoffers.<ref>[https://web.archive.org/web/20140424140659/http://www.knmi.nl/cms/content/24315/watersnoodramp_1953 Watersnoodramp 1953 nader verklaard] op de website van het KNMI.</ref> Dit kan als volgt worden verklaard: zaterdagmorgen 31 januari werd er een kind geboren, maar omdat het weekend was, was het gemeentehuis gesloten en kon er dus nog geen aangifte van de geboorte gedaan worden; dit moest na het weekend gebeuren. In de nacht van zaterdag op zondag vond echter deze ramp plaats, waarbij ook deze moeder met haar baby in de golven verdwenen.
 
=== België ===
[[Bestand:Bredene-Sas Bredensesteenweg in 1953.jpg|miniatuur|[[Bredene]] tijdens de watersnood]]
In België verdronken gedurende de ramp 28 mensen.
 
=== Verenigd Koninkrijk ===
In Engeland verloren 307 en in Schotland 19 mensen het leven als gevolg van deze watersnoodramp.<ref name="HP" />
 
=== Op zee ===
In totaal zijn door de februaristorm van 1953 ongeveer 220 mensen op zee omgekomen, onder wie 133 opvarenden van de Britse veerboot ''Princess Victoria'', en de bemanningen van de Nederlandse schepen ''Salland'', ''Westland'' en IJM 60 ''Catharina Duyvis''. De IJM 60 ''Catharina Duyvis'' met 16 bemanningsleden en de kustvaarder ''Salland'' vergingen ter hoogte van [[Egmond aan Zee]], respectievelijk op ongeveer 16 kilometer en 30 kilometer uit de kust. De ''Salland'' was vertrokken uit [[Par (Cornwall)]] en op weg naar Stockholm, met 7 à 10 opvarenden. De kustvaarder ''Westland'' met 10 koppen was onderweg van [[Cuxhaven (stad)|Cuxhaven]] naar [[King's Lynn]] en verging op ongeveer 10 kilometer uit de kust van Terschelling.<ref>[http://www.vissersnamenmonumentscheveningen.nl/detail/1953-517-catharina-duyvis-ijm-60-tijdens-storm-vergaan Digitaal monument – Tijdens storm vergaan (1953), Stichting VissersNamenMonument Scheveningen]</ref><ref>[https://www.marhisdata.nl/schip?id=5676 Salland – ID 5676, Stichting Maritiem-Historische Databank]</ref><ref>[https://www.marhisdata.nl/schip&id=7257 Westland – ID 7257, Stichting Maritiem-Historische Databank]</ref>
 
== Acties ==
In binnen- en buitenland werd massaal kleding, geld en goederen ingezameld ten behoeve van de getroffenen. De Nederlandse radio produceerde een wekelijks geldinzamelingsprogramma onder het motto [[Beurzen open, dijken dicht]]. Deze actie bracht bijna 138 miljoen gulden (omgerekend bijna 500 miljoen euro) op voor het [[Stichting Nationaal Rampenfonds|Rampenfonds]].
 
De beroepsvoetballers [[Bram Appel]] en [[Theo Timmermans (1926)|Theo Timmermans]] organiseerden samen met andere, in het buitenland spelende, Nederlandse voetballers een officieuze interland tegen Frankrijk om zo geld voor de slachtoffers van de ramp in te zamelen. Het 'uitschot' (zoals de profs in Nederland in die dagen werden bestempeld door de [[Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond|KNVB]], voor wie 'betaald voetbal' nog een sportieve doodzonde was) speelde op 12 maart 1953 voor 8.000 toegestroomde landgenoten in Parijs tegen het veel sterker geachte Frankrijk en won met 1–2. Deze voetbalwedstrijd zou de geschiedenis ingaan als de [[watersnoodwedstrijd]].
 
== De watersnood in de hedendaagse cultuur ==
=== Geschiedschrijving ===
[[Bestand:Wolphaartsdijk monument watersnoodramp.jpg|miniatuur|Monument voor de slachtoffers uit [[Wolphaartsdijk]], opgericht in 2005]]
De watersnood van 1953 heeft een belangrijke plaats in de Nederlandse geschiedschrijving en droeg middels die geschiedschrijving bij aan de Nederlandse identiteitsvorming in de decennia erna.
 
[[Selma Leydesdorff]] probeerde in 1993 in haar op [[mondelinge overlevering]]en [[mondelinge geschiedenis|gebaseerde onderzoek]] naar de Zeeuwse ramp het nationale perspectief te verlaten opdat de getroffenen hun eigen geschiedenis zouden kunnen vertellen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn neergelegd in het boek 'Het water en de herinnering'. Met de hierin weergegeven interviews zijn lijnen getrokken tussen de individuele herinneringen en is gekeken naar waar de overeenkomsten liggen. Wat opvalt, is dat de herinnering voor een deel collectief is, gebonden aan de regionale gebeurtenissen en omstandigheden. De geïnterviewden hebben wel geprobeerd een plaats te zoeken in de nationale herinnering, maar hebben die niet gevonden. Zij herkennen zich niet in de nationale trots, de Deltawerken, het spreekwoordelijke '[[Wapen van Zeeland (provincie)|luctor et emergo]]' (ik worstel en kom boven), de [[Motto#Wapenspreuk|wapenspreuk]] van de Zeeuwen. Ze zijn er wel trots op, maar hun denken valt in de reeks: water, verdriet, bijna verdrinken, redding en veiligheid. Nationaal zou de reeks ongeveer luiden: Nederlandse identiteit, wederopbouw, beheersbaarheid van de natuur, technologische vernieuwing. In ieder geval een reeks waarin persoonlijk leed en bestaande angst van ondergeschikte betekenis zijn. Na het gezamenlijke in de herinnering van de geïnterviewden houdt collectiviteit op. Er volgt een verhaal over verdriet, verwerking en terugkeer naar het vernielde land. Niet alle geïnterviewden zijn slachtoffer gebleven, hoe zij worstelend zijn bovengekomen, bepaalt hun beeld van de ramp.
 
[[Kees Slager]] gaf in zijn boek 'De ramp' een reconstructie van gebeurtenissen en beslissingen door diverse instanties (1992; negende, uitgebreide druk 2013). Hij ging ook in op de oorzaken en de gevolgen van de ramp. Daarvoor deed hij uitvoerig onderzoek in archieven en sprak met ruim 250 ooggetuigen. Hij onthulde niet eerder gepubliceerde feiten over vergeefse waarschuwingen voor de te zwakke zeewering, verwaarloosde dijken en slecht toegeruste hulporganisaties. Het boek geeft een verslag van wat er zich van uur tot uur en van plaats tot plaats afspeelde.
 
=== Geschiedeniscanons ===
[[Bestand:Canon van Zeeland, venster 46 Watersnood 1953.webm|miniatuur|Film Canon van Zeeland, Watersnood 1953]]
De watersnood van 1953 is opgenomen in de [[Canon van Zeeland]] en de [[Canon van Nederland]]. De commissie-[[Frits van Oostrom|Van Oostrom]] zag de ramp als een van de vijftig essentiële onderwerpen voor de Nederlandse geschiedenis in het voortgezet [[onderwijs]].
 
=== Muziek ===
In 1988 namen [[The Amazing Stroopwafels]] het lied 'Voor De Storm' op. Dit lied gaat over de belevenissen van een jongen op [[Schouwen-Duiveland]] de dag voor de storm uitbrak.
 
Ter gelegenheid van de vijftigste herdenking van de ramp schreef [[Douwe Eisenga]] ''Requiem 1953'', een groot werk voor koor en orkest.
 
Componist [[Jan Bosveld]] schreef een concertwerk voor [[Fanfare (orkest)|fanfareorkest]] over de ramp en de herdenking ervan in het dorp [[Oude-Tonge]], waar in 1953 vele dorpelingen verdronken. De compositie, die in 2009 te Oude-Tonge in première ging, is getiteld ''Grijsoord''.
 
=== Theater ===
In 2011 kwam het tot een musical getiteld ''[[1953 (musical)|1953]]''. Hoofdrollen worden vertolkt door [[Ben Cramer]] en [[Joke de Kruijf]].
 
=== Film ===
In 2009 kwam de film ''[[De Storm (2009)|De Storm]]'' uit van regisseur [[Ben Sombogaart]]. De belangrijkste spelers zijn [[Sylvia Hoeks]] en [[Barry Atsma]].
 
=== Straatnamen ===
De straten in de [[Rotterdam (hoofdbetekenis)|Rotterdam]]se wijk [[Pendrecht]] zijn vrijwel allemaal vernoemd naar [[Zuid-Holland]]se, [[Zeeland (provincie)|Zeeuwse]] en [[Noord-Brabant|Brabantse]] plaatsen die door de watersnoodramp werden getroffen. Centraal in de wijk ligt [[Plein 1953]].
 
== Externe links ==
* [https://watersnoodmuseum.nl/ Watersnoodmuseum en Nationaal Monument Watersnood 1953 bij Ouwerkerk, Schouwen-Duiveland]
* [https://web.archive.org/web/20210725020654/http://onwijsnat53.nl/ Multimedia onderwijswebsite ramp 1953 en Deltaplan]
* [https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/achtergrond/watersnoodramp-1953 Het KNMI over de watersnoodramp]
* [https://geschiedenisvanzuidholland.nl/verhalen/verhalen/ooggetuigen-van-de-watersnoodramp/ Ooggetuigen van de Watersnoodramp, verhaal op geschiedenisvanzuidholland.nl]
 
{{Appendix||2=
'''Bronnen'''
* Kees Slager, ''De ramp: een reconstructie van de watersnood van 1953''. Negende, opnieuw uitgebreide druk 2013, uitg. Olympus, {{ISBN|90-46-70407-6}}
* A. Kuijvenhoven, De Watersnoodramp van 1953, pg. 163-250, in: ''Vrouwen en kinderen eerst? – Zelfredzaamheid tijdens rampen'', Kon. Vermande 2005, {{ISBN|90-12-11241-9}}
* ''Volledige lijst van Slachtoffers van de Watersnood 1953'', Uitgave van het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis, z. jg., z. pl.
* Hans Beukema, ''De orkaan van 1953'', Delfzijl 2002
* ''Aantal personen, omgekomen ten gevolge van de overstroming op 1 februari 1953, naar woonprovincie, -gebied en leeftijd (voorlopige cijfers)'', Centraal Bureau voor de Statistiek, Maandstatistiek van de bevolking, jaargang 2, cijfers over november 1953, pg. 24, Utrecht 1954
-----
'''Noten'''
{{References|group=noot}}
-----
'''Referenties'''
{{References}}
}}
{{Navigatie stormvloeden Nederland}}
 
[[Categorie:Overstroming in Holland]]
[[Categorie:Overstroming in Nederland]]
[[Categorie:Geschiedenis van Noord-Brabant]]
[[Categorie:Ramp in 1953]]
[[Categorie:Storm in Nederland]]

Huidige versie van 5 apr 2023 om 10:29

Watersnoodramp van 1953
Overstroomde gebieden in Zuidwest-Nederland
Jaar 1953
Datum 31 januari op 1 februari 1953
Regio Vlag van België België
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland Duitsland
Vlag van Nederland Nederland
Vlag van Verenigd Koninkrijk Verenigd Koninkrijk
Doden 1836 in Nederland
307 in het Verenigd Koninkrijk
224 op zee
28 in België
Dijkdoorbraak in de Alblasserwaard bij Papendrecht, 1 februari 1953.
Dijkdoorbraak in de Alblasserwaard bij Papendrecht, 1 februari 1953.
Geruïneerde huizen tijdens de Watersnoodramp van 1953. Gefotografeerd tijdens bezoek van Koningin Juliana aan het overstroomde gebied.
Opname van het overstroomde Oude Tonge op Goeree-Overflakkee vanuit een Amerikaanse legerhelikopter.

De watersnood van 1953, meestal aangeduid als de Watersnoodramp of Februariramp en aanvankelijk ook wel als Sint-Ignatiusvloed of Beatrixvloed, voltrok zich in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953.[1][noot 1][noot 2] De ramp was het gevolg van een combinatie van zware storm uit noordwestelijke richting, met een ongunstig daarmee samenvallend tijdstip van vloed en springtij. Het water in de trechtervormige zuidelijke Noordzee steeg daardoor tot extreme hoogte. Te Vlissingen, Hoek van Holland, IJmuiden en Harlingen werd de hoogste waterstand in 100 jaar gemeten, respectievelijk 4,55, 3,85, 3,85 en 3,85 meter hoger dan Normaal Amsterdams Peil (NAP).[2] Het gevolg was dat veel dijken overspoeld werden en doorbraken. Hele eilanden en landstreken inclusief steden en dorpen raakten overstroomd; dit leidde tot veel slachtoffers en grote schade.

Het aantal doden bedroeg 1836 in Nederland, 307 in het Verenigd Koninkrijk, 224 op zee, waaronder 133 bij het vergaan van een Britse veerboot en 28 in België. De ramp was aanleiding voor de ontwikkeling van een sterk verbeterde kustverdediging met zware stormvloedkeringen. Het meest ingrijpend zijn de Deltawerken in Nederland, terwijl in het Verenigd Koninkrijk onder meer de Thames Barrier en een stormvloedkering in de rivier Hull zijn gebouwd.

Karakteristieken

Oorzaken

Een stormvloed kan aan de kust extra gevaarlijk zijn als hij samenvalt met de vloed of, nog riskanter, met een springvloed: het getij waarin eens in de 15 dagen het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. De (spring)vloed wordt dan verhoogd met de stormvloed. Dit was de oorzaak van de watersnood van 1953. Op zaterdag 31 januari stond er bij de Orkney-eilanden ten noorden van Schotland een storm met orkaankracht. Deze zware noordwesterstorm ontwikkelde zich in de loop van de dag over de volle lengte van de Noordzee en stuwde het water in de trechtervormige Noordzee op tot recordhoogte. In de avond en nacht was er sprake van een langgerekt stormveld uit noordwest tot noord, de gevaarlijkste richting. Bovendien duurde de storm erg lang: weerstation De Kooy bij Den Helder meldde zowel op de 31 januari als op 1 februari een daggemiddelde van windkracht acht. In Nederland begaven de dijken in het Deltagebied het op veel plaatsen en liepen een groot deel van de provincie Zeeland, de Zuid-Hollandse Eilanden en delen van westelijk Noord-Brabant onder water. Zo werd Nederland in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag 1 februari 1953 getroffen door een van de grootste natuurrampen uit zijn geschiedenis, de grootste zelfs sinds 1570 (derde Allerheiligenvloed).

Voorgeschiedenis

Veel dijken, vooral in het deltagebied, waren te laag en te zwak. Rijkswaterstaat onderkende dit al in de jaren 1920 en werkte aan plannen om binnenwateren van de zee af te sluiten door het aanleggen van nieuwe kunstwerken. De Afsluitdijk, die gereed was gekomen in 1932, was een eerste belangrijke aanzet daartoe. Pas na de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog werden de eerste werken in Zuidwest-Nederland uitgevoerd: de Botlek, de Brielse Maas (1950) en de Braakman (1952) werden afgedamd. Toch had de kustbescherming geen prioriteit. In 1950 werd het reeds bescheiden budget nog eens beperkt. De naoorlogse economische wederopbouw had voorrang.[3] De ramp van 1953 leidde tot snelle en ingrijpende maatregelen en vormde de directe aanleiding tot de Deltawerken.

Schade

In Nederland kostte de ramp aan 1836 mensen het leven. Daarnaast veroorzaakte de vloed in Zuidwest-Nederland grote schade aan de veestapel, woningen, gebouwen en infrastructuur. Zo'n 100.000 mensen verloren hun huis en bezittingen. Er verdronken tienduizenden dieren. Er werden 4500 huizen en gebouwen verwoest en 200.000 hectare grond kwam onder water te staan.[4] Het Zuid-Hollandse dorp Oude Tonge was de plaats waar de meeste slachtoffers vielen: 305 doden. Voor veel overlevenden uit de getroffen gebieden vormen de herinneringen aan de ramp een levenslang trauma.

Ook in het Verenigd Koninkrijk, België en Duitsland vonden overstromingen plaats en vielen honderden slachtoffers.[5] Op zee verloren velen het leven door schipbreuken. In de Ardennen ontstond een sneeuwlaag van twee meter ook omdat na de storm nog een aantal dagen een noordelijke stroming koude onstabiele lucht bleef aanvoeren.

Naam

De Watersnood(-ramp) van 1953 werd aanvankelijk ook wel aangeduid als 'Sint-Ignatiusvloed', naar Sint Ignatius, wiens naamdag tot 1969 op 1 februari viel (maar sinds 1969 op 17 oktober).[6] Met deze naam werd een traditie gevolgd om grote overstromingen in het Deltagebied te vernoemen naar de dag van de rooms-katholieke heiligenkalender. Onder meer de Sint-Elisabethsvloeden van 1404, 1421 en 1424, en de Allerheiligenvloeden van 1532 en 1570 zijn hier voorbeelden van. De naam 'Sint-Ignatiusvloed' vond echter niet algemeen ingang. Protestants-christelijken spraken aanvankelijk liever van Beatrixvloed, omdat de watersnood plaatsvond in de nacht na de vijftiende verjaardag van prinses Beatrix. Deze tweede naam maakte nog minder opgang. Stormramp was een meer zakelijke term, maar te weinig specifiek. Later werd steeds vaker van 'de Watersnoodramp' gesproken, of van 'de Watersnood', of eenvoudig van 'de ramp (van 1953)'.[7]

Gebeurtenissen

Herdenking watersnoodramp en blik op het Deltaplan in het Polygoonjournaal (1959)

Verloop van de ramp in Nederland

Zaterdagavond 31 januari 1953 stond er een zware noordwesterstorm. Rond middernacht was het aan de zuidwestkust van Nederland laagwater. Het zou daar dus op zondagmorgen 1 februari tussen 4 en 6 uur hoogwater zijn.

De Stormvloedseindienst maakte vanaf zaterdagmorgen aan de op de dienst geabonneerde autoriteiten melding van de opkomende 'zeer zware noordwesterstorm'. Tijdens laagwater op die zaterdagavond stond het waterpeil ongeveer even hoog als het normaal bij hoogwater staat. Bovendien was het springtij, wat betekende dat het waterpeil nog extra zou stijgen. In de algemene weersverwachting werd die zaterdagavond gewaarschuwd voor 'gevaarlijk hoogwater', toen de hoogst mogelijke staat van alarm. Deze waarschuwing werd echter door velen in het rampgebied niet gehoord of verkeerd begrepen. Toendertijd sloot de radio om middernacht, en pogingen om deze langer in de lucht te houden mislukten. Ook de toen nog bemande telefooncentrales sloten in de avond.

De Grevelingen en Oosterschelde waren in 1953 nog geheel open zee-armen. Tijdens de rampnacht werd het water daar zeer hoog opgestuwd. Op de kop van het eiland Schouwen-Duiveland bereikte de waterstand het hoogste niveau van de gehele Nederlandse kustlijn. Meer landinwaarts, bij Bruinisse, kwam het opkomende water uit de Grevelingen en uit de Oosterschelde samen. Zondagmorgen vroeg kwam het waterpeil daar tot NAP + 4,5 meter: een ongeëvenaard hoog niveau.

Tussen 4 en 6 uur 's morgens braken op vele plaatsen de dijken. Vooral de noord- en oostkant van de Oosterschelde (Stavenisse, Ouwerkerk, Nieuwerkerk), van de Grevelingen (Oude-Tonge en Nieuwe-Tonge) en van het Hollandsch Diep (Schuring en 's-Gravendeel) werden zwaar getroffen. De eerste berichten die duidden op een ramp van ongekende omvang kwamen op zondagochtend vanuit Zwijndrecht, waar het water over de ringdijk sloeg, en uit Willemstad, waar de polders Ruykenhil en Oude Heyningen en het stadje zelf begonnen onder te lopen. Hierna volgden berichten over dijkdoorbraken tussen Hoek van Holland en Maassluis; bij Cadzand in Zeeuws-Vlaanderen bleek een stuk duin weggeslagen en snel werd duidelijk dat er ook reeds overstromingen gaande waren op vele tussenliggende plaatsen waarmee nog geen telefonisch contact mogelijk was. Reeds op 2 februari werd terwijl de totale omvang nog onbekend was bericht over een "watersnoodramp".[8]

Op sommige plaatsen op het Zuidhollandse eiland Goeree-Overflakkee stroomde het water zo hard de polders in, dat dorpen als Oude- en Nieuwe-Tonge binnen ongeveer een half uur twee tot drie meter onder water stonden. Elders verliep de overstroming geleidelijker en/of kwam het water niet zo hoog. Zo bereikte het water Ooltgensplaat, een dorp vlak bij Oude- en Nieuwe-Tonge, pas rond 7 uur 's morgens, en steeg het er tot een hoogte van zo'n twee meter. Op Duiveland werd de hoogste waterstand zelfs pas in de loop van de zondagmiddag bereikt.

Telefoon- en telegraafverbindingen waren door de overstroming beschadigd en onbruikbaar geworden. Enkele tientallen zendamateurs zetten binnen enkele uren een noodradionetwerk op. Ze werkten gedurende tien dagen en nachten om met hun zenders radiocommunicatie te verzorgen. Het was in die eerste dagen vrijwel de enige contactmogelijkheid tussen de overstroomde gebieden en de buitenwereld.[9]

Overstromingen in Nederland

In één nacht veranderde 165.000 hectare land in een rampgebied bedekt door de zee. De overstromingen zetten grote delen van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant onder water. Alhoewel een groot gebied werd overstroomd, werden sommige plaatsen veel zwaarder getroffen dan andere.

Door de diverse dijkdoorbraken vielen er op sommige plaatsen veel slachtoffers. In Stavenisse op Tholen kwamen meer dan 150 mensen om, in Stellendam op Goeree vielen 61 slachtoffers en het Brabantse Fijnaart telde 76 doden.

Het zwaarst werden de zuidzijde van Duiveland en van Overflakkee getroffen. Daar viel ruim 40% van het totale aantal slachtoffers van deze watersnoodramp. In Oude-Tonge kwamen 305 mensen om (9,9% van de bevolking), in Nieuwe-Tonge 85 (4%), in Nieuwerkerk 288 (15,4%) en in Ouwerkerk 91 (16,3%).

Het aantal slachtoffers in de genoemde vier dorpen verschilt soms sterk van dat in nabijgelegen dorpen. In Ooltgensplaat, enkele kilometers ten oosten van Oude- en Nieuwe-Tonge, vielen twee slachtoffers. In Den Bommel en in Stad aan 't Haringvliet, gelegen aan de noordzijde van Overflakkee, kwamen respectievelijk negen en geen mensen om. En terwijl er honderden doden in Nieuwerkerk en Ouwerkerk vielen, kwam er in het aan de noordzijde van Duiveland gelegen Bruinisse slechts één inwoner om het leven.

Begraafplaats rampslachtoffers Oude-Tonge

De meest waarschijnlijke oorzaken voor dergelijke verschillen in aantallen slachtoffers zijn:

  • de richting van de waterstromen;
  • hoogteverschillen binnen polders;
  • de kwaliteit van binnendijken;
  • de kwaliteit van het plaatselijk bestuur;
  • de vaak deplorabele staat van met name arbeiderswoningen.

Deze factoren maakten het verschil tussen een kolossale ramp zoals in Oude-Tonge en Nieuwerkerk of een noodlottige overstroming zoals in Ooltgensplaat of Bruinisse.

Op tal van andere plaatsen vielen ook slachtoffers te betreuren of vonden opvallende gebeurtenissen plaats. Op Texel verdronken zes polderarbeiders op weg naar een bedreigd dijkvak. Bij Cadzand sloeg water over de dijk en bij Kruiningen werd door de nog openstaande coupure de veerhaven geheel weggeslagen. In zeer korte tijd liep de Kruiningerpolder (1400 hectare) onder water. Het water stroomde aan de noordkant van Dordrecht binnen. In Rotterdam werd een recordwaterhoogte gemeld en kwamen delen van Rotterdam-Zuid onder water te staan, evenals in Vlaardingen het gebied van de Maasboulevard tot aan de spoorlijn Rotterdam-Hoek van Holland. Op het eiland Rozenburg waren de dijken doorgebroken. In Stellendam stond het water tot aan de zolders van de huizen. Veere stond onder water. Bij Wolphaartsdijk sloeg een gat in de dijk, en ook bij Ossenisse was de dijk doorgebroken. De Nieuwerkerkpolder en Suzannapolder overstroomden. Bij Rammekens sloegen gaten in de dijk. Reigerspolder en gedeelten van Zuid-Beveland stonden onder water. Rilland-Bath was geïsoleerd. Stavenisse stond onder water, in Zeeuws-Vlaanderen braken er een paar dijken door.

Bij strandtoegang Beukel bij 's-Gravenzande versterkten ca. honderd opgeroepen mannen de smalle duinenrij met zandzakken om het Westland voor overstroming te behoeden.

Tweede vloed

Circa de helft van het totale aantal slachtoffers viel in de nacht van zaterdag op zondag. De zondagmiddag daarop zorgde het getij in combinatie met harde wind ervoor dat vele overlevenden van de nacht tevoren toen alsnog de dood vonden. Veel huizen die de eerste vloed hadden doorstaan (met de bewoners op zolders of op de daken) stortten alsnog door de sterke stroming ineen. De hulpverlening van buiten de door het water aangetaste gebieden kwam de eerste dag nog nauwelijks op gang, de schaal van de catastrofe werd pas maandag goed duidelijk.

Directe hulpverlening

Directe hulpverlening werd op en meteen na 1 februari onder andere geboden door reddingsboten van de KNRM die gestationeerd waren in Stellendam, Veere, Ouddorp, Hoek van Holland, Cadzand, 's-Gravenzande en Breskens. De bemanningen van veel vissersschepen, ook van buiten het rampgebied, behoorden tot de eerste hulpverleners. Ook particulieren met schepen en boten verleenden reddingsdiensten.[10] Vanuit Maasbracht vertrokken op 2 februari dertig riviersleepboten richting Zeeland.[11] De Nederlandse krijgsmacht zette die dag haar enige helikopter in, al snel bijgestaan door hefschroefvliegtuigen van de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena.

Schepen in de dijk
Dubbeltje op zijn kant, monument op de Groenedijk bij Nieuwerkerk aan den IJssel.

In Zuid-Holland sloeg om half zes een gat van vijftien meter in Schielands Hoge Zeedijk bij Nieuwerkerk aan den IJssel. De dijkdoorbraak werd ternauwernood voorkomen doordat een 18 meter lang binnenschip op last van de burgemeester dwars voor het gat in de dijk gemanoeuvreerd werd en het zo dichtte. Het overstromen van grote delen van Zuid-Holland werd hierdoor voorkomen.[12]

Om ongeveer half zeven in die nacht brak aan de overkant bij Ouderkerk aan den IJssel de IJsseldijk door. Er ontstond een gat van veertig meter. Met twee sloopschepen en zandzakken werd om twee uur ’s middags geprobeerd het gat te dichten. Maar pas door het storten van puin en zand uit het schip Avontuur, dat tegen de sloopschepen was afgemeerd, lukte het toch een stabielere dam te maken.[13]

Watersnood in België, Groot-Brittannië en Duitsland

Overstroomde gebieden in België
Situatie in Groot-Brittannië; de blauwe gebieden overstroomden

Tegelijk met de watersnood in Nederland vonden ook in België, Groot-Brittannië en Noordwest-Duitsland overstromingen plaats.

In België braken dijken op 37 plaatsen door. Diverse kleinere en grotere steden aan de kust en langs de Schelde liepen (deels) onder. De binnenstad van Oostende stond geheel onder water, na doorbraak van de naburige zeedijk. De stad Antwerpen werd getroffen en ook de polderdorpen Lillo, Zandvliet en Berendrecht werden overspoeld. In Wintam en Hingene (deelgemeenten van Bornem) stond het water tot twee meter hoog: er was een bres in de Rupeldijk geslagen van 75 m lang en 15 m diep. Pas op 10 april kon deze gedicht worden.[14]

In België overstroomden zo'n vijftienduizend hectare landbouwgrond en er kwamen 28 mensen om het leven.[15]

Langs de kust en de Schelde vonden na de watersnood vele dijkverhogingen plaats.

Ook het Verenigd Koninkrijk werd door het water overvallen. Daar werd 1.600 kilometer kust getroffen en kilometers dijk beschadigd, waardoor 1.000 vierkante kilometer aan land overstroomde. Dertigduizend mensen moesten geëvacueerd worden. Na de watersnood werden in het Verenigd Koninkrijk plannen gemaakt die onder andere resulteerden in de Thames Barrier.

Verslaggeving, televisie-uitzending en radiocommunicatie

Heel Nederland luisterde de hele dag door naar radio-uitzendingen met de laatste nieuwsberichten over de ramp. Radioverslaggevers als Jan de Troye en Arie Kleijwegt van de VARA, Siebe van der Zee van de AVRO en Herman Felderhof en Goos Kamphuis van de NCRV maakten indringende verslagen. Omdat het rampgebied moeilijk toegankelijk was werden de uitzendingen noodgedwongen vanuit de randgebieden gemaakt. Alleen daar was PTT-verbinding met de zenders in Hilversum mogelijk. Voor de hulpverlening noodzakelijke verbindingen vanuit het Nederlandse rampgebied werden vaak door radiozendamateurs verzorgd.

De in Zierikzee wonende radiotechnicus Peter Hossfeld bewerkstelligde dat Schouwen-Duiveland contact kreeg met de buitenwereld. Daarmee redde hij waarschijnlijk vele mensenlevens.[16]

Carel Enkelaar, verslaggever van de Volkskrant, huurde op zondag 1 februari een Dakota. Omdat de Rijksluchtvaartdienst geen toestemming gaf voor een vlucht boven het rampgebied, werd in het vluchtplan Brussel als bestemming aangegeven.[17] Fotograaf Jan Stevens legde tijdens deze vlucht de beelden van de Watersnoodramp vast, die de hele wereld overgingen. Lange tijd werd gedacht dat piloot Willem van Veenendaal de Dakota bestuurde. Hoewel Van Veenendaal wel als waarnemer aanwezig was bij de vlucht, was het KLM-piloot Piet Hoorweg die de vlucht maakte.[18] Na de vlucht stelde Van Veenendaal telefonisch de president-directeur van de KLM Plesman op de hoogte van hun bevindingen. Plesman heeft vervolgens bij de regering de ernst van de situatie onder ogen gebracht. Mede dankzij deze inlichtingen en vooral door de gemaakte pers- en fotoreportage kwam de binnen- en buitenlandse hulpverlening op gang.[19][20]

Geheel nieuw was de berichtgeving via het medium televisie, waardoor in binnen- en buitenland beelden konden worden getoond van de overstromingen: de NTS wijdde extra uitzendingen aan de ramp, alsook de diverse omroepverenigingen.[21]

Nasleep in Nederland

Bioscoopjournaal van 1 april 1953. Overzicht van de situatie op Schouwen-Duiveland kort na de watersnoodramp.

Bezoek van de koninklijke familie

Koningin Juliana, prins Bernhard, kroonprinses Beatrix en prinses Wilhelmina bezochten het rampgebied en de slachtoffers.

Dag van nationale rouw

Op 8 februari 1953 hield Nederland een dag van nationale rouw en hield koningin Juliana een toespraak op de radio.[22][23]

Civiele hulp

Onderzoekster Henny Langeveld in Kruiningen (Zuid-Beveland) na de watersnoodramp
Drents vee voor het getroffen gebied, Polygoonjournaal april 1953

Een grote landelijke hulpactie kwam op gang, ondersteund door de radio. De NCRV-presentator Johan Bodegraven werd beroemd met de zeer succesvolle – en eerste massale – geldinzamelingsactie Beurzen open, dijken dicht. Zowel op lokaal, nationaal en internationaal niveau werd veel hulp geboden – in totaal zou er zo'n 138 miljoen gulden (62,5 miljoen euro) worden opgehaald voor de getroffenen. Ook werden er vanuit de hele wereld hulpgoederen (kleding, huisraad, linnengoed en voedsel) gestuurd. Het Nederlandse Rode Kruis ontving zoveel goederen dat ze na enige tijd niet meer wist wat ze ermee aan moest. Een deel van de goederen is vervolgens verscheept naar andere rampgebieden of landen in de derde wereld. Al in 1953 werd begonnen met de wederopbouw van de getroffen gebieden. Vooral de Scandinavische landen leverden veel bouwmaterialen, soms zelfs hele prefabhuizen. In het rampgebied kan men ook nu nog huizen naar Zweedse, Noorse, Deense of Finse snit zien.[24]

Vanuit Italië werd hulp geboden door de Corpo Nazionale Vigili del Fuoco (Nationale brandweer) met mankracht, zelf meegebracht divers materieel en gereedschappen. Zo werden onder andere ingezet een roeibootje van de VVF Milano en een DUKW-amfibievoertuig van de VVF Corpo Roma rond Zevenbergen.[25]

Militaire hulp

De Franse regering stuurde als eerste genietroepen naar de Nederlandse rampgebieden. Ook vanuit België, Verenigde Staten, Duitsland, Zweden, Italië en Groot-Brittannië werd hulp geboden.

Economie en Deltawerken

Zie Deltawerken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In de Nederlandse politiek kwam de discussie over de dijkbeveiliging op gang. De Deltacommissie werd ingesteld en het Deltaplan werd geboren, dat onder meer de afsluiting van enkele zeearmen behelsde. De wederopbouw en de totstandkoming van de Deltawerken brachten veel werkgelegenheid naar Zeeland. Bovendien was er door de hulp zoveel geld binnengekomen, dat veel slachtoffers financieel beter af waren dan voor de ramp. De provincie maakte in de jaren na de watersnood een bloeiperiode door, waardoor men in een paar jaar tijd tientallen jaren vooruitging. In Zeeland kent men daarom het cynische grapje: 'Heer, geef ons heden het dagelijks brood en elke vijf jaar een watersnood'. Voor heel Nederland groeide het bruto binnenlands product in het jaar van de ramp volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek met 8,4 procent, een ongehoord hoog percentage. De rijksoverheid schroefde de consumptie met tien procent op en de investeringen waren in 1953 zestig procent hoger dan het jaar ervoor. Dit alles gaf een krachtige positieve impuls aan de Nederlandse economie.

Aantal slachtoffers

Nederland

Kort na de ramp verzochten de burgerlijke autoriteiten het Rode Kruis om te zorgen voor de administratie van slachtoffers. Tot eind september 1953 publiceerde het Rode Kruis regelmatig overzichten van omgekomen en vermiste personen. De laatst gepubliceerde lijst is van eind september 1953 en telt 1795 slachtoffers. Ze zijn als volgt over de provincies verdeeld:

  • Noord-Brabant: 247
  • Noord-Holland: 7
  • Zeeland: 864
  • Zuid-Holland: 677
Watersnoodmonument Kruiningen.
Jonge vrouw met in een deken gewikkeld kind, waarvan alleen een handje te zien is.
Op de sokkel:
HOORT GIJ DE ZEE
ACHTER MIJN HART?
DAN ZAL IK HEEN ZIJN,
EN GIJ ZULT MET DE ZEE
ALLEEN ZIJN.
DE GOLVEN ZULLEN
BREKEN IN UW HART.

beeld: Jan Wolkers, tekst: A. Roland Holst
Plaats Slachtoffers
(vermisten en geborgen)[26]
Oude-Tonge 305
Nieuwerkerk 288
Stavenisse 156
Ouwerkerk 91
Nieuwe-Tonge 85
Fijnaart/Heiningen 76
Halsteren 68
Oosterland 65
Kruiningen 62
Stellendam 61
Numansdorp 56
Nieuw Vossemeer 50
Kortgene 49
Strijen 40
's-Gravendeel 37
Dreischor 32
Zierikzee 24
Zuidland 21
Middelharnis 17
Klundert 17
Serooskerke 15
Rilland-Bath 12
Wolphaartsdijk 12
St. Philipsland 10
Steenbergen 10
Plaatsen t/m 10 vermisten/geborgen vermeld.

Later werd bekend dat er in Nieuwerkerk (Zeeland) tijdens de rampnacht nog twee kinderen zijn geboren. Beide kwamen met hun moeders om het leven. Verder staan er in de slachtofferlijst 97 vermiste of (nog) niet geïdentificeerde personen. Daar moeten de twee pasgeborenen aan worden toegevoegd. Na publicatie van de 'Volledige lijst' zijn er nog slachtoffers teruggevonden en geïdentificeerd. Het aantal vermisten of niet-geïdentificeerden is dus lager, maar het precieze aantal is onbekend.

Naast de slachtoffers in Nederland vergingen er op de Noordzee drie onder Nederlandse vlag varende schepen, de haringkotter IJM 60 Catharina Duyvis en de kustvaarders Salland en Westland met in totaal 33 à 37 opvarenden.

Het totale aantal personen, verblijvend in Nederland of op een Nederlands schip, van wie bekend is dat zij omgekomen zijn door of tijdens de noordwesterstorm of de watersnoodramp van februari 1953, komt daarmee op 1795 + 2 + 33 (+ 4?) = 1830 à 1834 personen.

Vaak wordt het aantal slachtoffers van de overstromingen, dus zonder de omgekomen zeelieden, gesteld op 1835. Dat is het voorlopige aantal slachtoffers zoals in februari 1954 door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gepubliceerd. Het verschil met de hier genoemde bronnen is onverklaarbaar, aangezien de basisgegevens van het CBS verdwenen zijn. Waarschijnlijk is het toepassen van verschillende criteria de belangrijkste oorzaak. Op de 'Volledige lijst' van het Rode Kruis staat ten minste een persoon die op zondagmorgen een natuurlijke dood is gestorven. Verder staan er enkele militairen op die respectievelijk op 2 en 4 februari tijdens reddingswerk omkwamen. Tot slot zijn er waarschijnlijk personen als gevolg van de watersnoodramp overleden nadat zij waren geëvacueerd. Hun aantal is onbekend.

Het KNMI spreekt van 1836 slachtoffers.[27] Dit kan als volgt worden verklaard: zaterdagmorgen 31 januari werd er een kind geboren, maar omdat het weekend was, was het gemeentehuis gesloten en kon er dus nog geen aangifte van de geboorte gedaan worden; dit moest na het weekend gebeuren. In de nacht van zaterdag op zondag vond echter deze ramp plaats, waarbij ook deze moeder met haar baby in de golven verdwenen.

België

Bredene tijdens de watersnood

In België verdronken gedurende de ramp 28 mensen.

Verenigd Koninkrijk

In Engeland verloren 307 en in Schotland 19 mensen het leven als gevolg van deze watersnoodramp.[5]

Op zee

In totaal zijn door de februaristorm van 1953 ongeveer 220 mensen op zee omgekomen, onder wie 133 opvarenden van de Britse veerboot Princess Victoria, en de bemanningen van de Nederlandse schepen Salland, Westland en IJM 60 Catharina Duyvis. De IJM 60 Catharina Duyvis met 16 bemanningsleden en de kustvaarder Salland vergingen ter hoogte van Egmond aan Zee, respectievelijk op ongeveer 16 kilometer en 30 kilometer uit de kust. De Salland was vertrokken uit Par (Cornwall) en op weg naar Stockholm, met 7 à 10 opvarenden. De kustvaarder Westland met 10 koppen was onderweg van Cuxhaven naar King's Lynn en verging op ongeveer 10 kilometer uit de kust van Terschelling.[28][29][30]

Acties

In binnen- en buitenland werd massaal kleding, geld en goederen ingezameld ten behoeve van de getroffenen. De Nederlandse radio produceerde een wekelijks geldinzamelingsprogramma onder het motto Beurzen open, dijken dicht. Deze actie bracht bijna 138 miljoen gulden (omgerekend bijna 500 miljoen euro) op voor het Rampenfonds.

De beroepsvoetballers Bram Appel en Theo Timmermans organiseerden samen met andere, in het buitenland spelende, Nederlandse voetballers een officieuze interland tegen Frankrijk om zo geld voor de slachtoffers van de ramp in te zamelen. Het 'uitschot' (zoals de profs in Nederland in die dagen werden bestempeld door de KNVB, voor wie 'betaald voetbal' nog een sportieve doodzonde was) speelde op 12 maart 1953 voor 8.000 toegestroomde landgenoten in Parijs tegen het veel sterker geachte Frankrijk en won met 1–2. Deze voetbalwedstrijd zou de geschiedenis ingaan als de watersnoodwedstrijd.

De watersnood in de hedendaagse cultuur

Geschiedschrijving

Monument voor de slachtoffers uit Wolphaartsdijk, opgericht in 2005

De watersnood van 1953 heeft een belangrijke plaats in de Nederlandse geschiedschrijving en droeg middels die geschiedschrijving bij aan de Nederlandse identiteitsvorming in de decennia erna.

Selma Leydesdorff probeerde in 1993 in haar op mondelinge overleveringen gebaseerde onderzoek naar de Zeeuwse ramp het nationale perspectief te verlaten opdat de getroffenen hun eigen geschiedenis zouden kunnen vertellen. De uitkomsten van dit onderzoek zijn neergelegd in het boek 'Het water en de herinnering'. Met de hierin weergegeven interviews zijn lijnen getrokken tussen de individuele herinneringen en is gekeken naar waar de overeenkomsten liggen. Wat opvalt, is dat de herinnering voor een deel collectief is, gebonden aan de regionale gebeurtenissen en omstandigheden. De geïnterviewden hebben wel geprobeerd een plaats te zoeken in de nationale herinnering, maar hebben die niet gevonden. Zij herkennen zich niet in de nationale trots, de Deltawerken, het spreekwoordelijke 'luctor et emergo' (ik worstel en kom boven), de wapenspreuk van de Zeeuwen. Ze zijn er wel trots op, maar hun denken valt in de reeks: water, verdriet, bijna verdrinken, redding en veiligheid. Nationaal zou de reeks ongeveer luiden: Nederlandse identiteit, wederopbouw, beheersbaarheid van de natuur, technologische vernieuwing. In ieder geval een reeks waarin persoonlijk leed en bestaande angst van ondergeschikte betekenis zijn. Na het gezamenlijke in de herinnering van de geïnterviewden houdt collectiviteit op. Er volgt een verhaal over verdriet, verwerking en terugkeer naar het vernielde land. Niet alle geïnterviewden zijn slachtoffer gebleven, hoe zij worstelend zijn bovengekomen, bepaalt hun beeld van de ramp.

Kees Slager gaf in zijn boek 'De ramp' een reconstructie van gebeurtenissen en beslissingen door diverse instanties (1992; negende, uitgebreide druk 2013). Hij ging ook in op de oorzaken en de gevolgen van de ramp. Daarvoor deed hij uitvoerig onderzoek in archieven en sprak met ruim 250 ooggetuigen. Hij onthulde niet eerder gepubliceerde feiten over vergeefse waarschuwingen voor de te zwakke zeewering, verwaarloosde dijken en slecht toegeruste hulporganisaties. Het boek geeft een verslag van wat er zich van uur tot uur en van plaats tot plaats afspeelde.

Geschiedeniscanons

Film Canon van Zeeland, Watersnood 1953

De watersnood van 1953 is opgenomen in de Canon van Zeeland en de Canon van Nederland. De commissie-Van Oostrom zag de ramp als een van de vijftig essentiële onderwerpen voor de Nederlandse geschiedenis in het voortgezet onderwijs.

Muziek

In 1988 namen The Amazing Stroopwafels het lied 'Voor De Storm' op. Dit lied gaat over de belevenissen van een jongen op Schouwen-Duiveland de dag voor de storm uitbrak.

Ter gelegenheid van de vijftigste herdenking van de ramp schreef Douwe Eisenga Requiem 1953, een groot werk voor koor en orkest.

Componist Jan Bosveld schreef een concertwerk voor fanfareorkest over de ramp en de herdenking ervan in het dorp Oude-Tonge, waar in 1953 vele dorpelingen verdronken. De compositie, die in 2009 te Oude-Tonge in première ging, is getiteld Grijsoord.

Theater

In 2011 kwam het tot een musical getiteld 1953. Hoofdrollen worden vertolkt door Ben Cramer en Joke de Kruijf.

Film

In 2009 kwam de film De Storm uit van regisseur Ben Sombogaart. De belangrijkste spelers zijn Sylvia Hoeks en Barry Atsma.

Straatnamen

De straten in de Rotterdamse wijk Pendrecht zijn vrijwel allemaal vernoemd naar Zuid-Hollandse, Zeeuwse en Brabantse plaatsen die door de watersnoodramp werden getroffen. Centraal in de wijk ligt Plein 1953.

Externe links