Vizier (wapen)
Een vizier is een optisch richtmiddel op een wapen, een waterpastoestel, een fototoestel of camera.
Vuurwapens
Het probleem voor een vizier van een geweer, een mitrailleur of een kanon is dat licht (bij gelijke temperatuur van de lucht) een rechte lijn volgt van het richtpunt naar het vizier en dat het projectiel als gevolg van kogelval een kromme baan volgt die ook beïnvloed wordt door wind, luchtdichtheid en draaiing van de kogel/granaat. De lijn van vizier naar mikpunt zal daarom, afhankelijk van de positie van het richtmiddel t.o.v. de loop, links of rechts, lager maar op grotere afstand hoger gericht moeten worden dan de richting van de loop. Afgezien van het snijpunt direct voor de loop, zal er dan een punt zijn waarin de vizierrichting en de baan van het projectiel elkaar snijden. Dat punt moet het mikpunt zijn.
Een pistool of revolver heeft als richtmiddel meestal een keep en een korrel. Een vizier op een mitrailleur die op een twee- of driepootssteun bevestigd is, heeft een ronde schijf met een mikkruis in het midden. Ook snelvuurbewapening op tanks, vliegtuigen en oorlogsschepen hebben een vizier als richttoestel, om het doel goed te lokaliseren en te treffen. Als een doel in het mikkruis van het vizier komt, is men er bijna zeker van het doel te raken. Men moet wel rekening houden met de terugslag van het wapen en de snelheid waarmee het doel beweegt. Zo kan men een vliegtuig raken door voor de neus van het vliegtuig te richten.
Bomrichtvizier
Bommenrichters in bommenwerpers lagen op hun buik en keken in de rubberen vizierkap, door het doorkruiste vizierglas, om hun doelwit te lokaliseren. Kwam het doel voor het vizier, dan werden de bommen gelost door een druk op de knop. Vooral bij zeer hoog vliegende bommenwerpers was het zeer dikwijls ernaast, zodat de bommen kilometers van het eigenlijke doel neerkwamen, met burgerslachtoffers tot gevolg.
Periscoopvizier
Bij onderzeeërs ziet de bevelhebber in zijn periscoopvizier een horizontale lijn met verticale meetlijnen, vergelijkbaar met een baak en afstandsdraden in een waterpastoestel. Deze meetlijnen wijzen de afstand in 'hoek inzien', van het te torpederen schip. De middenlijn is het centerpunt. Daar moet de onderzeeër zijn koersrichting inzetten zodat het centerpunt gelijkstaat met de rechte koers van de onderzeeboot. De bevelhebber ziet de 'hoek in' en berekent, met behulp van driehoeksmeting, de afstand naargelang de hoeveelheid verticale lijnen op welke afstand het vaartuig zich bevindt. Het periscoopvizier kan de bevelhebber op "normaal" zetten, dan ziet hij vanaf het centerpunt aan beide zijden 10 grote kilometer-afstandsmeetlijnen met daartussen nog kleinere lijnen voor de honderdtalmeters. Vergroot hij zijn vizier dan wordt het doel eveneens vergroot en zijn de verticale afstandslijnen maar 5 lijnen, ongeveer 5 km met eveneens de vergrote honderdtalmeters.
Ziet de commandant dat het schip op bijvoorbeeld de derde lijn, rechts van de kruislijn en bijvoorbeeld stuurboordrichting- kant van de onderzeeër, dan bevindt het vergrote doelwit zich op ongeveer 3 km van de schootlijnrichting, mede de afstand- en koersberekening van het doelwit. Is het te treffen doel op deze afstand, dan wordt de torpedo afgevuurd en telt men af tot de inslag. Een andere officier ziet boven de periscoopbun de azimut-gradenband waar het vijandelijk doel zich op dit ogenblik bevindt, want daarheen kijkt de onderzeebootcommandant in zijn periscoop. Zodoende berekent hij de afstand en de hoek waar het doel zich bevindt. Mede door gebruik te maken van de geluidspeiler kon men ook de positie bepalen van het vijandelijk schip.
Het kruisvizier bij periscopen is niet hét centrumpunt waar men moet vuren. Ziet de commandant het schip recht in het middelpunt van het kruisvizier en tevens de torpedorichting, die evenwijdig met de boeg van de onderzeeër wordt afgeschoten, en vuurt hij dan, dan loopt zijn torpedo verder, voorbij de achtersteven van het doelwit en is het zeker een misser. Want, eer de torpedo dáár is en de afstand onderzeeër/schip is afgelegd, is het te raken doelwit al lang gepasseerd.
De afstand die de torpedo moet afleggen en het voorbijvarende doelwit zorgen dan voor, dat het een misser wordt. Daarom moet men op een bepaalde afstand vóór het doel vuren. Het is een berekening zoals bij een winkelhaak. Het raakpunt is de 90° hoeklijn waarmee de richting van het doel vaart en waar de afgeschoten torpedorichtinglijn samenkomen. Niet altijd wordt een torpedo afgevuurd in een hoek van 90°. Het gebeurde ook dat de torpedo in een hoek van bijvoorbeeld 45° in een vaartuig insloeg, om een voorbijvarend doelwit te kunnen treffen.
Camera als vizier
Met de modernere jachttoestellen of straaljagers is alles zodanig geëvolueerd dat men bijna geen vizier meer nodig heeft. De computergestuurde telegeleide raketten, zoals o.a. luchtdoelraketten, lucht-luchtraketten en anti-scheepsraketten, sturen zichzelf naar het vijandelijke doelwit. Heden ten dage zijn de moderne oorlogsschepen met automatisch en onbemand boordgeschut uitgerust. Deze geschuttorens worden binnenin het schip met camera's, met vizier, bediend door een waarnemende schutter via zijn computer. De schutter zit achter zijn computer en zit relatief veilig in de centrale post van het schip en niet meer in de onveilige geschuttorens, FLAK of snelvuurkanonnen zoals weleer. Tijdens de oorlogen sneuvelden zeer veel boordschutters in hun geschuttorens, FLAK en snelvuurkanonnen.
Telescoopvizier
Een speciaal type vizier is het telescoopvizier. Dit wordt meestal gebruikt op geweren voor de jacht of in oorlogstijd door scherp- en sluipschutters. Een geweer of een jachtgeweer kan ook uitgerust zijn met een telescoopvizier. Telescoopvizieren hebben een telescoop waarin een kruisrichtpunt is aangebracht. Als het vizier juist is afgesteld treft de kogel precies de plaats waarop gericht wordt. Alleen de terugslag van het geweer kan de baan van de kogel enigszins wijzigen.