Verslag Koos van Strien: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Verklaring, afgelegd door de heer J.C. van Strien, Erasstraat 65, Kaatsheuvel, ten overstaan van en genoteerd door Th. Hartgring, functionaris der Stichting 1940-1945 te Rotterdan.
Betreft: H.A. van Kappel,
Populierenstraat 24,
Schiedam.
<hr>
VERKLARING
In de weken, onmiddellijk volgende op de feitelijke bevrijding van het gebied rond Raamsdonk overkwam mij het navolgende:
Ik meen dat het gebeurde in de vroege ochtend van 10 november 1944, maar ben daarvan niet zeker.
Op die ochtend ging ik de polder in tussen [[Raamsdonk]] en de [[Bergse Maas]]. Ik doel hier op het gebied dat bij ons bekend was als de zogenaamde werfkampen.
Mijn werkgever was toen de heer A. Rovers, wonende [[Lange Broekstraat 2a]] te Raamsdonk-Dorp. Eveneens gingen mee de heer J.B. Broeders te Raamsdonk en de heer Schoenmakers, die inmiddels is overleden.
In het desbetreffende gebied lagen gerooide bieten en deze moesten vorstvrij worden afgedekt. Zij wisten dat het desbetreffende gebied ’s nachts bijzonder onveilig was, omdat er wel Duitse patrouilles uit het Land van Heusden en Altena de Bergse Maas overstaken en het desbetreffende gebied verkenden.
In verband daarmee gingen wij tijdens volledige duisternis, teneinde weer terug te zijn als het ging dagen, zodat wij minder gemakkelijk konden worden opgemerkt door Duitse patrouilles aan de overkant van de Bergse Maas.
Schoenmakers reed de met een paard bespannen wagen met daarop een hoeveelheid stro. Ik liep er voor uit, teneinde
Schoenmakers te waarschuwen voor eventuele gaten in de weg.
Broeders en Rovers liepen er achter. Wij waren ongeveer 500 meter van de bietenkuil verwijderd( en dan minder dan 1 KM vanaf de Bergse Maas) toen er in het Duits halt werd geroepen.
-Aangezien-
[[Categorie:Getuigenverslagen]]
[[Categorie:Getuigenverslagen]]

Versie van 29 apr 2024 16:07

Verklaring, afgelegd door de heer J.C. van Strien, Erasstraat 65, Kaatsheuvel, ten overstaan van en genoteerd door Th. Hartgring, functionaris der Stichting 1940-1945 te Rotterdan.

Betreft: H.A. van Kappel, Populierenstraat 24, Schiedam.


VERKLARING

In de weken, onmiddellijk volgende op de feitelijke bevrijding van het gebied rond Raamsdonk overkwam mij het navolgende:

Ik meen dat het gebeurde in de vroege ochtend van 10 november 1944, maar ben daarvan niet zeker.

Op die ochtend ging ik de polder in tussen Raamsdonk en de Bergse Maas. Ik doel hier op het gebied dat bij ons bekend was als de zogenaamde werfkampen.

Mijn werkgever was toen de heer A. Rovers, wonende Lange Broekstraat 2a te Raamsdonk-Dorp. Eveneens gingen mee de heer J.B. Broeders te Raamsdonk en de heer Schoenmakers, die inmiddels is overleden.

In het desbetreffende gebied lagen gerooide bieten en deze moesten vorstvrij worden afgedekt. Zij wisten dat het desbetreffende gebied ’s nachts bijzonder onveilig was, omdat er wel Duitse patrouilles uit het Land van Heusden en Altena de Bergse Maas overstaken en het desbetreffende gebied verkenden.

In verband daarmee gingen wij tijdens volledige duisternis, teneinde weer terug te zijn als het ging dagen, zodat wij minder gemakkelijk konden worden opgemerkt door Duitse patrouilles aan de overkant van de Bergse Maas. Schoenmakers reed de met een paard bespannen wagen met daarop een hoeveelheid stro. Ik liep er voor uit, teneinde Schoenmakers te waarschuwen voor eventuele gaten in de weg. Broeders en Rovers liepen er achter. Wij waren ongeveer 500 meter van de bietenkuil verwijderd( en dan minder dan 1 KM vanaf de Bergse Maas) toen er in het Duits halt werd geroepen.

-Aangezien- �