Stormvloed van 1916: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
kGeen bewerkingssamenvatting
 
(10 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox stormvloed
[[Bestand:Overstroming Schellingwoude 1916.jpg|miniatuur|Schellingwoude gedurende de watersnood van 14 januari 1916]]
| Naam = Stormvloed van 1916
| Afbeelding = Overstroming Schellingwoude 1916.jpg
| Onderschrift = [[Schellingwoude]] gedurende de [[watersnood]]
| Jaar = 1916
| Datum = 14 januari 1916
| Regio = Noord-Nederland, Zuiderzeegebied en Biesbosch
| Doden =
}}
[[Bestand:Overstroomde gebieden 1916.jpg|miniatuur|Bij de stormvloed van 13 januari 1916 ondergelopen gebieden, kaart uit rapport Rijkswaterstaat van september 1916]]
[[Bestand:Overstroomde gebieden 1916.jpg|miniatuur|Bij de stormvloed van 13 januari 1916 ondergelopen gebieden, kaart uit rapport Rijkswaterstaat van september 1916]]
De '''stormvloed van 1916''', '''Zuiderzeevloed van 1916''' of '''Januari-vloed''' is een [[Overstroming|watersnoodramp]] die zich in de nacht van [[13 januari|13]] op [[14 januari]] [[1916]] in [[Nederland]] rond de [[Zuiderzee]] voltrok.<ref>{{Citeer boek |titel=Verslag over den stormvloed van 13/14 januari 1916 |achternaam=Ramaer |voornaam=J.C. |auteurlink=Johan Christoffel Ramaer|medeauteurs=Wortman. H. |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:3ff3fdab-003b-477e-bad3-2d89361420d3 |uitgever=Rijkswaterstaat, gedrukt bij Van Langenhuysen |datum=1916}}</ref><ref>Jannetje Koelewijn, NRC Handelsblad 16 januari 2016.</ref>
De '''stormvloed van 1916''', '''Zuiderzeevloed van 1916''' of '''Januari-vloed''' is een [[Overstroming|watersnoodramp]] die zich in de nacht van 13 op 14 januari 1916 in Nederland rond de Zuiderzee voltrok.<ref>{{Citeer boek |titel=Verslag over den stormvloed van 13/14 januari 1916 |achternaam=Ramaer |voornaam=J.C. |auteurlink=Johan Christoffel Ramaer|medeauteurs=Wortman. H. |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:3ff3fdab-003b-477e-bad3-2d89361420d3 |uitgever=Rijkswaterstaat, gedrukt bij Van Langenhuysen |datum=1916}}</ref><ref>Jannetje Koelewijn, NRC Handelsblad 16 januari 2016.</ref>


== Verloop ==
== Verloop ==
Op 13 en 14 januari 1916 stak een grote [[Storm (wind)|storm]] op in Nederland.<ref name="KL">[http://www.kennislink.nl/publicaties/1916-de-watersnoodramp-die-nederland-veranderde 1916: De watersnoodramp die Nederland veranderde], www.kennislink.nl, geraadpleegd 6 september 2016.</ref> In de weken ervoor stond er al een krachtige zuidwesten en westen wind waardoor er al veel water vanuit de [[Noordzee]] in de Zuiderzee was gedreven. Het water stond al 30-70 centimeter hoger in de Zuiderzee dan gewoonlijk. Op 11 januari was ook een storm met wind uit het noordwesten, het water kon niet terug naar zee.  
Op 13 en 14 januari 1916 stak een grote storm op in Nederland.<ref name="KL">[http://www.kennislink.nl/publicaties/1916-de-watersnoodramp-die-nederland-veranderde 1916: De watersnoodramp die Nederland veranderde], www.kennislink.nl, geraadpleegd 6 september 2016.</ref> In de weken ervoor stond er al een krachtige zuidwesten en westen wind waardoor er al veel water vanuit de Noordzee in de Zuiderzee was gedreven. Het water stond al 30-70 centimeter hoger in de Zuiderzee dan gewoonlijk. Op 11 januari was ook een storm met wind uit het noordwesten, het water kon niet terug naar zee.  


Vanaf 13 januari raasde weer een storm over het land, het gevolg van een [[lagedrukgebied]] bij [[IJsland]]. De wind kwam uit het noordwesten waardoor Noordzee water naar de Nederlandse kust werd gedreven. De storm hield ook lang aan, de wind bleef in [[Den Helder]] gedurende 18 uur ten minste [[Schaal van Beaufort|windkracht]] 8 en maximaal 10 en bij [[Hoek van Holland]] werd zeven uur lang windkracht 11 gemeten.<ref name="KL"/>
Vanaf 13 januari raasde weer een storm over het land, het gevolg van een lagedrukgebied bij IJsland. De wind kwam uit het noordwesten waardoor Noordzee water naar de Nederlandse kust werd gedreven. De storm hield ook lang aan, de wind bleef in Den Helder gedurende 18 uur ten minste windkracht 8 en maximaal 10 en bij Hoek van Holland werd zeven uur lang windkracht 11 gemeten.<ref name="KL"/>


De waterstand steeg enorm op verschillende plaatsen in Nederland, zowel in het Zuiderzeegebied als aan de Noordzeekust, tot meer dan drie meter boven [[Normaal Amsterdams Peil|NAP]] bij vloed. Voor het Zuiderzeegebied werden de hoogste waterstanden rond 5 uur in de ochtend van 14 januari bereikt.<ref name="KL"/> Recordhoogtes werden gemeten in [[Spakenburg]], [[Muiden]], Zeeburg en [[Marken (Waterland)|Marken]].
De waterstand steeg enorm op verschillende plaatsen in Nederland, zowel in het Zuiderzeegebied als aan de Noordzeekust, tot meer dan drie meter boven NAP bij vloed. Voor het Zuiderzeegebied werden de hoogste waterstanden rond 5 uur in de ochtend van 14 januari bereikt.<ref name="KL"/> Recordhoogtes werden gemeten in Spakenburg, Muiden, Zeeburg en Marken.
   
   
De bovenrivieren voerden ook extra water af in de dezelfde periode waardoor de druk op rivierdijken extra toenam. De [[stormvloed]] viel samen met een hoge afvoer op de rivieren.<ref name="DW">[http://www.deltawerken.com/223 Deltawerken Online over de Zuiderzeevloed], www.deltawerken.com, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref>
De bovenrivieren voerden ook extra water af in de dezelfde periode waardoor de druk op rivierdijken extra toenam. De stormvloed viel samen met een hoge afvoer op de rivieren.<ref name="DW">[http://www.deltawerken.com/223 Deltawerken Online over de Zuiderzeevloed], www.deltawerken.com, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref>


Als gevolg braken op tientallen plaatsen de dijken en was daarnaast op veel plaatsen sprake van schade aan binnenbeloop en bekleding van de dijken.<ref name="KL"/> Enkele houten huizen op Marken vielen compleet om. In de provincie [[Noord-Holland]] vielen 21 doden, terwijl er bij diverse scheepsrampen op zee nog eens 32 mensen omkwamen. Koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] bezocht de getroffen gebieden.
Als gevolg braken op tientallen plaatsen de dijken en was daarnaast op veel plaatsen sprake van schade aan binnenbeloop en bekleding van de dijken.<ref name="KL"/> Enkele houten huizen op Marken vielen compleet om. In de provincie Noord-Holland vielen 21 doden, terwijl er bij diverse scheepsrampen op zee nog eens 32 mensen omkwamen. Koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] bezocht de getroffen gebieden.


== Doorbraken en overstromingen ==
== Doorbraken en overstromingen ==
Regel 44: Regel 36:
[[Bestand:Watersnood van 1916, Anna Paulownapolder.jpg|thumb|Militairen en burgers zijn ingezet om noodzeeweringen te leggen in de Anna Paulownapolder. Zakken met klei en zand worden neergelegd en daarna met aarde bedekt.]]
[[Bestand:Watersnood van 1916, Anna Paulownapolder.jpg|thumb|Militairen en burgers zijn ingezet om noodzeeweringen te leggen in de Anna Paulownapolder. Zakken met klei en zand worden neergelegd en daarna met aarde bedekt.]]
*Extreem hoog water langs de Zuiderzee vóór de ramp door aanhoudende noordwestenwind.
*Extreem hoog water langs de Zuiderzee vóór de ramp door aanhoudende noordwestenwind.
*Dagenlange regen had bovendien de - slecht onderhouden - dijken verslapt. In de ochtend van 14 januari 1916 joeg de wind het water over de [[Waterlandse Zeedijk]], die bij [[Katwoude]] brak.<ref name="DW" /> Hierdoor liep praktisch de hele regio [[Waterland (regio)|Waterland]] onder.<ref>[http://waterlandsarchief.nl/doen-en-leren/de-watersnoodramp-van-1916 De watersnoodramp van 1916], www.waterlandsarchief.nl, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref> Ook bij Uitdam en Durgerdam braken de dijken door. Tussen Zaandam, Purmerend en Edam tot aan het IJ bij Amsterdam-Noord had het water vrij spel.<ref>[http://waterlandsarchief.nl/afbeeldingen-en-kaarten/indeling/detail/start/12?q_theme_id=e407fb85-0437-6b1a-f775-bd4d03b733c0&titel=watersnood-1916 Watersnood 1916. Kaart van het overstromingsgebied, uit Ter Wee's album. Met de doorbraken bij Uitdam/Zuiderwoude en bij Katwoude], www.waterlandsarchief.nl, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref> Ook de verschillende polder- en ringdijken verdwenen goeddeels onder water.<ref name="ONH">[http://onh.nl/nl-NL/verhaal/356/de-watersnood-van-1916 De watersnood van 1916], Oneindig Noord-Holland, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref>
*Dagenlange regen had bovendien de - slecht onderhouden - dijken verslapt. In de ochtend van 14 januari 1916 joeg de wind het water over de Waterlandse Zeedijk, die bij Katwoude brak.<ref name="DW" /> Hierdoor liep praktisch de hele regio Waterland onder.<ref>[http://waterlandsarchief.nl/doen-en-leren/de-watersnoodramp-van-1916 De watersnoodramp van 1916], www.waterlandsarchief.nl, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref> Ook bij Uitdam en Durgerdam braken de dijken door. Tussen Zaandam, Purmerend en Edam tot aan het IJ bij Amsterdam-Noord had het water vrij spel.<ref>[http://waterlandsarchief.nl/afbeeldingen-en-kaarten/indeling/detail/start/12?q_theme_id=e407fb85-0437-6b1a-f775-bd4d03b733c0&titel=watersnood-1916 Watersnood 1916. Kaart van het overstromingsgebied, uit Ter Wee's album. Met de doorbraken bij Uitdam/Zuiderwoude en bij Katwoude], www.waterlandsarchief.nl, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref> Ook de verschillende polder- en ringdijken verdwenen goeddeels onder water.<ref name="ONH">[http://onh.nl/nl-NL/verhaal/356/de-watersnood-van-1916 De watersnood van 1916], Oneindig Noord-Holland, geraadpleegd 27 januari 2016.</ref>
*De Purmer en Wijdewormer bleven droog, evenals de dijken langs IJ en Zuiderzee.
*De Purmer en Wijdewormer bleven droog, evenals de dijken langs IJ en Zuiderzee.
*Het dieptepunt werd bereikt in de nacht van 22 op 23 februari met een noordoostelijke sneeuwstorm. Twee mannen verdronken op 18 februari in de Buikslotermeer toen zij zich niet langer aan een telefoonpaal konden vasthouden. Tussen de vluchtelingen in de kerk van Buiksloot glipte een meisje van vier het water in en verdronk. Daarnaast verdwenen vee, (huis)dieren en goederen in de golven.
*Het dieptepunt werd bereikt in de nacht van 22 op 23 februari met een noordoostelijke sneeuwstorm. Twee mannen verdronken op 18 februari in de Buikslotermeer toen zij zich niet langer aan een telefoonpaal konden vasthouden. Tussen de vluchtelingen in de kerk van Buiksloot glipte een meisje van vier het water in en verdronk. Daarnaast verdwenen vee, (huis)dieren en goederen in de golven.
Regel 58: Regel 50:


=== Effecten rond de Zuiderzee ===
=== Effecten rond de Zuiderzee ===
Journalist [[Minne van der Staal]] bezocht enkele dagen na de ramp de getroffen dorpen Marken, [[Bunschoten]] en Spakenburg. In opdracht van het Watersnood-Comité schreef hij later dat jaar het boek Januari-vloed.<ref>{{Citeer web |url=https://www.nrc.nl/nieuws/2016/01/16/nederland-zinkt-1577261-a272654 |titel=Nederland zinkt! |bezochtdatum=2020-09-10 |werk=NRC |archiefurl=https://web.archive.org/web/20201124214214/https://www.nrc.nl/nieuws/2016/01/16/nederland-zinkt-1577261-a272654 |archiefdatum=2020-11-24 |dodeurl=nee}}</ref> Enkele gemeenten raakten als gevolg van de door de watersnood veroorzaakte schade zo verarmd dat zij uit eigen beweging aansluiting vroegen bij de [[gemeente Amsterdam]]. Op 1 januari 1921 werden de gemeenten [[Buiksloot]], [[Nieuwendam]] en [[Ransdorp]] in hun geheel [[Annexatie|geannexeerd]] door Amsterdam. In 2016 werd, 100 jaar na de ramp, op Marken een monument voor alle slachtoffers onthuld.<ref>{{Citeer web |url=https://www.rijkswaterstaat.nl/over-ons/nieuws/nieuwsarchief/p2015/12/de-vergeten-watersnoodramp-van-1916.aspx |titel=De vergeten watersnoodramp van 1916 |auteur=Rijkswaterstaat, Rijkswaterstaat, Rijkswaterstaat |bezochtdatum=2018-01-04 |werk=www.rijkswaterstaat.nl |taal=nl |archiefurl=https://web.archive.org/web/20180105123055/https://www.rijkswaterstaat.nl/over-ons/nieuws/nieuwsarchief/p2015/12/de-vergeten-watersnoodramp-van-1916.aspx |archiefdatum=2018-01-05 |dodeurl=nee}}</ref> Het monument, ontworpen door [[Linda Verkaaik]], staat op de Hogedijk en kreeg de titel ''[[The Wave (watersnoodmonument)|The Wave]]''.<ref>{{Citeer web |url=https://www.knrm.nl/nieuws/knrm-reddingstation-marken/herdenkingsmonument-watersnoodramp-1916-op-marken |titel=Herdenkingsmonument Watersnoodramp 1916 op Marken - KNRM |bezochtdatum=2018-01-04 |taal=nl |archiefurl=https://web.archive.org/web/20200926083750/https://www.knrm.nl/nieuws/knrm-reddingstation-marken/herdenkingsmonument-watersnoodramp-1916-op-marken |archiefdatum=2020-09-26 |dodeurl=nee}}</ref>
Journalist Minne van der Staal bezocht enkele dagen na de ramp de getroffen dorpen Marken, Bunschoten en Spakenburg. In opdracht van het Watersnood-Comité schreef hij later dat jaar het boek Januari-vloed.<ref>{{Citeer web |url=https://www.nrc.nl/nieuws/2016/01/16/nederland-zinkt-1577261-a272654 |titel=Nederland zinkt! |bezochtdatum=2020-09-10 |werk=NRC |archiefurl=https://web.archive.org/web/20201124214214/https://www.nrc.nl/nieuws/2016/01/16/nederland-zinkt-1577261-a272654 |archiefdatum=2020-11-24 |dodeurl=nee}}</ref> Enkele gemeenten raakten als gevolg van de door de watersnood veroorzaakte schade zo verarmd dat zij uit eigen beweging aansluiting vroegen bij de gemeente Amsterdam. Op 1 januari 1921 werden de gemeenten Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp in hun geheel geannexeerd door Amsterdam. In 2016 werd, 100 jaar na de ramp, op Marken een monument voor alle slachtoffers onthuld.<ref>{{Citeer web |url=https://www.rijkswaterstaat.nl/over-ons/nieuws/nieuwsarchief/p2015/12/de-vergeten-watersnoodramp-van-1916.aspx |titel=De vergeten watersnoodramp van 1916 |auteur=Rijkswaterstaat, Rijkswaterstaat, Rijkswaterstaat |bezochtdatum=2018-01-04 |werk=www.rijkswaterstaat.nl |taal=nl |archiefurl=https://web.archive.org/web/20180105123055/https://www.rijkswaterstaat.nl/over-ons/nieuws/nieuwsarchief/p2015/12/de-vergeten-watersnoodramp-van-1916.aspx |archiefdatum=2018-01-05 |dodeurl=nee}}</ref> Het monument, ontworpen door Linda Verkaaik, staat op de Hogedijk en kreeg de titel ''The Wave''.<ref>{{Citeer web |url=https://www.knrm.nl/nieuws/knrm-reddingstation-marken/herdenkingsmonument-watersnoodramp-1916-op-marken |titel=Herdenkingsmonument Watersnoodramp 1916 op Marken - KNRM |bezochtdatum=2018-01-04 |taal=nl |archiefurl=https://web.archive.org/web/20200926083750/https://www.knrm.nl/nieuws/knrm-reddingstation-marken/herdenkingsmonument-watersnoodramp-1916-op-marken |archiefdatum=2020-09-26 |dodeurl=nee}}</ref>


=== Zuiderzeewerken ===
=== Zuiderzeewerken ===
[[Bestand:Marken Monument Watersnood 1916 01.jpg|miniatuur|Monument Watersnood op Marken]]
[[Bestand:Marken Monument Watersnood 1916 01.jpg|miniatuur|Monument Watersnood op Marken]]
[[Gerard Vissering]], president van [[De Nederlandsche Bank]], schreef in het [[Algemeen Handelsblad]] dat Nederland het [[Plan-Lely]] om de Zuiderzee af te sluiten moest uitvoeren. De [[Zuiderzeevereeniging]] organiseerde in [[Amsterdam]] een tentoonstelling hierover. [[Cornelis Lely]] diende op [[9 september]] [[1916]] zijn definitieve ontwerp in.<ref name="KL" /> Deze ramp in combinatie met de [[Aardappeloproer (1917)|voedselschaarste gedurende de Eerste Wereldoorlog]] leidde tot de totstandkoming van de [[Zuiderzeewet]]. De dijkversterkingen die naar aanleiding van de ramp werden uitgevoerd, waren in 1926 voltooid.<ref name="KL" /> In 1932 werd de Zuiderzee 'getemd' met de aanleg van de [[Afsluitdijk]].<ref name="ONH" /> Dit leidde echter ook tot het einde van de [[Zuiderzeevisserij]].
Gerard Vissering, president van De Nederlandsche Bank, schreef in het Algemeen Handelsblad dat Nederland het Plan-Lely om de Zuiderzee af te sluiten moest uitvoeren. De Zuiderzeevereeniging organiseerde in Amsterdam een tentoonstelling hierover. [[Cornelis Lely]] diende op 9 september 1916 zijn definitieve ontwerp in.<ref name="KL" /> Deze ramp in combinatie met de voedselschaarste gedurende de Eerste Wereldoorlog leidde tot de totstandkoming van de Zuiderzeewet. De dijkversterkingen die naar aanleiding van de ramp werden uitgevoerd, waren in 1926 voltooid.<ref name="KL" /> In 1932 werd de Zuiderzee 'getemd' met de aanleg van de Afsluitdijk.<ref name="ONH" /> Dit leidde echter ook tot het einde van de Zuiderzeevisserij.


===Overige effecten===
===Overige effecten===
De watersnood leidde ook tot de oprichting in 1921 van de [[stormvloedseindienst]].<ref>KNMI [https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/geschiedenis-stormwaarschuwingen Geschiedenis stormwaarschuwingen], geraadpleegd op 6 september 2022</ref> In Noord-Holland werd het [[Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier]] opgericht, dat het onderhoud van de dijken ten noorden van het Noordzeekanaal overnam van de kleinere waterschappen.
De watersnood leidde ook tot de oprichting in 1921 van de stormvloedseindienst.<ref>KNMI [https://www.knmi.nl/kennis-en-datacentrum/uitleg/geschiedenis-stormwaarschuwingen Geschiedenis stormwaarschuwingen], geraadpleegd op 6 september 2022</ref> In Noord-Holland werd het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier opgericht, dat het onderhoud van de dijken ten noorden van het Noordzeekanaal overnam van de kleinere waterschappen.


===Problemen bij Rotterdam===
===Problemen bij Rotterdam===
Alhoewel er in het Rijnmondgebied relatief weinig schade was, werd er wel een probleem geconstateerd. Bij de stormvloed van 1916 was de waterstand in Hoek van Holland vrijwel even hoog als in 1906 (302 en 297 cm boven NAP) maar in Rotterdam was het verschil veel groter (331 en 298 cm boven NAP). In de tussentijd was de Nieuwe waterweg verdiept en waren er wat afsluitingswerken uitgevoerd. De vraag was dus of er wellicht door de verdieping van de Nieuwe Waterweg nog veel hogere waterstanden in Rotterdam zouden kunnen gaan voorkomen. De minister ([[Cornelis Lely]]) constateerde dat dit zowel technisch als politiek een moeilijk probleem was. Hij formeerde daarom een commissie waarin een aantal deskundigen van [[Rijkswaterstaat]] en het [[Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut|KNMI]] in zaten, onder leiding van een gerespecteerd wetenschapper, de wiskundige (en sterrenkundige) prof. [[Hendricus Gerardus van de Sande Bakhuyzen|van de Sande Bakhuyzen.]] De commissie heeft heel uitgebreid onderzoek gedaan en dit gerapporteerd in een lijvig en zeer goed onderbouw rapport. In eerste instantie werd geprobeerd het probleem rekenkundig op te lossen met een methode ontwikkeld door prof. [[Gerard Henri de Vries Broekman|De Vries Broekman]] van de TU Delft.<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=De Vries Broekman |voornaam=G.H. |titel=Invloed van eb en vloed op benedenrivieren |url=https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2966040:mpeg21:0002 |jaargang=31 |tijdschrift=De ingenieur , 1916, no , |datum=15-07-1916 |nummer=29}}</ref> Deze methode bleek echter als grote beperking te hebben dat het uitvoeren van de berekening met een mechanische rekenmachine te veel tijd zou vergen (de berekening van één enkele situatie zou ongeveer 2,5 jaar kosten). Men heeft er daarom voor gekozen voor een meer empirische benadering van [[Cornelis Willem Lely|ir. C.W. Lely]] (de zoon van Cornelis Lely). Hieruit volgde dat de extra verhoging in Rotterdam bij deze specifieke storm het gevolg was van het feit dat de storm erg lang aanhield en er een grote bovenafvoer van de Rijn was. Hierdoor kon het water niet afgevoerd worden naar zee gedurende het laagwater tussen twee hoogwatertoppen. De verdieping van de Nieuwe Waterweg speelde een marginale rol, en de andere werken hadden zelfs een positief effect. <ref>{{Citeer boek |titel=Verslag van de staatscommissie |achternaam=Van de Sande Bakhuyzen |voornaam=H.G. |auteurlink=Hendricus Gerardus van de Sande Bakhuyzen |url=https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB24:076485000 |uitgever=Gebr. van Langenhuysen |datum=1920 |editie=hoofdrapport in een enkele pdf}}</ref><ref>{{Citeer boek |titel=Verslag van de staatscommissie |achternaam=Van de Sande Bakhuyzen |voornaam=H.G. |auteurlink=Hendricus Gerardus van de Sande Bakhuyzen |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:de34c3eb-97da-4179-8255-1075082ffb1f |uitgever=Gebr. van Langenhuysen |datum=1920 |editie=scan inclusief de bijlagen en tekeningen}}</ref> Een paar jaar later liep [[Hendrik Lorentz|prof. Lorentz]] als voorzitter van [[Staatscommissie Zuiderzee|een onderzoekscommissie]] m.b.t de verwachtte waterstanden na aanleg van de [[Afsluitdijk]] tegen een vergelijkbaar probleem aan. Toen is er voor gekozen om een kleine vereenvoudiging van het rekenschema te maken, waarmee het probleem behapbaar werd, weliswaar nog steeds door de inzet van veel rekenaars. Deze oplossing werkte niet voor de benedenrivieren, omdat er geen rivierafvoer in rekening gebracht kon worden. Pas rond 1930 kon dit probleem door het werk van [[Jannis Pieter Mazure|Mazure]] en [[Johan van Veen|Van Veen]] opgelost worden.
Alhoewel er in het Rijnmondgebied relatief weinig schade was, werd er wel een probleem geconstateerd. Bij de stormvloed van 1916 was de waterstand in Hoek van Holland vrijwel even hoog als in 1906 (302 en 297 cm boven NAP) maar in Rotterdam was het verschil veel groter (331 en 298 cm boven NAP). In de tussentijd was de Nieuwe waterweg verdiept en waren er wat afsluitingswerken uitgevoerd. De vraag was dus of er wellicht door de verdieping van de Nieuwe Waterweg nog veel hogere waterstanden in Rotterdam zouden kunnen gaan voorkomen. De minister ([[Cornelis Lely]]) constateerde dat dit zowel technisch als politiek een moeilijk probleem was. Hij formeerde daarom een commissie waarin een aantal deskundigen van Rijkswaterstaat en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) in zaten, onder leiding van een gerespecteerd wetenschapper, de wiskundige (en sterrenkundige) prof. Hendricus Gerardus van de Sande Bakhuyzen. De commissie heeft heel uitgebreid onderzoek gedaan en dit gerapporteerd in een lijvig en zeer goed onderbouw rapport. In eerste instantie werd geprobeerd het probleem rekenkundig op te lossen met een methode ontwikkeld door prof. Gerard Henri de Vries Broekman van de TU Delft.<ref>{{Citeer tijdschrift |achternaam=De Vries Broekman |voornaam=G.H. |titel=Invloed van eb en vloed op benedenrivieren |url=https://resolver.kb.nl/resolve?urn=dts:2966040:mpeg21:0002 |jaargang=31 |tijdschrift=De ingenieur , 1916, no , |datum=15-07-1916 |nummer=29}}</ref> Deze methode bleek echter als grote beperking te hebben dat het uitvoeren van de berekening met een mechanische rekenmachine te veel tijd zou vergen (de berekening van één enkele situatie zou ongeveer 2,5 jaar kosten). Men heeft er daarom voor gekozen voor een meer empirische benadering van Cornelis Willem Lely (de zoon van Cornelis Lely). Hieruit volgde dat de extra verhoging in Rotterdam bij deze specifieke storm het gevolg was van het feit dat de storm erg lang aanhield en er een grote bovenafvoer van de Rijn was. Hierdoor kon het water niet afgevoerd worden naar zee gedurende het laagwater tussen twee hoogwatertoppen. De verdieping van de Nieuwe Waterweg speelde een marginale rol, en de andere werken hadden zelfs een positief effect. <ref>{{Citeer boek |titel=Verslag van de staatscommissie |achternaam=Van de Sande Bakhuyzen |voornaam=H.G. |auteurlink=Hendricus Gerardus van de Sande Bakhuyzen |url=https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB24:076485000 |uitgever=Gebr. van Langenhuysen |datum=1920 |editie=hoofdrapport in een enkele pdf}}</ref><ref>{{Citeer boek |titel=Verslag van de staatscommissie |achternaam=Van de Sande Bakhuyzen |voornaam=H.G. |auteurlink=Hendricus Gerardus van de Sande Bakhuyzen |url=http://resolver.tudelft.nl/uuid:de34c3eb-97da-4179-8255-1075082ffb1f |uitgever=Gebr. van Langenhuysen |datum=1920 |editie=scan inclusief de bijlagen en tekeningen}}</ref> Een paar jaar later liep Hendrik Lorentz als voorzitter van Staatscommissie Zuiderzee, een onderzoekscommissie m.b.t de verwachtte waterstanden na aanleg van de Afsluitdijk tegen een vergelijkbaar probleem aan. Toen is er voor gekozen om een kleine vereenvoudiging van het rekenschema te maken, waarmee het probleem behapbaar werd, weliswaar nog steeds door de inzet van veel rekenaars. Deze oplossing werkte niet voor de benedenrivieren, omdat er geen rivierafvoer in rekening gebracht kon worden. Pas rond 1930 kon dit probleem door het werk van Jannis Pieter Mazure en Johan van Veen opgelost worden.
 


== Externe links ==
== Externe links ==
Regel 82: Regel 73:
{{Appendix||2=
{{Appendix||2=
==Bron==
==Bron==
* {{Aut|[[Johan Christoffel Ramaer|J.C. Ramaer]], H. Wortman}}, ''[https://repository.tudelft.nl/islandora/object/uuid%3A3ff3fdab-003b-477e-bad3-2d89361420d3 Verslag van den stormvloed van 13/14 januari 1916]'', 's Gravenhage, 28 september 1916.
* Johan Christoffel Ramaer, H. Wortman, ''[https://repository.tudelft.nl/islandora/object/uuid%3A3ff3fdab-003b-477e-bad3-2d89361420d3 Verslag van den stormvloed van 13/14 januari 1916]'', 's Gravenhage, 28 september 1916.
* {{Aut|M. van der Staal}} ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB18A:018123000 Januari-vloed 1916]'', Drukkerij: Libertas, Rotterdam, 1916 (via Delpher).
* M. van der Staal ''[https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB18A:018123000 Januari-vloed 1916]'', Drukkerij: Libertas, Rotterdam, 1916 (via Delpher).


==Noten==
==Noten==
{{References}}
{{References}}
}}
}}
{{Commonscat|1916 flood in the Netherlands|Stormvloed van 1916}}
[[Categorie:Waterwerken]]
{{Navigatie stormvloeden Nederland}}
 
[[Categorie:Overstroming in Nederland]]
[[Categorie:Zuiderzee]]
[[Categorie:Geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw]]
[[Categorie:Geschiedenis van Noord-Holland]]
[[Categorie:Overstroming in Friesland|1916]]
[[Categorie:Overstroming in Groningen|1916]]
[[Categorie:Ramp in 1916]]

Huidige versie van 24 feb 2023 om 11:05

Schellingwoude gedurende de watersnood van 14 januari 1916
Bij de stormvloed van 13 januari 1916 ondergelopen gebieden, kaart uit rapport Rijkswaterstaat van september 1916

De stormvloed van 1916, Zuiderzeevloed van 1916 of Januari-vloed is een watersnoodramp die zich in de nacht van 13 op 14 januari 1916 in Nederland rond de Zuiderzee voltrok.[1][2]

Verloop

Op 13 en 14 januari 1916 stak een grote storm op in Nederland.[3] In de weken ervoor stond er al een krachtige zuidwesten en westen wind waardoor er al veel water vanuit de Noordzee in de Zuiderzee was gedreven. Het water stond al 30-70 centimeter hoger in de Zuiderzee dan gewoonlijk. Op 11 januari was ook een storm met wind uit het noordwesten, het water kon niet terug naar zee.

Vanaf 13 januari raasde weer een storm over het land, het gevolg van een lagedrukgebied bij IJsland. De wind kwam uit het noordwesten waardoor Noordzee water naar de Nederlandse kust werd gedreven. De storm hield ook lang aan, de wind bleef in Den Helder gedurende 18 uur ten minste windkracht 8 en maximaal 10 en bij Hoek van Holland werd zeven uur lang windkracht 11 gemeten.[3]

De waterstand steeg enorm op verschillende plaatsen in Nederland, zowel in het Zuiderzeegebied als aan de Noordzeekust, tot meer dan drie meter boven NAP bij vloed. Voor het Zuiderzeegebied werden de hoogste waterstanden rond 5 uur in de ochtend van 14 januari bereikt.[3] Recordhoogtes werden gemeten in Spakenburg, Muiden, Zeeburg en Marken.

De bovenrivieren voerden ook extra water af in de dezelfde periode waardoor de druk op rivierdijken extra toenam. De stormvloed viel samen met een hoge afvoer op de rivieren.[4]

Als gevolg braken op tientallen plaatsen de dijken en was daarnaast op veel plaatsen sprake van schade aan binnenbeloop en bekleding van de dijken.[3] Enkele houten huizen op Marken vielen compleet om. In de provincie Noord-Holland vielen 21 doden, terwijl er bij diverse scheepsrampen op zee nog eens 32 mensen omkwamen. Koningin Wilhelmina bezocht de getroffen gebieden.

Doorbraken en overstromingen

Groningen
  • Het zuidwestelijk deel van het eiland Rottumeroog kwam onder water te staan.
Friesland
  • Buitenpolders (buitendijks gebied) nabij Holwerd en Oldelamer liepen onder.
Overijssel
  • De dijken bleken te laag, daarnaast trad op veel plaatsen schade op aan de dijkbekleding.[3]
  • Bij Zwolle liep de dijk Kleine Weezenland over.
  • Bij Zwartsluis liep een dijk over.
  • Langs het Zwarte Water en de Overijsselse Vecht liepen dijken over en moest opgekist worden.
  • De Dronther overlaat liep gedurende 20 uur over en heeft het Overijsselse land op de linkeroever van de IJssel onder water gezet.
Gelderland
  • Overal langs de Zuiderzee liepen dijken over.[4]
  • Ten noorden van Elburg werd een gat in de dijk geslagen, hoewel deze niet geheel doorbrak.
  • Ten oosten van Nijkerk ontstond een doorbraak.[3]
  • Ten westen van Nijkerk waren twee doorbraken van elke circa 140 m en nog twee gaten van 75 m en 90 m breed.
Utrecht
Overstroming van de Eem op de Grote Koppel in Amersfoort
  • Ook in Utrecht werden meerdere gaten in dijken geslagen. Het land achter Spakenburg, Bunschoten en Zeldert tot aan Amersfoort werd overspoeld.
Noord-Holland
Militairen en burgers zijn ingezet om noodzeeweringen te leggen in de Anna Paulownapolder. Zakken met klei en zand worden neergelegd en daarna met aarde bedekt.
  • Extreem hoog water langs de Zuiderzee vóór de ramp door aanhoudende noordwestenwind.
  • Dagenlange regen had bovendien de - slecht onderhouden - dijken verslapt. In de ochtend van 14 januari 1916 joeg de wind het water over de Waterlandse Zeedijk, die bij Katwoude brak.[4] Hierdoor liep praktisch de hele regio Waterland onder.[5] Ook bij Uitdam en Durgerdam braken de dijken door. Tussen Zaandam, Purmerend en Edam tot aan het IJ bij Amsterdam-Noord had het water vrij spel.[6] Ook de verschillende polder- en ringdijken verdwenen goeddeels onder water.[7]
  • De Purmer en Wijdewormer bleven droog, evenals de dijken langs IJ en Zuiderzee.
  • Het dieptepunt werd bereikt in de nacht van 22 op 23 februari met een noordoostelijke sneeuwstorm. Twee mannen verdronken op 18 februari in de Buikslotermeer toen zij zich niet langer aan een telefoonpaal konden vasthouden. Tussen de vluchtelingen in de kerk van Buiksloot glipte een meisje van vier het water in en verdronk. Daarnaast verdwenen vee, (huis)dieren en goederen in de golven.
  • Ook het eiland Marken aan het huidige Markermeer met zijn lage kades liep onder water. Hier vielen 16 doden.[4]
  • Tevens brak de Amsteldijk bij Anna Paulownapolder.[3] Hier kwamen twee mensen om het leven.
Zuid-Holland
  • Rotterdam, Slikkerveer, Ridderkerk, Maassluis en Dordrecht liepen onder doordat de rivieren hun water door de hoge waterstand op zee niet meer kwijt konden.
  • Bij Oostvoorne werd zes meter kust weggeslagen.
  • De Biesbosch liep grotendeels onder. Tevens vond een doorbraak plaats bij Lage Zwaluwe waardoor een polder onder kwam te staan.
  • Het water op de benedenrivieren kwam op verschillende plekken tot aan de kruin en bij de Krimpenerwaard zelfs over de kruin.

Nasleep

Effecten rond de Zuiderzee

Journalist Minne van der Staal bezocht enkele dagen na de ramp de getroffen dorpen Marken, Bunschoten en Spakenburg. In opdracht van het Watersnood-Comité schreef hij later dat jaar het boek Januari-vloed.[8] Enkele gemeenten raakten als gevolg van de door de watersnood veroorzaakte schade zo verarmd dat zij uit eigen beweging aansluiting vroegen bij de gemeente Amsterdam. Op 1 januari 1921 werden de gemeenten Buiksloot, Nieuwendam en Ransdorp in hun geheel geannexeerd door Amsterdam. In 2016 werd, 100 jaar na de ramp, op Marken een monument voor alle slachtoffers onthuld.[9] Het monument, ontworpen door Linda Verkaaik, staat op de Hogedijk en kreeg de titel The Wave.[10]

Zuiderzeewerken

Monument Watersnood op Marken

Gerard Vissering, president van De Nederlandsche Bank, schreef in het Algemeen Handelsblad dat Nederland het Plan-Lely om de Zuiderzee af te sluiten moest uitvoeren. De Zuiderzeevereeniging organiseerde in Amsterdam een tentoonstelling hierover. Cornelis Lely diende op 9 september 1916 zijn definitieve ontwerp in.[3] Deze ramp in combinatie met de voedselschaarste gedurende de Eerste Wereldoorlog leidde tot de totstandkoming van de Zuiderzeewet. De dijkversterkingen die naar aanleiding van de ramp werden uitgevoerd, waren in 1926 voltooid.[3] In 1932 werd de Zuiderzee 'getemd' met de aanleg van de Afsluitdijk.[7] Dit leidde echter ook tot het einde van de Zuiderzeevisserij.

Overige effecten

De watersnood leidde ook tot de oprichting in 1921 van de stormvloedseindienst.[11] In Noord-Holland werd het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier opgericht, dat het onderhoud van de dijken ten noorden van het Noordzeekanaal overnam van de kleinere waterschappen.

Problemen bij Rotterdam

Alhoewel er in het Rijnmondgebied relatief weinig schade was, werd er wel een probleem geconstateerd. Bij de stormvloed van 1916 was de waterstand in Hoek van Holland vrijwel even hoog als in 1906 (302 en 297 cm boven NAP) maar in Rotterdam was het verschil veel groter (331 en 298 cm boven NAP). In de tussentijd was de Nieuwe waterweg verdiept en waren er wat afsluitingswerken uitgevoerd. De vraag was dus of er wellicht door de verdieping van de Nieuwe Waterweg nog veel hogere waterstanden in Rotterdam zouden kunnen gaan voorkomen. De minister (Cornelis Lely) constateerde dat dit zowel technisch als politiek een moeilijk probleem was. Hij formeerde daarom een commissie waarin een aantal deskundigen van Rijkswaterstaat en het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) in zaten, onder leiding van een gerespecteerd wetenschapper, de wiskundige (en sterrenkundige) prof. Hendricus Gerardus van de Sande Bakhuyzen. De commissie heeft heel uitgebreid onderzoek gedaan en dit gerapporteerd in een lijvig en zeer goed onderbouw rapport. In eerste instantie werd geprobeerd het probleem rekenkundig op te lossen met een methode ontwikkeld door prof. Gerard Henri de Vries Broekman van de TU Delft.[12] Deze methode bleek echter als grote beperking te hebben dat het uitvoeren van de berekening met een mechanische rekenmachine te veel tijd zou vergen (de berekening van één enkele situatie zou ongeveer 2,5 jaar kosten). Men heeft er daarom voor gekozen voor een meer empirische benadering van Cornelis Willem Lely (de zoon van Cornelis Lely). Hieruit volgde dat de extra verhoging in Rotterdam bij deze specifieke storm het gevolg was van het feit dat de storm erg lang aanhield en er een grote bovenafvoer van de Rijn was. Hierdoor kon het water niet afgevoerd worden naar zee gedurende het laagwater tussen twee hoogwatertoppen. De verdieping van de Nieuwe Waterweg speelde een marginale rol, en de andere werken hadden zelfs een positief effect. [13][14] Een paar jaar later liep Hendrik Lorentz als voorzitter van Staatscommissie Zuiderzee, een onderzoekscommissie m.b.t de verwachtte waterstanden na aanleg van de Afsluitdijk tegen een vergelijkbaar probleem aan. Toen is er voor gekozen om een kleine vereenvoudiging van het rekenschema te maken, waarmee het probleem behapbaar werd, weliswaar nog steeds door de inzet van veel rekenaars. Deze oplossing werkte niet voor de benedenrivieren, omdat er geen rivierafvoer in rekening gebracht kon worden. Pas rond 1930 kon dit probleem door het werk van Jannis Pieter Mazure en Johan van Veen opgelost worden.

Externe links