Overstroming

Uit Wiki Raamsdonks Historie

Een overstroming is een gebeurtenis waarbij een aanzienlijke hoeveelheid water uit een meer, rivier of zee plaatsen bereikt die normaal gesproken niet onder water staan. Indien dit ernstige vormen aanneemt, spreekt men door de verwoestende uitwerking ook wel van watersnood of ramp. Land dat door een overstroming definitief verloren gaat, noemt men wel verdronken land.

Oorzaken

 

De Kerstvloed van 1717.
De Kerstvloed van 1717.

In Nederland en omliggende landen worden overstromingen vooral veroorzaakt door de Noordzee, die door storm wordt opgestuwd, waardoor dijken kunnen doorbreken. Combinatie met een springtij en/of hoge waterstanden in de benedenloop van de grote rivieren kan dit effect nog versterken. Bij de laatste grote stormvloed, de Watersnood van 1953, had de combinatie van een langdurige zware noordwesterstorm en een springvloed rampzalige gevolgen. Het overstromingsrisico kan worden vastgesteld met behulp van modellen. Extreme regenval in de bovenstroomse gebieden of veel smeltwater uit de Alpen kan leiden tot wateroverlast. Omdat in laaglanden dikwijls een rivierlandschap wordt gevormd waarbij de rivieren van nature overstromen, beschermden mensen zich van oudsher met dijken. Maar ook langs de rivieren zijn regelmatig dijken doorgebroken. Naast hoogwater kunnen ook andere oorzaken tot overstromingen leiden, zoals dijkverzakkingen door langdurige droogte. In tegenstelling tot een overstroming door zeewater loopt het rivierwater in hoger gelegen gebieden na verloop van tijd vanzelf weer weg, maar kan ondertussen voor veel schade en overlast zorgen. In lagergelegen gebieden moet water uit laaggelegen polders worden weggepompt. In stedelijke gebieden kunnen overstroming worden veroorzaakt of verergerd door de grote hoeveelheid verharding. Verharding zorgt er namelijk voor dat dat het regenwater niet kan infiltreren, met als gevolg een hoge afstroming via het oppervlak, die op zijn beurt mogelijk groter is dan de lokale afvoercapaciteit. [1]

Ook door hevige regenval in bergachtige gebieden kunnen ernstige overstromingen optreden in lager gelegen dalen. Onder sommige omstandigheden kan ook het snel smelten van sneeuw op bergen leiden tot overstromingen. In tropische landen kunnen overstromingen ontstaan door enorme regenval tijdens de moesson. In bijvoorbeeld Bangladesh zijn hierdoor verschillende rampen geweest (onder andere in 1989 en in 2004). Zeebevingen kunnen leiden tot tsunami's, vloedgolven die grote schade aanrichten zodra zij een kust raken. En in 2006 kreeg Oost-Java te maken met een modderstroom van extreme omvang. Hierbij begon de modder uit de grond te stromen na een boring. Ook kan een gebied door menselijk ingrijpen opzettelijk onder water worden gezet, dit heet inundatie. Er kunnen hier verschillende redenen voor zijn.


Nederland

De Sint-Elisabethsvloed, 18-19 november 1421.
De Sint-Elisabethsvloed, 18-19 november 1421.

Vanuit zee

In Nederland hebben sinds de Middeleeuwen vele watersnoden vanuit zee plaatsgevonden. Velen kregen de naam van de heilige wiens dag het die dag was. Vandaar dat ook meerdere vloeden dezelfde naam hebben meegekregen. Een selectie van de jaren waarin stormvloeden hebben plaatsgevonden: 838 · 1014 · 1042 · 1134 · 1163 · 1164 · 1170 · 1196 · 1212 · 1214 · 1219 · 1220 · 1221 · 1248/1249 · 1277 · 1280 · 1282 · 1287 · 1288 (I) · 1288 (II) · 1322 · 1334 · 1362 · 1374 · 1375 · 1377 · 1404 · 1421 · 1424 · 1468 · 1477 · 1509 · 1514 · 1530 · 1532 · 1552 · 1566 · 1570 · 1610 · 1651 · 1675 · 1682 · 1686 · 1703 · 1717 · 1825 · 1877 · 1906 · 1916 · 1953 · 2006.


Vanuit de grote rivieren en/of door regen


Langs de grote rivieren braken ook vele malen dijken door. Tussen 1750 en 1800 alleen al 152 keer. Na de oprichting van het 'Bureau voor den waterstaat' (het huidige Rijkswaterstaat) in 1798 nam die frequentie snel af. Sinds het einde van de achttiende eeuw hadden de grote rivieren acht keer te maken met hoge waterstanden. Zes keer leidde dat tot grote dijkdoorbraken en overstromingen. Dijkdoorbraken in het rivierengebied na 1780:

  • 1781 Wamel en Dreumel
  • 1784 Ooijpolder
  • 1799 Waal (rivier)
  • 1805 Weurt
  • 1809 Watersnood van 1809
  • 1820 Watersnood van 1820
  • 1855 Overstroming Gelderse Vallei
  • 1861 1861 (I) · 1861 (II)
  • 1926 Land van Maas en Waal en de Liemers

In 1993 zorgde hoogwater in Nederland op verschillende plaatsen langs de grote rivieren - hoewel er geen dijken doorbraken - voor veel overlast. In 1995 volgde weer een hoogwatergolf. Dit was de hoogste sinds 1926. Omdat getwijfeld werd aan de stabiliteit van de dijken, werden in januari 1995 in één week tijd circa 250.000 mensen geëvacueerd, en ook de complete veestapels van de boeren in het gebied. Toen na enige dagen het water daalde en er geen dijken bezweken waren kon men weer terugkeren. Voor meer informatie zie het artikel Evacuatie van het Rivierenland.

Naast brandweer en leger werden in 1993 (17) en 1995 (60) gespecialiseerde eenheden met reddingsvlet en getrainde bemanning van Reddingsbrigade Nederland (KNBRD) opgeroepen en ingezet voor evacuatie en hulpverlening in de overstroomde gebieden. Overstromingen door aanhoudende regen in Twente en de Achterhoek 1946; scheefgezakte en weggeslagen bruggen en verzakte dijken. Bioscoopjournaal, 1946

Hevige regenval heeft onder meer in 1998 voor wateroverlast gezorgd.

In juli 2021 zorgde hevige regenval in het Nederlands-Duits-Belgische grensgebied voor overstromingen van (onder andere) de Geul, de Gulp en de Roer. Het KNMI gaf voor het eerst een weeralarm code rood af voor regenval (meer dan 75mm in 24 uur). Lokaal viel er in Limburg meer dan 150 mm en stroomopwaarts langs de Maas in België meer dan 200 mm. Ook in Luxemburg, Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts viel zeer veel regen en waren er overstromingen. De Maas bereikte een recordafvoer, [2] vergelijkbaar met het hoogwater van 1993.[3] Het centrum van Valkenburg liep geheel onder water. Bewoners moesten met landbouw- en legervoertuigen geëvacueerd worden. In Roermond moesten honderden mensen hun huis uit vanwege de dreigende overstroming van de Hambeek, een zijriviertje van de Roer. De veiligheidsregio Zuid Limburg riep de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) 4 af, de hoogste regionale rampenstatus. Defensie kwam te hulp met 4-tonners voor de evacuaties, en ook eenheden van de Nationale Reddings Vloot (NRV) van de reddingsbrigade kwamen vanuit het hele land in actie. De overstromingen zorgden ook in Duitsland en België voor grote verwoestingen in dorpen langs de rivieren, waarbij enkele honderden mensen om het leven kwamen of vermist raakten.

Kadebreuken

Kadebreuken zijn in Nederland veelal doorbraken van veendijken.

  • Kadebreuk Tuindorp Oostzaan 1960
  • Kadebreuk Wilnis 2003

Nederlandse commissies

De Nederlandse regering heeft diverse malen onafhankelijke commissies ingesteld om zich te buigen over de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Op 18 februari 1953 werd de Deltacommissie ingesteld door toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat Jacob Algera. Deze commissie van deskundigen, met als voorzitter de directeur-generaal van Rijkswaterstaat A.G. Maris, moest adviseren welke maatregelen noodzakelijk waren om een volgende watersnood te voorkomen. Het eindrapport werd eind 1960 gepubliceerd. In de jaren zeventig was er de Commissie Rivierdijken onder voorzitterschap van mr. C.J.G. Becht. In de jaren negentig waren er de Commissies Boertien I en Boertien II en vlak voor de eeuwwisseling de Commissie Waterbeheer 21ste Eeuw onder voorzitterschap van Frans Tielrooij. Deze kwam in 2000 met haar advies, wat grotendeels overgenomen is in het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water. Afspraken over de uitvoering zijn in 2003 vastgelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water. In 2004 werd water bovendien opgenomen als ordenend principe in de Nota Ruimte.

In september 2007 werd de Deltacommissie nieuwe stijl ingesteld door staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat. Deze commissie heeft in september 2008 advies uitgebracht over hoe Nederland, met name kust en achterland, tot het jaar 2200 beschermd moet worden tegen de gevolgen van klimaatverandering. Voorzitter was Cees Veerman.

Expertise Netwerk Waterkeren (ENW)

In 1965 is opgericht de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen naar aanleiding van de problemen na de kadebreuk bij Oostzaan.[4] Deze commissie is in 2005 opgevolgd door het Expertise Netwerk Waterkeren. Dit is in Nederland het platform van deskundigen op het gebied van beveiliging tegen overstromingen. Het ENW richt haar speciale aandacht op de benodigde kennisontwikkeling om Nederland in dit opzicht op langere termijn veilig en bewoonbaar te houden.

Experimenteren met dijken

Om dijkdoorbraken beter te begrijpen zijn met opzet dijken doorgebroken. Dit gebeurde onder andere in 2007-2010 op de IJkdijk, een laboratorium waarin dijken werden gebouwd die men door overbelasting liet bezwijken. Sensorsystemen legden het hele proces vast. Het onderzoek naar de sensorsystemen zelf vormt de basis voor de ontwikkeling van een waarschuwingssysteem voor dijkfalen. In de periode 2018 tot 2022 loopt een proevenserie naar dijkdoorbraak in de Hedwigepolder. [5]


In 1994 is een doorbraakproef uitgevoerd op een zanddijk in het Zwin, op de grens van Nederland en België.[6]

Schade

Terwijl veel bedrijven en burgers denken dat ze verzekerd zijn tegen overstroming, bieden individuele verzekeraars hier anno 2021 geen volledige verzekering tegen. Wel bestaat er een vangnetregeling van de overheid, de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Op grond van de Wts wordt echter nooit een volledige schadevergoeding toegekend.[7]


België


Een aantal reeds bij Nederland genoemde overstromingen had ook effect in de Zuidelijke Nederlanden. Dit was vooral het geval wanneer de watersnood vertrekt vanuit de Noordzee, zoals onder meer het geval was voor de:

  • Stormvloed van 1014
  • Stormvloed van 1042
  • Stormvloed van 1134
  • Stormvloed van 1322
  • Sint-Clemensvloed (1334)
  • Stormvloed van 1377
  • Sint-Elisabethsvloed (1404)
  • Sint-Elisabethsvloed (1421)
  • Cosmas- en Damianusvloed (1477)
  • Sint-Felixvloed (1530)
  • Allerheiligenvloed (1570)
  • Stormvloed van 1682
  • Stormvloed van 1703.

Daarnaast kunnen ook vermeld worden:

  • 1808 - Een springvloed op 14 januari vanuit de Westerschelde veroorzaakt in Vlaanderen grote overstromingen en tientallen slachtoffers.
  • Stormvloed van 1906
  • 1925-1926 - Rond de jaarwisseling overstromen grote gedeelten van de Maasvallei, veroorzaakt door het smelten van overvloedige sneeuw en hevige regen.
  • 1952 - 6 arbeiders verliezen het leven in Jalhay in de Hoge Venen wanneer ze worden meegesleurd bij een plotse overstroming van de Soor.
  • Watersnood van 1953 - De noordwesterstorm van 31 januari op 1 februari veroorzaakt ook aan de Vlaamse kust en in het Waasland dijkbreuken, overstromingen en dodelijke slachtoffers.
  • 1956 - In de streek van Verviers vallen verschillende doden bij overstromingen ten gevolge van hevig onweer.
  • 1976 - Hevige storm gecombineerd met hoogtij veroorzaakt dijkbreuken in Ruisbroek met veel overstromingen in de provincie Antwerpen tot gevolg. Na deze overstromingsramp werd in Vlaanderen het Sigmaplan opgesteld, dat het Zeescheldebekken moet beveiligen tegen stormvloeden vanuit de Noordzee.
  • 1980 - Bij grote overstromingen in juli moet een tijdlang in Hoog België het scheepvaartverkeer op de Maas worden stilgelegd.
  • 1987 - In Gerpinnes en Châtelet vallen drie doden bij de overstroming van de Bieme, ten gevolge van hevige onweders.
  • 1993 en 1995 - Opnieuw grote overstromingen in de Maasvallei.
  • 1998 - Overstroming in de Demervallei
  • 2010 - Hevige Novemberregenval
  • 2021 - overstromingen in Oost België

Duitsland

  • Overstroming in Dresden door hoogwater van de Elbe in januari 1932.
  • Overstroming in Dresden door hoogwater van de Elbe in januari 1932.

Ook de Duitse Noordzeekust heeft sinds de Middeleeuwen veel last van overstromingen en landverlies gehad. Ook hier zorgen rivieren die buiten hun oevers treden voor wateroverlast. Enkele recente overstromingen:

  • 1962 - Stormvloed van 1962 - Overstroming van de Elbe in Hamburg, daarbij vielen honderden slachtoffers. In Delfzijl was er gelijktijdig een middelbare stormvloed.
  • 1993 - Overstroming van de Rijn en zijrivieren, met een bijna ongekend waterpeil, die een totaal geschatte schade van 400 tot 500 miljoen euro heeft aangericht
  • 1995 - Overstroming van de Moezel en de Rijn
  • 1997 - Overstroming van de Oder en zijrivieren
  • 2002 - Overstroming van de Elbe en zijrivieren; zie: hoogwater in Centraal-Europa 2002
  • 2006 - Overstroming van de Elbe en zijrivieren
  • 2013 - Overstroming van de Donau en de Elbe en zijrivieren; zie: overstromingen in Centraal-Europa 2013
  • 2021 - Zie Overstromingen in Europa in juli 2021

Bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie

  1. https://www.eea.europa.eu/publications/urban-adaptation-to-climate-change
  2. Piekafvoer (debiet) bij Borgharen: 3.008 m3/s op 15 juli 2021 om 17:50 uur. Bij Eijsden: 3.179 m3/s op 15 juli om 21:00 uur. bron: waterinfo.rws.nl