Lijst met veelvoorkomende misvattingen over de middeleeuwen: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'br><br> Bron, digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp <br> Categorie:Middeleeuwen Categorie:Middeleeuwen')
 
 
(13 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
br&gt;<br>
De [[Middeleeuwen]] is een traditionele indeling van [[West-Europa|West-Europese geschiedenis]] die grofweg duurde van de 5e tot de 15e eeuw. Na de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk trok de beschaving in verschillende delen van West-Europa zich in verschillende snelheden en op verschillende tijdstippen terug. Uiteindelijk werd in de 9e eeuw het [[Karolingische Rijk]] gesticht, waardoor een groot deel van West-Europa werd herenigd, maar deze entiteit zelf viel uiteen en viel uiteen in een aantal staten. Staatsfragmentatie en concurrentie kenmerkten een groot deel van de geschiedenis van middeleeuws West-Europa, <ref>Scheidel, Walter. Ontsnapping uit Rome: het falen van het rijk en de weg naar welvaart. Princeton University Press, 2019.</ref>  en deze trend zou daarna nog een lange periode in de geschiedenis blijven bestaan.
 
Zelfs nu de Middeleeuwen steeds beter gedocumenteerd zijn en een aantal historici zich steeds meer hebben geconcentreerd op het schrijven van literatuur waarin enkele van de voornaamste misvattingen over de middeleeuwse geschiedenis aan de orde worden gesteld, <ref>Harris, Stephen, en Bryon L. Grigsby, eds. Misvattingen over de middeleeuwen. Routledge, 2010.</ref>  <ref>Zwart, Winston. De middeleeuwen: feiten en fictie. ABC-CLIO, 2019.</ref>  en terwijl andere historici de alternatieve benadering hanteren door veel van de intellectuele, wetenschappelijke en technologische vooruitgang die in deze periode plaatsvond te benadrukken, <ref>Seb Falk, ''The Light Ages: The Surprising Story of Medieval Science'', Penguin, 2020.</ref>  deze ideeën blijven prominent aanwezig in de publieke sfeer en blijven de opvattingen over de Middeleeuwen als geheel domineren. Een prominente misvatting houdt verband met de [[Donkere middeleeuwen|Donkere middeleeuwen]] zelf, een term die traditioneel als synoniem voor de Middeleeuwen wordt gebruikt om de barbaarsheid ervan te benadrukken, of de intellectuele onwetendheid ervan, of het veronderstelde gebrek aan bronnen die Aangenomen wordt dat deze periode wordt gekenmerkt door, hoewel geen van deze karakteriseringen de wetenschappelijke kritiek heeft doorstaan. <ref>Fouracre, Paul (eds). De middeleeuwse geschiedenis van New Cambridge: deel 1 ca. 500 – ca. 700. Cambridge University Press, 2005, 90. “In termen van de beschikbare informatiebronnen is dit zeer zeker geen donker tijdperk... In de afgelopen eeuw zijn de bronnen van bewijsmateriaal dramatisch toegenomen en is de taak van de historicus (in grote lijnen) gedefinieerd als een student uit het verleden) is dienovereenkomstig uitgebreid."</ref>  <ref>{{Cite web|last=Raico|first=Ralph|author-link=Ralph Raico|title=Het Europese Wonder|url=https: //mises.org/daily/2404|access-date=14 augustus 2011}} "Het stereotype van de middeleeuwen als 'de donkere middeleeuwen', gekoesterd door renaissancehumanisten en 'philosophes' van de Verlichting, bestaat natuurlijk al lang verlaten door geleerden."</ref>
 
Een kritische analyse van de Middeleeuwen heeft in plaats daarvan onthuld dat het een periode van grote veranderingen en, op veel gebieden, van enorme vooruitgang was. Terwijl mensen de [[Renaissance]] traditioneel associëren met een postmiddeleeuwse intellectuele wedergeboorte, wordt nu gezien dat de Renaissance in verschillende tijden en op verschillende plaatsen in Europa is begonnen, en zelf begon in de [[Late Middeleeuwen]]. <ref>Monfasani , Johannes. Renaissance-humanisme, van de middeleeuwen tot de moderne tijd. Routledge, 2016.</ref>  Bovendien vonden er gedurende de hele middeleeuwse periode een aantal perioden van intellectuele wedergeboorte plaats, waaronder de Karolingische Renaissance in de 9<sup>e</sup> eeuw en, nog belangrijker, de Renaissance uit de 12<sup>e</sup> eeuw. Bovendien gingen christenen, ondanks enkele vroege debatten, al snel de culturele kennis van de Grieken en Romeinen aanvaarden en overnemen, en zij besloten verder dat filosofie en wetenschap dienstmaagden en precedenten waren voor daden van hoger christelijk onderwijs.
 
Er werd vooruitgang geboekt op veel gebieden, en een van de meest kritische ontwikkelingen was de opkomst van de universiteit aan het einde van de 12<sup>e</sup> en 13<sup>e</sup> eeuw uit de vroegere kathedraalscholen die waren opgericht tijdens de Karolingische renaissance, die zelf in verband werd gebracht met de opkomst, voor het eerst in de geschiedenis, van een klasse van beroepswetenschappers die zich bezighouden met de studie van filosofie en leren. <ref>Grant, Edward. De fundamenten van de moderne wetenschap in de Middeleeuwen: hun religieuze, institutionele en intellectuele contexten. Cambridge University Press, 1996.</ref>
 
== Geschiedenis van de misvatting over de "donkere middeleeuwen" ==
[[Donkere middeleeuwen (geschiedschrijving)]]
[[File:Petrarch by Bargilla.jpg|right|thumb|[[Petrarch]], die het idee van een Europese "Dark Age" bedacht. Uit ''Cyclus van beroemde mannen en vrouwen'', [[Andrea di Bartolo di Bargilla]], ca. 1450]]
De eerste auteur die het begrip 'donkere middeleeuwen' beschreef, was [[Petrarch]], een laatmiddeleeuwse schrijver. Vanuit zijn perspectief op het Italiaanse schiereiland zag Petrarca de [[Romeinse periode]] en de klassieke oudheid als een uitdrukking van grootsheid. <ref>Mommsen, Theodore E. "Petrarch's conceptie van de 'donkere middeleeuwen'." Speculum 17.2 (1942): 226–242.</ref>  Hij bracht een groot deel van zijn tijd door met reizen door Europa, waar hij klassieke [[Latijnse]] en [[Griekse taal|Grieks]] teksten herontdekte en opnieuw publiceerde. Hij wilde de Latijnse taal in zijn vroegere zuiverheid herstellen. Petrarca schreef dat de geschiedenis twee perioden kende: de klassieke periode van [[Oude Griekenland|Grieken]] en [[Oude Rome|Romeinen]], gevolgd door een tijd van duisternis waarin hij zichzelf zag leven. Rond 1343 schreef hij in de conclusie van zijn epos ''[[Afrika (Petrarch)|Afrika]]'': 'Het is mijn lot om te leven tussen gevarieerde en verwarrende stormen. Maar voor jou misschien, als ik hoop en Ik wens dat je lang na mij zult leven, er zal een beter tijdperk volgen. Deze slaap van vergetelheid zal niet eeuwig duren. Wanneer de duisternis is verdreven, kunnen onze nakomelingen terugkomen in de vroegere pure uitstraling." <ref>Petrarch (1343). ''Afrika'', IX, 451-7. Dit citaat komt uit de Engelse vertaling van het artikel van Mommsen.</ref>
 
Tijdens de [[Protestantse Reformatie|Reformatie]]s van de 16e en 17e eeuw hadden protestanten over het algemeen een soortgelijke visie als humanisten uit de Renaissance, zoals Petrarca, maar voegden ze er ook een [[Antikatholicisme|Antikatholiek]] perspectief aan toe. Ze zagen de klassieke oudheid als een gouden tijd, niet alleen vanwege de Latijnse literatuur, maar ook omdat deze getuige was van het begin van het christendom. Ze propageerden het idee dat de ‘Middeleeuw’ een tijd van duisternis was, mede vanwege de corruptie binnen de [[Katholieke Kerk]], zoals: pausen die als koningen regeerden, de verering van [[Relikwieën|relikwieën van heiligen]], een losbandige priesterschap en geïnstitutionaliseerde morele hypocrisie. <ref>F. Oakley, ''De middeleeuwse ervaring: fundamenten van de westerse culturele singulariteit'' (University of Toronto Press, 1988), pp. 1–4.</ref>
 
Tijdens het [[tijdperk van de Verlichting]] van de zeventiende en achttiende eeuw beschouwden veel kritische denkers religie als in strijd met de rede. Voor hen was de Middeleeuwen, of het "Tijdperk van het Geloof", daarom het tegenovergestelde van het [[Tijdperk van de Verlichting|Tijdperk van de Rede]]. <ref>Robert Bartlett (historicus) (2001) . "Inleiding: perspectieven op de middeleeuwse wereld", in '' Middeleeuws panorama ''. ISBN|0-89236-642-7. "De minachting voor het middeleeuwse verleden was vooral openhartig onder de kritische en rationalistische denkers van de Verlichting. Voor hen belichaamden de Middeleeuwen de barbaarse, door priesters geteisterde wereld die ze probeerden te transformeren."</ref>  [[Baruch Spinoza]], [[Bernard Fontenelle]], [[Immanuel Kant|Kant]], [[David Hume|Hume]], [[Thomas Jefferson]], [[Thomas Paine]], [[Denis Diderot]],
[[Voltaire]], [[Marquis De Sade]] en [[Jean-Jacques Rousseau|Rousseau]] waren luidruchtig in hun aanval op de Middeleeuwen als een periode van sociale achteruitgang die werd gedomineerd door religie, terwijl [[Edward Gibbon|Gibbon]] in ''[[De geschiedenis van het verval en de ondergang van het Romeinse rijk]]'' sprak hij zijn minachting uit voor de "onzin van de donkere middeleeuwen". <ref>Edward Gibbon (1788). ''De geschiedenis van het verval en de val van het Romeinse rijk'', Vol. 6, Ch. XXXVII, paragraaf 619.</ref>  Maar net zoals Petrarca, die zichzelf aan de vooravond van een 'nieuw tijdperk' zag, kritiek uitte op de eeuwen vóór zijn eigen tijd, zo ook de schrijvers van de Verlichting.
 
Het concept van de Donkere Middeleeuwen was al eerder in gebruik, maar tegen de 18e eeuw bleef het meestal beperkt tot het eerste deel van deze periode. De vroegste vermelding voor een hoofdletter "Dark Ages" in de ''[[Oxford English Dictionary]]'' is een verwijzing in [[Henry Thomas Buckle]]'s ''History of Civilization in England'' uit 1857. <ref>Boek Oxford English Dictionary https://archive.org/details/oxfordenglishdic0009unse<br>publisher Oxford University Press Oxford, Engeland 1989 editie , een term die soms wordt toegepast op de periode van de Middeleeuwen om de intellectuele duisternis te markeren die kenmerkend was voor die tijd; vaak beperkt tot de vroege periode van de Middeleeuwen, tussen de val van Rome en het verschijnen van geschreven documenten in de volkstaal.</ref>
 
[Bestand:Gossuin_de_Metz_-_L'image_du_monde_-_BNF_Fr._574_fo42_-_miniature.jpg|thumb|right|Middeleeuwse artistieke illustratie van de [[bolvormige aarde]] in een 14e-eeuwse kopie van ''[[Gautier de Metz|L'Image du monde]]'' (ca. 1246 )]]
Wetenschapshistoricus [[David C. Lindberg]] bekritiseerde het publieke gebruik van 'donkere middeleeuwen' om de hele Middeleeuwen te beschrijven als "een tijd van [[onwetendheid]], [[Barbaars|barbarij]] en [[bijgeloof]]" waarvoor "de schuld meestal wordt gelegd bij de voeten van de [[christelijke kerk|christelijke kerk]], die naar verluidt religieus gezag heeft geplaatst over persoonlijke ervaringen en rationele activiteit". <ref>David C. Lindberg, "The Medieval Kerk ontmoet de klassieke traditie: Sint-Augustinus, Roger Bacon, en de dienstmaagd metafoor", in David C. Lindberg en Ronald L. Numbers, ed. ''When Science & Christianity Meet'', (Chicago: University of Chicago Pr., 2003), p.8</ref>  Wetenschapshistoricus [[Edward Grant]] schrijft: "Als revolutionaire rationele gedachten tot uitdrukking zouden worden gebracht in de [ [Age of Enlightenment|Age of Reason]], ze werden mogelijk gemaakt door de lange middeleeuwse traditie die het gebruik van de rede tot een van de belangrijkste menselijke activiteiten maakte". <ref>Edward Grant. ''God en Rede in de Middeleeuwen'', Cambridge 2001, p. 9.</ref>  Bovendien zegt Lindberg dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, "de laatmiddeleeuwse geleerde zelden de dwingende macht van de kerk ervoer en zichzelf als vrij zou hebben beschouwd (vooral in de natuurwetenschappen) om de rede en observatie te volgen waar dan ook." zij leidden". <ref>geciteerd in het essay van Ted Peters over Wetenschap en Religie bij "Lindsay Jones (hoofdredacteur). Encyclopedia of Religion, Second Edition. Thomson Gale. 2005. p.8182"</ref>
 
== Misvattingen ==
=== De middeleeuwen geloofden dat de aarde plat was ===
{{main|Mythe van de platte aarde}}
 
[[file:Gossuin_de_Metz_-_L&#39;image_du_monde_-_BNF_Fr._574_fo42_-_miniature.jpg|300px|alt=Middeleeuwse artistieke illustratie van de bolvormige aarde in een 14e-eeuwse kopie van L'Image du monde (ca.1246)|thumb|Middeleeuwse artistieke illustratie van de bolvormige aarde in een 14e-eeuwse kopie van L'Image du monde (ca.1246)]]
 
Een van de meest voorkomende fouten rond de Middeleeuwen was dat het een periode was waarin mensen (of op zijn minst ongeschoolden) geloofden dat de aarde plat was, en dat dit geloof uiteindelijk werd omgekeerd met de reizen van Christopher Columbus. ]] die de algemene mening over de bolvorm van de aarde weerlegde. Dit portret van de geschiedenis gaat echter pas terug tot het begin van de 19e eeuw, waar het werd uitgevonden door [[Washington Irving]] in zijn boek ''[[A History of the Life and Voyages of Christopher Columbus]]'' (1828). . Dit idee werd verder populair aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw, tijdens het begin van de debatten over evolutie. In zijn boek ''[[Inventing the Flat Earth|Inventing the Flat Earth: Columbus and Modern Historians]]'' beweert de historicus [[Jeffrey Burton Russell]] dat "op enkele uitzonderingen na geen goed opgeleid persoon in de geschiedenis van het Westen De beschaving vanaf de [[3e eeuw voor Christus | derde eeuw voor Christus]] geloofde dat de aarde plat was", en Russell schrijft de popularisering van de mythe van de platte aarde toe aan de geschriften van [[John William Draper]], [[Andrew Dickson White]], en [[Washington Irving]].  <ref>Jeffrey Russel. ''De platte aarde uitvinden''. Praeger 1997.</ref>  Ter illustratie: alle middeleeuwse verwijzingen naar de vorm van de aarde zijn vrijwel zonder uitzondering bolvormig. [[Johannes de Sacrobosco]] (1195–1256) schreef bijvoorbeeld in zijn ''[[De sphaera mundi]]'' (Verhandeling over de bol);
 
<blockquote>Dat de aarde ook rond is, wordt zo aangetoond. De tekenen en sterren komen niet overal op dezelfde manier op en gaan onder voor alle mensen, maar gaan eerder op en onder voor degenen in het oosten dan voor degenen in het westen; en hiervoor is geen andere oorzaak dan de uitstulping van de aarde. Bovendien bewijzen hemelse verschijnselen dat ze bij oosterlingen eerder opkomen dan bij westerlingen. Want een en dezelfde maansverduistering die voor ons in het eerste uur van de nacht verschijnt, verschijnt voor de oosterlingen rond het derde uur van de nacht, wat bewijst dat zij eerder nacht en zonsondergang hadden dan wij, waardoor de uitstulping van de maan ondergaat. aarde is de oorzaak. (Hoofdstuk 1.9)  <ref>Engelse vertaling van ''De sphaera mundi'' [http://www.esotericarchives.com/solomon/sphere.htm hier].</ref> </blockquote>
Onder veel van de andere middeleeuwse schrijvers die de bolvorm van de aarde beschrijven, is er [[Thomas van Aquino]] die in zijn ''[[Summa Theologica]]'' schreef dat de bolvorm van de aarde kan worden "aangetoond"  <ref> {{Cite web |url=https://www.newadvent.org/summa/2054.htm |title=SUMMA THEOLOGIAE: Het onderscheid tussen gewoonten (Prima Secundae Partis, Q.&nbsp;54) |website=www.newadvent. org}}</ref>  en [[John Mandeville]] die in zijn ''The Travels of Sir John Mandeville'' ook de bolvorm van de aarde als een oefening demonstreert. Terwijl sommigen proberen te beweren dat [[Isidorus van Sevilla]] een voorbeeld van een middeleeuwse plataarder was, die in de 6e en 7e eeuw leefde, onderwijst zelfs Isidorus openlijk de bolvorm van de aarde.  <ref>Stevens, Wesley M. " De figuur van de aarde in Isidorus' De natura rerum'. Isis 71.2 (1980): 268–277.</ref> 
 
=== Hoeveel engelen passen er op de kop van een speld? ===
Er wordt vaak beweerd dat middeleeuwse filosofen zich bezighielden met langdurige debatten en discussies over hoeveel engelen er op de punt van een speld of naald konden passen. Dit verhaal wordt gebruikt om de inefficiënte en vruchteloze aard van middeleeuwse intellectuele bezigheden te benadrukken, wanneer ze toch plaatsvonden. Toch hebben deze debatten niet plaatsgevonden. Volgens de historicus [[Peter Harrison (historicus)|Peter Harrison]]: "Dat scholastische filosofen zich bezighielden met speculaties over hoeveel engelen op de punt van een speld konden dansen, is al lang ontmaskerd als een mythe die in de zeventiende eeuw is uitgevonden." Harrison identificeert William Chillingworths The Religion of Protestants (1638) en William Sclaters An exposition with notes on the first Epistle to the Thessalonians (1619) als de oorspronkelijke bronnen van deze mythe. Volgens Harrison kan de mythe van de 'naaldenpunt' zijn voortgekomen uit een woordspeling waarin wordt beweerd dat de middeleeuwen ruzie maakten over 'onnodige punten'.  <ref>Harrison, Peter. "Engelen op speldenknopen en naaldpunten." Opmerkingen en vragen 63.1 (2016): 45–47.</ref> 
 
Echter, het probleem van de kinderen van [[Menselijk kannibalisme|kannibal]] op de [[dag des oordeels]]  <ref>Materiële lichamen van mensen moesten volgens de katholieke doctrine samen worden opgericht op de dag des oordeels. Zo rijst de vraag wat er gebeurt met kinderen van kannibalen wier lichamen zijn gemaakt van materiaal dat van andere mensen is afgenomen.</ref>  werd beantwoord door verschillende vooraanstaande theologen. Op dezelfde manier betreurden sommige geleerden uit de middeleeuwen zelf de enorme hoeveelheid tijd die was besteed aan het debat rond het [[probleem van universalia]].
 
=== Kattenmoorden en de daaropvolgende pest ===
Tijdens de middeleeuwen werden katten vaak als huisdier gehouden en velen werden gewaardeerd vanwege hun vermogen om knaagdieren in huis te houden. De [[Ancrene Wisse]], een middeleeuwse tekst uit de 13e eeuw, adviseert vrouwelijke kluizenaars dat "jullie geen enkel beest zullen bezitten, mijn lieve zusters, behalve alleen een kat."  <ref>Amt, Emilie, en Katherine Allen Smith, eds. Middeleeuws Engeland, 500–1500: een lezer. Vol. 6. University of Toronto Press, 2018, 236.</ref> 
Niettemin bleef het idee bestaan ​​dat er in de middeleeuwen onder christenen haat tegen katten ontstond, gevolgd door een daaropvolgende slachting onder katten door de katholieke kerk, die vervolgens de verspreiding van de [[Zwarte Pest]] zou bevorderen als gevolg van de bloeiende knaagdierpopulaties in de middeleeuwen. afwezigheid van katten gaat terug tot en werd gepopulariseerd door een boek uit 2001 van de historicus van [[het oude Griekenland]], Donald Engels, getiteld ''Klassieke katten: de opkomst en ondergang van de heilige kat''. De basis van deze bewering is een pauselijke bul uitgegeven door [[Paus Gregorius IX]] met de titel [[Vox in Rama]], die zelf geen melding maakt van het doden van katten, noch uitspraken doet over katten die slecht zijn;
<blockquote>De volgende riten van deze pest worden uitgevoerd: wanneer een beginneling onder hen moet worden ontvangen en voor de eerste keer de sekte van de verdoemden betreedt, verschijnt aan hem de vorm van een bepaalde kikker, die sommigen gewend zijn te noemen een pad. Sommigen kussen dit wezen op de achterhand en sommigen op de mond; zij ontvangen de tong en het speeksel van het beest in hun mond; soms lijkt het overdreven groot, en soms lijkt het op een gans of eend, en soms neemt het zelfs de grootte aan van een oven. Wanneer de novice uiteindelijk naar voren is gekomen, wordt hij opgewacht door een man met een wonderbaarlijke bleekheid, die zeer zwarte ogen heeft en zo uitgemergeld en mager is dat, aangezien zijn vlees is weggevreten, alleen de huid over het bot lijkt te zijn overgebleven. . De novice kust hem en voelt koud aan, als ijs, en na de kus verdwijnt de herinnering aan het katholieke geloof volledig uit zijn hart. Daarna gaan ze aan tafel en als ze daaruit zijn opgestaan, daalt vanaf een bepaald beeld, dat gebruikelijk is in een dergelijke sekte, een zwarte kat ter grootte van een gemiddelde hond achterover neer, met de staart rechtop. Eerst kust de beginneling, dan de meester, en dan ieder van de orde die waardig en volmaakt is, de kat op zijn achterhand; de onvolmaakten, die zichzelf niet waardig achten, ontvangen genade van de meester. Dan keert iedereen terug naar zijn plaats en, terwijl hij een bepaald antwoord uitspreekt, neigen ze hun hoofd naar de kat. ‘Vergeef ons’, zegt de meester, en degene naast hem herhaalt dit, en een derde antwoordt en zegt: ‘Wij kennen de meester’; een vierde zegt: ‘En we moeten gehoorzamen.’  <ref>Kors, Alan, Alan Charles Kors en Edward Peters, eds. Hekserij in Europa, 400–1700: een documentaire geschiedenis. University of Pennsylvania Press, 2001, 115–6.</ref> </blockquote>
Hoewel deze bron en geen andere verwijst naar een slachting onder katten, beweert Engels dat hij, op basis hiervan, en op basis van enkele artistieke afbeeldingen waarin wordt getoond dat katten worden gedood, terecht de ‘aanname’ kan maken dat katten op grote schaal zijn afgeslacht in de Verenigde Staten. middeleeuwse periode.  <ref>Engels, ''Klassieke katten'', 159.</ref>  Op basis hiervan en andere opmerkingen die Engels in het boek maakt, inclusief in zijn associatie met [[Augustinus]]'s theologie met [[ Nazisme]] hebben sommige historici die het boek van Engels recenseren hem beschreven als een ‘fanaticus’ en hem ervan beschuldigd zijn verbeeldingskracht te gebruiken om historische gaten in te vullen.  <ref>Thomas Harrison, “Classical Cats. The Rise and Fall of the Sacred Cat” , ''Classics Ireland'' (2002): 88–91.</ref>  Bovendien hebben anderen erop gewezen dat zelfs als er pogingen waren ondernomen tot moordpartijen op katten, dit om verschillende redenen geen rol zou hebben gespeeld in de verspreiding van de zwarte pest. waaronder dat (1) het uitroeien van katten uiterst moeilijk te beheersen is (2) vlooien die de pest verspreiden, zich misschien helemaal niet van ratten hebben verspreid, maar in plaats daarvan van persoon tot persoon (3) katten zelf in staat zijn de ziekte op te lopen en deze vervolgens op mensen door te geven.  <ref>Tucker, Abigail. De leeuw in de woonkamer: hoe huiskatten ons temden en de wereld overnamen. Simon en Schuster, 2017, 50</ref>
 
== Zie ook ==
*[[Lijst met veelvoorkomende misvattingen]]
 
== Referenties ==
{{References}}
<br><br>
Bron, digitalisering en Wiki opmaak: [[Terry van Erp]]
Bron, digitalisering en Wiki opmaak: [[Terry van Erp]]
<br>
<br>
[[Categorie:Middeleeuwen]]
[[Categorie:Middeleeuwen]][[Categorie: Lijsten met veelvoorkomende misvattingen|Middeleeuwen]][[Categorie:Wetenschap in de Middeleeuwen]][[Categorie:Filosofie van de geschiedenis]][[Categorie: Geschiedschrijving van de Middeleeuwen]][[Categorie:Pseudogeschiedenis]]
 
[[Categorie:Middeleeuwen]]

Huidige versie van 28 mrt 2024 om 16:38

De Middeleeuwen is een traditionele indeling van West-Europese geschiedenis die grofweg duurde van de 5e tot de 15e eeuw. Na de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk trok de beschaving in verschillende delen van West-Europa zich in verschillende snelheden en op verschillende tijdstippen terug. Uiteindelijk werd in de 9e eeuw het Karolingische Rijk gesticht, waardoor een groot deel van West-Europa werd herenigd, maar deze entiteit zelf viel uiteen en viel uiteen in een aantal staten. Staatsfragmentatie en concurrentie kenmerkten een groot deel van de geschiedenis van middeleeuws West-Europa, [1] en deze trend zou daarna nog een lange periode in de geschiedenis blijven bestaan.

Zelfs nu de Middeleeuwen steeds beter gedocumenteerd zijn en een aantal historici zich steeds meer hebben geconcentreerd op het schrijven van literatuur waarin enkele van de voornaamste misvattingen over de middeleeuwse geschiedenis aan de orde worden gesteld, [2] [3] en terwijl andere historici de alternatieve benadering hanteren door veel van de intellectuele, wetenschappelijke en technologische vooruitgang die in deze periode plaatsvond te benadrukken, [4] deze ideeën blijven prominent aanwezig in de publieke sfeer en blijven de opvattingen over de Middeleeuwen als geheel domineren. Een prominente misvatting houdt verband met de Donkere middeleeuwen zelf, een term die traditioneel als synoniem voor de Middeleeuwen wordt gebruikt om de barbaarsheid ervan te benadrukken, of de intellectuele onwetendheid ervan, of het veronderstelde gebrek aan bronnen die Aangenomen wordt dat deze periode wordt gekenmerkt door, hoewel geen van deze karakteriseringen de wetenschappelijke kritiek heeft doorstaan. [5] [6]

Een kritische analyse van de Middeleeuwen heeft in plaats daarvan onthuld dat het een periode van grote veranderingen en, op veel gebieden, van enorme vooruitgang was. Terwijl mensen de Renaissance traditioneel associëren met een postmiddeleeuwse intellectuele wedergeboorte, wordt nu gezien dat de Renaissance in verschillende tijden en op verschillende plaatsen in Europa is begonnen, en zelf begon in de Late Middeleeuwen. [7] Bovendien vonden er gedurende de hele middeleeuwse periode een aantal perioden van intellectuele wedergeboorte plaats, waaronder de Karolingische Renaissance in de 9e eeuw en, nog belangrijker, de Renaissance uit de 12e eeuw. Bovendien gingen christenen, ondanks enkele vroege debatten, al snel de culturele kennis van de Grieken en Romeinen aanvaarden en overnemen, en zij besloten verder dat filosofie en wetenschap dienstmaagden en precedenten waren voor daden van hoger christelijk onderwijs.

Er werd vooruitgang geboekt op veel gebieden, en een van de meest kritische ontwikkelingen was de opkomst van de universiteit aan het einde van de 12e en 13e eeuw uit de vroegere kathedraalscholen die waren opgericht tijdens de Karolingische renaissance, die zelf in verband werd gebracht met de opkomst, voor het eerst in de geschiedenis, van een klasse van beroepswetenschappers die zich bezighouden met de studie van filosofie en leren. [8]

Geschiedenis van de misvatting over de "donkere middeleeuwen"

Donkere middeleeuwen (geschiedschrijving)

Petrarch, die het idee van een Europese "Dark Age" bedacht. Uit Cyclus van beroemde mannen en vrouwen, Andrea di Bartolo di Bargilla, ca. 1450

De eerste auteur die het begrip 'donkere middeleeuwen' beschreef, was Petrarch, een laatmiddeleeuwse schrijver. Vanuit zijn perspectief op het Italiaanse schiereiland zag Petrarca de Romeinse periode en de klassieke oudheid als een uitdrukking van grootsheid. [9] Hij bracht een groot deel van zijn tijd door met reizen door Europa, waar hij klassieke Latijnse en Grieks teksten herontdekte en opnieuw publiceerde. Hij wilde de Latijnse taal in zijn vroegere zuiverheid herstellen. Petrarca schreef dat de geschiedenis twee perioden kende: de klassieke periode van Grieken en Romeinen, gevolgd door een tijd van duisternis waarin hij zichzelf zag leven. Rond 1343 schreef hij in de conclusie van zijn epos Afrika: 'Het is mijn lot om te leven tussen gevarieerde en verwarrende stormen. Maar voor jou misschien, als ik hoop en Ik wens dat je lang na mij zult leven, er zal een beter tijdperk volgen. Deze slaap van vergetelheid zal niet eeuwig duren. Wanneer de duisternis is verdreven, kunnen onze nakomelingen terugkomen in de vroegere pure uitstraling." [10]

Tijdens de Reformaties van de 16e en 17e eeuw hadden protestanten over het algemeen een soortgelijke visie als humanisten uit de Renaissance, zoals Petrarca, maar voegden ze er ook een Antikatholiek perspectief aan toe. Ze zagen de klassieke oudheid als een gouden tijd, niet alleen vanwege de Latijnse literatuur, maar ook omdat deze getuige was van het begin van het christendom. Ze propageerden het idee dat de ‘Middeleeuw’ een tijd van duisternis was, mede vanwege de corruptie binnen de Katholieke Kerk, zoals: pausen die als koningen regeerden, de verering van relikwieën van heiligen, een losbandige priesterschap en geïnstitutionaliseerde morele hypocrisie. [11]

Tijdens het tijdperk van de Verlichting van de zeventiende en achttiende eeuw beschouwden veel kritische denkers religie als in strijd met de rede. Voor hen was de Middeleeuwen, of het "Tijdperk van het Geloof", daarom het tegenovergestelde van het Tijdperk van de Rede. [12] Baruch Spinoza, Bernard Fontenelle, Kant, Hume, Thomas Jefferson, Thomas Paine, Denis Diderot, Voltaire, Marquis De Sade en Rousseau waren luidruchtig in hun aanval op de Middeleeuwen als een periode van sociale achteruitgang die werd gedomineerd door religie, terwijl Gibbon in De geschiedenis van het verval en de ondergang van het Romeinse rijk sprak hij zijn minachting uit voor de "onzin van de donkere middeleeuwen". [13] Maar net zoals Petrarca, die zichzelf aan de vooravond van een 'nieuw tijdperk' zag, kritiek uitte op de eeuwen vóór zijn eigen tijd, zo ook de schrijvers van de Verlichting.

Het concept van de Donkere Middeleeuwen was al eerder in gebruik, maar tegen de 18e eeuw bleef het meestal beperkt tot het eerste deel van deze periode. De vroegste vermelding voor een hoofdletter "Dark Ages" in de Oxford English Dictionary is een verwijzing in Henry Thomas Buckle's History of Civilization in England uit 1857. [14]

[Bestand:Gossuin_de_Metz_-_L'image_du_monde_-_BNF_Fr._574_fo42_-_miniature.jpg|thumb|right|Middeleeuwse artistieke illustratie van de bolvormige aarde in een 14e-eeuwse kopie van L'Image du monde (ca. 1246 )]] Wetenschapshistoricus David C. Lindberg bekritiseerde het publieke gebruik van 'donkere middeleeuwen' om de hele Middeleeuwen te beschrijven als "een tijd van onwetendheid, barbarij en bijgeloof" waarvoor "de schuld meestal wordt gelegd bij de voeten van de christelijke kerk, die naar verluidt religieus gezag heeft geplaatst over persoonlijke ervaringen en rationele activiteit". [15] Wetenschapshistoricus Edward Grant schrijft: "Als revolutionaire rationele gedachten tot uitdrukking zouden worden gebracht in de [ [Age of Enlightenment|Age of Reason]], ze werden mogelijk gemaakt door de lange middeleeuwse traditie die het gebruik van de rede tot een van de belangrijkste menselijke activiteiten maakte". [16] Bovendien zegt Lindberg dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, "de laatmiddeleeuwse geleerde zelden de dwingende macht van de kerk ervoer en zichzelf als vrij zou hebben beschouwd (vooral in de natuurwetenschappen) om de rede en observatie te volgen waar dan ook." zij leidden". [17]

Misvattingen

De middeleeuwen geloofden dat de aarde plat was

Zie Mythe van de platte aarde voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Middeleeuwse artistieke illustratie van de bolvormige aarde in een 14e-eeuwse kopie van L'Image du monde (ca.1246)
Middeleeuwse artistieke illustratie van de bolvormige aarde in een 14e-eeuwse kopie van L'Image du monde (ca.1246)

Een van de meest voorkomende fouten rond de Middeleeuwen was dat het een periode was waarin mensen (of op zijn minst ongeschoolden) geloofden dat de aarde plat was, en dat dit geloof uiteindelijk werd omgekeerd met de reizen van Christopher Columbus. ]] die de algemene mening over de bolvorm van de aarde weerlegde. Dit portret van de geschiedenis gaat echter pas terug tot het begin van de 19e eeuw, waar het werd uitgevonden door Washington Irving in zijn boek A History of the Life and Voyages of Christopher Columbus (1828). . Dit idee werd verder populair aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw, tijdens het begin van de debatten over evolutie. In zijn boek Inventing the Flat Earth: Columbus and Modern Historians beweert de historicus Jeffrey Burton Russell dat "op enkele uitzonderingen na geen goed opgeleid persoon in de geschiedenis van het Westen De beschaving vanaf de derde eeuw voor Christus geloofde dat de aarde plat was", en Russell schrijft de popularisering van de mythe van de platte aarde toe aan de geschriften van John William Draper, Andrew Dickson White, en Washington Irving. [18] Ter illustratie: alle middeleeuwse verwijzingen naar de vorm van de aarde zijn vrijwel zonder uitzondering bolvormig. Johannes de Sacrobosco (1195–1256) schreef bijvoorbeeld in zijn De sphaera mundi (Verhandeling over de bol);

Dat de aarde ook rond is, wordt zo aangetoond. De tekenen en sterren komen niet overal op dezelfde manier op en gaan onder voor alle mensen, maar gaan eerder op en onder voor degenen in het oosten dan voor degenen in het westen; en hiervoor is geen andere oorzaak dan de uitstulping van de aarde. Bovendien bewijzen hemelse verschijnselen dat ze bij oosterlingen eerder opkomen dan bij westerlingen. Want een en dezelfde maansverduistering die voor ons in het eerste uur van de nacht verschijnt, verschijnt voor de oosterlingen rond het derde uur van de nacht, wat bewijst dat zij eerder nacht en zonsondergang hadden dan wij, waardoor de uitstulping van de maan ondergaat. aarde is de oorzaak. (Hoofdstuk 1.9) [19]

Onder veel van de andere middeleeuwse schrijvers die de bolvorm van de aarde beschrijven, is er Thomas van Aquino die in zijn Summa Theologica schreef dat de bolvorm van de aarde kan worden "aangetoond" [20] en John Mandeville die in zijn The Travels of Sir John Mandeville ook de bolvorm van de aarde als een oefening demonstreert. Terwijl sommigen proberen te beweren dat Isidorus van Sevilla een voorbeeld van een middeleeuwse plataarder was, die in de 6e en 7e eeuw leefde, onderwijst zelfs Isidorus openlijk de bolvorm van de aarde. [21]

Hoeveel engelen passen er op de kop van een speld?

Er wordt vaak beweerd dat middeleeuwse filosofen zich bezighielden met langdurige debatten en discussies over hoeveel engelen er op de punt van een speld of naald konden passen. Dit verhaal wordt gebruikt om de inefficiënte en vruchteloze aard van middeleeuwse intellectuele bezigheden te benadrukken, wanneer ze toch plaatsvonden. Toch hebben deze debatten niet plaatsgevonden. Volgens de historicus Peter Harrison: "Dat scholastische filosofen zich bezighielden met speculaties over hoeveel engelen op de punt van een speld konden dansen, is al lang ontmaskerd als een mythe die in de zeventiende eeuw is uitgevonden." Harrison identificeert William Chillingworths The Religion of Protestants (1638) en William Sclaters An exposition with notes on the first Epistle to the Thessalonians (1619) als de oorspronkelijke bronnen van deze mythe. Volgens Harrison kan de mythe van de 'naaldenpunt' zijn voortgekomen uit een woordspeling waarin wordt beweerd dat de middeleeuwen ruzie maakten over 'onnodige punten'. [22]

Echter, het probleem van de kinderen van kannibal op de dag des oordeels [23] werd beantwoord door verschillende vooraanstaande theologen. Op dezelfde manier betreurden sommige geleerden uit de middeleeuwen zelf de enorme hoeveelheid tijd die was besteed aan het debat rond het probleem van universalia.

Kattenmoorden en de daaropvolgende pest

Tijdens de middeleeuwen werden katten vaak als huisdier gehouden en velen werden gewaardeerd vanwege hun vermogen om knaagdieren in huis te houden. De Ancrene Wisse, een middeleeuwse tekst uit de 13e eeuw, adviseert vrouwelijke kluizenaars dat "jullie geen enkel beest zullen bezitten, mijn lieve zusters, behalve alleen een kat." [24] Niettemin bleef het idee bestaan ​​dat er in de middeleeuwen onder christenen haat tegen katten ontstond, gevolgd door een daaropvolgende slachting onder katten door de katholieke kerk, die vervolgens de verspreiding van de Zwarte Pest zou bevorderen als gevolg van de bloeiende knaagdierpopulaties in de middeleeuwen. afwezigheid van katten gaat terug tot en werd gepopulariseerd door een boek uit 2001 van de historicus van het oude Griekenland, Donald Engels, getiteld Klassieke katten: de opkomst en ondergang van de heilige kat. De basis van deze bewering is een pauselijke bul uitgegeven door Paus Gregorius IX met de titel Vox in Rama, die zelf geen melding maakt van het doden van katten, noch uitspraken doet over katten die slecht zijn;

De volgende riten van deze pest worden uitgevoerd: wanneer een beginneling onder hen moet worden ontvangen en voor de eerste keer de sekte van de verdoemden betreedt, verschijnt aan hem de vorm van een bepaalde kikker, die sommigen gewend zijn te noemen een pad. Sommigen kussen dit wezen op de achterhand en sommigen op de mond; zij ontvangen de tong en het speeksel van het beest in hun mond; soms lijkt het overdreven groot, en soms lijkt het op een gans of eend, en soms neemt het zelfs de grootte aan van een oven. Wanneer de novice uiteindelijk naar voren is gekomen, wordt hij opgewacht door een man met een wonderbaarlijke bleekheid, die zeer zwarte ogen heeft en zo uitgemergeld en mager is dat, aangezien zijn vlees is weggevreten, alleen de huid over het bot lijkt te zijn overgebleven. . De novice kust hem en voelt koud aan, als ijs, en na de kus verdwijnt de herinnering aan het katholieke geloof volledig uit zijn hart. Daarna gaan ze aan tafel en als ze daaruit zijn opgestaan, daalt vanaf een bepaald beeld, dat gebruikelijk is in een dergelijke sekte, een zwarte kat ter grootte van een gemiddelde hond achterover neer, met de staart rechtop. Eerst kust de beginneling, dan de meester, en dan ieder van de orde die waardig en volmaakt is, de kat op zijn achterhand; de onvolmaakten, die zichzelf niet waardig achten, ontvangen genade van de meester. Dan keert iedereen terug naar zijn plaats en, terwijl hij een bepaald antwoord uitspreekt, neigen ze hun hoofd naar de kat. ‘Vergeef ons’, zegt de meester, en degene naast hem herhaalt dit, en een derde antwoordt en zegt: ‘Wij kennen de meester’; een vierde zegt: ‘En we moeten gehoorzamen.’ [25]

Hoewel deze bron en geen andere verwijst naar een slachting onder katten, beweert Engels dat hij, op basis hiervan, en op basis van enkele artistieke afbeeldingen waarin wordt getoond dat katten worden gedood, terecht de ‘aanname’ kan maken dat katten op grote schaal zijn afgeslacht in de Verenigde Staten. middeleeuwse periode. [26] Op basis hiervan en andere opmerkingen die Engels in het boek maakt, inclusief in zijn associatie met Augustinus's theologie met Nazisme hebben sommige historici die het boek van Engels recenseren hem beschreven als een ‘fanaticus’ en hem ervan beschuldigd zijn verbeeldingskracht te gebruiken om historische gaten in te vullen. [27] Bovendien hebben anderen erop gewezen dat zelfs als er pogingen waren ondernomen tot moordpartijen op katten, dit om verschillende redenen geen rol zou hebben gespeeld in de verspreiding van de zwarte pest. waaronder dat (1) het uitroeien van katten uiterst moeilijk te beheersen is (2) vlooien die de pest verspreiden, zich misschien helemaal niet van ratten hebben verspreid, maar in plaats daarvan van persoon tot persoon (3) katten zelf in staat zijn de ziekte op te lopen en deze vervolgens op mensen door te geven. [28]

Zie ook

Referenties

  1. Scheidel, Walter. Ontsnapping uit Rome: het falen van het rijk en de weg naar welvaart. Princeton University Press, 2019.
  2. Harris, Stephen, en Bryon L. Grigsby, eds. Misvattingen over de middeleeuwen. Routledge, 2010.
  3. Zwart, Winston. De middeleeuwen: feiten en fictie. ABC-CLIO, 2019.
  4. Seb Falk, The Light Ages: The Surprising Story of Medieval Science, Penguin, 2020.
  5. Fouracre, Paul (eds). De middeleeuwse geschiedenis van New Cambridge: deel 1 ca. 500 – ca. 700. Cambridge University Press, 2005, 90. “In termen van de beschikbare informatiebronnen is dit zeer zeker geen donker tijdperk... In de afgelopen eeuw zijn de bronnen van bewijsmateriaal dramatisch toegenomen en is de taak van de historicus (in grote lijnen) gedefinieerd als een student uit het verleden) is dienovereenkomstig uitgebreid."
  6. Raico, Ralph, [https: //mises.org/daily/2404 Het Europese Wonder]. Geraadpleegd op 14 augustus 2011. "Het stereotype van de middeleeuwen als 'de donkere middeleeuwen', gekoesterd door renaissancehumanisten en 'philosophes' van de Verlichting, bestaat natuurlijk al lang verlaten door geleerden."
  7. Monfasani , Johannes. Renaissance-humanisme, van de middeleeuwen tot de moderne tijd. Routledge, 2016.
  8. Grant, Edward. De fundamenten van de moderne wetenschap in de Middeleeuwen: hun religieuze, institutionele en intellectuele contexten. Cambridge University Press, 1996.
  9. Mommsen, Theodore E. "Petrarch's conceptie van de 'donkere middeleeuwen'." Speculum 17.2 (1942): 226–242.
  10. Petrarch (1343). Afrika, IX, 451-7. Dit citaat komt uit de Engelse vertaling van het artikel van Mommsen.
  11. F. Oakley, De middeleeuwse ervaring: fundamenten van de westerse culturele singulariteit (University of Toronto Press, 1988), pp. 1–4.
  12. Robert Bartlett (historicus) (2001) . "Inleiding: perspectieven op de middeleeuwse wereld", in Middeleeuws panorama . ISBN|0-89236-642-7. "De minachting voor het middeleeuwse verleden was vooral openhartig onder de kritische en rationalistische denkers van de Verlichting. Voor hen belichaamden de Middeleeuwen de barbaarse, door priesters geteisterde wereld die ze probeerden te transformeren."
  13. Edward Gibbon (1788). De geschiedenis van het verval en de val van het Romeinse rijk, Vol. 6, Ch. XXXVII, paragraaf 619.
  14. Boek Oxford English Dictionary https://archive.org/details/oxfordenglishdic0009unse
    publisher Oxford University Press Oxford, Engeland 1989 editie , een term die soms wordt toegepast op de periode van de Middeleeuwen om de intellectuele duisternis te markeren die kenmerkend was voor die tijd; vaak beperkt tot de vroege periode van de Middeleeuwen, tussen de val van Rome en het verschijnen van geschreven documenten in de volkstaal.
  15. David C. Lindberg, "The Medieval Kerk ontmoet de klassieke traditie: Sint-Augustinus, Roger Bacon, en de dienstmaagd metafoor", in David C. Lindberg en Ronald L. Numbers, ed. When Science & Christianity Meet, (Chicago: University of Chicago Pr., 2003), p.8
  16. Edward Grant. God en Rede in de Middeleeuwen, Cambridge 2001, p. 9.
  17. geciteerd in het essay van Ted Peters over Wetenschap en Religie bij "Lindsay Jones (hoofdredacteur). Encyclopedia of Religion, Second Edition. Thomson Gale. 2005. p.8182"
  18. Jeffrey Russel. De platte aarde uitvinden. Praeger 1997.
  19. Engelse vertaling van De sphaera mundi hier.
  20. SUMMA THEOLOGIAE: Het onderscheid tussen gewoonten (Prima Secundae Partis, Q. 54). www.newadvent. org.
  21. Stevens, Wesley M. " De figuur van de aarde in Isidorus' De natura rerum'. Isis 71.2 (1980): 268–277.
  22. Harrison, Peter. "Engelen op speldenknopen en naaldpunten." Opmerkingen en vragen 63.1 (2016): 45–47.
  23. Materiële lichamen van mensen moesten volgens de katholieke doctrine samen worden opgericht op de dag des oordeels. Zo rijst de vraag wat er gebeurt met kinderen van kannibalen wier lichamen zijn gemaakt van materiaal dat van andere mensen is afgenomen.
  24. Amt, Emilie, en Katherine Allen Smith, eds. Middeleeuws Engeland, 500–1500: een lezer. Vol. 6. University of Toronto Press, 2018, 236.
  25. Kors, Alan, Alan Charles Kors en Edward Peters, eds. Hekserij in Europa, 400–1700: een documentaire geschiedenis. University of Pennsylvania Press, 2001, 115–6.
  26. Engels, Klassieke katten, 159.
  27. Thomas Harrison, “Classical Cats. The Rise and Fall of the Sacred Cat” , Classics Ireland (2002): 88–91.
  28. Tucker, Abigail. De leeuw in de woonkamer: hoe huiskatten ons temden en de wereld overnamen. Simon en Schuster, 2017, 50



Bron, digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp