Congregatie der Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 6 apr 2024 om 15:49 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Dat begon met de oprichting van de Zusters van Liefde uit Tilburg. De geschiedenis van de Congregatie der Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, zoals de Vereeniging voluit heet, begint in het jaar 1832. ''' === De oprichter === De oprichter van de Vereeniging was de Tilburgse pastoor van de parochie ‘het Heike’, Joannes Zwijsen (1794-1877). Hij zag dat de armoede van zijn parochianen negatief werkte op de geloofsbeleving en...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Dat begon met de oprichting van de Zusters van Liefde uit Tilburg. De geschiedenis van de Congregatie der Zusters van Liefde van Onze Lieve Vrouw, Moeder van Barmhartigheid, zoals de Vereeniging voluit heet, begint in het jaar 1832.

De oprichter

De oprichter van de Vereeniging was de Tilburgse pastoor van de parochie ‘het Heike’, Joannes Zwijsen (1794-1877). Hij zag dat de armoede van zijn parochianen negatief werkte op de geloofsbeleving en hij ergerde zich aan het gebrek aan goed onderricht aan de kinderen. In de beginjaren voelden veel meisjes zich aangetrokken tot een intensievere beleving van hun geloof in combinatie met het verrichten van ‘sociaal-maatschappelijk werk’. Er was in die tijd nog geen sprake van emancipatie, en het verrichten van de zogenaamde liefdewerken was voor veel vrouwen de mogelijkheid zich maatschappelijk dienstbaar te maken. De zusters beperkten zich niet tot het geven van onderwijs. De armen en misdeelden van de samenleving konden op een brede steun van de zusters rekenen. Al snel breidden de activiteiten uit tot ziekenverpleging en verzorging van bejaarden en andere hulpbehoevenden. De juridische constructie van de Vereeniging was niet eenvoudig was en de congregatie had dan ook nog geen enkele goedkeuring gekregen.

Willem II

De Vereeniging mocht niet opvallen, maar dankzij de goede relaties van Zwijsen met koning Willem II, hadden de pastoor en zijn zusters een zekere bewegingsvrijheid. In 1843 keurde de paus de constituties goed, waarbij de afgelegde beloften rechtsgeldigheid kregen voor de kerk. Zwijsen was inmiddels bisschop van Den Bosch. Vijf jaar later volgde de officiële pauselijke goedkeuring en in 1848 volgde ook de erkenning van overheidswege.

KB

Met Koninklijk Besluit nummer 127 werd de Vereeniging openbaar erkend en werd het reglement goedgekeurd. In artikel 2 staat: het doel van de Vereeniging is het verplegen van zieken en van gebrekkigen, het onderwijzen van kinderen en, in het algemeen, hulp te verleenen aan allen, zonder aanzien van godsdienst of stand in de maatschappij, welke aan eene liefdadige hand behoefte hebben. Artikel 3 gaat over de middelen: de Vereeniging is daargesteld en wordt voortdurend onderhouden door liefdadige of milddadige bijdragen, welke aan de Vereeniging worden geschonken. Terwijl de officiële erkenning op zich had laten wachten, waren de zusters over het hele land verspreid.

De opzet

De opzet van Zwijsen was met dertien zusters alleen werkzaam te zijn in Tilburg, maar al snel kreeg de pastoor van verschillende armenbesturen en gemeenten het verzoek om enkele zusters te zenden. Overal in het land richtten de zusters met het devies ‘Liefde zonder eigenliefde’ zogenaamde succursaalhuizen (dependances) op. Centrale gedachte van Zwijsen bij het uitbreiden van de Liefdewerken was dat de zusters onafhankelijk moesten kunnen werken.

Verantwoording

De uitgezonden religieuzen waren alleen verantwoording verschuldigd aan het moederhuis in Tilburg en zouden zich ook niet naar een gemeentelijke- of kerkelijke instantie mogen schikken. In 1843 verrichtten de zusters in elf plaatsen hun liefdewerken.

Bron digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp