Categorie:Rietdekker: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Categorie:Beroepen')
 
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Het werk van de rietdekker is altijd overgegaan van vader op zoon en van meester op knecht. Het vak kenmerkt zich door sterk streekgebonden werkmethoden. Elke streek en bijna iedere rietdekker kende/kent zijn eigen manier van werken met de daarbij behorende gereedschappen.
Dit gereedschap bestaat uit een dekstoel of dekklauw om op te staan, vroeger met één, later met twee haken, boomhaken om een balk op te leggen waarop de rietdekker eveneens kon/kan staan.<br>
Verder dekslagen, dekspanen, drijfborden of kloppers om het riet gelijk te slaan, twijghaken, rechte naalden, ronde naalden of halve manen, een mes en 'knechten'. De bossen riet worden door een lat op hun plaats gehouden met behulp van deze knechten. Als het riet losgesneden, opgeklopt en met een draad vastgezet is, kan die lat er weer af tot de volgende rij.<br>
Men begint bij de onderste laag, door eerst een dunne laag riet over de panlatten te spreiden. Daar op worden de rietbossen naast elkaar gelegd, waarover weer een lange ijzerdraad (bandgard, vroeger was dit een wilgenteen). Het riet wordt losgesneden, gelijk gewreven en opgeklopt. Vervolgens wordt een dunnen draad met de twijghaak door de rietlaag gehaald, om de panlat en de gard heen, met een tang aangetrokken en vastgezet Vroeger gebeurde ook dit met behulp van een twijg of wilgeteen. Dit om de ongeveer dertig centimeter.
De rietdekker controleert ook het vrijgekomen houtwerk (panlatten) en vervangt en/of repareert ze. Ook metselwerk aan de schoorsteen of het aanbrengen van vorstpannen behoort tot zijn werk.
<br>
<br>
Een oudere omschrijving zegt: "De rietdekker is een ambachtsman, wiens werk het is huizen, boerderijen, hooibergen en molens met riet te dekken. Het dakspan word hierbij bedekt met rieten schoven, die vervolgens door den Rietdekker glad aangeslagen...worden. Het riet (en ook stro) wordt hierbij met een twijg of teen, de derwisch aan de dakroeden gebonden.
De strodekker dekt huizen met stro. Per vierkante meter strodak heeft men daarvan twaalf kilogram nodig." 
<br>
[[Categorie:Beroepen]]
[[Categorie:Beroepen]]

Versie van 30 nov 2022 07:52

Het werk van de rietdekker is altijd overgegaan van vader op zoon en van meester op knecht. Het vak kenmerkt zich door sterk streekgebonden werkmethoden. Elke streek en bijna iedere rietdekker kende/kent zijn eigen manier van werken met de daarbij behorende gereedschappen. Dit gereedschap bestaat uit een dekstoel of dekklauw om op te staan, vroeger met één, later met twee haken, boomhaken om een balk op te leggen waarop de rietdekker eveneens kon/kan staan.
Verder dekslagen, dekspanen, drijfborden of kloppers om het riet gelijk te slaan, twijghaken, rechte naalden, ronde naalden of halve manen, een mes en 'knechten'. De bossen riet worden door een lat op hun plaats gehouden met behulp van deze knechten. Als het riet losgesneden, opgeklopt en met een draad vastgezet is, kan die lat er weer af tot de volgende rij.
Men begint bij de onderste laag, door eerst een dunne laag riet over de panlatten te spreiden. Daar op worden de rietbossen naast elkaar gelegd, waarover weer een lange ijzerdraad (bandgard, vroeger was dit een wilgenteen). Het riet wordt losgesneden, gelijk gewreven en opgeklopt. Vervolgens wordt een dunnen draad met de twijghaak door de rietlaag gehaald, om de panlat en de gard heen, met een tang aangetrokken en vastgezet Vroeger gebeurde ook dit met behulp van een twijg of wilgeteen. Dit om de ongeveer dertig centimeter. De rietdekker controleert ook het vrijgekomen houtwerk (panlatten) en vervangt en/of repareert ze. Ook metselwerk aan de schoorsteen of het aanbrengen van vorstpannen behoort tot zijn werk.

Een oudere omschrijving zegt: "De rietdekker is een ambachtsman, wiens werk het is huizen, boerderijen, hooibergen en molens met riet te dekken. Het dakspan word hierbij bedekt met rieten schoven, die vervolgens door den Rietdekker glad aangeslagen...worden. Het riet (en ook stro) wordt hierbij met een twijg of teen, de derwisch aan de dakroeden gebonden. De strodekker dekt huizen met stro. Per vierkante meter strodak heeft men daarvan twaalf kilogram nodig." 

Deze categorie bevat geen pagina’s of media.