Driemanschap van 1813
Het Driemanschap van 1813 oftewel het Voorlopig Bewind bestuurde het huidige Nederland kortstondig aan het einde van de napoleontische periode, voordat Willem I der Nederlanden de troon besteeg. Het driemanschap bestond uit Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam van der Duyn van Maasdam en Leopold van Limburg Stirum.
Het Driemanschap van 1813 werd op 17 november 1813 gevormd, nadat de Franse gouverneur Charles-François Lebrun en een belangrijk deel der Franse troepen halsoverkop het gebied van de Hollandse departementen, het latere Nederland, verlaten hadden. Dit Driemanschap vaardigde op 20 november 1813 in Den Haag de proclamatie uit waarin het het algemeen bestuur ter hand nam. De volgende dag volgde een proclamatie waarin een Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden werd uitgeroepen, met de kennisgeving dat er een "Algemeen Bestuur der Vereenigde Nederlanden is, in naam van de Prins van Oranje" en dat "alle landgenoten worden ontslagen van hun eed van trouw aan de Keizer der Fransen" - .
De drie staatslieden nodigden de in Nederland vrijwel vergeten Prins van Oranje, de latere Koning Willem I der Nederlanden, per brief uit om naar 's-Gravenhage te komen en als "soeverein vorst" de regering op zich te nemen, teneinde zo een anarchie te voorkomen. De internationale erkenning van Willem I als vorst kwam echter pas tot stand bij het Congres van Wenen.
Willem aanvaardde hun uitnodiging en een Engels fregat bracht hem naar de kust van Scheveningen waar hij op 30 november 1813 voet op Nederlandse bodem zette. Op 1 december werd Willem tot soeverein vorst uitgeroepen, wat op 2 december door hem werd aanvaard.