Haremvrouwen bezetten politiebureau Raamdsonkveer
Raamsdonk, 9 juni 1964
In Keizersveer verschenen deze week plotseling een sjeik van ca. 74 jaar met 40 vrouwen, 4 mannen en een groot aantal kinderen. Zij kampeerden in woestijntenten.
In wanhoop gooiden de vrouwen één der kinderen voor een auto, die nog net kon remmen en gingen zelf op de rijweg liggen. Ondertussen waren 3 vrouwen en 2 kinderen op het politiebureau Raamsdonkveer gekomen, die f 1000,- losgeld aanboden als de "handen van de mannen niet werden afgehakt", hetgeen bij diefstal in hun land usance is. Dit werd allemaal duidelijk door een tenslotte opgedoken Arabische tolk, die de vrouwen aan het verstand bracht, dat men hier een stuk milder strafte.
Maar weggaan deden ze niet en hedenmiddag zaten ze er nog, zielig en wel, ofschoon hun kampement was verdwenen.
Annotatie
Volgens krantenberichten sjeik Hadji Talal Jaher uit Ra'sal-Khaimah die bijj Wuustwezel de Nederlandse grens was overgestoken. Er was sprake van een tweede "sjeik" Soeleiman Daher die met gevolg bij Den Haag kampeerde. Beide zouden uit de z.g. wapenstistandsgebieden uit het Britse mandaatgebied aan de Perzische golf komen en waren per stoomschip vanuit Istanboel, via Italië en Frankrijk en na verkrijgen van Benelux-visa van de Belgische consul-generaal in Parijs in België zijn aangekomen. Op bevel van de minister van Justitie is de groep naderhand de grens overgezet.
-
Een van de kinderen is in slaap gevallen. Zijn hoofd wordt inmiddels nagezocht.
-
Argwanend kijken ze nog steeds naar de agent, die voor het bureau de wacht houdt.
-
De politie dringt de nieuwsgierige Raamsdonkers terug van het zielige groepje.