Nederland stuurt militairen naar Nieuw Guinea

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 12 jan 2024 om 06:10
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Joseph Luns (r) was als minister van Buitenlandse zaken nauw betrokken bij het militair ingrijpen van Nederland in Nieuw-Guinea. Via Nationaal Archief
Joseph Luns (r) was als minister van Buitenlandse zaken nauw betrokken bij het militair ingrijpen van Nederland in Nieuw-Guinea. Via Nationaal Archief

Jayapura 1960

Na de Tweede Wereldoorlog probeert Nederland haar kolonies te behouden met de Politionele Acties tot gevolg. Onder internationale druk laat Nederland in 1949 de claim op de voormalige kolonie uiteindelijk varen, op voorwaarde dat het Nederlands-Nieuw-Guinea mag behouden. Als Indonesië in 1960 Nieuw-Guinea aanvalt, stuurt Nederland op 27 april militairen en materieel om het eiland te behouden.

Verlies kolonie Indonesië

Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezetten de Japanners Nederlands-Indië. Toen Japan in 1945 capituleerde,stond Indonesië korte tijd niet onder Nederlands of Japans bestuur. De nationalistisch Indonesische leiders Soekarno en Mohammed Hatta grepen na twee dagen de macht en stichtten de Republiek Indonesië. Nederland erkende de republiek niet en stuurde in 1945 een troepenmacht om de ‘opstand’ in de kiem te smoren: de politionele acties, waarin Nederland trachtte haar politieke belangen in haar overzeese koloniën te beschermen. Internationale kritiek van de Verenigde Staten in het bijzonder, dwong Nederland om de Republiek Indonesië te erkennen. Nederland ging akkoord op voorwaarde dat het de kolonie Nederlands-Nieuw-Guinea zou behouden.

De strijd om Nieuw-Guinea

Ondanks het akkoord zond Indonesië in 1960 parachutisten naar Nieuw-Guinea om de bevolking te overtuigen van de onnodige overheersing van Nederland. Het lukte de aanwezige Nederlandse militairen niet om de infiltranten doeltreffend op te sporen. Daarom stuurde de Nederlandse overheid op 27 april 1960 een troepenmacht van 5000 soldaten evenals een aantal straaljagers, als aanvulling op de al aanwezige militairen. Afgezien van een aantal schermutselingen bleef een grootschalig gewapend treffen echter uit. Negen Nederlandse militairen sneuvelden in de strijd, een groter aantal kwam echter door ziekte of ongevallen om het leven.

Amerikaanse druk bij opgeven kolonie

Joseph Luns, toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken, pleitte voor een voortzetting van de Nederlandse aanwezigheid in Nieuw-Guinea. Hij gaf daarbij het argument dat Nederland de inheemse Papoea-bevolking niet in de steek mocht laten. Er heerste in de Tweede Kamer echter grote onvrede over de acties. Bovendien bezocht prins Bernhard in het geheim de Amerikaanse president John F. Kennedy om de situatie in Nieuw-Guinea met de staatsman te bespreken. Prins Bernhard was namelijk van mening dat Nederland zich moest terugtrekken uit Nieuw-Guinea. Op zijn verzoek begon Amerika druk uit te oefenen op de Nederlandse regering om Nieuw-Guinea aan Indonesië over te dragen. Na drie jaar spanning gaf Nederland het op. Vanaf 1 mei 1963 behoorde Nieuw-Guinea aan Indonesië.