In memoriam: Corné de Groot
DE FRIETBOER
Onze frietboer is niet meer. Hoewel hij en Annemarie de friettent al een jaar of 6 niet meer bestieren bleef hij voor mij al die tijd de frietboer.
Corne de Groot, door mij altijd steevast begroet met een 'ha Cornelis!' was onze frietboer van pak 'em beet eind jaren '90 tot ongeveer 2017. Als liefhebber van het genre gefrituurd voedsel bouwde ik een goede band op met zowel Corne als Annemarie. In die jaren hanteerden wij als Rauwdauwers een vrij straf eetpatroon. Op de even dagen gingen we net voor elven naar de frietboer, op de oneven dagen werd er bij voldoende goesting shoarma besteld.
Ook op het gebied van carnavalswagens bouwen was hij een autoriteit. Samen met broer Willem en de rest van De Schaans waren zij qua carnavalswagens grotendeels verantwoordelijk voor de voedingsbodem waar onze huidige bouwers nog steeds op teren. Willem en Corne waren een twee-eenheid zoals je zelden nog ziet. En altijd schoven ze de credits bij elkaar in de schoenen. Op de foto staan ze gebroederlijk naast elkaar. Onze Willem en onze Corne (geflankeerd door mede Schaanscoryfeeën Sjef Kuijsters, Frank van Strien en Ben Bouwens).
Toch was het niet het uitgebreide assortiment van Snackbar De Schaans ('Ja jongen, deze gehaktballen krijgde bij een aander nie. De dees komen uit Duitslaand, die neemt ons vader altijd mee veur ons') of de op maat gemaakte adviezen ('Nou heb ik wè veur jou jonge. Een Belse saté, die vainde gij lekker, dè weet ik zeker') wat mij het meest lokte. Het begeleidende praotje zoog mij regelmatig als een magneet richting de Schansstraat. Al op jonge leeftijd boeide de persoonlijkheid van Corne mij. Hij was voor mij één van de weinige mensen ter wereld die zowel de oorlogen op kon lossen als ook het gat in de ozonlaag, de visstand in den Biesbosch en de technische problemen van Ajax. Niet slecht voor een frietboer.
Hij kon werkelijk overal over meepraten en wat ik het meest vermakelijk vond was dat hij dat deed op een toon dat er voor discussie geen ruimte meer was. Of het nou over vogeltjes, carnavalswagens, Zundapps, de Duitsers, waspoeder, de hardheid van het kraanwater of over het voetballen ging: Corne wist overal alles van.
Hij leerde mij allerhande wetenswaardigheden waar ge verder geen zak aan hèt. 'De scooter van diejen Holleeder hèt hij gekocht in Veen' zei hij dan. Of: 'Ge moet onder oew bierglas altijd een leeg glas houwe, dan worret zomar nie laauw'. Ook was hij typisch zo'n man die van elk dorp uit de wijde regio wist wanneer de kermis was.
Annemarie is naast Corne zo'n beetje de liefste vrouw van de wèèreld. Gezegend met het geduld van een ouwe Indiaan bovendien, wat een nuttige eigenschap was als Corne weer eens aan het uitweiden was over de dikte van de paling in de Bergse Maas. Dan zat heel de friettent vol (ik was niet de enige liefhebber) en stond Annemarie met de broebels op de rug te bakken terwijl Corne de jeugdopleiding van Feyenoord aan het duiden was. 'Bij Feyenoord komen uit de jeugd altijd een bietje van die dikke' zei hij dan met een stelligheid dat er geen speld meer tussen te krijgen viel. Corne was dan ook een echte Ajax-man. Gezien de misère waarin de trots van Amsterdam tegenwoordig verkeert vind ik het jammer dat ik het laatste half jaar geen frietje meer bij hem kon halen op zondagavond.
Beginjaren 2000 was Corne al eens ziek. Kanker. Wonder boven wonder genas hij toen maar hij had het er niet op. 'Als de kanker nou 3 jaar wegblijft ben ik schoon zee den dokter, mar ik vertrouw het niks'. Dat gevoel werd nogmaals bevestigd toen zijn zus José in 2001 kwam te overlijden aan deze ziekte. Corne kwam samen met José en Annemarie op mijn examenfuif na sluitingstijd nog een doos bitterballen brengen en dronken en passant nog een pilske mee. Ook José was een buitengewoon lieve vrouw.
En nu is voor Corne zelf het doek gevallen. De mooiste frietboer aller frietboeren is niet meer. Hij was al langere tijd ziek maar bleef tot het allerlaatste moment de plaatselijke trots VV Raamsdonk supporteren. Vanuit de auto die zo'n beetje op de achterlijn geparkeerd stond aanschouwde hij elke zondag het spel van de blauw-witten. Ook met carnaval afgelopen jaar was hij van de partij.
Zijn aanwezigheid bij Café De Schipper verraste mij enigzins. Toen hij op dinsdagavond rond middernacht naar huis ging vroeg ik hem 'Gade nou al naar huis Cornelis?' antwoordde hij mij op het tandvlees: 'Ik sta hier al vanaf vrijdagavond, dè kande van de meeste hier nie zeggen'.
Eerder de afgelopen carnaval deelde hij nog één keer een wijze levensles: 'Ik ga er nog mooi opuit deze carnaval, want veurdè ge het weet is het veurbij'. Een waarheid die er helaas nog geen jaar later één als een koe blijkt te zijn. Mijn favoriete frietboer werd 65 jaar.
Sterkte lieve Annemarie, onze Willem, oma Annie, familie, vrienden en alle andere mensen die deze markante Raamsdonker zullen gaan missen.
wg. Marcel Timmermans