Prostituees leefden aan de zelfkant van de maatschappij
In de klassieke oudheid wemelden de steden van de prostituees. Vaak leefden ze aan de zelfkant van de maatschappij, tenzij ze zich in de kijker wisten te spelen bij een machtige man.
Een bespotting van goden en mensen. Zo beschreef de Grieks-Romeinse filosoof Dio Chrysostomus prostitutie in de 2e eeuw:
‘Bordeelhouders brengen mensen bij elkaar om het bed te delen zonder de charme van Aphrodite. Het is bevrediging van lust zonder de minste liefde, en puur voor het geld!’
Een compleet verbod was de enige juiste aanpak, meende de filosoof. Maar als hij dacht dat er gehoor zou worden gegeven aan zijn oproep, had hij het mis.
Volgens Romeinse bronnen had Rome in de tijd dat de filosoof zijn kritiek schreef minstens 32.000 prostituees.
En uit archeologisch onderzoek blijkt dat de kustplaats Pompeï, waar rijke Romeinen tot de vulkaanuitbarsting in 79 n.Chr. graag naartoe trokken in de zomer, 35 bordelen telde – hoewel de stad maar zo’n 10.000 inwoners had.
In de oudheid waren prostituees overal: in de oeroude steden van Mesopotamië, in de bruisende havenkroegen van Athene, in de louche bordelen van kleine steden en onder de bogen van het Colosseum in Rome. Zelfs op de begraafplaatsen buiten de stadsmuren boden vrouwen en mannen hun lichaam aan.
Het merendeel deed dat uit noodzaak en leefde een ellendig bestaan aan de zelfkant van de maatschappij.
Maar er waren er ook die op een slimme manier de strenge conventies wisten te doorbreken en doordrongen tot het centrum van de macht.
Het oudste beroep ter wereld?
Prostitutie wordt vaak ‘het oudste beroep ter wereld’ genoemd. De uitdrukking komt van de schrijver Rudyard Kipling, die in 1888 zijn verhaal over een Indische prostituee begon met de zin: ‘Laluns beroep is een van de oudste op de wereld.’
Maar hoewel prostitutie absoluut oud is, zijn er geen aanwijzingen dat het beroep ouder is dan bijvoorbeeld dat van boer. De oudst bekende verwijzingen naar commerciële prostitutie, die geen ceremonieel doel diende, stammen uit het vroege Mesopotamië, rond 2400 v.Chr.
Op een in spijkerschrift geschreven lijst met beroepen staat kar.kid, dat ‘prostituee’ betekent. De lijst bevat ook het woord voor de mannelijke variant: kur-garru.
Volgens de bronnen waren de prostituees in en rond de herbergen van de stad te vinden. Waarschijnlijk ontstond het beroep in verband met de opkomst van het huwelijk, dat rond dezelfde tijd in Mesopotamië werd uitgevonden.
‘Ontdoe bedekte hoeren en slavinnen van hun kleding, geef ze 50 stokslagen en giet asfalt over hun hoofd.’
Assyrische wettekst uit ca. 1075 v.Chr.
Via het huwelijk konden families strategische allianties aangaan door hun kinderen met elkaar te laten trouwen, en zorgen voor wettige erfgenamen. Maar het maakte de vrouw ook tot het eigendom van de man, en strenge wetten zorgden ervoor dat het huwelijksverbond werd gehandhaafd.
Zo wordt in de Assyrische wettekst Assura uit circa 1075 v.Chr. bevolen dat vreemdgaande vrouwen – en hun minnaars – moeten worden gedood.
Dezelfde wet gebiedt vrije, eerzame vrouwen buitenshuis hun hoofd te bedekken. De sluier was een teken van de hoge status van de draagster en daarom streng verboden voor prostituees. Schending van die regel werd hard afgestraft:
‘Ontdoe bedekte hoeren en slavinnen van hun kleding, geef ze 50 stokslagen en giet asfalt over hun hoofd.’
Het moest voor iedereen duidelijk zijn wie er eerzaam was en wie niet.
Vanuit Mesopotamië verspreidde het idee van het huwelijk zich naar onder andere het oude Griekenland en Italië – met de prostitutie in zijn kielzog.
Atheense prostituees betalen belasting
Door de bloei van de Griekse stadstaten vanaf de 9e eeuw v.Chr. groeide de bevolking sterk – en daarmee de noodzaak om het seksleven van de burgers te reguleren.
De eerste wetgever van Athene, Draco, voerde rond 621 v.Chr. enkele strenge wetten in, die de mogelijkheden van de hogere klassen om de lagere klassen uit te buiten, moesten beperken.
Een van Draco’s wetten hield in dat een Atheense man straffeloos een andere man mocht doden als hij deze in bed betrapte met een vrouwelijk lid van zijn huishouding: zijn vrouw, moeder, dochter of een slavin.
De wet maakte het voor jonge mannen, die zelden trouwden vóór hun 30e, vrijwel onmogelijk om seks te hebben met een vrouw. Het enige wat ze konden doen, was een van de weinige prostituees bezoeken die zich ophielden in de meest louche steegjes van de stad.
Erger nog was dat de seksdrift ten koste kon gaan van eerzame Atheense vrouwen. Daarom zou de beroemde wetgever Solon van Athene rond 590 v.Chr. een praktische oplossing hebben ingevoerd.
‘Aangezien Athene wemelde van de jongemannen die zich, gedreven door hun natuurlijke driften, op ongepaste plekken begaven, plaatste Solon vrouwen in bepaalde huizen, die voor iedereen toegankelijk waren,’ schrijft de Griekse dichter Filemon.
Filemon heeft het dus over door de overheid gesteunde bordelen. Hoewel tegenwoordig wordt betwijfeld of Solon de bordelen echt zelf bestuurde, staat wel vast dat hij bepaalde dat het geen overspel was als een man werd betrapt met een prostituee.
Ook legde hij prostituees net als andere ondernemers belasting op. Daarmee definieerde en legaliseerde Solon het beroep als eerste, maar tegelijk plaatste hij prostituees buiten de bescherming die de meeste andere mensen genoten.
Prostituees stonden er dus alleen voor in een wereld waarin vrouwen toch al weinig mogelijkheden hadden.
Maar niet iedereen zag de wetten als een beperking – sommigen roken een kans om aan de strenge regels van de maatschappij te ontsnappen.
Courtisanes betreden mannenwereld
De Atheense wetten beperkten het recht van vrouwen om zich vrij door de stad te begeven. Uit angst voor overspel moesten ze thuis blijven, en als ze toch de deur uit gingen, mocht dat alleen met een chaperon.
Dergelijke restricties golden niet voor prostituees. Het grootste deel bestond uit slaven of vrijgelaten slaven, Grieken zonder staatsburgerschap vormden de rest.
‘Zijn hun wenkbrauwen te licht? Dan verven ze die met lampenolie. Is hun huid te donker? Witte loodcrème erop.’
De Griekse komediedichter Alexis over prostituees
Het slechtst betaald werden de pornai, die in een bordeel of op straat werkten. Het grootste deel van hun inkomsten ging naar hun pooier.
Om klanten te trekken, moesten ze zich mooi maken. ‘Zijn hun wenkbrauwen te licht? Dan verven ze die met lampenolie. Is hun huid te donker? Witte loodcrème erop,’ schreef de komediedichter Alexis in de 4e eeuw v.Chr.
Aan het andere uiteinde van het spectrum had je de hetairai. Dit waren luxe prostituees, die verstand hadden van kunst, literatuur en filosofie en daarom meer te bieden hadden dan alleen seks.
Hetairai waren meesters in zang, dans en erotische spelletjes. Ze waren vaak als enige vrouwen bij symposia – drankgelagen voor de elite. Hun gezelschap was duur, maar ze werden gerespecteerd om hun kennis.
Een van de beroemdste hetairai van Athene was Aspasia. Zij kwam uit de stadstaat Miletus en verhuisde rond 450 v.Chr. naar Athene. Volgens het stadsrecht was ze daarom een metoik (immigrant) en kon ze geen staatsburger worden.
Maar Aspasia zette het feit dat de strenge vrouwenwetten niet voor haar golden, naar haar hand. Ze werd hetaira en leerde door haar omgang met de invloedrijkste mannen van de stad alles over politiek. Volgens de Griekse schrijver Plutarchus gingen zelfs de filosoof Socrates en zijn leerlingen bij haar langs vanwege haar wijsheid:
‘Dat was ondanks het feit dat zij een onderneming had die allesbehalve eerlijk en fatsoenlijk was, aangezien ze een huis vol jonge courtisanes bestierde.’
Op dat moment was Perikles de heerser van Athene, en hij viel als een blok voor de intelligente Aspasia. Hij scheidde prompt van zijn vrouw:
‘Daar hun huwelijk niet aangenaam was, liet hij haar met zijn zegen over aan een andere man en nam hij zelf Aspasia, van wie hij innig hield,’ schrijft Plutarchus.
De komediedichters grapten over de romance, en een van hen noemde Aspasia ‘een prostituee die de schaamte ver voorbij is’.
Maar Aspasia en Perikles trokken zich er niets van aan, en ze kregen een kind samen. Toen Perikles stierf aan de pest, begon Aspasia een relatie met een andere politicus, die ze hielp om de top te bereiken. Daarna verdween de mysterieuze courtisane uit de geschiedenis.
Beeldschone courtisane pakte mannen in
Haar mooie gezicht en figuur maakten de Griekse courtisane Phryne rijk. En toen ze voor het gerecht kwam, wond ze de rechters om haar vingers.
De Griekse prostituee Phryne werd beroemd doordat ze een van de mooiste vrouwen uit de oudheid was ... én haar troeven goed uitspeelde. Ze verhuisde in de 4e eeuw v.Chr. op volwassen leeftijd naar Athene.
Phryne werd de meest gevierde courtisane van de stad. Ze was niet alleen mooi, maar ook geestig en intelligent en wist zichzelf goed te verkopen.
Tijdens een feest voor de zeegod Poseidon zou ze de schilder Apelles hebben betoverd door met wapperend haar de zee in te lopen. Het inspireerde Apelles tot een schilderij van de godin Aphrodite die uit de zee oprijst.
Phryne stond later model voor een beeld van Aphrodite en werd daarmee definitief de belichaming van de godin van de liefde.
Haar roem bracht haar de rijkste klanten van haar tijd, en ze werd steenrijk. Haar succes wekte echter jaloezie op, en Phryne werd beschuldigd van godslastering en voor de rechter gesleept.
Toen ze dreigde te worden veroordeeld, ontblootte ze haar borsten voor de mannelijke rechters.
Het werd vrijspraak.
Rome wemelde van de prostituees
Nergens in de antieke wereld was prostitutie zo omvangrijk als in het Romeinse Rijk. Naarmate het rijk groeide, nam het aantal mensen in de steden sterk toe.
In Rome, waar rond het begin van onze jaartelling circa een miljoen mensen woonden, waren er een kleine, rijke elite en een enorme onderklasse, die met moeite de eindjes aan elkaar kon knopen. In dit gewoel konden zelfs de donkerste lusten gedijen, en het aantal prostituees groeide dan ook explosief.
‘Haar hele lichaam werd onderzocht en betast.’
De filosoof Seneca over de verkoop van een slaaf aan een bordeel
Net als in het oude Griekenland waren de meeste prostituees slaven. De Romeinse filosoof Seneca beschreef verontwaardigd een slavenmarkt, waar een vrouw aan een pooier werd verkocht:
‘Ze stond geheel naakt op het strand, tot genoegen van de koper. Haar hele lichaam werd onderzocht en betast.’
Maar over het algemeen maakten de Romeinen zich niet al te druk om prostituees, die op gelijke voet stonden met gladiatoren en toneelspelers – mensen zonder eer of waardigheid.
In moeilijke tijden moesten ook vrije Romeinse vrouwen en mannen hun lichaam verkopen om te overleven. Daarvoor meldden ze zich bij de ambtenaar die belast was met de openbare orde. Hij noteerde hun namen, zodat ze niet beschuldigd zouden worden van ontucht – en zodat ze belasting konden betalen.
De armste prostituees hadden geen kamer, maar betrokken theaters, tempels en de renbaan. Sommigen oefenden hun beroep uit onder een van de vele bogen van Rome. Zij werden genoemd naar het Latijnse woord voor boog, fornix, wat in het Engels fornication (ontucht) werd.
Grootste bordeel van Pompeï onthult geheimen van prostituees
Toen archeologen in 1862 de bedolven Romeinse stad Pompeï opgroeven, ontdekten ze een van de best bewaarde bordelen van de klassieke oudheid. Verborgen in de as lag een goudmijn aan informatie over het leven van de prostituees én hun klanten.
In 79 werd Pompeï ingekapseld in as en puimsteen van de vulkaan Vesuvius, waardoor de stad bevroor in de tijd. Dat gold ook voor het grootste bordeel – lupanar in het Latijn.
Zo zijn er erotische fresco’s ontdekt boven de ingang van de kamertjes van het bordeel. Waarschijnlijk lieten die zien wat de dame in kwestie zoal aanbood. Maar de muren herbergen ook informatie over de vrouwen en hun klanten.
Op wel 150 plekken staat graffiti in de vorm van woorden en tekeningen. De meeste zijn ondertekend, en daaruit blijkt dat het bordeel klanten uit de wijde omgeving aantrok.
Zo laten tekeningen van schepen en zeevogels zien dat Pompeï een havenstad was en dat veel klanten zeelui waren. Ook komen diverse namen meerdere keren terug, wat duidt op vaste klanten.
Op een van de muren heeft een klant een beoordeling achtergelaten: ‘Ik heb hier geweldig geneukt.’ Een andere tekst beschrijft de prostituee Victoria als een Victrix – een veroveraarster. Weer ergens anders staat dat de prostituee Restitua ‘heel charmant’ is.
Ook staat op een van de muren: ‘Paris en Castrensis zijn mooi.’ De namen geven aan dat het bordeel ook mannelijke prostitués had.
Ook waren er prostituees te vinden in de herbergen, en in bordelen met kleine kamertjes waar weinig anders te vinden was dan een stromatras.
Als de avond viel, werden de kamers verlicht door goedkope olielampen, die stonken en walmden.
‘Wie wil, mag hier binnengaan, besmeurd met het zwarte roet van het bordeel,’ staat er in een Romeins gedicht.
Een dergelijk bordeel is opgegraven in Pompeï. De tien kamers hadden geen ramen of deuren. Een dik gordijn schermde ze af van de gemeenschappelijke ruimtes, waar fresco’s met seksuele motieven de muren sierden.
Mogelijk vormden de afbeeldingen een soort menu van het aanbod van de dames.
Christenen veroordelen betaalde seks
De betaalde vleselijke lusten in Rome waren niet voorbehouden aan mannen. Romeinse vrouwen hadden veel vrijheid, en vrouwen uit de hoogste klasse gingen weleens buitenechtelijke avontuurtjes aan.
Ze waren vooral dol op de gespierde gladiatoren, die doorgaans slaven waren. Zij werden gezien als sekssymbolen, en er gingen veel geruchten over rijke vrouwen die een nacht met een gladiator kochten.
De satiredichter Juvenalis verbaasde zich hierover, omdat de gladiatoren met hun littekens bepaald geen schoonheden waren.
‘Wat vrouwen aanspreekt aan de gladiatoren, is hun zwaard,’ zei hij onomwonden.
Klanten werden op allerlei manieren gelokt
Prostituees en bordeelhouders deden wat ze konden om klanten te trekken. Soms met bijzondere middelen, zoals een paar speciaal ontworpen sandalen.
In de oudheid moesten respectabele vrouwen voorkomen dat ze opvielen.
‘Een getrouwde vrouw die vrij wil zijn van de lusten van de verleider, mag zich slechts in zoverre verfraaien dat ze er niet onverzorgd uitziet,’ schreef de Romeinse filosoof Seneca.
Prostituees moesten juist zo veel mogelijk opvallen om klanten te trekken. Vaak kleedden ze zich dan ook uitdagend.
Sommige prostituees droegen een toga. Dat was eigenlijk mannenkleding, en die van een vrouw moest een kleur hebben om hem te onderscheiden van de witte mannelijke variant.
Om klanten de weg te wijzen, gebruikten de bordelen bordjes. In Pompeï gaven fallussymbolen op de muren aan waar de bordelen waren.
Een bijzonder inventieve reclame stamt uit het Romeinse Egypte: een lamp in de vorm van een sandaal. Op de zool staat in het Grieks: ‘Volg mij.’
Wetenschappers denken dat de lamp gemaakt is op basis van de sandalen van prostituees. Als ze liepen, lieten ze voetsporen achter, zodat klanten hen konden volgen naar het bordeel.
Ondanks hun vaak harde leven in de marge van de samenleving werden prostituees niet om religieuze redenen veroordeeld.
Dat veranderde toen het christendom zijn intrede deed. Onder anderen de apostel Paulus zei dat christenen niet mochten betalen voor seks:
‘Weet u niet dat uw lichaam een deel is van het lichaam van Christus? Zouden we dan van de delen van zijn lichaam de lichaamsdelen van een hoer maken? Dat nooit!’
De verspreiding van het christendom leidde zo tot veroordeling en afwijzing van prostitutie. Maar van één voordeel van prostitutie namen de christenen geen afstand.
De belasting op het beroep was zo lucratief dat deze tot 498 gehandhaafd bleef – bijna 200 jaar nadat de Romeinse keizer Constantijn het christendom officieel omarmde.
Geraadpleegde literatuur:
- C. Faraone & L. McClure: Prostitutes & Courtesans in the Ancient World, University of Wisconsin Press, 2006
- T. McGinn: Prostitution, Sexuality, and the Law in Ancient Rome, Oxford University Press, 1998
Wiki opmaak: Terry van Erp