Geen angst voor seks

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 29 dec 2023 om 12:24
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Faramerz Dabhoiwala, The origins of sex. A history of the first sexual revolution (Allen Lane, 2012)
Faramerz Dabhoiwala, The origins of sex. A history of the first sexual revolution (Allen Lane, 2012)
De koppelaarster wijst met de vinger op de hand, aangevende dat er geld moet worden verdiend, terwijl de man geld aanbiedt. (Dirck van Baburen, 1622)
De koppelaarster wijst met de vinger op de hand, aangevende dat er geld moet worden verdiend, terwijl de man geld aanbiedt. (Dirck van Baburen, 1622)

Een revolutie in de 18de eeuw

Tot het midden van de 17de eeuw was vrijwel iedereen in Europa ervan overtuigd dat seks gevaarlijk was, dat het de maatschappij kon ontwrichten. Seksualiteit moest daarom met man en macht beteugeld worden. In 1800 was van dit gedachtegoed nog maar weinig over. In de tussenliggende periode voltrok zich een revolutie: seks werd een privé-aangelegenheid. De Britse historicus Faramerz Dabhoiwala schreef een veelgeprezen boek over deze omwenteling: The Origins of Sex.
The Origins of Sex is Dabhoiwala’s eerste boek. De senior fellow aan Exeter College in Oxford kreeg er juichende kritieken mee. Critici roemden zijn eruditie en vonden zijn werk ‘inspirerend en provocerend’. Een ‘big book’ volgens The Times die Dabhoiwala zelfs ‘de Stephen Hawking van de seks’ noemde. De 42-jarige auteur geniet zichtbaar van het succes van het boek. Hij werkte er tien jaar aan. “Dit is zo leuk”, zegt hij met glimmende pretogen, nippend aan een cappucino in de Faculty Club van de universiteit van Leiden waar hij Nederlandse journalisten ontvangt. “Het is precies wat ik wilde: een belangwekkend boek schrijven dat ook makkelijk leesbaar is. In Oxford geef ik les aan hele intelligente studenten van 18 en 19 jaar. Ze willen graag leren, maar ze zijn ook snel verveeld. De 18de eeuw vinden ze vaak saai. Ze willen geprikkeld worden, iets onderhoudend lezen. Dat herken ik, zo ben ik zelf ook. Daarom ben ik blij dat ik er in geslaagd lijk te zijn iets op te schrijven dat wetenschappelijk interessant is, maar ook een good read.”

Dabhoiwala formuleert zorgvuldig, met een voor Britse intellectuelen zo herkenbare geaffecteerde dictie. Opmerkelijk genoeg spreekt hij ook Nederlands, zelfs vrijwel accentloos. Zijn jeugd bracht hij met zijn ouders door in Buitenveldert, in Amsterdam. Hij bezocht het Vossius Gymnasium, waar hij samen met Arnon Grunberg in de schoolkrantredactie zat. In de jaren tachtig keerde hij terug naar Engeland voor zijn vervolgopleiding. Over zijn boek spreekt hij enkel in zijn moedertaal. Hij vindt zijn Nederlands te slecht voor het academisch discours: “Ik maak vreselijke fouten, dan heb ik het over het ‘borstelen van tanden’, dat soort dingen.”

And then we die

Om te demonstreren hoe fundamenteel de omwenteling was in het denken over seks in de westerse wereld tussen 1650 en 1800, zet Dabhoiwala twee voorbeelden uit zijn boek tegenover elkaar. Eerst citeert hij de libertijn John Wilkes, die in 1763 in zijn erotische gedicht ‘Essay on Woman’ verzucht:

Life can little more supply than just a few good fucks, and then we die

Een dergelijke dichtregel was volgens Dabhoiwala in de 16de eeuw nog ondenkbaar. “De angst voor seks buiten het huwelijk was toen zo diep verankerd in de samenleving dat men deze volledig geïnternaliseerd had. Seks buiten het huwelijk was door de Bijbel verboden. Maar het was niet alleen een individuele zonde, het werd gezien als een sociaal probleem, een voorbode voor totale chaos en anarchie. Sociale controle op overspel was daarom alom tegenwoordig en algemeen geaccepteerd.” Smakelijk beschrijft de Britse onderzoeker hoe er door vrijwilligers bij nacht en ontij gepatrouilleerd werd om het grote gevaar te bestrijden. Ongevraagd werden deuren geopend om te controleren of iedereen wel in zijn eigen bed sliep. “Let wel, dit was geen officiële politiemacht. Dit deed de gemeenschap zelf. Zij zagen samen toe op naleving van de regels. Bestraffing werd geregeld door een gezamenlijke inspanning van kerk en staat.”
Dat brengt de auteur bij zijn tweede voorbeeld, waarmee hij zijn boek ook begint: de verbanning en openbare geseling van Susan Perry en Robert Watson op dinsdag 10 maart, 1612. Geketend aan een boerenkar en tot het middel ontbloot worden Susan en Robert naar de grens van hun woonplaats Westminster gevoerd. Ze worden voortdurend geslagen en mogen nooit meer naar hun geboorteplaats terugkeren. Hun misdaad? De liefde bedrijven zonder getrouwd te zijn, met een kind tot gevolg. “In 1800 is dit ondenkbaar geworden”, legt Dabhoiwala uit. “Overspel is dan nog steeds strafbaar maar er vinden geen vervolgingen of publieke bestraffingen meer plaats. Het blijkt niet alleen uit de rechtbankverslagen, je ziet het ook terug in de cijfers. Voor 1650 wordt slechts 1% van de kinderen buiten het huwelijk geboren, rond 1800 is dat maar liefst 25%. Het idee dat seks in de eerste plaats een privé-aangelegenheid is, wordt meer en meer gemeengoed. En hoe verschillend er in onze maatschappij ook tegenwoordig nog over seks en seksbeleving wordt gedacht, dit is een uitgangspunt waar de meesten van ons zich nog steeds in kunnen vinden.”

Vrouwelijke kuisheid

The Origins of Sex mag dan vol staan met vermakelijke anekdotes en saillante details, een eenvoudig boek is het niet. Wanneer Faramerz wordt gevraagd uit te leggen wat de centrale punten in zijn werk zijn, heeft hij aan tien minuten niet genoeg. Startpunt van zijn betoog is dat seks in de 18de eeuw verplaatst van de publieke naar de private sfeer. Seksualiteit gaat steeds meer gezien worden als een natuurlijke bezigheid die plezierig is en in zichzelf niet gevaarlijk of slecht.

Zijn tweede centrale punt vloeit voort uit de twee bovenstaande aannames. De seksuele revolutie in de 18de eeuw is het startsein voor een eindeloze discussie over de grenzen van de seksuele vrijheid, en over wat er nu precies wél en niet privé is. “Die discussie duurt tot in deze tijd voort, en is daarmee ook een fundamenteel kenmerk van onze westerse samenleving. Wij willen geen regulering van bovenaf, maar waar de grens ligt tussen vrijheid en openbare zeden, en wat er wel en niet als natuurlijk kan worden beschouwd, daarover wordt al sinds de 18de eeuw gedebatteerd.”

Dabhoiwala benadrukt daarbij dat seksuele vrijheid niet door iedereen gelijktijdig verworven werd. Voor vrouwen pakte de nieuwe benadering van seks in eerste instantie zelfs helemaal niet positief uit. Het vrouwbeeld maakt in de 18de eeuw een ingrijpende wijziging door: was zij in de Middeleeuwen en vroeg-moderne tijd altijd de gevaarlijke verleidster geweest wier onverzadigbaar libido moest worden ingetoomd, aan het eind van de 18de eeuw is het opeens de mán die er wel pap van lust, terwijl de vrouw beschouwd wordt als een tot kuisheid geneigd, moreel superieur wezen. Dabhoiwala beschrijft dit proces minutieus. “Mijn boek laat zien dat vrijheid in eerste instantie de ongelijkheid bevorderde. Ongelijkheid tussen man en vrouw, tussen arm en rijk en ook tussen homoseksuelen en heteroseksuelen. Want wie profiteerde er als eersten van de toegenomen seksuele vrijheid? De heteroseksuele upper class mannen.”

Homoseksualiteit

Ook homoseksuelen had de seksuele revolutie van de 18de eeuw aanvankelijk weinig te bieden. De voor de Verlichting zo kenmerkende aanname dat alles wat natuurlijk per definitie goed was, leidde ertoe dat sodomie door de grote meerderheid van de samenleving gebrandmerkt werd als volstrekt onnatuurlijk, en dus met kracht bestreden diende te worden. In Groot-Brittannië leidde dat tot juridische vervolging van homo’s tot ver in de 20ste eeuw. Pas in 2003 werd de wet die het propageren van homoseksualiteit op scholen strafbaar stelde buiten werking gesteld.

Maar tegelijkertijd was er ook die enkeling die het aandurfde om op basis van zijn verlichtingsidealen andere conclusies te trekken. Dabhoiwala is er trots op dat hij naar eigen zeggen in de geschriften van Jeremy Bentham de eerste moderne verdediging van gay rights heeft opgespoord. Deze hervormer-filosoof kwam eind 18de eeuw al tot de conclusie dat er geen juridische basis is om vrijwillige seks tussen mannen te verbieden. Ook al vond Bentham seks tussen mannen van hetzelfde geslacht zelf walgelijk, hij kon niet anders concluderen dat het uiteindelijk een kwestie van smaak is. En, zo schreef hij, je vervolgt toch ook geen mensen die van oesters houden?

Vanzelfsprekend

Over de uiteindelijke uitkomsten van de eerste seksuele revolutie is Dabhoiwala ronduit positief. De omwenteling mag in eerste instantie gepaard zijn gegaan met ongelijkheid, uiteindelijk bracht zij zelfbeschikking voor vrijwel iedereen in de westerse samenleving. “Wij vinden het normaal dat iedereen zelf mag bepalen wat hij of met zijn lichaam doet, dat vrouwen niet behandeld worden als tweederangs burgers en dat je als echtbreker niet ter dood veroordeeld kan worden. Maar tot diep in de 18de eeuw gebeurden dat allemaal.”

Dabhoiwala maakt in dit verband een vergelijking met democratie. Die is, net als seksuele vrijheid, schoksgewijs ontstaan is, en bij allebei zijn we geneigd ze als vanzelfsprekend aan te nemen. Maar is het wel zo vanzelfsprekend? Dabhoiwala vertelt dat de web-recensie van zijn boek in The Guardian wereldwijd reacties genereerde. Er werd getwittered door verschillende mensen uit verschillende plekken op de wereld die hun onvrije seksleven vergeleken met de situatie in Europa van voor 1650. Zij verlangden óók een seksuele revolutie. “Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen premodern Europa en de situatie in laten we zeggen Saudi-Arabië of Iran. Maar het is te kort door de bocht om met dédain naar andere plekken op de wereld te kijken en te zeggen ‘kijk eens hoe achterlijk zij zijn en hoe verlicht en modern wij in het westen wel niet zijn.’”

Het is daarbij ook de vraag in hoeverre Dabhowala kan claimen dat hij een wésterse revolutie heeft beschreven. Vrijwel al zijn bronnenmateriaal komt uit Engeland, het meeste daarvan zelfs uit London. Nader onderzoek moet uitwijzen óf en hoe seksuele vrijheid elders in de westerse wereld tot stand is gekomen. Dabhoiwala denkt dat het patroon in andere Europese landen vergelijkbaar zal zijn, al zal het tempo van de veranderingen vast verschillen. Maar of eenzelfde proces zich heeft voltrokken in rooms-katholieke landen valt te bezien.

Of wij hier nu een typisch Brits of exemplarisch westers verhaal in handen hebben, The Origins of Sex voert de lezer op meeslepende wijze langs de meest uiteenlopende aspecten van de 17de- en 18de-eeuwse samenleving. van de werken van de grote gevierde verlichtingsdenkers tot obscure dagboekfragmenten van hoerenlopers (en soms een combinatie van de twee). Van procesverslagen van echtbrekers tot de stichtingsstatuten van opvanghuizen voor prostituees. Van de veelgelezen romans van Richardson tot de ‘ejaculatieschaal’ uit een Schotse sexclub. En van de verzamelplaatjes van beroemde hoeren tot de memoires van de courtisanes aan het Engelse hof.

Zijn observaties zijn daarbij meer beschrijvend dan verklarend. De revolutie speelt zich af tegen de achtergrond van de 18de-eeuwse urbanisatie, en de opkomst van de moderne massamedia. De beginnende secularisatie en fragmentatie van de macht van de kerk doen hun invloed gelden, evenals het gedachtegoed van de Verlichting, met zijn aandacht voor gewetensvrijheid en publieke moraal. Hoe al die processen precies op elkaar inwerken, vertelt Dabhoiwala ons niet, maar dat de samenleving in deze periode onomkeerbaar en fundamenteel verandert, is overduidelijk.