Zoeken in het kadaster

Uit Wiki Raamsdonks Historie

Ben jij ook zo nieuwsgierig naar de percelen, boerderijen en schuurtjes die je voorouders in bezit hadden? Wil je misschien meer weten over de geschiedenis van je eigen huis of vraag je je af hoe jouw dorp of stad er vroeger uitzag? Voor al deze vragen kun je bij ons onderzoek doen in de archieven van het Kadaster!

Introductie

De invoering van het [[Kadaster 1832|Kadaster]] vond plaats op 1 oktober 1832. Het doel van deze nieuwe organisatie was te komen tot een eerlijkere heffing van de grondbelasting, een belasting op onroerende zaken, gebaseerd op de grootte en kwaliteit van de grond en het gebouwde. Bij de invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1838 kwam er een belangrijk element bij, namelijk het verschaffen van een grotere rechtszekerheid aan de burgers. Het vermelden van kadastrale kenmerken in akten werd vanaf 1838 verplicht.

De basis van de kadastrale informatie wordt gevormd door de minuutplans en de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels (OAT's). Al vóór 1832 gingen de [[:Categorie:Landmeter|landmeters]] op pad om de percelen in Nederland op te meten en vast te leggen in kaarten en registers (OAT's).

In het kadastrale stelsel wordt het grondgebied ingedeeld in kadastrale gemeenten. De kadastrale gemeente wordt verdeeld in secties, die aangeduid worden met hoofdletters. De secties zijn vervolgens verdeeld in percelen, die genummerd worden. Een perceel wordt geïdentificeerd door kadastrale gemeente, sectie en nummer. Zolang de grenzen van een perceel niet veranderen, houdt het steeds hetzelfde nummer, behalve in de zeldzame gevallen dat een kadastrale gemeente of sectie in zijn geheel wordt hernummerd. Wanneer de grenzen van het perceel wijzigen of er gebeurt iets met het perceel, zoals de bouw van een huis, dan verandert ook het perceelnummer.

Alle veranderingen in de kadastrale gegevens zijn nauwkeurig bijgehouden door het Kadaster. Je kunt bij het BHIC onderzoek naar doen door de Kadaster Archiefviewer te raadplegen. Dit digitale programma is beschikbaar in de studiezaal van het BHIC en de overige regionale historische centra waarbij een voormalig rijksarchief is aangesloten.

Belangrijkste begrippen

Het doen van onderzoek in de Kadaster Archiefviewer vergt enige kennis van de gebruikte terminologie. Hieronder volgt daarom een korte uitleg van de belangrijkste begrippen, zodat je snel aan de slag kunt met je kadastrale onderzoek.

Begrip Uitleg Periode Waar te raadplegen?
Minuutplans Dit zijn de eerste kadastrale kaarten. Ze geven de toestand weer van 1832. Vaak is er ook een verzamelplan van alle secties aanwezig. 1832 (bevroren toestand)

Originelen bij RHC's. Bij het BHIC kun je de minuutplans online bekijken:


Minuutplans


Niet raadpleegbaar via de Kadaster Archiefviewer!

OAT OAT's zijn Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels en horen bij de minuutplans. In de OAT's wordt o.a. vermeld wie de eigenaar van elk perceel was en hierin vind je ook gegevens over de grootte en aard van het perceel. De OAT's zijn geordend op kadastraal perceelnummer. 1832 (bevroren toestand)

Originelen bij RHC's. Bij het BHIC kun je de OAT's online bekijken:


OAT's


Niet raadpleegbaar via de Kadaster Archiefviewer!

Tabel nr. 5 Ter aanvulling op de OAT's kun je de 'tabel nr. 5' bekijken. Dit zijn classificaties van grondbelasting, waarbij veel meer gedetailleerde informatie over percelen is opgenomen. Ze zijn opgenomen in het archief van het Provinciaal Bestuur.  Eerste helft 19e eeuw

Originelen te raadplegen bij het BHIC en andere RHC's. 

Tabel nr. 5
SAT Suppletoire Aanwijzende Tafels. Registers waarin eigendomsveranderingen ten opzichte van de OAT's werden verwerkt. Vanaf 1844 werden eigendomsveranderingen in Register 71 aangegeven. Alleen de splitsing en samenvoeging van percelen werd nog tot 1863 vastgelegd in de SAT.

1832-1844: eigendoms-veranderingen


1832-1863:

splitsing en samenvoeging van percelen

Originelen te raadplegen bij het BHIC en andere RHC's. 



Niet raadpleegbaar via de Kadaster Archiefviewer!

Register 71

Een verwijzingsregister per gemeente van kadastrale perceelnummers naar artikelnummers van eigenaren.

Wanneer er een nummer wordt weergegeven met 'later', wordt hierbij geen artikelnummer, maar juist een later perceelnummer bedoeld.

1844-ca.1985

Kadaster Archiefviewer

Menu: Register 71

Hulpkaart Belangrijk hulpmiddel bij onderzoek naar wijziging van grenzen op perceelniveau. Geeft de relatie weer tussen vervallen en nieuw ontstane percelen. Een hulpkaart wordt gebruikt voor bijwerking van het (vervolg)minuutplan. 1832-heden

Kadaster Archiefviewer

Menu: Hulpkaart


Elke hulpkaart heeft een eigen archiefnummer.


Wil je weten hoe je een hulpkaart (of veldwerk) precies moet lezen?


Klik hier!
Veldwerk Schets door de landmeter ter plaatse gemaakt van wijziging van perceelgrenzen op perceelniveau in relatie tot de omgeving. Soms zijn hier ook wijk- en huisnummers te vinden. Aan de hand van het veldwerk wordt de hulpkaart opgemaakt. Vaak bevatten de veldwerken meer gedetailleerde informatie over de wijzigingen ten opzichte van de leggers en de hulpkaarten. 1879-heden

Kadaster Archiefviewer

Menu: Veldwerk


Elk veldwerk heeft een eigen archiefnummer.


Wil je weten hoe je een veldwerk (of hulpkaart) precies moet lezen?


Klik hier


Dienstjaarveldwerk Schets door de landmeter ter plaatse opgemaakt van wijzigingen van perceelgrenzen binnen een gemeentelijke kadastrale sectie per dienstjaar. Houd er rekening mee dat een dienstjaar verwijst naar het kalenderjaar vóór het genoemde jaar. 1820-1878

Kadaster Archiefviewer

Menu: Dienstjaarveldwerk

Leggerartikel

Eén (of meer) pagina('s) in de kadastrale legger waarop alle percelen staan vermeld die één of meerdere personen in een kadastrale gemeente in eigendom heeft of hebben. Elk perceelnummer heeft een apart volgnummer.

Soms worden mede-eigenaren bij naam genoemd, maar in andere gevallen wordt volstaan met de afkorting cs. (cum suis)

1832-ca. 1985

Kadaster Archiefviewer

Menu: Leggerartikel

Filiatie Filiatie is de relatie tussen vervallen en nieuwe percelen en omgekeerd. Filiatie laat zien uit welke oude vroegere percelen een perceel is ontstaan (neerwaartse filiatie) of naar welke nieuwe latere percelen een perceel is overgegaan (opwaartse filiatie). N.v.t.

Kadaster Archiefviewer


Filiatie verschijnt in een afzonderlijk kader en wordt tegelijk met de resultaten weergegeven wanneer het zoekcriterium een perceel is. Dit is het geval bij de documenttypen Hulpkaart, Veldwerk en Register 71.

Hypotheekregister no. 4 Register van overschrijving van notariële en onderhandse akten van eigendomsovergang. In de kadastrale leggers wordt in een aparte kolom verwezen naar deze registers.  1838-1974

Bij het BHIC zijn de hypotheekregisters no. 4 in de studiezaal te raadplegen.


Toegang 532: kantoor Breda

Toegang 535: kantoor Eindhoven

Toegang 537: kantoor 's-Hertogenbosch

Projectveldwerk Veldwerken van grote projecten, zoals ruilverkavelingen, de aanleg van kanalen of hermetingen. Ze kunnen zich over verschillende kadastrale gemeenten uitstrekken en bevatten vaak meerdere kaarten.  N.v.t.

Kadaster Archiefviewer

Menu: Projectveldwerk


In Noord-Brabant gaat het om een beperkt aantal projecten. Wil je weten welke precies?


Klik hier!
Lijst 78a Lijst 78a bevat voor sommige minuutpercelen een lijst met een verwijzing naar het archiefnummer van het eerste veldwerk/hulpkaart waarop het perceel is opgenomen. Wordt in de praktijk weinig gebruikt. 1834-?

Kadaster Archiefviewer

Menu: Lijst 78a

Legger-rest Diverse onderwerpen die in de kadastrale leggers zijn vermeld. De alfabetische naamlijsten van de OAT's zijn voor onderzoekers vaak het meest van belang. Overige stukken zijn bijvoorbeeld verzamelstaten met gegevens over de grootte en belastbare opbrengst van percelen en tarieflijsten met begrotingen van deze opbrengst. N.v.t.

Kadaster Archiefviewer

Menu: Legger-rest