Botho III van Stolberg-Wernigerode
Botho III van Stolberg-Wernigerode (Stolberg im Harz, 4 januari 1467 - aldaar, 12 juni 1538) was van 1511 tot aan zijn dood graaf van Stolberg en Hohnstein en heer van Graafschap Wernigerode.
Levensloop
Botho III was een zoon van Hendrik IX, graaf van Stolberg, en Margaretha van Mansfeld, dochter van graaf Wolrad van Mansfeld. Hij had een tweelingbroer Hendrik de Jongere. Hij bracht een deel van zijn jeugd door in het zuiden van Duitsland, waar hij opgevoed werd aan het hof van graaf en later hertog Everhard II van Württemberg. Na jaren ridderdienst te hebben vervuld, reisde Botho van april 1493 tot februari 1494 naar Jeruzalem.
Hij gold als een bekwame diplomaat. In 1491 en 1492 vereiste de financiële situatie van Stolberg een buitengewone hervorming van de administratie, waarbij de verantwoordelijkheid voor de financiën van het graafschap werd overgedragen aan een penningmeester en beslist werd dat de administratie voortaan geleid werd door opgeleide ambtenaren. Omdat hij een heel bekwaam bestuurder en onderhandelaar was, was hij in dienst van de keizer van het Heilige Roomse Rijk en verschillende andere vorsten; soms slechts voor korte tijd, soms werden hem verschillende functies en opdrachten gegeven. Zijn eerste werknemer was hertog George van Saksen, die hij diende als kapitein in Coburg. George gaf hem verschillende opdrachten die in zijn positie als vazal ongewoon waren. Zo wordt Botho bijvoorbeeld naar verschillende Rijksdagen gestuurd.
Zijn historische betekenis ligt vooral in zijn relatie met de hoogste prelaat van het Heilige Roomse Rijk: kardinaal Albrecht van Brandenburg, aartsbisschop van Maagdenburg en Mainz. Van 1515 tot aan zijn dood vervulde hij voor de kardinaal verschillende opdrachten en ook vertegenwoordigde hij hem in de bisdommen Maagdenburg en Halberstadt. Wanneer Botho geconfronteerd werd met de Reformatie, nam hij een milde en verzoenende houding aan. Botho genoot het onvoorwaardelijke vertrouwen van de kardinaal. In 1524 vroeg hij echter met aandrang om uit zijn functies te worden ontheven. Zijn graafschap en familie leden namelijk onder zijn langdurige afwezigheid. Vanaf dan gaf hij enkel nog advies aan de kardinaal.
Botho trad eveneens op als raadgever van keizers Maximiliaan I en Karel V. In 1521 vroeg Karel V hem om lid van de Rijksregiment te worden, maar hij weigerde het aanbod.
Huwelijk en nakomelingen
Op 24 augustus 1500 trouwde Botho met Anna van Eppstein-Königstein, een belangrijke erfgename omdat zij de zuster was van de laatste telg uit het geslacht Eppstein, die kinderloos overleed. Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:
- Wolfgang van Stolberg-Stolberg (Stolberg, 1 oktober 1501 - Allstedt, 8 maart 1552). Hij trouwde (1) op 6 juni 1541 te Wernigerode met Dorothea van Regenstein-Blankenburg (Blankenburg im Harz, 6 april 1526 - Stolberg, 19 mei 1545). Hij trouwde (2) op 28 februari 1546 te Königstein met Genoveva van Wied Runkel (ca. 1522 - Stolberg, 26 juni 1556). Zij was een dochter van Johan van Wied-Runkel (ca. 1485 - 18 mei 1533) en Elisabeth van Nassau (1488-1559).
- Bodo (1502 - na 2 mei 1503)
- Anna (28 januari 1504 - 4 maart 1574), de 28e abdis van de keizerlijke abdij in Quedlinburg
- Lodewijk van Stolberg-Königstein-Rochefort (Stolberg, 12 januari 1505 - Wertheim, 1 september 1574), getrouwd te Königstein met Walpurga Johanna van Wied-Runkel (ca. 1518 - 3 oktober 1578). Zij was een dochter van Johan III van Wied-Runkel (ca. 1485 - 18 mei 1533) en Elisabeth van Nassau (1488-1559). Omdat Lodewijk zonder mannelijke nakomelingen overleed viel de graafschap Königstein aan zijn jongste broer Christoph. Uit het huwelijk van Lodewijk werden de volgende kinderen geboren:
- Katharina van Stolberg. Zij trouwde (1) met Michael III, de laatste graaf van Wertheim. Na zijn overlijden viel het graafschap met de burg Wertheim aan haar vader evenals de helft van de burg en de heerlijkheid Breuberg. Katharina trouwde (2) in 1566 met graaf Philipp II van Eberstein (1523–1589).
- Elisabeth van Stolberg. Zij trouwde (1) met graaf Diederik van Manderscheid en Virneburg (-1593). Zij trouwde (2) in 1594 met Freiherr Willem van Criechingen.
- Botho van Stolberg. Hij woonde in 1568 in Quedlinburg maar overleed eerder dan zijn vader.
- Anna van Stolberg (13 april 1548 - 2 november 1599), zij trouwde op 2 september 1566 met Lodewijk III graaf van Löwenstein-Wertheim (17 februari 1530 - 13 maart 1611).
- Juliana van Stolberg-Wernigerode (Stolberg, 15 februari 1506 - Dillenburg, 18 juni 1580), getrouwd met Filips II van Hanau-Münzenberg en Willem I van Nassau-Dillenburg
- Maria (8 december 1507 - 6 januari 1571), getrouwd met Kuno II, graaf van Leiningen-Westerburg
- Hendrik (2 januari 1509 - 12 november 1572), getrouwd met Elisabeth van Gleichen-Rembda
- Philip (24 mei 1510 - na 21 september 1531)
- Magdalene (6 november 1511 - 19 november 1546), getrouwd met Ulric IX, graaf van Regenstein-Blankenburg
- Eberhard (1513 - 21 april 1526)
- Catherine (24 oktober 1514 - 18 juni 1577), huwde Albert, graaf van Henneberg
- Albert (2 maart 1516 - 4 juli 1587), graaf van Stolberg-Schwarza
- Christopher (10 januari 1524 - 8 augustus 1581), graaf van Stolberg-Gedern
Externe link
-
de ruïne Königstein
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Bodo VIII, Count of Stolberg-Wernigerode op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.