Martelmethoden: De 10 wreedste uit de geschiedenis
In de middeleeuwen werden vaak diverse martelmethoden ingezet om ketters tot een bekentenis te dwingen. Maar marteling werd ook eerder al toegepast, en gaandeweg kwamen er meer methoden bij.
Op 15 mei 1252 gaf paus Innocentius IV in zijn bul Ad Extirpanda de Inquisitie een bijna onbeperkt recht tot het gebruik van marteling in de strijd tegen ketters. Dit vormde het begin van een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de mensheid, die pas in 1816 voorbij was, toen de katholieke kerk marteling verbood.
Maar de wrede martelmethode bestond al ver vóór Innocentius IV, en ondanks het verbod bleef marteling een veelgebruikt middel bij verhoren – nu slechts discreter en onder andere voorwaarden, maar nog even pijnlijk.
1. Levend gevild
n het oude Assyrië werden mensen gemarteld door ze levend te villen. Het slachtoffer werd ontkleed en aan een paal vastgebonden, waarna de beul langzaam met een scherp mes de huid begon af te pellen.
Meestal begon de beul bij het hoofd en ging geleidelijk naar beneden, tot aan de voeten. Maar door de intense pijn was de dood vaak al opgetreden als het mes de borstkas bereikt had.
Marteling moest vijand afschrikken
Latere bronnen uit het Midden-Oosten beschrijven de methode gedetailleerd. Er wordt meermaals gerapporteerd dat gevangengenomen soldaten deze behandeling ondergingen, om ze te laten praten maar ook om een vijandelijk leger angst in te boezemen.
De Azteken uit Mexico gebruikten de martelmethode als religieus ritueel. Bovendien zijn enkele gevallen van villen uit middeleeuws Europa bekend.
2. Bronzen stier
De Griekse historicus Herodotus beschrijft deze martelmethode al in de 5e eeuw v.Chr. De methode bestond vaak uit het opsluiten van het slachtoffer in een metalen kist, waarna daaronder een vuur werd aangestoken. Dit werd in het oude Griekenland als martelmethode gebruikt.
Omdat een dergelijke hitte tot de dood kon leiden, is dit een goed voorbeeld van de dunne grens tussen marteling en executie.
Gekookt in Bronzen stier
Later maakten de Romeinen dit apparaat in de vorm van een bronzen stier. Het slachtoffer ging naar binnen door een deurtje in de zijkant. De deur werd gesloten en als het vuur werd aangestoken kon men het slachtoffer horen schreeuwen door de bek van de stier, terwijl er rook uit de neusgaten kwam.
Een katholieke legende verhaalt van Eustachius van Rome, die rond het jaar 100 de marteldood stierf door levend in een bronzen ketel in de vorm van een stier gekookt te worden. Het verhaal over Eustachius is onzeker, maar de bronnen melden dat de bronzen stier in verschillende varianten bestond.
3. Onthouding van slaap met de kettervork
De middeleeuwse Inquisitie ontlokte bekentenissen door de slachtoffers te onthouden van slaap.
Men gebruikte een spits instrument, de kettervork. Dit was een ijzeren stangetje met twee scherpe vorktanden aan de uiteinden. De ene vork werd op de borst of het sleutelbeen geplaatst en de andere onder de kin.
Door een riem aan de nek viel het instrument niet, en moest het slachtoffer zijn hoofd in een ongemakkelijke positie houden.
De tanden zouden zich in het slachtoffer boren als zijn hoofd voorover viel bij het in slaap vallen. Na een paar dagen met dit foltertuig te hebben gestaan, kwamen de meesten wel met een bekentenis.
4. De kwelpeer en de tongtang
Leugens en blasfemie werden hard bestraft in de middeleeuwen. Een van de methoden voor dit type overtredingen was de kwelpeer.
Een peervormige ijzeren kogel werd in de mond van het slachtoffer gedaan. Deze was verbonden met een ijzeren stang, waar aan gedraaid kon worden. Als dit gebeurde opende de kwelpeer zich in drie of vier delen, zoals de blaadjes van een bloem.
Dit had een dramatisch effect. Als de kwelpeer openging, werd de mondholte tot het uiterste opgerekt en de kaak verbrijzeld, waardoor het slachtoffer nooit meer duidelijk kon spreken.
Er zijn meerdere exemplaren van dit instrument bewaard gebleven, maar het is onduidelijk of het ooit echt gebruikt is.
Een bron uit 1639 meldt dat rovers het op hun slachtoffers toepasten zodat ze niet om hulp zouden roepen, maar er zijn geen vroegere bronnen die het met marteling in verband brengen.
Tong werd uitgerukt
Er was echter een instrument dat zeker in gebruik is geweest en minstens zo effectief was: de tongtang. De tongtang was gemaakt om de tong van het slachtoffer er in een snelle beweging uit te rukken, waarna de persoon nooit meer zou kunnen liegen of God bespotten.
5. De rektafel
Als gewrichten uit elkaar worden gerukt, klinken luide knallen. De rektafel of pijnbank was niet dodelijk, maar was een van de pijnlijkste martelmethoden.
Het slachtoffer werd op een tafel gelegd en er werden touwen om handen en enkels gebonden. Met een rad en tandwielen werden armen en benen langzaam uit elkaar getrokken.
Een voor een werden de gewrichten ontzet, en als de beul lang genoeg trok, ontstond er blijvende schade aan het spierweefsel. In sommige gevallen kwam een ledemaat geheel los van het lichaan, meestal een arm.
Tempeliers op de rektafel
De rektafel werd veel toegepast toen de katholieke kerk vanaf 1307 de Inquisitie op leden van de Orde van de Tempeliers afstuurde. Vaak werd al een bekentenis verkregen door iemand te laten kijken naar een ander die gemarteld werd op de rektafel.
6. Scavenger’s daughter
De martelkelders onder de Tower of London deden tijdens het bewind van Hendrik VIII (1509-47) in wreedheid niet onder voor de middeleeuwse inquisitie.
De Engelsen ontwikkelden eigen, geraffineerde werktuigen, en in deze tijd gebruikte men de beruchte Scavenger's daughter. De werking was tegengesteld aan die van de rektafel: het lichaam werd samengedrukt. Bloedneus en breuk van de wervelkolom
Het werktuig leek op een grote, ijzeren A. Boven zat een ring die om de hals van het slachtoffer ging, in het midden werden de polsen vastgemaakt en aan de uiteinden de benen.
Vervolgens werden de knieën zo hard tegen het gezicht gedrukt dat deze opgekrulde positie meestal tot een bloedneus leidde, en de wervelkolom stond onder zo veel druk dat hij soms brak.
7. Water: alsof je verdrinkt
Waterboarding is een moderne martelmethode die geregeld in het nieuws is. Het is een vorm van watermarteling. De martelmethode bestaat erin dat het slachtoffer op een plank wordt gebonden met het hoofd iets omlaag. Een natte doek wordt over het gezicht gespannen, en als er water op de doek gegoten wordt krijgt het slachtoffer het gevoel te verdrinken. Waterboarding is oude martelmethode
De methode is al behoorlijk oud. De Spaanse Inquisitie gebruikte tortura del agua, dat ongeveer hetzelfde inhield. Er werd een natte doek in de mond van het slachtoffer gepropt, en als er meer water opgegoten werd, ontstond hetzelfde gevoel.
Het was een populaire methode, omdat snel bekentenissen verkregen werden zonder sporen achter te laten op het lichaam.
De Duitse jezuïetenpater Friedrich von Spee schreef in 1631: "het is ongelofelijk wat mensen allemaal zeggen onder marteling, en hoeveel leugens ze over zichzelf en anderen vertellen; uiteindelijk is alles waar wat de beul wil horen."
In de 19e eeuw werd de martelmethode verboden door veel Europese regeringen, wat de latere Amerikaanse president Theodore Roosevelt er in 1904 niet van weerhield het gebruik ervan tijdens de Spaans-Amerikaanse Oorlog zes jaar eerder te verdedigen. Hij schreef dat niemand ernstig gewond was geraakt.
8. Lood of zilver in de ogen
Het werktuig dat voor deze martelmethode werd gebruikt, leek op de wijwaterkwast, waarmee men in katholieke kerken wijwater op de kerkgangers sprenkelde.
Maar in plaats van heilig water kwamen er druppeltjes vloeibaar lood uit de gaatjes. Hiermee dwong men een bekentenis van een zondaar af.
Soms verving men het lood door zilver en werden de gloeiende druppels rechtstreeks in de ogen van het slachtoffer gegoten. Dit was zeer pijnlijk en leidde meestal tot de dood.
9. De ijzeren maagd: ter vermaak van de gasten
Een van de beruchtste martelwerktuigen is waarschijnlijk nooit gebruikt.
Edgar Allan Poe schrijft over de ijzeren maagd in zijn verhaal The Pit and the Pendulum, dat over de Spaanse Inquisitie gaat.
De ijzeren maagd was een ijzeren sarcofaag, met inwendige pinnen die het slachtoffer spietsten als het deksel gesloten werd. De pinnen waren zo geplaatst dat vitale organen niet geraakt werden, zodat de pijn lang aanhield.
Waarschijnlijk vond de Duitse filosoof Johann Philipp Siebenkees het werktuig in de jaren 1790 uit als gedachte-experiment, en de exemplaren die in de 19e eeuw tentoongesteld werden, waren uitsluitend voor musea gemaakt. Ze joegen de gasten wat extra schrik aan.
De beroemdste maagd bevond zich in Neurenberg, maar werd verwoest toen de geallieerden in 1944 de stad bombardeerden.
10. De wipgalg: geen zichtbare sporen
De wipgalg was een veelgebruikte martelmethode in de Tweede Wereldoorlog. Zo werden overtredingen van de regels in het nazi-Duitse concentratiekamp Sachsenhausen vaak bestraft met de wipgalg.
Hierbij worden de handen van het slachtoffer achter de rug vastgebonden en wordt het slachtoffer aan de polsen opgehangen.
De wipgalg veroorzaakt hevige pijn en de schouders schieten vaak uit de kom, vooral wanneer gewichten aan de voeten werden gehangen. Dit is een van de redenen dat de Inquisistie de methode vaak gebruikte.
In 1311 bepaalde paus Clemens V dat marteling voortaan alleen was toegestaan na uitdrukkelijke toestemming van de plaatselijke bisschop, en dat er ‘geen botbreuken’ mochten optreden bij het verkrijgen van een bekentenis.
De wipgalg overleefde ook het totale verbod van marteling door de paus in 1816, en wordt nog hier en daar gebruikt.
Bron digitalisering en Wiki opmaak: Terry van Erp