Epafroditus
Epafroditus, ook gespeld Epaphroditus (ook in het Eng. Epaphroditus), was een 'medearbeider en medestrijder' van Paulus (Filp. 2:25), die door de Filippische gemeente naar Rome gezonden werd met liefdegaven, ter ondersteuning en verkwikking van de gevangen apostel.
Naam. De Griekse eigennaam Epafroditus (Grieks: Επαφροδιτος, Epa’phroditos) betekent 'lieflijk, mooi' en wordt uitgesproken met de klemtoon op 'fro': Epafróditus. De naam wordt in drie bijbelverzen genoemd: Filp. 2:25; 4:18, 23.
De naam is afgeleid van 'επι, epi' (= bij, over, op in, naar) en 'Αφροδιτη, Aphrodite'. Aphrodite is de naam van Griekse godin van onder andere de liefde, de schoonheid, de seksualiteit en de vruchtbaarheid. Ze is door het heidense denken voortgekomen uit de Fenicische godin Astarte. De Romeinen noemden haar Venus. Epafroditus was mogelijk als baby aan de Griekse godin gewijd, 'aan Aphrodite gewijd'.
Filippiër. De vergadering van de Heer te Filippi zond Epafroditus met liefdegaven naar Rome, om in de behoeften van de gevangen apostel Paulus te voorzien.
Flp 4:18 Maar ik heb alles en heb overvloed; ik heb volop, nu ik van Epafroditus het door u gezondene heb ontvangen: een welriekende reuk, een aangenaam, God welbehaaglijk offer. (Telos)
Hetzij op deze reis, hetzij gedurende zijn verblijf te Rome, werd Epafroditus zeer ernstig ziek, maar herstelde weer tot grote vreugde van Paulus. Paulus schreef zijn Brief aan de Filippenzen naar aanleiding van de ontvangen gaven en gaf hem mee aan Epafroditus, die zeer naar zijn broeders en zusters in Filippi verlangde.
Flp 2:25 Maar ik vond het nodig Epafroditus, mijn broeder en medearbeider en medestrijder, maar uw gezant en bedienaar in mijn behoefte, naar u toe te zenden, Flp 2:26 daar hij zeer naar u allen verlangde en verontrust was omdat u had gehoord dat hij ziek was. Flp 2:27 Want hij is ook ziek geweest, de dood nabij, maar God heeft Zich over Hem erbarmd, en niet alleen over hem maar ook over mij, opdat ik niet droefheid op droefheid had. Flp 2:28 Daarom heb ik hem met des te meer spoed gezonden, opdat u, als u hem ziet, zich weer verblijdt en ik minder bedroefd ben. Flp 2:29 Ontvangt hem dan in de Heer met alle blijdschap en houdt zulke mannen in ere; Flp 2:30 want om het werk van Christus is hij de dood nabij gekomen, doordat hij zijn leven heeft gewaagd om aan te vullen wat aan uw dienstbetoon jegens mij ontbrak. (TELOS)
Bron
P.J. Gouda Quint, Woordenboek des Bijbels, inzonderheid ten gebruike bij de Statenvertaling. Haarlem: De erven F. Bohn, 1866. Tekst van het lemma 'Epaphroditus' is op 2 aug. 2014 verwerkt.