Charlotte Flandrina van Nassau
Charlotte Flandrina van Nassau (Antwerpen, 18 augustus 1579 - St. Croix, bij Poitiers, 16 april 1640) was de vierde dochter van Willem van Oranje en diens derde echtgenote Charlotte van Bourbon.
Na de dood van haar moeder in 1582 haalde Lodewijk III van Bourbon-Vendôme zijn kleindochter naar Frankrijk. Lodewijk overleed echter enkele maanden na zijn dochter waarna Charlotte Flandrina door een nicht van haar moeder, Jeanne de Chabot, onder haar hoede werd genomen. Deze nicht had naar de zin van Jeanne de Bourbon, een zuster van Charlotte Flandrina's moeder en abdis van Jouarre, te calvinistische neigingen. Jeanne de Bourbon verzocht daarom koning Hendrik III van Frankrijk om de opvoeding van haar nichtje op zich te mogen nemen. Charlotte Flandrina ging vervolgens over tot het rooms-katholieke geloof en trad in 1593 in een klooster. In 1605 werd zij abdis van het klooster van St. Croix waar zij in 1640 overleed.
Charlotte Flandrina was volgens Levinus Ferdinand de Beaufort “kort van gestalte en seer hard hoorende”[1]
Stamboom Charlotte Flandrina van Nassau (1579-1640) | ||
---|---|---|
Grootouders |
Willem van Nassau-Dietz (1487-1559) |
Louis III de Bourbon
|
Ouders |
Willem I (1533-1584) | |
Charlotte Flandrina van Nassau (1579-1640) | ||
Kinderen |
- |
- ↑ Lieven Ferdinand de Beaufort (1732). Het leven van Willem de I.. Leyden : Samuel Luchtmans ; Middelburg : Leendert Bakker, Deel III, pagina 738.