Prima divisio
Prima divisio | ||||
---|---|---|---|---|
Verdragstype | Huisverdrag | |||
Onderwerp | Verdeling van het graafschap Nassau | |||
Ondertekend | 16 december 1255 in de Burcht Nassau | |||
In werking getreden | 16 december 1255 | |||
Ondertekenaars | Walram II van Nassau Otto I van Nassau Emico IV van Leiningen B. van Brunsberg Abt van Bleidenstadt | |||
Partijen | Walram II van Nassau Otto I van Nassau | |||
Status | Niet meer van toepassing | |||
Opgevolgd door | Erneuerte Nassauische Erbverein 1783 | |||
Taal | Latijn | |||
|
Prima divisio (Latijn voor eerste deling of verdeling) is de term die historici gebruiken voor het huisverdrag met de eerste verdeling van het graafschap Nassau tussen de broers Walram II en Otto I van Nassau uit 1255.
Voorgeschiedenis
In het oude erfrecht gold een koninkrijk/hertogdom/graafschap als het persoonlijk bezit van de koning/hertog/graaf. Bij het overlijden van de vorst werd zijn bezit geërfd door al zijn zoons. Dit in tegenstelling tot het later ingevoerde eerstgeboorterecht (of primogenituur) waar de oudste zoon alles erft. De zoons konden het geërfde land gezamenlijk besturen of tot verdeling in gelijke delen overgaan. Het zal geen verbazing wekken dat zowel het gezamenlijk bestuur van een land als het tot overeenstemming komen om een land in gelijke delen te verdelen, vaak stof tot conflicten opleverde. Zulke conflicten leidden regelmatig tot successieoorlogen.
Voor zover bekend hebben de eerste graven van Laurenburg en Nassau hun land altijd gezamenlijk bestuurd als er meerdere zoons waren. Dat herhaalde zich bij het overlijden van graaf Hendrik II van Nassau. Zijn zoons Walram en Otto volgden hem op en regeerden hun graafschap gezamenlijk. De bronnen spreken elkaar tegen of er tussen Walram en Otto een conflict over de opvolging is ontstaan. Wat ook de reden geweest mag zijn, uiteindelijk sloten ze een verdrag tot verdeling van het graafschap.
Het verdrag
Het verdrag werd op 16 december 1255[noot 1] door de gevolmachtigden van Walram en Otto op de Burcht Nassau gesloten. Het graafschap werd in twee gelijke delen verdeeld met de rivier Lahn als grens.
De verdeling was als volgt:[1]
- Het gebied ten noorden van de Lahn, de heerlijkheden Siegen,[noot 2] Dillenburg, Herborn,[noot 3] Tringenstein, Neukirch en Emmerichenhain, een deel van de Kalenberger Zent[noot 4] (ambt Kalenberg) en de proosdijen Dietkirchen en (Bad) Ems, werd toegewezen aan Otto.
- Het gebied ten zuiden van de Lahn, de heerlijkheden Wiesbaden, Idstein, de ambten Weilburg (met de Wehrholz) en Bleidenstadt, werd toegewezen aan Walram.
- De Burcht Nassau en onderhorigheden (Dreiherrische[noot 5]), de ambten Miehlen en Schönau[noot 6] (Klooster Schönau bij Strüth über Nastätten), alsmede het Vierherrengericht,[noot 7] de Burcht Laurenburg, de Esterau (dat in gezamenlijk bezit was met de graven van Diez) en de leengoederen in Hessen bleven gezamenlijk bezit.
Daarnaast bevatte het verdrag de verplichting voor Walram om zijn broer Otto – met alle middelen die hem ter beschikking stonden – te steunen in de Dernbachse Vete tegen Hessen, als dit geschil niet kon worden beslecht met de hulp van de koning of door andere vriendschappelijke bemiddeling.[2]
Het verdrag werd, behalve door Walram en Otto, ook ondertekend door graaf Emico IV van Leiningen, B. van Brunsberg en de abt van Bleidenstadt.[3]
Later, wellicht reeds kort na het sluiten van het verdelingsverdrag, toonde Walram zich ontevreden met enkele bepalingen uit het verdrag en vocht deze aan. Of hij hierbij al handelde onder invloed van de geestesziekte, waaraan hij leed, is onbekend. Wel zeker is dat hij in een aanval van krankzinnigheid het voor hem gemaakte originele exemplaar van het verdelingsverdrag verbrand heeft.[4]
Het voor Otto gemaakte originele exemplaar van het verdelingsverdrag is bewaard gebleven. Het wordt bewaard in het Koninklijk Huisarchief te Den Haag.[3] Het werd tussen 25 mei en 19 augustus 2018 tentoongesteld in Kasteel Vianden.[5] De huidige hoofden van de Walramse en Ottoonse linies, groothertog Henri van Luxemburg en koning Willem-Alexander der Nederlanden, en hun echtgenotes, bekeken het in Kasteel Vianden tentoongestelde exemplaar van de Prima divisio bij de opening van de tentoonstelling op 24 mei 2018.[6][7][8]
Gevolgen van de verdeling
Sinds de verdeling is het Huis Nassau verdeeld in twee linies: de Walramse Linie en de Ottoonse Linie, genoemd naar de beide stichters. Er zijn later nog andere verdelingen geweest. Die zijn alle weer ongedaan gemaakt door het uitsterven van familietakken, maar de oorspronkelijke eerste deling bestaat nog steeds. Walram werd de stamvader van de groothertogen van Luxemburg en Otto werd de stamvader van de koningen van Nederland.
Vervanging van het verdrag
De Prima divisio werd in 1783 vervangen door de door prins Willem V van Oranje-Nassau en de vorsten Karel Christiaan van Nassau-Weilburg, Karel Willem van Nassau-Usingen en Lodewijk van Nassau-Saarbrücken gesloten Erneuerte Nassauische Erbverein.[9] Dat verdrag is nog altijd van toepassing op de troonopvolging in het groothertogdom Luxemburg.[10]
Trivia
In 1858 stichtten koning Willem III der Nederlanden en hertog Adolf van Nassau ter herinnering aan de Prima divisio de Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau.[11][12]
Zie ook
Externe links
Portaal Nederlandse Overheidsheraldiek
Portaal Nederlandse overheidswapens |
Onderdeel van: Wiki Raamsdonks Erfgoed |
Nederlandse heraldiek:
Overzeese heraldiek:
|
Nederlandse heraldische verzamelobjecten
|
Beschrijving en afbeelding van de Prima divisio op: koninklijkeverzamelingen.nl (officiële website).
- Groothertog Henri van Luxemburg, koning Willem-Alexander der Nederlanden, en hun echtgenotes bekijken het bewaard gebleven exemplaar van de Prima divisio op de tentoonstelling in Kasteel Vianden op 24 mei 2018 (afbeelding).
- (Engels) Nassau op: An Online Gotha, by Paul Theroff.
- (Engels) Nassau in: Medieval Lands. A prosopography of medieval European noble and royal families, compiled by Charles Cawley.
- (de) Ausfeld, Eduard (1887). Allgemeine Deutsche Biographie. Band 24. Duncker & Humblot, Leipzig, "Otto I., Graf von Nassau", pp. 707.
- (de) Becker, E. (1983). Schloss und Stadt Dillenburg. Ein Gang durch ihre Geschichte in Mittelalter und Neuzeit. Zur Gedenkfeier aus Anlaß der Verleihung der Stadtrechte am 20. September 1344 herausgegeben, Neuauflage. Der Magistrat der Stadt Dillenburg, Dillenburg [1950].
- Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel. Gearchiveerd op 26 oktober 2009. Geraadpleegd op 4 maart 2021.
- (fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
- (de) Lück, Alfred (1981). Siegerland und Nederland, 2. Auflage. Siegerländer Heimatverein e.V., Siegen [1967].
- (de) Sauer, Wilhelm (1896). Allgemeine Deutsche Biographie. Band 40. Duncker & Humblot, Leipzig, "Graf Walram II. von Nassau", pp. 778-779.
- (de) Schliephake, F.W. Theodor (1866). Geschichte der Grafen von Nassau. Von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart. Auf der Grundlage urkundlicher Quellenforschung. Band 1. C.W. Kreidel & Niedner, Wiesbaden.
- (de) Spielmann, Christian (1909). Geschichte von Nassau (Land und Haus) von den ältesten Zeiten bis zur Gegenwart. Teil 1. Politische Geschichten. P. Plauen, Wiesbaden.
- Venne, J.M. van de, Stols, Alexander A.M. (1937). Geslachts-Register van het Vorstenhuis Nassau. A.A.M. Stols’ Uitgevers-Maatschappij, Maastricht.
- Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het Vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
- (de) Witzleben, Arwied von (1854). Genealogie und Geschichte des gesammten Fürstenhauses Nassau, Königlich Niederländisches und Herzoglich Nassauisches Haus von den alten bis zu den neuesten Zeiten. Ed. Hallberger, Stuttgart.
Voetnoten
- ↑ In Nederlandse bronnen wordt altijd de datum 17 december 1255 genoemd. In buitenlandse bronnen echter de datum 16 december 1255. De beschrijving op de officiële website koninklijkeverzamelingen.nl geeft de datum 16 december 1255.
- ↑ “Vóór 1224 hadden de graven van Nassau de helft van de stad Siegen afgestaan aan het aartsbisdom Keulen.”[1]
- ↑ “In 1342 bezat Hendrik I van Nassau-Siegen de totale Herborner Mark.”[1]
- ↑ “De Kalenberger Zent was een gebied gelegen tussen de Oberlahn, de Dill en Wetzlar en omvatte de gebieden Mengerskirchen, Nenderoth en Beilstein.”[1]
- ↑ “Kasteel en ambt Nassau droeg de naam Dreiherrische omdat het tot 1778 bezit was van de Ottoonse Linie en twee takken van de Walramse Linie (Nassau-Usingen en Nassau-Weilburg).”[1]
- ↑ “De ambten Miehlen en Schönau bleven gezamenlijk bezit tot 1303, daarna gingen ze over naar de Walramse Linie waarbij beide takken ze gezamenlijk bezaten tot 1778.”[1]
- ↑ “Het Vierherrengericht was genoemd naar zijn vier bezitters, de graven van Katzenelnbogen (Hessen), Diez (Nassau-Diez), Nassau-Usingen en Nassau-Weilburg. In 1774 werden deze gebieden, verenigd rond de stad Nastätten en samengesteld uit achtendertig dorpen, gedeeld.”[1]
Referenties
- ↑ 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 Huberty, et al. (1981).
- ↑ Becker (1983), p. 13.
- ↑ 3,0 3,1 De Prima divisio op: koninklijkeverzamelingen.nl (officiële website).
- ↑ Sauer (1896).
- ↑ Archive 2018 op: Kasteel Vianden (officiële website).
- ↑ Staatsbezoek naar Luxemburg op: Koninklijk Huis (officiële website).
- ↑ Tentoonstellingen op: koninklijkeverzamelingen.nl (officiële website).
- ↑ Willem-Alexander treedt met bezoek aan kasteel Vianden in voetspoor voorgangers op: Royal Blog.nl.
- ↑ (de) Des Fürstlichen Gesamthauses Nassau im Jahre 1783 erneuerter Erbverein. M.J. Molitor (1786).
- ↑ Artikel 3 van de Grondwet van het Groothertogdom Luxemburg.
- ↑ (de) Schoos, Jean, ‘Orden und Ehrenzeichen’ in: Heinemann, Christiane und Rechberg, Brigitte (Redaktion), Herzogtum Nassau 1806–1866. Politik – Wirtschaft – Kultur. Eine Ausstellung des Landes Hessen und der Landeshauptstadt Wiesbaden unter der gemeinsamen Schirmherrschaft S.K.H. des Prinzen Henri, Erbgroßherzog von Luxemburg, Prinz von Nassau und des Hessischen Ministerpräsidenten Holger Börner. Museum Wiesbaden 5. April bis 26. Juli 1981. Veröffentlichen der Historischen Kommission für Nassau 32, Historische Kommission für Nassau, Wiesbaden (1981), p. 92–94. ISBN 3-922244-46-7.
- ↑ Zelm van Eldik, J.A. van (2003). Moed en deugd. Ridderorden in Nederland. De ontwikkeling van een eigen wereld binnen de Nederlandse samenleving. Walburg Pers, Zutphen, pp. 512-527. ISBN 90-5730-213-6. NUR 688.