Café Berende

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Versie door Colani (overleg | bijdragen) op 7 sep 2024 om 16:19 (→‎De Eerste Wereldoorlog)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Geschiedenis van Café Berende

Café Berende bestaat al meer als 150 jaar. Het is het oudste café van Raamsdonksveer. Het is gevestigd op Sandoel 14.

19e eeuw

In de 19de eeuw woonde mijn over-overgrootvader in het café. Mijn over- overgrootvader was schoenhersteller en herbergier. Het café was toen heel klein. Zijn zoon, Drik Bouwens, die aannemer was heeft rond 1900 een groot stuk aangebouwd. Maar de tijd was moeilijk, het was toen ook crisis en het was heel armoedig, hij kon er de kost niet mee verdienen. Er werden geen huizen meer gebouwd, de mensen hadden geen geld, dus er kwamen ook maar weinig mensen naar het café. De mensen hadden geen stuiver voor een kruikje bier. Omdat ze zo arm waren moesten ze het café verkopen. Ze verkochten het aan een familie Van Zwol.

De Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog kwam, dus voor de familie Van Zwol was het ook heel moeilijk. Er waren veel mensen in de steun, de Rooms Katholieke kerk (Vincentiusvereniging) gaf de armen geld, want het geld kwam toen niet van de gemeente. Sociale bijstand was er toen niet. Er was ook werkverschaffing, daar kregen de mensen ook maar weinig geld voor, dus iedereen was heel arm.

De familie Van Zwol verkocht het café aan de familie Vissers, een gezin met veel kinderen. En omdat ze het café hadden, kregen ze nergens geld, dus voor hen was het ook heel moeilijk.
Toen wilden mijn overgrootvader en –moeder gaan trouwen en er was woningnood en het café op het Sandoel was te koop. Mijn overgrootmoeder was een kasteleinsdochter, zij woonden in het café wat nu Kerkzicht heet. Ze hadden er een slagerij bij, slagerij Bouwens.

De Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het weer een hele moeilijke tijd. Mijn overgrootvader was boer en veehandelaar tegelijk. Daarom konden ze toch de kost verdienen. Ze kregen bonnen en daar konden ze drank mee inkopen. Na de oorlog hadden de mensen veel werk want alles moest weer opgebouwd worden, ze konden weer geld verdienen en er kwam welvaart.

Mijn overgrootvader Tinus en zijn vrouw Nellie Berende kregen 6 kinderen en hebben 35 jaar in het café gewoond. Zij hebben een heel goed buurtcafé gehad. Het had een sociale functie. Mensen uit de buurt de buurt kwamen op zondagavond een borreltje drinken. Ze woonden allemaal in kleine huisjes, hadden heel veel kinderen, niemand had TV en ze keken hier heel de week naar uit.

Tinus en Nellie richtten een tèèrclub op. De mensen betaalden iedere maand een bedrag voor een feestje en een dagje uit met een bus. Zo’n club is altijd heel gezellig en het waren allemaal vrienden.

Het was echter niet altijd leuk. Een keer kwam er een buurtbewoner op zo’n tèèravond om te zeggen dat de mensen naar huis moesten gaan, want het varken van een van de leden stond al tot zijn buik in het water en het kon allemaal nog veel erger worden. Hij zei: “straks zitten jullie als ratten in de val!” Het was de Watersnood van 1953. Binnen de kortste tijd stond er 1 meter water. Mijn opa en zijn 5 zusjes werden geëvacueerd. Weten jullie wat dat is? Evacueren betekend dat mensen uit een gevaarlijk gebied worden gehaald, met een boot of een ander reddingsmiddel.

Kermis

Kermis was altijd een groot feest. De mensen spaarden er een heel jaar voor want ze gingen toen niet op vakantie. Er stond dan een orgel buiten en de ramen werden er uitgehaald, er ging een houten vloer in het café en de mensen uit de buurt en van ver daar buiten kwamen dan 3 dagen dansen.

Ik heb een leuke cd met een liedje over het café van mijn overgrootvader.

Jaren '60

Daarna zijn mijn opa Cees en oma Hanny in het café begonnen. Het was toen 1967. Er werd een biljartclub opgericht (Biljartvereniging Sandoel), een jongere tèèrclub (De Vriendenclub) en een carnavalsvereniging (De Leuthappers); er waren veel verenigingen thuis bij Café Berende. Ook werd er om de week op zaterdagavond gekaart, rikken en jokeren, en soms was er ook een kaart marathon. Dan werd er een heel weekend gekaart van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. En in de zomer was er de wielerronde, het café lag in het parcours, dat was altijd een heel drukke en gezellige dag.

Mijn opa had er altijd een baan bij, hij heeft vele jaren bij de notaris gewerkt. Mijn oma deed het café, zo was het 150 jaar geleden en zo is het nu nog. Er is niets veranderd. Of misschien wel, zeker is dat het nu veel beter gaat. De mensen hebben nu meer geld. Een pilsje kost nu geen stuiver meer, maar de huidige prijs is voor veel mensen misschien ook te duur. Ze drinken nu niet meer uit een kruik, maar uit verschillende soorten glazen.

3e generatie

Nu zijn mijn vader en moeder in het café de 3de generatie Berende. Zij hebben 3 kinderen. Net als mijn overgrootvader en opa heeft mijn vader er ook nog een baan bij. Mijn vader gaat iedere dag bij de mensen thuis huishoudelijke apparaten repareren. En mijn moeder doet het café.

De verenigingen van toen bestaan nog steeds. De biljartclub bestaat inmiddels 40 jaar, de carnavalsclub 32 jaar en de jongere tèèrclub (De Vriendenclub) is inmiddels de oude tèèrclub geworden. Helaas hebben we van deze club pas de laatste feestavond gehad, de mensen worden te oud en hebben geen zin meer in busreizen en feestavonden, deze club heeft 48 jaar bestaan.

Ook nu hebben we nog een jongere tèèrclub (“De Vrolijke Stappers”), deze bestaat 21 jaar. Sinds vorig jaar hebben we ook een dartclub en organiseert papa biljarttoernooien.
In de weekenden hebben we regelmatig feestjes.

Bron: Spreekbeurt Kaatje Berende