Een Vrouwe en de Heeren van Klein-Waspik: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
Regel 157: Regel 157:
=== C. De voor ons verhaal belangrijkste personen ===
=== C. De voor ons verhaal belangrijkste personen ===
*[[Willem van Duvenvoorde]] (1290-1353)
*[[Willem van Duvenvoorde]] (1290-1353)
*[[Jehenne van Polanen]] (1392-1445)  
*[[Jehenne van Polanen]] (1392-1445)
*[[René de Chalon]] (1519-1544)
*[[René de Chalon]] (1519-1544)
*[[Willem van Oranje]] (1533-1584)  
*[[Willem van Oranje]] (1533-1584)
 
<br><br>
<br><br>
De eerste Heeren van Waspik, waarover we behoorlijk zijn ingelicht, behoorden tot het zeslacht Van Duvenvoorde.  
De eerste Heeren van Waspik, waarover we behoorlijk zijn ingelicht, behoorden tot het veslacht Van Duvenvoorde.  
<br>
<br>
Een hoogadelijk geslacht, dat vele bezittingen had en verkreeg in Brabant en Holland.
Een hoogadelijk geslacht, dat vele bezittingen had en verkreeg in Brabant en Holland.
<br>
<br>
Naar de bekendste Van Duvenvoorde is in Waspik een straat is genoemd. Deze Willem van Duvenvoorde leefde van ± 1290 tot 1353 en woonde een groot deel van het jaar op zijn kasteel bij Oosterhout, het [[kasteel Strijen]]. Ons rest daarvan nu, behalve de funda-menten onder de grond, nog de ruïne-toren, die nu [[Slotbosse Toren]] wordt genoemd.  
Naar de bekendste Van Duvenvoorde is in Waspik een straat is genoemd. Deze [[Willem van Duvenvoorde]] leefde van ± 1290 tot 1353 en woonde een groot deel van het jaar op zijn kasteel bij Oosterhout, het [[kasteel Strijen]]. Ons rest daarvan nu, behalve de funda-menten onder de grond, nog de ruïne-toren, die nu [[Slotbosse Toren]] wordt genoemd.  
<br>
<br>
Dat kasteel was op een strategisch punt gebouwd, nl. juist op de grens van Holland en Brabant en vlakbij de Baronie van Breda. Deze Willem was een kiene vent en een goed financier. Aan de Graven van Holland, de Hertogen van Brabant, ja zelfs aan de Koning van Engeland en de Keizer van Duitsland, leende hij geld, veelal in ruil voor landerijen en gunsten. Zijn macht en aanzien stegen zo zeer dat diezelfde Keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie aan Willem toestemming gaf de balk uit zijn familiewapen, dat van Van Duvenvoorde, te verwijderen. Willem was nl. een buiten-echtelijke zoon van Philips van Duvenvoorde van Polanen, een zogenaamde bastaard dus.  
Dat kasteel was op een strategisch punt gebouwd, nl. juist op de grens van Holland en Brabant en vlakbij de Baronie van Breda. Deze Willem was een kiene vent en een goed financier. Aan de Graven van Holland, de Hertogen van Brabant, ja zelfs aan de Koning van Engeland en de Keizer van Duitsland, leende hij geld, veelal in ruil voor landerijen en gunsten. Zijn macht en aanzien stegen zo zeer dat diezelfde Keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie aan Willem toestemming gaf de balk uit zijn familiewapen, dat van Van Duvenvoorde, te verwijderen. Willem was nl. een buiten-echtelijke zoon van [[Philips van Duvenvoorde van Polanen]], een zogenaamde bastaard dus.  
<br><br>
<br><br>
Zo'n bastaard was te herkennen aan een zwarte balk schuin over zijn familiewapen. Zo was Willem nu dus erkend als een echte, eigen zoon. Zijn huwelijk was kinderloos.  
Zo'n bastaard was te herkennen aan een zwarte balk schuin over zijn familiewapen. Zo was Willem nu dus erkend als een echte, eigen zoon. Zijn huwelijk was kinderloos.  
<br>
<br>
Wèl had hij uit zijn buitenechtelijke relaties zeven zonen en vijf dochters. Bastaards konden het bezit van hun vader niet erven en zo ging het bezit aan geld, goederen, kastelen en landerijen van de schat- en schatrijke [[Willem van Duvenvoorde]] naar zijn neef [[Jan II van Polanen]] en via diens zoon, ook een [[Jan III van Polanen|Jan van Polanen]], erfde de dochter [[Johanna van Polanen|Jehenne] al deze rijkdommen. Jan II van Polanen had in 1350 met geld van zijn oom [[Willem van Duvenvoorde]] de Heerlijkheid Breda gekocht en op 10 mei van datzelfde jaar legde hij de eerste steen van het kasteel te Breda, waarin nu de K.M.A. is gevestigd
Wèl had hij uit zijn buitenechtelijke relaties zeven zonen en vijf dochters. Bastaards konden het bezit van hun vader niet erven en zo ging het bezit aan geld, goederen, kastelen en landerijen van de schat- en schatrijke [[Willem van Duvenvoorde]] naar zijn neef [[Jan II van Polanen]] en via diens zoon, ook een [[Jan III van Polanen|Jan van Polanen]], erfde de dochter [[Johanna van Polanen|Jehenne]] al deze rijkdommen. [[Jan II van Polanen]] had in 1350 met geld van zijn oom [[Willem van Duvenvoorde]] de Heerlijkheid Breda gekocht en op 10 mei van datzelfde jaar legde hij de eerste steen van het kasteel te Breda, waarin nu de K.M.A. is gevestigd
<br><br>
<br><br>
In dat kasteel groeide kleine Jehenne op en werd ze in 1404 op haar twaalfde jaar, als pion op het schaakbord van de politiek, door haar vader uitgehuwelijkt aan de 22 jaar oudere graaf'[[Engelbert I van Nassau]]. Zij, schatrijk als ze was, was voor de ook niet onbemiddelde Engelbert een begeerlijke partij. Jehenne, naar wie het Hof van Polanen is genoemd, hield van toen af haar "Hof van Polanen" in dit machtige kasteel.  
In dat kasteel groeide kleine Jehenne op en werd ze in 1404 op haar twaalfde jaar, als pion op het schaakbord van de politiek, door haar vader uitgehuwelijkt aan de 22 jaar oudere graaf [[Engelbert I van Nassau]]. Zij, schatrijk als ze was, was voor de ook niet onbemiddelde Engelbert een begeerlijke partij. Jehenne, naar wie het Hof van Polanen is genoemd, hield van toen af haar "Hof van Polanen" in dit machtige kasteel.  
<br>
<br>
Toen ze de leeftijd bereikt had dat het huwelijk geconsumeerd kon worden, schonk ze Engelbert een zoon, Jan genaamd. Deze [[Jan IV van Nassau]] wordt i.v.m. Waspik genoemd in het boek van de Nassause Domeinraad. Daarin staat nl. vermeld, dat hij als momber of voogd van de kerk van St. Jan de Doper tot Waspijc, waarvan de Nassaus dus het zogenaamde patronaatsreght bezaten, aan de priester Jan Haec in het jaar 1456 het stipendium van het altaar tot den Heiligen Geest vergaf.  
Toen ze de leeftijd bereikt had dat het huwelijk geconsumeerd kon worden, schonk ze Engelbert een zoon, Jan genaamd. Deze [[Jan IV van Nassau]] wordt i.v.m. Waspik genoemd in het boek van de [[Nassause Domeinraad]]. Daarin staat nl. vermeld, dat hij als momber of voogd van de kerk van St. Jan de Doper tot Waspijc, waarvan de Nassaus dus het zogenaamde patronaatsreght bezaten, aan de priester Jan Haec in het jaar 1456 het stipendium van het altaar tot den Heiligen Geest vergaf.  
<br>
<br>
Johanna en Engelberts indrukwekkende graftombe is te vinden in de O.L.V.-kerk te Breda. Evenals haar vader [[Jan III van Polanen]] vóór haar, zijn de Nassaus ná haar in deze kerk begraven.  
Johanna en Engelberts indrukwekkende graftombe is te vinden in de O.L.V.-kerk te Breda. Evenals haar vader [[Jan III van Polanen]] vóór haar, zijn de Nassaus ná haar in deze kerk begraven.  
Regel 185: Regel 186:
Terug naar Johanna en Engelbert.  
Terug naar Johanna en Engelbert.  
<br>
<br>
Dat Engelbert van Nassau al betrekkelijk oud was toen hij trouwde is niet zo vreemd. Engelbert was als jongere zoon voorbestemd tot het geestelijk ambt, en heeft dat ook bekleed. Maar toen z'n broers overleden terwijl ze geen wettige zoons hadden, werd Engelbert van z'n ambt ontheven om door een huwelijk de nakomelingschap van deze tak van de Nassaus te kunnen verzekeren. Het komt ons, met deze wetenschap, niet vreemd voor, dat juist hij de stichter is van de Universiteit van Leuven in 1426. Jan V van Nassau had twee zonen: Hendrik III en Willem. Hendrik erfde de Neder-landse bezittingen en Willem de Duitse. Hendriks zoon, Reynout van Nassau, erfde van zijn moeder, Claude de Chalon, het Zuidfranse prinsdom Orange en hij tooit zich voortaan in plaats van met de titel Graaf van Nassau, met die van Prince d'Orange en noemt zich ook René de Chalon. Op 24-Jarige leeftijd sneuvelt deze René en hij had geen zoon om hem in z'n waardigheden op te volgen. Die gingen toen, mèt de erfenis niet naar z'n Lutherse oom Willem van Nassau, die in. Duitsland op de Dillenburg woonde en getrouwd was niet Juliana van Stolberg, maar naar diens zoon, ook een Willem ( 1533-1584) van Nassau, die vanaf toen de titel Prins van Oranje mocht dragen. Een prins werd ook hij dus, hoger in rang
Dat Engelbert van Nassau al betrekkelijk oud was toen hij trouwde is niet zo vreemd. Engelbert was als jongere zoon voorbestemd tot het geestelijk ambt, en heeft dat ook bekleed. Maar toen z'n broers overleden terwijl ze geen wettige zoons hadden, werd Engelbert van z'n ambt ontheven om door een huwelijk de nakomelingschap van deze tak van de Nassaus te kunnen verzekeren. Het komt ons, met deze wetenschap, niet vreemd voor, dat juist hij de stichter is van de Universiteit van Leuven in 1426.
 
&lt;br&gt;
 
[[Jan V van Nassau]] had twee zonen: [[Hendrik III]] en Willem. Hendrik erfde de Nederlandse bezittingen en Willem de Duitse. Hendriks zoon, [[Reynout van Nassau]], erfde van zijn moeder, [[Claude de Chalon]], het Zuidfranse [[prinsdom Orange]] en hij tooit zich voortaan in plaats van met de titel Graaf van Nassau, met die van Prince d'Orange en noemt zich ook [[René de Chalon]]. Op 24-Jarige leeftijd sneuvelt deze René en hij had geen zoon om hem in z'n waardigheden op te volgen. Die gingen toen, mèt de erfenis niet naar z'n Lutherse oom [[Willem van Nassau]], die in. Duitsland op de Dillenburg woonde en getrouwd was met [[Juliana van Stolberg]], maar naar diens zoon, ook een Willem ( 1533-1584) van Nassau, die vanaf toen de titel Prins van Oranje mocht dragen. Een prins werd ook hij dus, hoger in rang





Versie van 23 nov 2023 09:49

Fén Vrouwe en de !keren Mein-Waspik. 0ver het Ambacht van Klein-Waspik, eerder aangeduid met de naam "die gereghte van 0ver- Waspije' en mei name over de "Vrouwe" van Klein-Waspik, Jehenne van Polanen (1392-1445) en over de Heeren van deze Heerlijkheid, met achtereenvolgens de achternamen, Van Duvenvoorde, Van Polanen, Van Nassau en Van Oranje, wil dit artikel u nader informeren.

Zoals u leest een viertal achternamen met een nog groter aantal voornamen, zoals in het vervolg zal blijken. Voor de duidelijkheid van het verhaal geef ik u hier te voren informatie over. Een wat droge opsomming misschien, maar wellicht helpt het u de draad van het verhaal vast te houden, en raakt u dan niet verstrikt in de vele namen en de familieverhoudingen.

A. De stamreeks waarin de Vrouwe en Heeren van Klein-Waspik hun plaats vinden


Philips van Duvenvoorde van Polanen




Jan I van Polanen


Willem van Duvenvoorde (kinderloos)



Jan II van Polanen (erfgenaam)





Jan III van Polanen





Jehenne van Polanen X Engelbert I van Nassau




Jan IV van Nassau




Engelbert II van Nassau (kinderloos)


Jan V van Nassau (erfgenaam)





Hendrik III v Nassau

X

Claude de Chalon




Reynaert van Nassau = René de Chalon Prince d'Orange (kinderloos)




Willem van Nassau

X

Juliana v Stolberg




Willem van Nassau= Willem van Oranje (erfgenaam)



Frederik Hendrik



Willem II van Oranje



Willem III = koning van Engeland




Willem IV



Willem V tot 1795

B. Op een rij de 'Heren en Vrouwe van Klein-Waspik vanaf Willem van Duvenvoorde

C. De voor ons verhaal belangrijkste personen



De eerste Heeren van Waspik, waarover we behoorlijk zijn ingelicht, behoorden tot het veslacht Van Duvenvoorde.
Een hoogadelijk geslacht, dat vele bezittingen had en verkreeg in Brabant en Holland.
Naar de bekendste Van Duvenvoorde is in Waspik een straat is genoemd. Deze Willem van Duvenvoorde leefde van ± 1290 tot 1353 en woonde een groot deel van het jaar op zijn kasteel bij Oosterhout, het kasteel Strijen. Ons rest daarvan nu, behalve de funda-menten onder de grond, nog de ruïne-toren, die nu Slotbosse Toren wordt genoemd.
Dat kasteel was op een strategisch punt gebouwd, nl. juist op de grens van Holland en Brabant en vlakbij de Baronie van Breda. Deze Willem was een kiene vent en een goed financier. Aan de Graven van Holland, de Hertogen van Brabant, ja zelfs aan de Koning van Engeland en de Keizer van Duitsland, leende hij geld, veelal in ruil voor landerijen en gunsten. Zijn macht en aanzien stegen zo zeer dat diezelfde Keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie aan Willem toestemming gaf de balk uit zijn familiewapen, dat van Van Duvenvoorde, te verwijderen. Willem was nl. een buiten-echtelijke zoon van Philips van Duvenvoorde van Polanen, een zogenaamde bastaard dus.

Zo'n bastaard was te herkennen aan een zwarte balk schuin over zijn familiewapen. Zo was Willem nu dus erkend als een echte, eigen zoon. Zijn huwelijk was kinderloos.
Wèl had hij uit zijn buitenechtelijke relaties zeven zonen en vijf dochters. Bastaards konden het bezit van hun vader niet erven en zo ging het bezit aan geld, goederen, kastelen en landerijen van de schat- en schatrijke Willem van Duvenvoorde naar zijn neef Jan II van Polanen en via diens zoon, ook een Jan van Polanen, erfde de dochter Jehenne al deze rijkdommen. Jan II van Polanen had in 1350 met geld van zijn oom Willem van Duvenvoorde de Heerlijkheid Breda gekocht en op 10 mei van datzelfde jaar legde hij de eerste steen van het kasteel te Breda, waarin nu de K.M.A. is gevestigd

In dat kasteel groeide kleine Jehenne op en werd ze in 1404 op haar twaalfde jaar, als pion op het schaakbord van de politiek, door haar vader uitgehuwelijkt aan de 22 jaar oudere graaf Engelbert I van Nassau. Zij, schatrijk als ze was, was voor de ook niet onbemiddelde Engelbert een begeerlijke partij. Jehenne, naar wie het Hof van Polanen is genoemd, hield van toen af haar "Hof van Polanen" in dit machtige kasteel.
Toen ze de leeftijd bereikt had dat het huwelijk geconsumeerd kon worden, schonk ze Engelbert een zoon, Jan genaamd. Deze Jan IV van Nassau wordt i.v.m. Waspik genoemd in het boek van de Nassause Domeinraad. Daarin staat nl. vermeld, dat hij als momber of voogd van de kerk van St. Jan de Doper tot Waspijc, waarvan de Nassaus dus het zogenaamde patronaatsreght bezaten, aan de priester Jan Haec in het jaar 1456 het stipendium van het altaar tot den Heiligen Geest vergaf.
Johanna en Engelberts indrukwekkende graftombe is te vinden in de O.L.V.-kerk te Breda. Evenals haar vader Jan III van Polanen vóór haar, zijn de Nassaus ná haar in deze kerk begraven.
Daar zijn ook begraven Anna van Egmond, Gravin van Buren, de eerste vrouw van Willem van Oranje en hun oudste dochtertje Maria.
Dit zijn de laatste Nassaus en tegelijk ook de eerste en enige Oranjes die in Breda begraven liggen. Toen Willem van Oranje in 1584 bezweek aan de gevolgen van de op hem gepleegde aanslag in de Princehof in Delft, werd hij in die stad begraven, zoals na hem alle Oranjes. Breda was nl. in die jaren in Spaanse, dus vijandelijke, handen.

Terug naar Johanna en Engelbert.
Dat Engelbert van Nassau al betrekkelijk oud was toen hij trouwde is niet zo vreemd. Engelbert was als jongere zoon voorbestemd tot het geestelijk ambt, en heeft dat ook bekleed. Maar toen z'n broers overleden terwijl ze geen wettige zoons hadden, werd Engelbert van z'n ambt ontheven om door een huwelijk de nakomelingschap van deze tak van de Nassaus te kunnen verzekeren. Het komt ons, met deze wetenschap, niet vreemd voor, dat juist hij de stichter is van de Universiteit van Leuven in 1426.

<br>

Jan V van Nassau had twee zonen: Hendrik III en Willem. Hendrik erfde de Nederlandse bezittingen en Willem de Duitse. Hendriks zoon, Reynout van Nassau, erfde van zijn moeder, Claude de Chalon, het Zuidfranse prinsdom Orange en hij tooit zich voortaan in plaats van met de titel Graaf van Nassau, met die van Prince d'Orange en noemt zich ook René de Chalon. Op 24-Jarige leeftijd sneuvelt deze René en hij had geen zoon om hem in z'n waardigheden op te volgen. Die gingen toen, mèt de erfenis niet naar z'n Lutherse oom Willem van Nassau, die in. Duitsland op de Dillenburg woonde en getrouwd was met Juliana van Stolberg, maar naar diens zoon, ook een Willem ( 1533-1584) van Nassau, die vanaf toen de titel Prins van Oranje mocht dragen. Een prins werd ook hij dus, hoger in rang





Bron: Terry van Erp