Willem IV van Oranje-Nassau: verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Historie
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 35: Regel 35:
[[Bestand:StadhouderWillemIV(3).jpg|thumb|Stadhouder Willem IV]]
[[Bestand:StadhouderWillemIV(3).jpg|thumb|Stadhouder Willem IV]]
[[Bestand:GezinStadhouderWillemIV.jpg|thumb|Willem IV met zijn vrouw en kinderen, kort voor zijn overlijden]]
[[Bestand:GezinStadhouderWillemIV.jpg|thumb|Willem IV met zijn vrouw en kinderen, kort voor zijn overlijden]]
 
'''Willem Karel Hendrik Friso''' ([[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]], [[1 september]] [[1711]] – [[Den Haag]] in [[Paleis Huis ten Bosch]], [[22 oktober]] [[1751]]), was [[Prins(es) van Oranje|prins van Oranje]] en [[Vorstendom Nassau-Oranje|vorst van Oranje-Nassau]].<ref>Het vorstendom was ontstaan door een naamswijziging van het vorstendom Nassau-Dietz in 1702</ref> Hij was de eerste [[erfstadhouder]] van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Republiek der Verenigde Provinciën]]. Hij was voornaam, vredelievend en minzaam in zijn optreden, maar had te kampen met een zwakke gezondheid en een vergroeiing van zijn rug die zijn politiek-bestuurlijke optreden meer en meer parten zou gaan spelen.
'''Willem Karel Hendrik Friso''' ([[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]], [[1 september]] [[1711]] – [[Den Haag]] in [[Paleis Huis ten Bosch]], [[22 oktober]] [[1751]]), was [[Prins(es) van Oranje|prins van Oranje]] en [[Vorstendom Nassau-Oranje|vorst van Oranje-Nassau]]. <ref>Het vorstendom was ontstaan door een naamswijziging van het vorstendom Nassau-Dietz in 1702</ref> Hij was de eerste [[erfstadhouder]] van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Republiek der Verenigde Provinciën]]. Hij was voornaam, vredelievend en minzaam in zijn optreden, maar had te kampen met een zwakke gezondheid en een vergroeiing van zijn rug die zijn politiek-bestuurlijke optreden meer en meer parten zou gaan spelen.


== Jeugd ==
== Jeugd ==
Regel 42: Regel 41:
Willem IV kreeg meer dan de gebruikelijke opvoeding van adellijke kinderen. De prins studeerde aan de [[Universiteit van Franeker]] en aan de [[Universiteit Utrecht]]. Willem IV sprak diverse talen (waaronder naast [[Duits]], [[Engels]], [[Frans]], [[Latijn]] en [[Nederlands]] ook [[Westerlauwers Fries|Fries]]) en was geïnteresseerd in geschiedenis; ook in de fouten van zijn voorgeslacht, zoals hij zijn hoogleraar meldde.
Willem IV kreeg meer dan de gebruikelijke opvoeding van adellijke kinderen. De prins studeerde aan de [[Universiteit van Franeker]] en aan de [[Universiteit Utrecht]]. Willem IV sprak diverse talen (waaronder naast [[Duits]], [[Engels]], [[Frans]], [[Latijn]] en [[Nederlands]] ook [[Westerlauwers Fries|Fries]]) en was geïnteresseerd in geschiedenis; ook in de fouten van zijn voorgeslacht, zoals hij zijn hoogleraar meldde.


Zijn benoeming had veel voeten in de aarde: er waren kapers op de kust, en daarbij zijn de bronnen niet eensluidend; <ref>Volgens Nijhoffs lexicon was Willem IV bij zijn geboorte direct stadhouder van Friesland, volgde Groningen in 1718 en Drenthe en Gelderland in 1722.</ref>   <ref>Volgens de Oosthoek (1917) werd hij in 1720 in Gelderland, in 1729 in Groningen en 1731 in Friesland benoemd.</ref> iedere auteur beweert wat anders. In de Gelders archieven is echter terug te vinden dat Willem IV op 2 november 1722 werd benoemd tot stadhouder, wat in zou gaan in 1728, als hij meerderjarig werd. <ref>Gelders Archief, Gelderse Landdagrecessen 1581-1798 (1707), Bloknr. 0012 inv.nr. 0S21 folio’s 861-863, 865-883</ref> Voorlopig had hij echter in Gelderland alleen de titel en de toelage. <ref>Deze toestand duurde tot 1750. Porta, A. (1975) Johan en Gerrit Corver, p. 199</ref> In 1726 werd hem een plaats in de [[Raad van State (historisch)|Raad van State]] geweigerd door de niet-stadhouderlijke provincies. De ontvangst van de prins drie jaar later in Den Haag was uitgesproken koel. Drenthe en Groningen zouden hem daarentegen in 1729 en Friesland in [[1731]] tot stadhouder benoemd hebben. <ref>Encyclopedie van Friesland (1953)</ref> Vanaf die tijd was hij in feite de hoogste ambtenaar van deze gewesten.
Zijn benoeming had veel voeten in de aarde: er waren kapers op de kust, en daarbij zijn de bronnen niet eensluidend;<ref>Volgens Nijhoffs lexicon was Willem IV bij zijn geboorte direct stadhouder van Friesland, volgde Groningen in 1718 en Drenthe en Gelderland in 1722.</ref><ref>Volgens de Oosthoek (1917) werd hij in 1720 in Gelderland, in 1729 in Groningen en 1731 in Friesland benoemd.</ref> iedere auteur beweert wat anders. In de Gelders archieven is echter terug te vinden dat Willem IV op 2 november 1722 werd benoemd tot stadhouder, wat in zou gaan in 1728, als hij meerderjarig werd.<ref>Gelders Archief, Gelderse Landdagrecessen 1581-1798 (1707), Bloknr. 0012 inv.nr. 0S21 folio’s 861-863, 865-883</ref> Voorlopig had hij echter in Gelderland alleen de titel en de toelage.<ref>Deze toestand duurde tot 1750. Porta, A. (1975) Johan en Gerrit Corver, p. 199</ref> In 1726 werd hem een plaats in de [[Raad van State (historisch)|Raad van State]] geweigerd door de niet-stadhouderlijke provincies. De ontvangst van de prins drie jaar later in Den Haag was uitgesproken koel. Drenthe en Groningen zouden hem daarentegen in 1729 en Friesland in [[1731]] tot stadhouder benoemd hebben.<ref>Encyclopedie van Friesland (1953)</ref> Vanaf die tijd was hij in feite de hoogste ambtenaar van deze gewesten.


== Huwelijk ==
== Huwelijk ==
Regel 49: Regel 48:
Toen de nalatenschap van stadhouder Willem III werd geregeld in een geheim verdrag, bekend als het [[Traité de partage]], en zowel Willem Karel Hendrik Friso als koning [[Frederik Willem I van Pruisen]] als prins van Oranje werden erkend, maar de eerste de meeste bezittingen verkreeg – Willem deed afstand van [[Graafschap Lingen|Lingen]] en van [[Vorstendom Meurs|Meurs]] – en de tweede naar verluidt de meeste schulden, steeg Willems waarde op de huwelijksmarkt aanzienlijk. In 1732 kwam [[Paleis Huis ten Bosch]], dat onderdeel was van de erfeniskwestie, alsnog in bezit van prins Willem IV, waarna hij het tussen 1734 en 1737 liet restaureren en uitbreiden met twee grote zijvleugels, naar een ontwerp van [[Daniël Marot (1661-1752)|Daniël Marot]]. Hij bezat nu in Den Haag een paleis dat voldeed aan de statuur van een vorst. Van belang gezien zijn [[dynastie]]ke ambities.
Toen de nalatenschap van stadhouder Willem III werd geregeld in een geheim verdrag, bekend als het [[Traité de partage]], en zowel Willem Karel Hendrik Friso als koning [[Frederik Willem I van Pruisen]] als prins van Oranje werden erkend, maar de eerste de meeste bezittingen verkreeg – Willem deed afstand van [[Graafschap Lingen|Lingen]] en van [[Vorstendom Meurs|Meurs]] – en de tweede naar verluidt de meeste schulden, steeg Willems waarde op de huwelijksmarkt aanzienlijk. In 1732 kwam [[Paleis Huis ten Bosch]], dat onderdeel was van de erfeniskwestie, alsnog in bezit van prins Willem IV, waarna hij het tussen 1734 en 1737 liet restaureren en uitbreiden met twee grote zijvleugels, naar een ontwerp van [[Daniël Marot (1661-1752)|Daniël Marot]]. Hij bezat nu in Den Haag een paleis dat voldeed aan de statuur van een vorst. Van belang gezien zijn [[dynastie]]ke ambities.


Op [[21 oktober]] [[1733]] ging hij voor het Gerecht van Leeuwarden in [[ondertrouw]]. <ref>[http://www.tresoar.nl/ Tresoar - Fries Historisch en Letterkundig Centrum]</ref> Het huwelijk, dat gepland was in november [[1733]], werd uitgesteld omdat de bemoeienissen van zijn toekomstige schoonvader [[George II van Groot-Brittannië|George II]] met de Republiek niet op prijs werden gesteld. Willem werd, mede vanwege alle ophef, ziek en vertrok naar het kuuroord [[Bath (Verenigd Koninkrijk)|Bath]]. Pas enkele maanden later was hij voldoende hersteld om in het huwelijk te treden.
Op [[21 oktober]] [[1733]] ging hij voor het Gerecht van Leeuwarden in [[ondertrouw]].<ref>[http://www.tresoar.nl/ Tresoar - Fries Historisch en Letterkundig Centrum]</ref> Het huwelijk, dat gepland was in november [[1733]], werd uitgesteld omdat de bemoeienissen van zijn toekomstige schoonvader [[George II van Groot-Brittannië|George II]] met de Republiek niet op prijs werden gesteld. Willem werd, mede vanwege alle ophef, ziek en vertrok naar het Britse kuuroord [[Bath (Verenigd Koninkrijk)|Bath]]. Pas enkele maanden later was hij voldoende hersteld om in het huwelijk te treden.


[[Georg Friedrich Händel|Händel]], die Anna en haar jongere zussen klavecimbel- en muziekles had gegeven, en haar als zijn beste leerling beschouwde, componeerde ter gelegenheid van het huwelijk zijn Serenata ''Il Parnasso in Festa'' (HWV 73), waarvoor delen uit ''Athalia'' (HWV 52) gebruikt zijn. Op [[25 maart]] [[1734]] trouwde het paar in de Franse kapel van het [[St. James's Palace]]. Händel componeerde hiervoor, op een tekst van Prinses Anna (naar twee psalmen), het anthem ''This is the day the Lord hath made'' (HWV 262).
[[Georg Friedrich Händel|Händel]], die Anna en haar jongere zussen klavecimbel- en muziekles had gegeven, en haar als zijn beste leerling beschouwde, componeerde ter gelegenheid van het huwelijk zijn Serenata ''Il Parnasso in Festa'' (HWV 73), waarvoor delen uit ''Athalia'' (HWV 52) gebruikt zijn. Op [[25 maart]] [[1734]] trouwde het paar in de Franse kapel van het [[St. James's Palace]]. Händel componeerde hiervoor, op een tekst van Prinses Anna (naar twee psalmen), het anthem ''This is the day the Lord hath made'' (HWV 262).
Regel 55: Regel 54:
In Amsterdam werd het paar op 8 mei 1734 met zó weinig animo ontvangen door burgemeester [[Lieve Geelvinck]], dat het paar al na een half uur besloot om door te reizen naar Leeuwarden.
In Amsterdam werd het paar op 8 mei 1734 met zó weinig animo ontvangen door burgemeester [[Lieve Geelvinck]], dat het paar al na een half uur besloot om door te reizen naar Leeuwarden.


In Engeland was hij door de [[universiteit van Oxford]] met een ere-doctoraat bedacht en trad hij toe tot de [[vrijmetselarij]]. Bij zijn terugkeer in de Republiek ontstonden ook loges in [[Den Haag]] en [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]]. Zo had hij een eigen hofloge "Antiqua Virtute et Fide" in Leeuwarden. <ref>{{Aut|Kwaadgras, E.}} (2003). ''Overzicht van Loges. Grootoosten der Nederlanden.'' Den Haag:Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. p. 286.</ref> Zijn kok [[Vincent la Chapelle]] en [[Douwe Sirtema van Grovestins]] waren daarbij betrokken.
In Engeland was hij door de [[universiteit van Oxford]] met een ere-doctoraat bedacht en trad hij toe tot de [[vrijmetselarij]]. Bij zijn terugkeer in de Republiek ontstonden ook loges in [[Den Haag]] en [[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]]. Zo had hij een eigen hofloge "Antiqua Virtute et Fide" in Leeuwarden.<ref>{{Aut|Kwaadgras, E.}} (2003). ''Overzicht van Loges. Grootoosten der Nederlanden.'' Den Haag:Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. p. 286.</ref> Zijn kok [[Vincent la Chapelle]] en [[Douwe Sirtema van Grovestins]] waren daarbij betrokken.


== Als stadhouder ==
== Als stadhouder ==
In 1740 brak opnieuw de [[Oostenrijkse Successieoorlog]] uit, waarin Oostenrijk en Frankrijk tegenover elkaar stonden. De Republiek koos in 1747 de kant van Oostenrijk, om zo een bufferzone tussen de Republiek en Frankrijk in stand te houden, waarop Franse troepen de zuidelijke Nederlanden binnenvielen. In enkele weken veroverden de troepen van [[Lodewijk XV van Frankrijk|Lodewijk XV]] de meeste steden in de Zuidelijke Nederlanden waar de Republiek krachtens het [[Barrièretraktaat]] troepen had gelegerd en ook de belangrijkste plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen. In paniek werd de prins op 2 mei 1747 benoemd tot [[kapitein-generaal]], tot [[admiraal-generaal]] van de Republiek en tot [[stadhouder]] van alle gewesten.
In 1740 brak opnieuw de [[Oostenrijkse Successieoorlog]] uit, waarin Oostenrijk en Frankrijk tegenover elkaar stonden. De Republiek koos in 1747 de kant van Oostenrijk, om zo een bufferzone tussen de Republiek en Frankrijk in stand te houden, waarop Franse troepen de zuidelijke Nederlanden binnenvielen. In enkele weken veroverden de troepen van [[Lodewijk XV van Frankrijk|Lodewijk XV]] de meeste steden in de Zuidelijke Nederlanden waar de Republiek krachtens het [[Barrièretraktaat]] troepen had gelegerd en ook de belangrijkste plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen. In paniek werd de prins op 2 mei 1747 benoemd tot [[kapitein-generaal]], tot [[admiraal-generaal]] van de Republiek en tot [[stadhouder]] van alle gewesten.
[[Dirk Hubert Verelst]] of zijn vader coördineerde de benoeming in de provincie Zeeland al vanaf 15 april. <ref>{{aut|Jacobus Scheltema}}: ''Staatkundig Nederland; een woordenboek tot de biographische kaart van dien naam'', tweede deels, tweede stuk ([http://books.google.nl/books?id=pos6AAAAcAAJ&pg=PA397&lpg=PA397&dq=Dirk+Hubert+Verelst&source=bl&ots=HflP-sncyO&sig=pJ4JdwTC045qt0-7HGC2MRAZm-8&hl=nl&sa=X&ei=1zM6T8DbBImr-gaeiLXPDg&ved=0CE8Q6AEwBzgK#v=onepage&q=Dirk%20Hubert%20Verelst&f=false Google Books])</ref> Over zijn bevoegdheden kon Willem het na diverse pogingen tot 'promotie' niet eens worden met de Staten-Generaal. <ref>[http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/zoekterm/3.01.22/gebruikersinbreng/aan/aantal/20/eadid/3.01.22 3.01.22 - Inventaris van het archief van Anthonie van der Heim, (1710) 1737-1746]</ref> Zij legden hem een instructie voor die overeenkwam met de [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]].
[[Dirk Hubert Verelst]] of zijn vader coördineerde de benoeming in de provincie Zeeland al vanaf 15 april.<ref>{{aut|Jacobus Scheltema}}: ''Staatkundig Nederland; een woordenboek tot de biographische kaart van dien naam'', tweede deels, tweede stuk ([http://books.google.nl/books?id=pos6AAAAcAAJ&pg=PA397&lpg=PA397&dq=Dirk+Hubert+Verelst&source=bl&ots=HflP-sncyO&sig=pJ4JdwTC045qt0-7HGC2MRAZm-8&hl=nl&sa=X&ei=1zM6T8DbBImr-gaeiLXPDg&ved=0CE8Q6AEwBzgK#v=onepage&q=Dirk%20Hubert%20Verelst&f=false Google Books])</ref> Over zijn bevoegdheden kon Willem het na diverse pogingen tot 'promotie' niet eens worden met de Staten-Generaal.<ref>[http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/zoekterm/3.01.22/gebruikersinbreng/aan/aantal/20/eadid/3.01.22 3.01.22 - Inventaris van het archief van Anthonie van der Heim, (1710) 1737-1746]</ref> Zij legden hem een instructie voor die overeenkwam met de [[Unie van Utrecht (1579)|Unie van Utrecht]].
Willem wilde alleen de eed afleggen op de instructie van zijn voorganger, [[Willem III van Oranje|Willem III]].
Willem wilde alleen de eed afleggen op de instructie van zijn voorganger, [[Willem III van Oranje|Willem III]].


Op 11 mei 1747 deed de prins zijn intrede in Amsterdam. Ter begroeting waren niet alleen de burgemeesters, maar ook alle predikanten aanwezig. Wie geen oranje droeg liep de kans in de gracht gegooid te worden. Zelfs de paarden en ook de ossen op weg naar de slager waren ermee versierd. <ref>{{Aut|Evenhuis, R.B.}} (1974): ''Ook dat was Amsterdam'', deel IV, p. 282.</ref> In november van datzelfde jaar volgde verheffing tot [[erfstadhouder]] van de Republiek, waarbij ook de opvolging in vrouwelijke lijn werd geregeld, want Willem IV had toen enkel een dochter. Hiermee kwam een eind aan het [[Tweede Stadhouderloze Tijdperk]]. De organisator was de porseleinverkoper [[Daniël Raap]], een gematigd [[Doelisten|doelist]], die de oranjegezinde bevolking mobiliseerde. Nog datzelfde jaar verhuisde prins Willem IV met zijn gezin en een deel van zijn hofhouding naar Den Haag, van waaruit de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Vereenigde Nederlanden]] werden bestuurd, alwaar hij ging wonen in Paleis Huis ten Bosch.
Op 11 mei 1747 deed de prins zijn intrede in Amsterdam. Ter begroeting waren niet alleen de burgemeesters, maar ook alle predikanten aanwezig. Wie geen oranje droeg liep de kans in de gracht gegooid te worden. Zelfs de paarden en ook de ossen op weg naar de slager waren ermee versierd.<ref>{{Aut|Evenhuis, R.B.}} (1974): ''Ook dat was Amsterdam'', deel IV, p. 282.</ref> In november van datzelfde jaar volgde verheffing tot [[erfstadhouder]] van de Republiek, waarbij ook de opvolging in vrouwelijke lijn werd geregeld, want Willem IV had toen enkel een dochter. Hiermee kwam een eind aan het [[Tweede Stadhouderloze Tijdperk]]. De organisator was de porseleinverkoper [[Daniël Raap]], een gematigd [[Doelisten|doelist]], die de oranjegezinde bevolking mobiliseerde. Nog datzelfde jaar verhuisde prins Willem IV met zijn gezin en een deel van zijn hofhouding naar Den Haag, van waaruit de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Vereenigde Nederlanden]] werden bestuurd, alwaar hij ging wonen in Paleis Huis ten Bosch.


In 1748, enkele maanden na de geboorte van zijn zoon Willem Batavus, ontstond het [[Pachtersoproer]]. Raap, die zich verzette tegen de [[regenten]] - van oudsher tegenstanders van een rol van de Oranjes in het Nederlandse staatsbestel - overlegde diverse malen met de prins en zijn vrouw. In veel steden werden diverse burgemeesters en vroedschapsleden vervangen. Omstreden was zijn benoeming van de Groningse jonker [[Rudolf de Mepsche]] tot [[landdrost|drost]] van [[Westerwolde (streek)|Westerwolde]]. <ref>Als [[grietman]] was deze in 1732 (?) in zijn rechtsgebied verantwoordelijk voor de vervolging, marteling en executie van 22 mannen op beschuldiging van [[sodomie]] of [[homoseksualiteit]].</ref>
In 1748, enkele maanden na de geboorte van zijn zoon Willem Batavus, ontstond het [[Pachtersoproer]]. Raap, die zich verzette tegen de [[regenten]] - van oudsher tegenstanders van een rol van de Oranjes in het Nederlandse staatsbestel - overlegde diverse malen met de prins en zijn vrouw. In veel steden werden diverse burgemeesters en vroedschapsleden vervangen. Omstreden was zijn benoeming van de Groningse jonker [[Rudolf de Mepsche]] tot [[landdrost|drost]] van [[Westerwolde (streek)|Westerwolde]].<ref>Als [[grietman]] was deze in 1732 (?) in zijn rechtsgebied verantwoordelijk voor de vervolging, marteling en executie van 22 mannen op beschuldiging van [[sodomie]] of [[homoseksualiteit]].</ref>


Zijn belangrijkste raadgevers waren graaf [[Willem Bentinck (1704-1774)|Bentinck]] en [[Mattheus Lestevenon]]. In de nieuwe [[regeringsreglement]]en kreeg de erfstadhouder meer invloed op de benoemingen. Veel afgezette vroedschapsleden kregen echter na verloop van tijd hun zetel terug. Een besluit dat hem niet in dank is afgenomen; de positieve stemming onder de bevolking jegens de prins sloeg volledig om, volgens [[Lodewijk Ernst van Brunswijk-Lüneburg-Bevern]] in een brief aan zijn nicht [[Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)|Maria Theresia]].
Zijn belangrijkste raadgevers waren graaf [[Willem Bentinck (1704-1774)|Bentinck]] en [[Mattheus Lestevenon]]. In de nieuwe [[regeringsreglement]]en kreeg de erfstadhouder meer invloed op de benoemingen. Veel afgezette vroedschapsleden kregen echter na verloop van tijd hun zetel terug. Een besluit dat hem niet in dank is afgenomen; de positieve stemming onder de bevolking jegens de prins sloeg volledig om, volgens [[Lodewijk Ernst van Brunswijk-Lüneburg-Bevern]] in een brief aan zijn nicht [[Maria Theresia van Oostenrijk (1717-1780)|Maria Theresia]].
Regel 82: Regel 81:


== Trivia ==
== Trivia ==
Alle vier de overgrootmoeders en één overgrootvader van Willem IV waren afstammelingen van [[Willem van Oranje]].
Alle vier de overgrootmoeders en één overgrootvader van Willem IV waren afstammelingen van [[Willem van Oranje]]. Twee daarvan waren kleinkinderen van Willem de Zwijger. De drie anderen achterkleinkinderen van Willem de Zwijger:
{{Stamboom/start}}
{{Stamboom | | |||||||  [[Willem van Oranje|Willem de Zwijger]] | |}}
{{Stamboom | |||,|-|-|-|-|-|+|-|-|-|-|-|.| }}
{{Stamboom | | |[[Frederik Hendrik van Oranje|Frederik Hendrik]]||||[[Catharina Belgica van Nassau|Catharina Belgica]]||| |[[Louise Juliana van Nassau|Louise Juliana]]|}}
{{Stamboom | |,|-|^|-|.||||!||||||!|| }}
{{Stamboom | [[Albertine Agnes van Nassau|Albertine Agnes]] | | [[Henriëtte Catharina  van Nassau|Henriette Catharina]] | |[[Amalia Elisabeth van Hanau-Münzenberg|Amalia Elisabeth]]||||[[Elisabeth Charlotte van de Palts (1597-1660)|Elisabeth Charlotte]] | |}}
{{Stamboom | |!||||!||||!|||,|-|-|^|-|.| | }}
{{Stamboom | [[Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz|Hendrik Casimir II]] | | [[Henriëtte Amalia van Anhalt-Dessau|Henriette Amalia]] | |[[Willem VI van Hessen-Kassel|Willem VI]]||[[Hedwig Sophie van Brandenburg|Hedwig Sophie]] ||[[Louise Charlotte van Brandenburg|Louise Charlotte]] |}}
{{Stamboom | |`|-|v|-|'||||`|-|v|-|'||||!| | | }}
{{Stamboom | |||!||||||| [[Karel van Hessen-Kassel (1654-1730)|Karel I]] |||| [[Maria Anna van Koerland|Maria Anna]] | }}
{{Stamboom | |||!||||||||`|-|-|v|-|-|'||||| }}
{{Stamboom ||| [[Johan Willem Friso van Nassau-Dietz|Johan Willem Friso]] | |||||||| [[Maria Louise van Hessen-Kassel|Maria Louise]]  |}}
{{Stamboom | |||`|-|-|-|-|-|v|-|-|-|-|'| | | }}
{{Stamboom ||||||||| Willem IV |}}
{{Stamboom/eind}}
In 1733 werd hij toegevoegd als lid bij de [[Lijst van ridders in de Orde van de Kousenband|Ridders van de orde van de Kousenband]].


In 1733 werd hij toegevoegd als lid bij de [[Lijst van ridders in de Orde van de Kousenband|Ridders van de orde van de Kousenband]].
==Literatuur==
* {{aut|Fred Jagtenberg}}, ''Willem IV. Stadhouder in roerige tijden 1711-1751'', [[Uitgeverij Vantilt]], Nijmegen 2018, {{ISBN|978-94-6004-3659}}.


== Literatuur ==
* {{aut|Fred Jagtenberg}}, ''Willem IV. Stadhouder in roerige tijden 1711-1751'', Uitgeverij Vantilt, Nijmegen 2018, {{ISBN|978-94-6004-3659}}.
{{Appendix}}
{{Appendix}}
{{StartOpvolging}}
{{OpvolgingCombi
| lijst = [[Lijst van prinsen en prinsessen van Oranje|Prins van Oranje]]
| vorige = [[Johan Willem Friso van Nassau-Dietz|Johan Willem Friso]]
| volgende = [[Willem V van Oranje-Nassau|Willem V]]
}}
{{EindOpvolging}}


[[Categorie:Huis Oranje-Nassau]]
[[Categorie:Huis Oranje-Nassau]]
[[Categorie:Prins van Oranje]]
[[Categorie:Prins van Oranje]]
[[Categorie:Stadhouder in de Verenigde Provinciën|Oranje, Willem IV]]
[[Categorie:Adel in de Nederlanden in de 18e eeuw|Oranje-Nassau, Willem IV]]
[[Categorie:Vorst van Nassau-Dietz]]
[[Categorie:Nederlands vrijmetselaar]]
[[Categorie:Heer van Bredevoort]]
[[Categorie:Heer van IJsselstein]]
[[Categorie:Heer van Veere]]

Versie van 12 nov 2022 15:36

Willem IV
1711–1751
Willem IV van Oranje-Nassau
Prins van Oranje
Periode 1711–1751
Voorganger Johan Willem Friso
Opvolger Willem V
Erfstadhouder der Verenigde Nederlanden
Periode 1747–1751
Voorganger --
Opvolger Willem V
Erfstadhouder van Friesland
Periode 1711–(1747)
(tot 1731 Maria Louise regentes)
Voorganger Johan Willem Friso
Opvolger Willem V
Stadhouder van Groningen
Periode 1718–(1747)
(tot 1731 Maria Louise regentes)
Voorganger Stadhouderloos tijdperk (daarvoor was Johan Willem Friso stadhouder)
Opvolger Willem V
Stadhouder van Gelre en Drenthe
Periode 1722–(1747)
(tot 1731 Maria Louise regentes)
Voorganger Tweede Stadhouderloze Tijdperk (daarvoor was Willem III stadhouder)
Opvolger Willem V
(Erf)stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht en Overijssel
Periode april-mei 1747 – (november 1747)
Voorganger Tweede Stadhouderloze Tijdperk (daarvoor was Willem III stadhouder)
Opvolger Willem V
Vader Johan Willem Friso van Nassau
Moeder Maria Louise van Hessen-Kassel
Dynastie Oranje-Nassau
Een jonge Willem IV met zijn moeder en zus
Stadhouder Willem IV
Willem IV met zijn vrouw en kinderen, kort voor zijn overlijden

Willem Karel Hendrik Friso (Leeuwarden, 1 september 1711Den Haag in Paleis Huis ten Bosch, 22 oktober 1751), was prins van Oranje en vorst van Oranje-Nassau.[1] Hij was de eerste erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Provinciën. Hij was voornaam, vredelievend en minzaam in zijn optreden, maar had te kampen met een zwakke gezondheid en een vergroeiing van zijn rug die zijn politiek-bestuurlijke optreden meer en meer parten zou gaan spelen.

Jeugd

Willem Karel Hendrik Friso werd geboren in Leeuwarden als zoon van Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, die kort daarvoor was overleden, en Maria Louise van Hessen-Kassel. De val van een paard, in 1717 in de tuin van Paleis Soestdijk, de zomerresidentie, deed even voor zijn leven vrezen. Hij hield er een vergroeide rug aan over, waarvan complicaties later tot zijn dood zouden leiden. Willem IV kreeg meer dan de gebruikelijke opvoeding van adellijke kinderen. De prins studeerde aan de Universiteit van Franeker en aan de Universiteit Utrecht. Willem IV sprak diverse talen (waaronder naast Duits, Engels, Frans, Latijn en Nederlands ook Fries) en was geïnteresseerd in geschiedenis; ook in de fouten van zijn voorgeslacht, zoals hij zijn hoogleraar meldde.

Zijn benoeming had veel voeten in de aarde: er waren kapers op de kust, en daarbij zijn de bronnen niet eensluidend;[2][3] iedere auteur beweert wat anders. In de Gelders archieven is echter terug te vinden dat Willem IV op 2 november 1722 werd benoemd tot stadhouder, wat in zou gaan in 1728, als hij meerderjarig werd.[4] Voorlopig had hij echter in Gelderland alleen de titel en de toelage.[5] In 1726 werd hem een plaats in de Raad van State geweigerd door de niet-stadhouderlijke provincies. De ontvangst van de prins drie jaar later in Den Haag was uitgesproken koel. Drenthe en Groningen zouden hem daarentegen in 1729 en Friesland in 1731 tot stadhouder benoemd hebben.[6] Vanaf die tijd was hij in feite de hoogste ambtenaar van deze gewesten.

Huwelijk

Al in 1721 was er sprake van een huwelijk met de Engelse prinses Anna van Hannover. De Engelse ambassadeur William Cadogan, de eerste graaf Cadogan, die met Margaretha Cecilia Munter was getrouwd, speelde mogelijk een belangrijke rol. De onderhandelingen voor het huwelijk van prinses Anna met de Nederlandse vorst zouden twaalf jaar duren. De oorzaak lag grotendeels op het internationale politieke vlak. Na de dood van koning-stadhouder William/Willem III, tijdens het Tweede Stadhouderloze Tijdperk, waren Pruisische en ook Engelse diplomaten en juristen druk doende om voor hun vorst aanspraak te maken op de begerenswaardige titel 'prins van Oranje', met alle hierbij behorende emolumenten en bezittingen.

Toen de nalatenschap van stadhouder Willem III werd geregeld in een geheim verdrag, bekend als het Traité de partage, en zowel Willem Karel Hendrik Friso als koning Frederik Willem I van Pruisen als prins van Oranje werden erkend, maar de eerste de meeste bezittingen verkreeg – Willem deed afstand van Lingen en van Meurs – en de tweede naar verluidt de meeste schulden, steeg Willems waarde op de huwelijksmarkt aanzienlijk. In 1732 kwam Paleis Huis ten Bosch, dat onderdeel was van de erfeniskwestie, alsnog in bezit van prins Willem IV, waarna hij het tussen 1734 en 1737 liet restaureren en uitbreiden met twee grote zijvleugels, naar een ontwerp van Daniël Marot. Hij bezat nu in Den Haag een paleis dat voldeed aan de statuur van een vorst. Van belang gezien zijn dynastieke ambities.

Op 21 oktober 1733 ging hij voor het Gerecht van Leeuwarden in ondertrouw.[7] Het huwelijk, dat gepland was in november 1733, werd uitgesteld omdat de bemoeienissen van zijn toekomstige schoonvader George II met de Republiek niet op prijs werden gesteld. Willem werd, mede vanwege alle ophef, ziek en vertrok naar het Britse kuuroord Bath. Pas enkele maanden later was hij voldoende hersteld om in het huwelijk te treden.

Händel, die Anna en haar jongere zussen klavecimbel- en muziekles had gegeven, en haar als zijn beste leerling beschouwde, componeerde ter gelegenheid van het huwelijk zijn Serenata Il Parnasso in Festa (HWV 73), waarvoor delen uit Athalia (HWV 52) gebruikt zijn. Op 25 maart 1734 trouwde het paar in de Franse kapel van het St. James's Palace. Händel componeerde hiervoor, op een tekst van Prinses Anna (naar twee psalmen), het anthem This is the day the Lord hath made (HWV 262).

In Amsterdam werd het paar op 8 mei 1734 met zó weinig animo ontvangen door burgemeester Lieve Geelvinck, dat het paar al na een half uur besloot om door te reizen naar Leeuwarden.

In Engeland was hij door de universiteit van Oxford met een ere-doctoraat bedacht en trad hij toe tot de vrijmetselarij. Bij zijn terugkeer in de Republiek ontstonden ook loges in Den Haag en Leeuwarden. Zo had hij een eigen hofloge "Antiqua Virtute et Fide" in Leeuwarden.[8] Zijn kok Vincent la Chapelle en Douwe Sirtema van Grovestins waren daarbij betrokken.

Als stadhouder

In 1740 brak opnieuw de Oostenrijkse Successieoorlog uit, waarin Oostenrijk en Frankrijk tegenover elkaar stonden. De Republiek koos in 1747 de kant van Oostenrijk, om zo een bufferzone tussen de Republiek en Frankrijk in stand te houden, waarop Franse troepen de zuidelijke Nederlanden binnenvielen. In enkele weken veroverden de troepen van Lodewijk XV de meeste steden in de Zuidelijke Nederlanden waar de Republiek krachtens het Barrièretraktaat troepen had gelegerd en ook de belangrijkste plaatsen in Zeeuws-Vlaanderen. In paniek werd de prins op 2 mei 1747 benoemd tot kapitein-generaal, tot admiraal-generaal van de Republiek en tot stadhouder van alle gewesten. Dirk Hubert Verelst of zijn vader coördineerde de benoeming in de provincie Zeeland al vanaf 15 april.[9] Over zijn bevoegdheden kon Willem het na diverse pogingen tot 'promotie' niet eens worden met de Staten-Generaal.[10] Zij legden hem een instructie voor die overeenkwam met de Unie van Utrecht. Willem wilde alleen de eed afleggen op de instructie van zijn voorganger, Willem III.

Op 11 mei 1747 deed de prins zijn intrede in Amsterdam. Ter begroeting waren niet alleen de burgemeesters, maar ook alle predikanten aanwezig. Wie geen oranje droeg liep de kans in de gracht gegooid te worden. Zelfs de paarden en ook de ossen op weg naar de slager waren ermee versierd.[11] In november van datzelfde jaar volgde verheffing tot erfstadhouder van de Republiek, waarbij ook de opvolging in vrouwelijke lijn werd geregeld, want Willem IV had toen enkel een dochter. Hiermee kwam een eind aan het Tweede Stadhouderloze Tijdperk. De organisator was de porseleinverkoper Daniël Raap, een gematigd doelist, die de oranjegezinde bevolking mobiliseerde. Nog datzelfde jaar verhuisde prins Willem IV met zijn gezin en een deel van zijn hofhouding naar Den Haag, van waaruit de Vereenigde Nederlanden werden bestuurd, alwaar hij ging wonen in Paleis Huis ten Bosch.

In 1748, enkele maanden na de geboorte van zijn zoon Willem Batavus, ontstond het Pachtersoproer. Raap, die zich verzette tegen de regenten - van oudsher tegenstanders van een rol van de Oranjes in het Nederlandse staatsbestel - overlegde diverse malen met de prins en zijn vrouw. In veel steden werden diverse burgemeesters en vroedschapsleden vervangen. Omstreden was zijn benoeming van de Groningse jonker Rudolf de Mepsche tot drost van Westerwolde.[12]

Zijn belangrijkste raadgevers waren graaf Bentinck en Mattheus Lestevenon. In de nieuwe regeringsreglementen kreeg de erfstadhouder meer invloed op de benoemingen. Veel afgezette vroedschapsleden kregen echter na verloop van tijd hun zetel terug. Een besluit dat hem niet in dank is afgenomen; de positieve stemming onder de bevolking jegens de prins sloeg volledig om, volgens Lodewijk Ernst van Brunswijk-Lüneburg-Bevern in een brief aan zijn nicht Maria Theresia.

Willem kreeg te maken met een teruglopende economie. Een poging de handel op te beuren door het instellen van een vrijhaven, liep door tegenwerking van de admiraliteitscolleges op niets uit. De bankier Thomas Hope en de politiek econoom Isaac de Pinto beloonde hij met respectievelijk een functie in de WIC en VOC.

Willem IV stelde veel belang in een aanstelling van Lodewijk Ernst, hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel toen zijn gezondheid hem steeds meer parten speelde. Anna van Hannover nam de lopende zaken over. Willem IV stierf op 22 oktober 1751 in Den Haag na een kuur in Aken. De bijzetting vond plaats op 4 februari 1752 in de grafkelder van de Oranjes te Delft. De erfstadhouder werd opgevolgd door zijn dan drie jaar oude zoon. Anna van Hannover nam de landszaken waar tot haar dood in 1759; Friesland benoemde haar schoonmoeder Maria Louise van Hessen-Kassel, die de functie van regentes uitoefende tot 1765.

Kinderen

Uit het huwelijk van prins Willem en prinses Anne werden de volgende kinderen geboren:

Trivia

Alle vier de overgrootmoeders en één overgrootvader van Willem IV waren afstammelingen van Willem van Oranje. Twee daarvan waren kleinkinderen van Willem de Zwijger. De drie anderen achterkleinkinderen van Willem de Zwijger:

 
 
Willem de Zwijger
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Frederik HendrikCatharina Belgica
 
Louise Juliana
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Albertine Agnes
 
Henriette Catharina
 
Amalia ElisabethElisabeth Charlotte
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hendrik Casimir II
 
Henriette Amalia
 
Willem VIHedwig SophieLouise Charlotte
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Karel IMaria Anna
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Johan Willem Friso
 
Maria Louise
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Willem IV

In 1733 werd hij toegevoegd als lid bij de Ridders van de orde van de Kousenband.

Literatuur

Voorganger:
Johan Willem Friso
Prins van Oranje Opvolger:
Willem V