Slag bij Heiligerlee (1536): verschil tussen versies

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Zie artikel|Niet te verwarren met de Slag bij Heiligerlee (1568) met Lodewijk en Adolf van Nassau tegen Jan van Ligne (Arenberg) in de Tachtigjarige Oorlog.}} {{Infobox militair conflict | conflict=Slag bij Heiligerlee (1536) | partof=de Gelderse Oorlogen en de Gravenvete | afbeelding = | onderschrift = | date=5 augustus 1536 | place=Heiligerlee, de Ommelanden, Nederlanden | casus= | ter...')
 
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Zie artikel|Niet te verwarren met de [[Slag bij Heiligerlee (1568)]] met Lodewijk en Adolf van Nassau tegen Jan van Ligne (Arenberg) in de Tachtigjarige Oorlog.}}
{{Zie artikel|Niet te verwarren met de [[Slag bij Heiligerlee (1536)]].}}
{{Infobox militair conflict
{{Infobox militair conflict
| conflict=Slag bij Heiligerlee (1536)
| conflict = Slag bij Heiligerlee
| partof=de [[Gelderse Oorlogen]] en de [[Gravenvete]]
| partof = de [[Tachtigjarige Oorlog]]
| afbeelding =
| afbeelding = Slag bij Heiligerlee - Battle of Heiligerlee - 1568 (Frans Hogenberg).jpg
| onderschrift =
| onderschrift = Slag bij Heiligerlee. ''[[Frans Hogenberg]]''.
| date=5 augustus 1536
| date = [[23 mei]] [[1568]]
| place=[[Heiligerlee]], de [[Ommelanden (Groningen)|Ommelanden]], [[Lage Landen (staatkunde)|Nederlanden]]
| place = [[Heiligerlee]], [[Heerlijkheid Groningen|Groningen]], [[Habsburgse Nederlanden|Nederlanden]]
| casus=
| casus =  
| territory=Groningen, de Ommelanden en Drenthe ingelijfd door Habsburg
| territory =  
| result=Bourgondische overwinning
| result = Overwinning voor de Nederlandse opstandelingen
| combatant1=[[Bestand:Blason fr Bourgogne.svg|20px]] [[Bourgondische Nederlanden|Bourgondië]]
| combatant1 = Nederlandse opstandelingen
| combatant2=[[Bestand:Wappen Geldern-Juelich.svg|20px]] [[Hertogdom Gelre|Gelre]]
| combatant2 = [[Bestand:Flag of New Spain.svg|rand|25px]] [[Leger van Vlaanderen]]
| commander1=[[Bestand:Blason fr Bourgogne.svg|20px]] [[Georg Schenck van Toutenburg]]
| commander1 = [[Bestand:Wapen_nassau1.png|rand|15px]] [[Lodewijk van Nassau (1538-1574)|Lodewijk van Nassau]]<br />[[Bestand:Wapen_nassau1.PNG|rand|15px]] [[Adolf van Nassau (1540-1568)|Adolf van Nassau]]
| commander2=[[Bestand:Wappen Geldern-Juelich.svg|20px]] [[Meindert van Ham]]
| commander2 = [[Bestand:Armoiries Beaumont.png|rand|15px]] [[Jan van Ligne|Arenberg]]
| strength1=4500
| strength1 = 3900 voetvolk<br />200 ruiters
| strength2=3000
| strength2 = 3200 voetvolk<br />200 ruiters
| casualties1=
| casualties1 = 50 à 70
| casualties2=
| casualties2 = 1500
| notes =  
}}
}}
Op 5 augustus [[1536]] <ref>{{aut|Koert Huizenga}}, [http://books.google.nl/books?id=Dt9WAAAAMAAJ&q=heiligerlee+1536&dq=heiligerlee+1536&hl=nl&ei=kXDxTLX5MYmdOpbw0JcK&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2&ved=0CCsQ6AEwAQ ''Groningen en de Ommelanden onder de heerschappij van Karel van Gelder (1514-1536)''] (1925) 92.</ref>  werden [[Koninkrijk Denemarken en Noorwegen|Deense]] bondgenoten van [[Karel van Gelre]], onder leiding van [[Meindert van Ham]], verslagen door troepen van de Friese stadhouder van [[keizer Karel V]], [[Georg Schenck van Toutenburg|Schenk van Toutenburg]] bij de plaats [[Heiligerlee]].
{{Zijbalk Oranjes eerste invasie}}
[[File:Cavalry metal sculpture, Beleefroute Slag bij Heiligerlee (2020) 01.jpg|thumb|Metalen figuur, Beleefroute Slag bij Heiligerlee]]
De '''Slag bij Heiligerlee''' op [[23 mei]] [[1568]] vond plaats tussen het leger van [[Lodewijk van Nassau (1538-1574)|Lodewijk van Nassau]] en het [[Leger van Vlaanderen|Spaanse leger]] van koning [[Filips II van Spanje|Filips II]]. De [[veldslag]] vond plaats bij het plaatsje [[Heiligerlee]], nabij [[Winschoten]], in de [[heerlijkheid Groningen]] en eindigde met een<ref>Zie [[Slag bij Oosterweel]], een gewapend treffen op 13 maart 1567.</ref> overwinning van de [[Staatsen|opstandelingen]] in de [[Tachtigjarige Oorlog]].


In opdracht van de hertog Karel van Gelre bezette Meindert van Ham begin mei 1536 [[Appingedam]] met 3000 soldaten. Hij dreigde [[graafschap Holland|Holland]] binnen te vallen als de Bourgondische vloot naar [[Kopenhagen]] zou zeilen om [[Christoffel van Oldenburg]] bij te staan in de [[Gravenvete]] tegen [[Christiaan III van Denemarken]], bondgenoot van Karel van Gelre. De [[Huis Habsburg|Habsburgse]] landvoogdes [[Maria van Hongarije (1505-1558)|Maria van Hongarije]] beval [[Adolf van Bourgondië]] desondanks te [[Veere (stad)|Veere]] een vloot samen te stellen van 45 [[Spanje (personele unie)|Spaanse]], [[koninkrijk Portugal|Portugese]] en [[Habsburgse Nederlanden|Nederlandse]] schepen (gereed in juni) met een bemanning van 3000 zeelui en 4500 soldaten, die [[Frederik II van de Palts]] zou leveren. Deze troepen moesten eerst Van Ham verslaan, omdat de Hollandse stadhouder [[Antoon I van Lalaing]] en de graaf van Buren [[Maximiliaan van Egmont]] weigerden hun benden van ordonnantie in te zetten. De [[Paltsgraafschap aan de Rijn|Palts]]soldaten werden onder bevel van Schenck van Toutenburg geplaatst en trokken op tegen de [[Hertogdom Gelre|Geldersen]]. <ref>{{aut|Louis Sicking}}, [http://books.google.nl/books?id=Jdjsok-J5dYC&printsec=frontcover#v=onepage&q&f=false ''Neptune and the Netherlands: state, economy, and war at sea in the Renaissance''] (2004) 231-237.</ref> .
== Legers ==
* [[Staatse leger|Staatsgezinden]]: 3.900 man [[infanterie]] en 200 man [[cavalerie]], geleid door graaf [[Lodewijk van Nassau (1538-1574)|Lodewijk van Nassau]] en graaf [[Adolf van Nassau (1540-1568)|Adolf van Nassau]], voornamelijk bestaande uit [[huurling]]en en een kleine groep getrouwe zelfstandige landsheren uit [[Duitsers|Duitsland]]. De aantallen staatsgezinde troepen worden niet eenduidig in de bronnen weergegeven. Mogelijk gaat het om (veel) minder troepen.
* [[Leger van Vlaanderen|Spaansgezinden]] of koningsgezinden: 3.200 man infanterie en 200 man cavalerie, geleid door de stadhouder van Groningen, [[Jan van Ligne]].


De [[Groningen (stad)|stad Groningen]] en de [[Ommelanden (Groningen)|Ommelanden]] erkenden Karel V als nieuwe landsheer en haalden Schenck als zijn stadhouder binnen bij verdrag op 8 juni, bekrachtigd op 15 juni. <ref>{{aut|Jan van den Broek}} [http://books.google.nl/books?id=sokbZsTdSOgC&printsec=frontcover&source=gbs_v2_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false , ''Groningen, een stad apart. Over het verleden van een eigenzinnige stad (1000-1600)''] (2007) 83. Assen: Koninklijke Van Gorcum.</ref>  Toen Schenck oprukte naar [[Appingedam]], troffen de legers elkaar op 5 augustus 1536 bij [[Heiligerlee]], waar de Bourgondiërs wonnen. Meindert van Ham werd verdreven, officier [[Jurjen van Munster]] werd gevangengenomen. <ref>{{aut|W.J. Formsma e.a.}} [http://books.google.nl/books?id=pzl2zzeZTx0C&pg=PA224&dq=heiligerlee+1536&hl=nl&ei=-6XxTNruJ9GdOsT75JsK&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=3&ved=0CDEQ6AEwAg#v=onepage&q=heiligerlee%201536&f=false ''De Ommelander Borgen en Steenhuizen''] (1987) 224. Assen: Uitgeverij Van Gorcum.</ref>
Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog waren de begrippen Staatsgezind en Spaansgezind nog niet in zwang, omdat Filips II toen nog werd gezien als wettig landsheer, ook door Willem van Oranje. Dat veranderde toen de bestuurders van Willem van Oranje, de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]], in [[1581]] de Spaanse vorst formeel afzwoeren. Spaansgezind en koningsgezind kwamen op hetzelfde neer. Men kan dus spreken van formeel gezag en opstandelingen, al is de volksopstand in Groningen uiteindelijk mislukt en kan men van het leger van graaf Lodewijk grotendeels spreken van huurlingen.


Ondanks de zege werd de vloot niet naar Denemarken gezonden, waar het pleit al in het voordeel van Christiaan III was beslecht.<ref name="Sicking"/> Voor de Nederlanden had de veldslag echter grotere gevolgen: de Geldersen zagen zich genoodzaakt om de noordelijke gewesten te ontruimen, en later dat jaar werd de [[Vrede van Grave]] gesloten, waarbij Karel van Gelre zijn aanspraken op Groningen, de Ommelanden en [[Drenthe]] over moest laten gaan op Karel V.
== Wat voorafging ==
[[Willem van Oranje]] had lang geaarzeld voor hij iets ondernam tot hulp aan de onderdrukte Nederlanden. Nog in maart [[1567]], tijdens de [[Slag bij Oosterweel]], verhinderde hij vanuit Antwerpen het protestantse leger te hulp te komen. Maar zijn eigen behandeling, gecombineerd met dagelijkse verzoeken om hulp, veranderden zijn mening. Hij benaderde verscheidene Duitse vorsten om financiële hulp en verkocht 'zilverwerk, kleinodiën, tapijten en ander vorstelijk huissieraad'.


{{Appendix|2=
Hij vond [[François de Cocqueville]], een edelman uit [[Normandië]], bereid om met zeven- of achthonderd man vanuit [[Frankrijk]] een inval in het graafschap [[Graafschap Artesië|Artesië]] te doen, toen een van de Zeventien Provinciën, en in [[Graafschap Henegouwen|Henegouwen]]. De vrijwilligers waren overwegend [[hugenoten]], de Franse vorm van protestantisme. Later in de oorlog richtten beide graafschappen de [[Unie van Atrecht]] (1579) op en stonden zo aan de wieg van de scheiding in zuidelijke en noordelijke Nederlanden.
* Israel, J.I.,''The Dutch Republic; Its rise, greatness, and fall 1477-1806'' (Oxford 1998), 63-64.
 
{{References}}
De [[Antoon II van Lalaing|graaf van Hoogstraten]] zou langs de grote rivieren naar [[Opper-Gelre]] trekken. Willems broer, graaf [[Lodewijk van Nassau (1538-1574)|Lodewijk van Nassau]], zou in [[Heerlijkheid Friesland|Friesland]] en [[Heerlijkheid Groningen|Groningen]] een aanval ondernemen. Hijzelf zou in [[Hertogdom Brabant|Brabant]] oprukken, zodra hij zou vernemen dat [[Fernando Álvarez de Toledo|Alva]] zijn leger over deze drie invallen verdeeld zou hebben.
}}
 
{{Navigatie Gelderse Oorlogen}}
Als eerste wilde Willem van Oranje [[Roermond (stad)|Roermond]] innemen. Een militie onder leiding van de graaf van Hoogstraten maakte zich op om het beleg uit te voeren, maar vanwege ziekte werd het bevel door [[Jan van Montigny]] overgenomen. Het beleg mislukte en de opstandelingen trokken naar [[Erkelenz]] om die stad te veroveren. Alva stuurde echter zijn leger bij het krieken van de dag naar de bij [[Rheindahlen|Dalheim]] slapende opstandelingen, die op 25 april 1568 in de [[Slag bij Dalheim]] hun eerste nederlaag leden. Jan van Montigny werd daarbij gevangengenomen.
 
Van de drie invallen werd die in het noorden het succesvolst. De Staatse huurlingen trokken bij [[Bellingwolde (dorp)|Bellingwolde]] het land binnen en namen de [[Wedderborg]], het bezit van de Spaanse stadhouder in Groningen, [[Jan van Ligne]], bij diens afwezigheid in. De functie van stadhouder van de noordelijke provinciën vervulde hij vanuit [[Vollenhove]]. Daarnaast was hij heer van [[Westerwolde (streek)|Westerwolde]], sinds hij dit landschap samen met de Wedderborg in [[1561]] gekocht had.
 
Na de verovering van Wedde richtten de troepen van graaf Lodewijk zich op de stad [[Groningen (stad)|Groningen]] om deze over te halen zich voor de opstand te verklaren, maar deze poging mislukte. De stad was al op 6 juni 1567 onder militaire druk en op advies van de Spaansgezinde luitenant van de [[Hoofdmannenkamer]] [[Johan de Mepsche]] ingenomen door troepen onder Blasius Vegersheim. Daaraan voorafgaand was de godsdienstvrijheid voor protestanten opgeheven en werden deze uit de stad verdreven. Graaf Lodewijk beschikte over onvoldoende financiële en militaire middelen om de stad Groningen te kunnen belegeren. Door middel van blokkades die hij ten noorden en oosten van de stad opwierp, probeerde hij, zonder succes, de stad af te snijden van de buitenwereld. Aan de zuid- en westzijde bleef de stad bereikbaar.
 
Ook de poging om de bevolking in opstand te krijgen tegen de landsheer liep op niets uit. De blokkades keerden zich tegen Lodewijk op het moment dat de troepen van Alva de voor Lodewijk belangrijke logistieke route naar [[Delfzijl]] afsloten. Het gevolg was dat na zes weken beleg de troepen van Alva naderden en Lodewijk niets anders restte dan te vluchten naar Oost-Friesland. Tijdens deze vlucht werden de troepen van graaf Lodewijk ter hoogte van Heiligerlee onderschept door Spaanse troepen.
 
== De veldslag ==
[[File:Battle of Heiligerlee war reenactment, Scheemda (2018) 01.jpg|thumb|Slag bij Heiligerlee, reenactment, Scheemda (2018)]]
Op 23 mei verkeerde het Staatse leger in slechte toestand door honger en achterstallige soldijbetaling (een endemisch probleem in die tijd). Graaf Lodewijk wist ze echter toch nog een keer in de wapens te krijgen.
 
Toen Lodewijk van Nassau vernam dat zijn tegenstander tegen hem optrok, wist hij zijn troepen toch te motiveren en stelde hen op bij het klooster van Heiligerlee. Het terrein bevatte drie heuvels ([[garst]]en), op één hiervan stond het klooster. De andere twee kunnen de garsten van Westerlee en Napels geweest zijn. Achter de heuvels verschanste hij het merendeel van zijn troepen. Voor de heuvel met het klooster liep een weg, tussen de heuvels bevonden zich kuilen, ontstaan door [[Turf (brandstof)|turfwinning]]. Ook in deze kuilen werd infanterie verstopt. Tussen de weg en de heuvels bevond zich drassig land. De streek staat tegenwoordig nog bekend als [[Tranendal]].
 
Met zijn ruiters ondernam Lodewijk van Nassau een aanval. Arenberg, die van plan was op meer versterkingen te wachten, werd verleid de Staatse ruiters te achtervolgen. De Staatse ruiters lokten het Spaanse leger over de weg tussen de heuvels door. De Spaanse troepen kwamen hierbij terecht in het drassige terrein tussen de heuvels, waar ze een gemakkelijke prooi werden voor de Waalse huurlingen, schutters in dienst van graaf Lodewijk.
 
Volgens sommige bronnen sneuvelde Adolf van Nassau bij de ruiteraanval op het Spaanse leger, volgens andere berichten nadat zijn paard op hol sloeg tijdens het hoofdgevecht en hij midden tussen de vijandelijke troepen belandde. De waarheid zal ergens tussen heroïek en pech hebben gelegen.
 
De verliezen aan Staatse zijde worden op 50 man geraamd, aan Spaanse zijde op 400-500 man. De Staatse troepen maakten ook 7 stukken geschut buit. Behalve het verlies van graaf Adolf sneuvelde ook de graaf van Arenberg. Beide edelen werden elders begraven. Waar het [[massagraf]] van alle gesneuvelde militairen zich bevindt, is niet bekend. Het stoffelijk overschot van graaf Adolf is waarschijnlijk meegenomen door de terugtrekkende militairen en uiteindelijk begraven in [[Emden (Nedersaksen)|Emden]]. De gebouwen van het klooster in Heiligerlee werden door de troepen van graaf Lodewijk na vertrek in brand gestoken.
 
== De gevolgen ==
[[Bestand:Monument_Battle_of_Heiligerlee.jpg|thumb| Monument uit 1868 ter herdenking van de Slag bij Heiligerlee. De Nederlandse maagd ontfermt zich over de stervende Adolf van Nassau.]]
Deze slag was een succesvolle militaire actie van de Nederlandse opstand. Als begin van de [[Tachtigjarige Oorlog]] geldt de voor de opstandelingen mislukte [[Slag bij Dalheim]], een maand eerder op 23 april 1568. Hierbij telt ook mee dat de vrede in [[1648]] was gesloten. Was de vrede een jaar eerder gesloten, dan was mogelijk de [[Slag bij Oosterweel]] uit [[1567]] als het begin van de tachtigjarige oorlog beschouwd.
 
Het effect van de Slag bij Heiligerlee was beperkt. Door de op deze slag volgende nederlaag in de Slag bij Jemmingen leverde de overwinning geen strategisch voordeel op. De overwinnaars van de Slag bij Heiligerlee werden bij [[Jemgum]] grotendeels allemaal vermoord. Graaf Lodewijk kon op het laatste moment ontkomen door de [[Eems]] over te zwemmen, om zo terug te keren bij zijn beginpunt [[Emden (Nedersaksen)|Emden]]. Het veroverde gebied was zeer tijdelijk in handen van Willem van Oranje geweest, de aanval op [[Groningen (stad)|Groningen]] was mislukt, zijn broer Adolf was gesneuveld en van zijn leger was zo goed als niets meer over.
 
De dood van Adolf van Nassau wordt in het 4e couplet van het [[Wilhelmus]] gememoreerd:
:''Graef Adolff is ghebleven, In Vriesland in den slaech''.<ref>Friesland strekte zich uit van Noord-Holland tot over de Eems, van het huidige West-Friesland tot Oost-Friesland, dus een groter gebied dan de huidige provincie.</ref>
 
De herinnering aan de slag kreeg voor het eerst vorm in de negentiende eeuw, toen in 1826 een eerste eenvoudige gedenknaald (obelisk) werd geplaatst. In 1868 kregen de herdenkingen een meer nationale invulling. In [[1873]] werd het huidige [[Graaf Adolfmonument]] door koning [[Willem III der Nederlanden|Willem III]] onthuld. In [[Heiligerlee]] is tegenwoordig een museum over de [[geschiedenis]] van de slag.
 
In de sokkel van het monument zijn de volgende teksten geschreven:
:''25 mei 1568 De eerste zege in de Tachtigjarige Worsteling voor de vrijheid der Nederlanden.''
:''Graaf Adolf van Nassau bleef in den roemrijken slag.''
:''25 mei 1868 Door het nageslacht den vaderen gewijd.''
 
[[File:NL-HaNA 2.24.01.05 0 921-3819.jpg|thumb|Herdenking van de Slag bij Heiligerlee met prins Bernhard, 400 jaar nadien]]
 
Het monument en het parkje waarin het zich bevindt zijn eigendom van de Staat ([[Rijksgebouwendienst]]).
 
== Zie ook ==
* [[Oranjes eerste invasie]]
 
== Externe links ==
* [http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/882567/2008/01/04/Monument-Slag-bij-Heiligerlee-vernield.dhtml Monument Slag bij Heiligerlee vernield] - [[de Volkskrant]], 4 januari 2008
 
{{Appendix}}
{{Navigatie Tachtigjarige Oorlog}}


{{DEFAULTSORT:Slag Heiligerlee 1536}}
{{DEFAULTSORT:Slag Heiligerlee 1568}}
[[Categorie:1536]]
[[Categorie:1568]]
[[Categorie:Veldslag in Nederland|Heiligerlee]]
[[Categorie:Veldslag in de 16e eeuw|Heiligerlee]]
[[Categorie:Veldslag van steden en gewesten in de Nederlanden|Heiligerlee]]
[[Categorie:Bourgondische veldslag|Heiligerlee]]
[[Categorie:Geschiedenis van Groningen (provincie)]]
[[Categorie:Geschiedenis van Groningen (provincie)]]
[[Categorie:Geschiedenis van Drenthe]]
[[Categorie:Veldslag in Nederland|Heiligerlee 1568]]
[[Categorie:Veldslag tijdens de Tachtigjarige Oorlog|Heiligerlee 1568]]
[[Categorie:Veldslag in de 16e eeuw|Heiligerlee 1568]]

Huidige versie van 10 jun 2024 om 15:14

Niet te verwarren met de Slag bij Heiligerlee (1536).
Slag bij Heiligerlee
Onderdeel van de Tachtigjarige Oorlog
Slag bij Heiligerlee. Frans Hogenberg.
Datum 23 mei 1568
Locatie Heiligerlee, Groningen, Nederlanden
Resultaat Overwinning voor de Nederlandse opstandelingen
Strijdende partijen
Nederlandse opstandelingen Leger van Vlaanderen
Leiders en commandanten
Lodewijk van Nassau
Adolf van Nassau
Arenberg
Troepensterkte
3900 voetvolk
200 ruiters
3200 voetvolk
200 ruiters
Verliezen
50 à 70 1500
Oranjes eerste invasie

Dalheim · Heiligerlee · Groningen · Eems · Jemmingen · Geldenaken

Metalen figuur, Beleefroute Slag bij Heiligerlee

De Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 vond plaats tussen het leger van Lodewijk van Nassau en het Spaanse leger van koning Filips II. De veldslag vond plaats bij het plaatsje Heiligerlee, nabij Winschoten, in de heerlijkheid Groningen en eindigde met een[1] overwinning van de opstandelingen in de Tachtigjarige Oorlog.

Legers

Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog waren de begrippen Staatsgezind en Spaansgezind nog niet in zwang, omdat Filips II toen nog werd gezien als wettig landsheer, ook door Willem van Oranje. Dat veranderde toen de bestuurders van Willem van Oranje, de Staten-Generaal, in 1581 de Spaanse vorst formeel afzwoeren. Spaansgezind en koningsgezind kwamen op hetzelfde neer. Men kan dus spreken van formeel gezag en opstandelingen, al is de volksopstand in Groningen uiteindelijk mislukt en kan men van het leger van graaf Lodewijk grotendeels spreken van huurlingen.

Wat voorafging

Willem van Oranje had lang geaarzeld voor hij iets ondernam tot hulp aan de onderdrukte Nederlanden. Nog in maart 1567, tijdens de Slag bij Oosterweel, verhinderde hij vanuit Antwerpen het protestantse leger te hulp te komen. Maar zijn eigen behandeling, gecombineerd met dagelijkse verzoeken om hulp, veranderden zijn mening. Hij benaderde verscheidene Duitse vorsten om financiële hulp en verkocht 'zilverwerk, kleinodiën, tapijten en ander vorstelijk huissieraad'.

Hij vond François de Cocqueville, een edelman uit Normandië, bereid om met zeven- of achthonderd man vanuit Frankrijk een inval in het graafschap Artesië te doen, toen een van de Zeventien Provinciën, en in Henegouwen. De vrijwilligers waren overwegend hugenoten, de Franse vorm van protestantisme. Later in de oorlog richtten beide graafschappen de Unie van Atrecht (1579) op en stonden zo aan de wieg van de scheiding in zuidelijke en noordelijke Nederlanden.

De graaf van Hoogstraten zou langs de grote rivieren naar Opper-Gelre trekken. Willems broer, graaf Lodewijk van Nassau, zou in Friesland en Groningen een aanval ondernemen. Hijzelf zou in Brabant oprukken, zodra hij zou vernemen dat Alva zijn leger over deze drie invallen verdeeld zou hebben.

Als eerste wilde Willem van Oranje Roermond innemen. Een militie onder leiding van de graaf van Hoogstraten maakte zich op om het beleg uit te voeren, maar vanwege ziekte werd het bevel door Jan van Montigny overgenomen. Het beleg mislukte en de opstandelingen trokken naar Erkelenz om die stad te veroveren. Alva stuurde echter zijn leger bij het krieken van de dag naar de bij Dalheim slapende opstandelingen, die op 25 april 1568 in de Slag bij Dalheim hun eerste nederlaag leden. Jan van Montigny werd daarbij gevangengenomen.

Van de drie invallen werd die in het noorden het succesvolst. De Staatse huurlingen trokken bij Bellingwolde het land binnen en namen de Wedderborg, het bezit van de Spaanse stadhouder in Groningen, Jan van Ligne, bij diens afwezigheid in. De functie van stadhouder van de noordelijke provinciën vervulde hij vanuit Vollenhove. Daarnaast was hij heer van Westerwolde, sinds hij dit landschap samen met de Wedderborg in 1561 gekocht had.

Na de verovering van Wedde richtten de troepen van graaf Lodewijk zich op de stad Groningen om deze over te halen zich voor de opstand te verklaren, maar deze poging mislukte. De stad was al op 6 juni 1567 onder militaire druk en op advies van de Spaansgezinde luitenant van de Hoofdmannenkamer Johan de Mepsche ingenomen door troepen onder Blasius Vegersheim. Daaraan voorafgaand was de godsdienstvrijheid voor protestanten opgeheven en werden deze uit de stad verdreven. Graaf Lodewijk beschikte over onvoldoende financiële en militaire middelen om de stad Groningen te kunnen belegeren. Door middel van blokkades die hij ten noorden en oosten van de stad opwierp, probeerde hij, zonder succes, de stad af te snijden van de buitenwereld. Aan de zuid- en westzijde bleef de stad bereikbaar.

Ook de poging om de bevolking in opstand te krijgen tegen de landsheer liep op niets uit. De blokkades keerden zich tegen Lodewijk op het moment dat de troepen van Alva de voor Lodewijk belangrijke logistieke route naar Delfzijl afsloten. Het gevolg was dat na zes weken beleg de troepen van Alva naderden en Lodewijk niets anders restte dan te vluchten naar Oost-Friesland. Tijdens deze vlucht werden de troepen van graaf Lodewijk ter hoogte van Heiligerlee onderschept door Spaanse troepen.

De veldslag

Slag bij Heiligerlee, reenactment, Scheemda (2018)

Op 23 mei verkeerde het Staatse leger in slechte toestand door honger en achterstallige soldijbetaling (een endemisch probleem in die tijd). Graaf Lodewijk wist ze echter toch nog een keer in de wapens te krijgen.

Toen Lodewijk van Nassau vernam dat zijn tegenstander tegen hem optrok, wist hij zijn troepen toch te motiveren en stelde hen op bij het klooster van Heiligerlee. Het terrein bevatte drie heuvels (garsten), op één hiervan stond het klooster. De andere twee kunnen de garsten van Westerlee en Napels geweest zijn. Achter de heuvels verschanste hij het merendeel van zijn troepen. Voor de heuvel met het klooster liep een weg, tussen de heuvels bevonden zich kuilen, ontstaan door turfwinning. Ook in deze kuilen werd infanterie verstopt. Tussen de weg en de heuvels bevond zich drassig land. De streek staat tegenwoordig nog bekend als Tranendal.

Met zijn ruiters ondernam Lodewijk van Nassau een aanval. Arenberg, die van plan was op meer versterkingen te wachten, werd verleid de Staatse ruiters te achtervolgen. De Staatse ruiters lokten het Spaanse leger over de weg tussen de heuvels door. De Spaanse troepen kwamen hierbij terecht in het drassige terrein tussen de heuvels, waar ze een gemakkelijke prooi werden voor de Waalse huurlingen, schutters in dienst van graaf Lodewijk.

Volgens sommige bronnen sneuvelde Adolf van Nassau bij de ruiteraanval op het Spaanse leger, volgens andere berichten nadat zijn paard op hol sloeg tijdens het hoofdgevecht en hij midden tussen de vijandelijke troepen belandde. De waarheid zal ergens tussen heroïek en pech hebben gelegen.

De verliezen aan Staatse zijde worden op 50 man geraamd, aan Spaanse zijde op 400-500 man. De Staatse troepen maakten ook 7 stukken geschut buit. Behalve het verlies van graaf Adolf sneuvelde ook de graaf van Arenberg. Beide edelen werden elders begraven. Waar het massagraf van alle gesneuvelde militairen zich bevindt, is niet bekend. Het stoffelijk overschot van graaf Adolf is waarschijnlijk meegenomen door de terugtrekkende militairen en uiteindelijk begraven in Emden. De gebouwen van het klooster in Heiligerlee werden door de troepen van graaf Lodewijk na vertrek in brand gestoken.

De gevolgen

Monument uit 1868 ter herdenking van de Slag bij Heiligerlee. De Nederlandse maagd ontfermt zich over de stervende Adolf van Nassau.

Deze slag was een succesvolle militaire actie van de Nederlandse opstand. Als begin van de Tachtigjarige Oorlog geldt de voor de opstandelingen mislukte Slag bij Dalheim, een maand eerder op 23 april 1568. Hierbij telt ook mee dat de vrede in 1648 was gesloten. Was de vrede een jaar eerder gesloten, dan was mogelijk de Slag bij Oosterweel uit 1567 als het begin van de tachtigjarige oorlog beschouwd.

Het effect van de Slag bij Heiligerlee was beperkt. Door de op deze slag volgende nederlaag in de Slag bij Jemmingen leverde de overwinning geen strategisch voordeel op. De overwinnaars van de Slag bij Heiligerlee werden bij Jemgum grotendeels allemaal vermoord. Graaf Lodewijk kon op het laatste moment ontkomen door de Eems over te zwemmen, om zo terug te keren bij zijn beginpunt Emden. Het veroverde gebied was zeer tijdelijk in handen van Willem van Oranje geweest, de aanval op Groningen was mislukt, zijn broer Adolf was gesneuveld en van zijn leger was zo goed als niets meer over.

De dood van Adolf van Nassau wordt in het 4e couplet van het Wilhelmus gememoreerd:

Graef Adolff is ghebleven, In Vriesland in den slaech.[2]

De herinnering aan de slag kreeg voor het eerst vorm in de negentiende eeuw, toen in 1826 een eerste eenvoudige gedenknaald (obelisk) werd geplaatst. In 1868 kregen de herdenkingen een meer nationale invulling. In 1873 werd het huidige Graaf Adolfmonument door koning Willem III onthuld. In Heiligerlee is tegenwoordig een museum over de geschiedenis van de slag.

In de sokkel van het monument zijn de volgende teksten geschreven:

25 mei 1568 De eerste zege in de Tachtigjarige Worsteling voor de vrijheid der Nederlanden.
Graaf Adolf van Nassau bleef in den roemrijken slag.
25 mei 1868 Door het nageslacht den vaderen gewijd.
Herdenking van de Slag bij Heiligerlee met prins Bernhard, 400 jaar nadien

Het monument en het parkje waarin het zich bevindt zijn eigendom van de Staat (Rijksgebouwendienst).

Zie ook

Externe links