Kloosterorde

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed
Deel van de serie over
kloosters
en het christelijke monastieke leven
Carlo Crivelli 052.jpg

Een kloosterorde is een orde van religieuzen, mannen of vrouwen, die zich verenigd hebben omtrent een gemeenschappelijke geloofsopvatting en kloosterregel waaraan zij gebonden zijn, en die op een permanente wijze samenleven binnen een en dezelfde plaatselijke gemeenschap, een klooster of een tempel. Kloosters van religieuzen die volgens een bepaalde regel leven, vormen samen een kloosterorde. Kloosterorden komen voor bij verschillende religies, waaronder het christendom, de islam en het boeddhisme.

Religieuze gemeenschappen binnen de Rooms-Katholieke Kerk kunnen worden verdeeld in kloosterordes en congregaties.

Christelijke kloosterorden

In het christendom zijn de kloosterorden een zaak van de Rooms-Katholieke Kerk, enkele daarmee verbonden oosters-katholieke kerken en de Anglicaanse Kerk. De oosters-orthodoxe kerken en de oriëntaals-orthodoxe kerken hebben zeer veel kloosters, maar kennen geen afzonderlijke kloosterorden. De lutherse kloosters vormen evenmin afzonderlijke verbanden en zijn volledig geïntegreerd in de regionale kerkelijke organisatie. In kringen van hervormden en methodisten kwamen in de 19e eeuw diakonessenhuizen op.

Katholieke kloosterorden

Regelen en statuten van een vrouwenklooster. Manuscript uit de 17de eeuw.[1]

Een orde (in kerkelijke zin) is volgens het kerkelijk recht een vorm van een Instituut van Godgewijd Leven. Dit is een vereniging van mannelijke en/of vrouwelijke religieuzen, die zich door geloften verbonden hebben aan een religieuze vereniging binnen de Katholieke Kerk. De leden van de orde worden geacht zich aan de kloosterregels[1] te houden en worden daarom tot de reguliere geestelijken gerekend.

Binnen de Katholieke Kerk wordt verder onderscheid gemaakt tussen kloosterorden (in engere zin) en congregaties (kloosterorden in ruimere zin). De cesuur ligt bij de besluiten van het Concilie van Trente (1545-1563):

  • een orde is een gemeenschap van reguliere geestelijken (kloosterlingen) die plechtige geloften hebben afgelegd, meestal gesticht vóór ongeveer 1550
  • een congregatie is een dergelijke gemeenschap van kloosterlingen die een eenvoudige gelofte hebben afgelegd, meestal gesticht na ongeveer 1550

Leden van een kloosterorde hebben, in tegenstelling tot leden van een congregatie, een strengere clausuur en behouden geen persoonlijke bezittingen wanneer ze intreden. Bij een congregatie worden er enkel eenvoudige (tijdelijke of eeuwige) geloften afgelegd. Kloosterorden staan niet onder het gezag van de bisschoppelijke hiërarchie maar staan onder het directe gezag van de paus.

Oblaten waren kloosterlingen die op jeugdige leeftijd door hun ouders aan een klooster werden overgedragen. Tegenwoordig slaat de benaming oblaten op leken die zich met een kloosterorde associëren, met name de Benedictijnen.

In de Middeleeuwen worden losse verenigingen van zelfstandige kloosters veelal als congregatie aangeduid. De grens tussen kloosterorde, congregatie en affiliatie (de band tussen moeder- en dochterkloosters) was in de praktijk vaak vloeiend. Sommige congregaties ontwikkelden zich in de elfde en twaalfde eeuw tot echte kloosterorden, die als zodanig door de paus erkend werden; andere kloosterorden uit de begintijd verloren hun zelfstandigheid. Met name bij de augustijner koorheren bleef de organisatiestructuur tamelijk vrijblijvend.

Middeleeuwse kloosterorden bestonden gewoonlijk uit gemeenschappen, waarvan behalve monniken en/of nonnen ook lekenbroeders en -zusters deel uitmaakten. Daarnaast ontstonden vanaf de dertiende eeuw ook gemeenschappen van Apostolisch leven, waarvan de leden geen kloostergelofte aflegden, waaronder de begijnen, de begarden en een deel van de geestelijke ridderorden oftewel hospitaalbroeders en -zusters. Een deel daarvan werd door oudere kloosterorden onder hun hoede genomen; de meeste worden na ongeveer 1550 tot de congregaties gerekend. In de onderstaande lijst is ervoor gekozen behalve de kloosterorden (in engere zin) ook de apostolische leefgemeenschappen en congregaties vóór ongeveer 1550 op te nemen.

Naar levensstijl worden de orden van kanunniken (augustijner koorheren, premonstratenzers, kruisbroeders) en clerici (jezuïeten en missiecongregaties) onderscheiden van de soberder levende monniken (benedictijnen, cisterciënzers) en leden van de bedelorden. Verder zijn er de kluizenaars (kartuizers). Verschillende orden zijn mengvormen (dominicanen, augustijnen).

Naar het doel kan men de kloosterorden indelen in overwegend beschouwende orden (benedictijnen, cisterciënzers, kartuizers), overwegend actieve orden (geestelijke ridderorden en broeders van het gemene leven) en gemengde orden (norbertijnen, bedelorden, begijnen en tertiarissen). Bij norbertijnen, bedelorden en augustijnen is het vooral de vrouwelijke tak (de zogenoemde tweede orde), die zich beschouwend opstelt.

Abdijen, proosdijen, priorijen, commanderijen en kapittels

Zie ook Abdij

Niet alle kloosters worden abdijen genoemd. Een abdijgemeenschap wordt enkel gevormd bij monniken- en nonnenkloosters van de eerste of tweede orde, met name bij de ordes van de benedictijnen, cisterciënzers, kartuizers en norbertijnen.

Kloosters van Augustijner koorheren worden doorgaans een kapittel genoemd. Bij de norbertijnen spreekt men ook wel over een canonie; de abt heette hier vanouds een proost. Een kloostervestiging die afhankelijk is van een abdij (doorgaans een nonnenklooster) noemt men priorij. De bedelorden kenden vanouds geen abdijen, maar conventen; de overste heet hier prior of gardiaan. Bij de geestelijke ridderorden spreekt men over een commanderij, die wordt geleid door een commandeur.

Kloosterorden en congregaties moeten onderscheiden worden van kapittels van seculiere kanunniken. Dit zijn gemeenschappen van seculiere geestelijken, verbonden aan een kathedraal, basiliek of belangrijke parochiekerk.

Indeling van rooms-katholieke kloosterorden

Voor een min of meer volledig overzicht van orden en congregaties, zie Lijst van rooms-katholieke religieuze gemeenschappen

Kloosterorden volgens de regel van Benedictus

Reguliere kanunniken volgens de regel van Augustinus

Bedelorden of Mendicanten

Geestelijke ridderorden (hospitaalbroeders en -zusters)

De geestelijke ridderorden werden doorgaans gevormd door reguliere kanunniken, die leefden volgens de kloosterregel van Sint-Augustinus. De Tempeliers, de Zwaardbroeders en de Orden van Alcantára, Calatrava en Montesa ontleenden hun regels aan de cisterciënzers.

Specifiek vrouwelijke kloosterorden (tweede orde)

Begijnen, begarden en tertiarissen (derde orde)

Ook wel: Derde Orde van Penitenten, Latijn: Tertius ordo de poenitentia

Reguliere clerici

  • Theatijnen: Ordo Clericorum Regularium vulgo Theatinorum (OCRth, CRth of Otheat), nu doorgaans beschouwd als priestercongregatie
  • Barnabieten: Clerici regulares Sancti Pauli decollati, later: Congregatio Clericorum Regularium Sancti Pauli Barnabitarum of Barnabitae (B, CRSP, Obarn), nu beschouwd als priestercongregatie (Paulinen); vrouwelijke tak: Engelzusters van Sint Paulus - Angelica Sorores S. Pauli (ASP)
  • Jezuïeten: Societas Jesu (SJ)
  • Reguliere Clerici van de Moeder Gods van Lucca: Ordo Clericorum Regularium Matris Dei (OMD)
  • Camillianen: Ordo Clericorum Regularium Ministrantium Infirmis (MI of OSC) (Vaders van de Goede Dood)
  • Piaristen, Arme Klerken van de Moeder Gods, Scolopi of Escolapii: Ordo Clericorum Regularium Pauperum Matris Dei Scholarum Piarum (SchP)
  • Paters van Somasci: Ordo Clericorum Regularium a Somascha (CRCS) (Dienaren der Armen)
  • diverse andere

Oosters-katholieke kloosterorden

Dit betreft oosters-katholieke kerken, die verbonden zijn met Rome en de paus als universeel hoofd van de Kerk van Christus erkennen.

Kloosterorden volgens de regel van Basilius

Een deel van deze kloosterorden behoort tot de Rooms-Katholieke Kerk, een deel tot verschillende oosters-katholieke kerken onder gebruikmaking van de Byzantijnse ritus.

  • Orde van Sint Catharina op de Berg Sinaï (geestelijke ridderorde)
  • Orde der Basilianen
    • Congregatie van Grottaferrata: Ordo Basilianus Italiae, seu Cryptoferratensis (ObasIt of OSBI) (Italië en Spanje)
    • Congregatie van Sint Josafat in Roethenië of Orde van Sint Basilius de Grote: Ordo Basilianus S. Iosaphat of Ordo Sancti Basilii Magni (OSBM, OSBas) (Oekraïne en Wit-Rusland)
    • Basiliaanse Congregatie Melkieten van de Heilige Verlosser: Ordo Basilianus Sanctissimi Salvatoris Melkitarum (BS) (Libanon)
    • Basiliaanse Congregatie van Sint Jan de Doper: Ordo Basilianus Sancti Iohannis Baptistae (BC) (Baladiten of Suariten, Choueriten) (Libanon)
    • Basiliaanse Congregatie van de Melkieten van Aleppo: Ordo Basilianus Aleppensis Melkitarum (BA) (Libanon)

Maronitische kloosterorden (Antiocheense ritus)

  • Libanese Maronitische Orde: Ordo Libanensis Maronitarum (OLM) (Baladiten of Valditen)
  • Antonijns Maronitische Orde: Ordo Antonianorum Maronitarum (OAM) (Monniken van Mar Chaya)
  • Maronitische Orde van de Mariamiten: Ordo Maronita Beatae Mariae Virginis (OMM) (Aleppianen of Halebieten)

Chaldeewse Kloosterorde (Chaldeeuwse ritus)

De Chaldeeuws-Katholieke Kerk is in 1552 afgesplitst van de Nestoriaanse Kerk en onderhoudt sindsdien nauwe banden met de Rooms-Katholieke Kerk.

  • Orde van de Antonianen van Sint Hormisdas der Chaldeeërs: Ordo Antonianus Sanctae Hormisdae Chaldaeorum (OAOC)

Overige christelijke kloosterorden

De Anglicaanse Kerk kent een groot aantal kloosterorden, die vooral de regels van Benedictus en Franciscus volgen. Daarnaast zijn te noemen:

Boeddhistische kloosterorden

De boeddhistische Sangha als geheel is een kloosterorde, die gebaseerd is op de Dhamma en Vinaya van de Boeddha. Boeddhistische monniken worden bhikkhus genoemd. Strikt gesproken hoeven bhikkhus niet altijd in kloosters te wonen, maar dit is wel de norm. De Orde van Bhikkhunis is een aparte kloosterorde voor nonnen. In de boeddhistische Sangha als geheel kunnen er twee ordes onderscheiden worden:

Binnen de verschillende stromingen van het Boeddhisme (Theravada, Mahayana en het Tibetaans boeddhisme) bestaan er de volgende kloosterorden, die onderling meer uniform zijn dan de Sangha als geheel is. Deze lijst is niet compleet.

Mahayana

Het Mahayana heeft meer verschillende groeperingen, en in sommige van die groeperingen bestaat er geen Vinaya, en zijn er geen bhikkhus. De kloosterorden zijn er erg gevarieerd, en sommige ordes beoefenen zelfs vechtsporten.

  • Het Zen heeft geen Vinaya of bhikkhus, maar heeft wel kloosterorden.
  • De Shaolin orde is bekend vanwege haar expertise in zelfverdedigingskunsten.

Theravada

De Theravada Sangha is behoorlijk uniform, ook tussen de verschillende Theravada boeddhistische landen zoals Thailand en Sri Lanka.

  • De Thaise Bostraditie is een Thaise kloosterorde, waar de kloosters gevestigd zijn in bossen.
  • De Dhammayut Orde en de Maha Nikaya zijn de twee kloosterorden van Thailand.
  • De orde van Siladharas is een orde van (westerse) boeddhistische nonnen, gerelateerd aan de Thaise Bos Traditie.

Tibetaans boeddhisme

Het Tibetaans boeddhisme beschikt wel over de Vinaya, en de verschillende groeperingen zijn er onderling meer uniform dan in het Mahayana. In het Tibetaans boeddhisme wordt zowel het Mahayana als het Vajrayana boeddhisme aangehangen.

Bön

De bön is een oude religie uit Tibet die veel gebruiken van het Tibetaans boeddhisme heeft overgenomen, waaronder de vorming van kloosterordes.

Islamitische kloosterorden

Het Soefisme kent vele kloosterorden, ook wel tariqats genoemd.

Zie ook

Externe links

Bronnen

  • Johannes J. Gerhartz SJ, "Insuper Promitto..." Die feierliche Sondergelübde katholischer Orden, Rome 1966, gedeeltelijk op Google Books
  • Michel van der Plas, "Abdijen in de Lage Landen, en de mensen die er wonen", 1989, Uitgeverij Lannoo, Tielt en Uitgeverij Arbor, Baarn.
  • Ton van Schaik, "Abdijen in West-Europa en hun bewoners", 1992, Uitgeverij Lannoo Tielt en Uitgeverij de Fontijn bv, Baarn.

Referenties

  1. 1,0 1,1 Regelen en statuten van een vrouwenklooster. lib.ugent.be. Geraadpleegd op 27 augustus 2020.