Guido van Dijk

Uit Wiki Raamsdonks Erfgoed

Guido Evert "Guido" van Dijk wordt geboren op 5 november 1908 in Raamsdonk (E205), als zoon van Evert van Dijk en Grietje van der Sloot. Hij tekent voor militaire dienst bij het KNIL en vertrekt naar Nederlands-Indië, waar hij bij de Militaire Luchtvaart op de vliegbasis van Tjililitan wordt geplaatst.

Op 8 december 1941, een dag na de aanval op Pearl Harbor, verklaart de Nederlandse regering vanuit Londen Japan de oorlog. De Japanners grijpen dit aan om Nederlands-Indië binnen te vallen. Vanwege zijn natuurlijke oliebronnen en geostrategische ligging is de Nederlandse kolonie van wezenlijk belang geworden voor de Japanners om Oost-Azië te kunnen overheersen. Tegen deze achtergrond wordt Guido als vaandrig van de Militaire Luchtvaart ingezet bij de verdediging van de kolonie.

Na een veldtocht van drie maanden hebben de Japanners de belangrijkste strategische punten in de archipel ingenomen en landen begin maart 1942 op Java. Het KNIL, slecht voorbereid en uitgerust en ernstig gehinderd door besluiteloosheid aan de top, biedt nog weerstand, maar wordt op 8 maart in Bandoeng gedwongen tot capitulatie. Rond deze tijd wordt ook Guido krijgsgevangen genomen en samen met duizenden andere Nederlandse militairen afgevoerd naar de Javaanse kampen.

Midden augustus wordt Guido gedeporteerd naar het vasteland van Zuidoost-Azië, om als dwangarbeider te worden ingezet bij de aanleg van de Birma-spoorlijn. Via Singapore volgt eind oktober zeetransport naar Rangoon. De omstandigheden in de kampen en op de transportschepen zijn erbarmelijk slecht. De gevangenen staan bloot aan de willekeur en gewelddadige behandeling van de bewakers, worden met honderden tegelijk in de benauwde scheepsruimen ondergebracht en lijden onder het ernstige gebrek aan voedsel en medicijnen. Onder deze omstandigheden kunnen besmettelijke ziekten snel om zich heen grijpen.

Vermoedelijk bevindt Guido zich aan boord van de Tacoma Maru 1, waar onder de gevangenen hardnekkige bacillaire dysenterie heerst. In ieder geval wordt hij in ernstig verzwakte toestand de gevangenis van Rangoon binnengebracht. Door het gebrek aan adequate hulp bezwijkt hij daar op 9 december 1942, als een van de 220 slachtoffers van de uitbraak. Guido is 34 jaar geworden en vindt zijn laatste rustplaats op het Nederlands ereveld Menteng Pulo in Jakarta.